N°. S078. Zaterdag £2A September. A°. 1889. <§Me jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (gfin- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 September. Feuilleton. De lange Hollander. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRU8 DEZER COURAJTT: ▼•or Lelden per t meenden..1.S0. Fnaxeo per poet1.40. Afronderlgke Nommen.0.04. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Yen 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere neer plaatsruimte. Voor het in- eeeseeren buiten de eted wordt 0.10 berekend. Aan de universiteit alhier is het doctoraal examen in de geneeskunde afgelegd door den heer N. W. Maas. Met 1 October worden 110 jongens van de Kweekschool voor Zeevaart alhier over geplaatst aan boord van het opleidingsschip Admiraal Yan Wasseneer", te Amsterdam. W(j vestigen de aandacht op eene in dit blad voorkomende advertentie van het bestuur der Leidsche Schouwburgvereeniging. Daaruit bltjkt dat wederom de gelegenheid bestaat tot abormoering voor twaalf voorstel lingen in den schouwburg alhier. Lijsten daar toe worden öf aan huis aangeboden öf liggen ter teekening, als in de advertentie is vermeld. Yolen zullen zeker van dsze gelegenheid gebruik maken. Den 23sten September s. zal de wel eerwaarde peter A. L. Brunott, van de orde der eerw. paters Minnebroeders, aan de parochie vaa O. L. Vrouwe Onbevlekte Ont vangenis (Kartebrug) alhier den dag herden ken, waarop h(j vóór veertig jaren tot priester werd gewijd. Allen, die te eeniger tijd met den geackten geestelijke, hetzij zy op het punt van gods dienst van dezelfde gedachten waren of niet, in aanraking kwameg hebben den menschlie- venden, humanen man loeren waardeeren. En velen kwamen met hem in aanraking, velen leerden hem kennen. Hy werd populair. Wie toch is hy niet bekend wegens zyn ijver voor de Militaire Yereeniging, cijne Militaire Yereeniging, waarvan ZEorw. direc teur is? In welke moeieiyke gevallen men by hem om raad of hulp aanklopte, hy werd steeds bereid gevonden met raad en daad by te staan. Mannen als pater Brunott verdienen waar deering; zy hebben daar recht op. Wy wensehen dan ook dat de Eerwaarde Pater, die ongeveer twintig jaren in deze ge meente gearbeid, inderdaad gearbeid heeft, die zich hier vele vrienden heeft verworven, nog vele gelukkige jaren te dezer stede moge doorbrengen en hopen dat het hem, evenals zyn vroogeren pastoor Welters, moge gegeven worden de gouden priesterkroon te mogen erlangen. De sergeanten Krujt, Ackerman en Klein, van het vierde reg. inf., komen, na het afge legde toelatings-examen, in aanmerking voor eene plaatsing den lsten Oct. a. s., op den hoofdcursus, tot opleiding voor den rang van 2den luit. b"y de infanterie, en de sergeant Scheepens, van hetzelfde reg., tot opleiding voor den rang van 2den luit. kwartiermeester by het leger hier te lande. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Koord-Amerika, door middel van het stoomschip „Yeendam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlyk heden nacht om 12 uren bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelyk op het adres vermeld te worden. Tot predikant b(j de Hervormde gemeente te Leiderdorp is beroepen d.s. P. S. Meerburg, predikant te Kethel c. a. Zondag, 22 dezer,'s voormiddags te 10 uren, hoopt ds. Klercq, van Koudekerk, de gods dienstoefening te 'leiden. By die gelegenheid zal er collecte worden gehouden voor het fonds voor noodtydende kerken en personen. Men meldt uit Groningen, dd. 19 Sep tember Gisteren was het de groots dag der studentenfeesten en het laat zich denken, dat duizenden herwaarts kwamen om een gekostumeerden optocht te zien, welke, ge- lyk men weet, Oranje en zyne bondgenooten voorstelde in het eersto tydperk van den atryd der Nederlanden tegen Spanje (1564 1579). Het plan werd door de maskerade commissie uitgevoerd naar een ontwerp van de heeren J. M. Baart de la Faille en J. B. Schepers, die eer van hun werk hebben, evenzeer als de heer W. N. Mulder, te Am sterdam, die de kostumee leverde. In overeenstemming met de geschiedenis van het voorgestelde tydperk was de op tocht in vier groepen verdeeld. De hoofdpersoon, Prins Willem van Oranje, voorgesteld door den heer A. W. F. H. Slinger, kwam voor in de derde groep, terwpl zyne beide oudste broeders het middelpunt van de eerste en de laatste groep vormden. De duizenden, die gisteren den geheelen dag, maar vooral des avonds, de straten vul den, kunnen slechts één oordeel hebben over de maskerade. Zy is uitstekend geslaagd. Uitstekend gerangschikt, in de beste orde voortgaande, uitmuntende door eene keur van fraaie, frissche kostumes, moet deze optocht op eiken tooschouwer den besten indruk ge maakt hebbon. Onze Academie feesten, zoo getuigt de „N. Gr. Crt.", hebben grooter mas kerades te zien gegeven dan deze, maar geene in alle byzonderheden keuriger dan die van gisteren. Gelukkig begunstigde hot fraaiste herfst weer ook dit deel van het feestprogramma, voor velen het voornaamste. De lucht, in den morgen vry donker, helderde weldra op en de zon brak door, niet de ware „Oranjezon" misschien, maar dan toch eene tintelende herfstzon. Nog zy vsrmeld dat de burgemeester dezer gemeente, mr. Bucaillo, in deze feestdagen door het Collegium van het Leidsch Studen tencorps, waarvan hy eenmaal lid was ge weest, gecomplimenteerd werd, en mevrouw Bucaüle by gelegenheid van dit huldebetoon een fraaien bouquet van de Leidsche afgevaar digden ontving. Bedankt is voor het beroep bfl do Ned.- Herv. gemeento te Elburg door ds. J. Wieten te Aalsmeer. Den 23sten December a. s. viert de dichter en predikant J. J. L. Ten Kate zyn 70ste jaarfeest. Te Bonn is in het St.-Elisabeth-gasthuis op 69-jarigen ioeftyd overleden de heer J. Th. Yan Bloemen Waanders, gepens. luite nant kolonel der art. van het O. I. leger, ridder der Militaire Willemsorde. Het stoomschip „Utrecht" arriveerde 19 Sept. van Rotterdam te Batavia; de „Prins Alexander," van Batavia naar Amsterdam, is 19 Sept. Kaap St.-Vincent gepasseerd; de „Noord Holland," van Java naar Rotterdam, vertrok 19 Sept. van Port-Said; de „Prinses Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 19 Sept. van Suez; de „Zaandam," van de Plata Rivier naar Rotterdam, ie 18 Sept. te Montevideo aangekomende „Borneo," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 Sept. van Genua; de „Soerabaia," van Rot terdam naar Java, vertrok 19 Sept. van Marseille. Een gouden feest. Van het station alhier is heden niet ééne vlag ontplooid, maar wappert er een groot aantal in den vry sterken wind en nu en dan beschenen door den tusschen de regenwolken heenbrekenden zonneschyn. Doch niet enkel is genoemd gebouw aldaar feestelyk getooid, ook elk gebouw, dat er mede in betrekking staat, locomotieven- en goederenloodeen en meer andere gebouwen, welke vóór en ter zyden van het stationsterrein zich bevinden, toonen op dezelfde wjjze, evenais de door de stad rydende goederenwagens, tevens met de vergulde jaar tallen 1839 1889 prykende, en het bestel- kantoor op de Breestraat, dat er iets by- zonders plaats heeft. Ook langs alle lynsn wapperen van stations- en andere gebouwen, wisselhuisjes on wo ningen van beambten, de nationale kleuren. En merkwaardig is deze dag zeker, want het ie heden vyftig jaren geleden dat de eerste tpoorweg in Nederland plechtig werd ingewijd, een „proefspoorweg", gelyk by toen heette, van Amsterdam naar Haarlem, en wel een Üzeren. Misschien stelt men belang in enkele by zonderheden uit dien tyd, van voorbereiding daartoe. Men vindt die o. a. in de dagbladbericbten uit die dagen, waarvan wy er hier een paar laten volgen 14 Maart 1836. In afwachting van Zr. Ms. vergunning tot het aanleggen van den yzeren spoorweg van onze hoofdstad naar Haarlem, vernemen wy dat door verscheiden handels huizen en particulieren daarop voor een. niet onaanzieniyk bedrag is ingeschreveneen Huis van Negotie heeft getoekend voor hon derd aandeelen van duizend gulden ieder. 8 April 1836. Wy vernemen dat de Bom, benoodigd tot het aanleggen van den yzeren spoorweg tusschen onze hoofdstad en Haarlem, reeds nagenoeg geheel is ingeschreven. Het ie thans te hopen dat, nu dit voornaamste gedeelte der onderneming is gelukt, ook de finale concessie spoedig zal worden verkre gen, om zoodra mogeiyk een aanvang met de werkzaamheden te maken. 18 April 1836. Wy vernemen dat reeds voor meer dan een millioen, welke som tot het aanleggen van een proefspoorweg tus schen onze hoofdstad en Haarlem benoodigd was, is ingeschreven. 3 Juni 1836. By Zr. Ms. besluit van 1 Juni 1836 is aan de heeren L. J. J. Serru- rier, R. Le Chevalier en W. C. Brade, op hun daartoe gedaan verzoek, vergunning verleend tot het aanleggen van een yzeren spoorweg van Amsterdam tot Haarlem, welke aan de noordzyde der trekvaart, tusschen die beide steden, loopen zal. De aanleggers zullen na het voltooien van dezen spoorweg een ba- paalden tol voor reizigers en koopwaren daarop mogen heffen, en ook het vervoer van beiden daarop door stoomkracht mogen bewerkstel ligen. 21 Juni 1836. By het bestek is bepaald, dat het werk kinnen twee jaren zal moeten- zyn voltooid en bestaan, met uitzondering van het vak van Halfweg, uit twee dubbole- 6poren. Op den weg zal, ten behoeve der ondernemers (met uitzondering van alle andere tollen) mogen worden geheven een tol, be rekend voor iedere Nederlandscbe myi afstands, gemiddeld tegen niet meer dan 2'/, cent por NAAR RUDOLPH UNDAÜ. Ik was in die dagen met myn schip te Shanghai en zag Buchner dikwyls. Hy voelde zich tot my aangetrokkon ik mag dit zon der zelfverheffing zeggen, want als ik soms een dag had laten voorbygaan, zonder hem te bezoeken, dan kwam hy by my aan boord van de „Aurora Belislo", terwyl hy anders ongaarne iemand bezocht. Ik geloof daarom, dat ik hem nader stond dan zyne oude ken nissen te Shanghai. Waarom? Misschien, omdat ik van den beginne af in hem vertrou wen had gesteld, en de prachtige reis, welke wy samen van Yokohama af gemaakt had den, eene aangename herinnering by hem had achtergelaten, en eindelyk h6t zij zander eigenwaan gezegd - omdat rustige omgang met den ouden zeeman hom misschien boter beviel dan hot woelige zich-opdringen van de lieden in do stad. lYant ik ben nog al stilzwyg6nd van aard. Wel kan ik langs geschiedenissen vertellen en doe zulks gaarne, maar als ik niets to zeggen heb, houd ik my «ixcctpaaKt.-i stil. Ik stoor niet licht iemand door myn spreken. Buchner voelde dat hy by my welkom was en vry in zyn doen en laten. Dikwy'ls kwam h(j aan boord, zei „goeden dag" en ging dan naar achteren, waar hy zich neerzette, met het hoofd op de verschansing leunende, om de rivier te zien voorbystroomen. Hy had eene eigenaardige neiging tot hot water. - Een uurtje later zeido hy dan „tot ziens", en dit was dan alles, wat ik van hem ge hoord bad. Soms was hy spraakzamerdat wil zeggen op zyne wpzehier en daar een paar woorden, welke ik dan maar te zamen moest iymen, om den zin te raden. Het meest, wat my in den laatsten tyd by hem opviel, was zyn aanhoudend peinzon en tobben, en het werd my duidelyk, dat zyne gedachten zich onaf gebroken bezighielden met zyne vrouw, zyn gestorven vriend en ook met Francis Morrisson. Zyne vrouw beklaagde hy; zy leidden een vreugdeloos leven aan zyne zyde, en dat kon niet beter worden zoo lang hy leefde. Morrisson noemde hy dikwerf „den beminnelyksn Morrisson", maar het klonk niet vriondeiyk uit zyu mond, en dit viel my op, want hy was niet gewoon zich ovor anderen onvrion- de'.yk of bespottend uit te laten; van Prati sprak hy nooit anders dan van zjjn vriend. „Hy was een slecht mensch voor anderen, maar voor my was hy good," zeide hy. „Allen mogen hem verachten Edith ook maar ik kan het niet en wil het ook niet!" Die laatste woorden„Ik wil het ook niet," her baalde hy meerdere malen met byzonderen nadruk, alsof hy iets afwees. Ik heb later gedacht dat hy in dezen met zyne vrouw in meening verschilde on dat dit somtyds tot eene onvriendelijke woordenwisseling had geleid. Op den dag van myn vertrek van Shanghai, ongeveer eene week na het bezoek der afge vaardigden ten zpnent, kwam hy tegen het vallen van den avond aan boord. Ik had reeds van hem en zyne vrouw afscheid ge nomen, maar het verheugdo my, hem nogmaals to zien en ik ontving hem by de trap. „Waarom hebt gy geen sampan (Chineesche boot) genomen?" vroeg ik. „Er loopt vandaag eone sterke eb. Uw „outrigger" is in zulk water gevaarlyk." „Neen, het kent mij,'' antwoordde hy. Hy kwam aan boord, nadat hij zyn vaar tuig aan do trap had vastgemaakt. „Ik wilde u nog eens vaarwelzeggen, kapi tein!" Hu zag op raar do grauwe Novemheï- lucht. „Gij zult wind kry'gen," voer Ly voort; toen op de Wussong wyzende, die onstuimig en gierend langs het echip liep„Hoe zingt en roept zyi" Nadat hy eenige minuton onverschillig ge keken had naar de voorbereidingen tot de reis, welke aan boord plaats hadden, trok hy den zwaren pyakker uit, waarin hy ge komen was, en legde die, zorgvuldig opge vouwen, als een pakje neder. „Wat doet gy?" vroeg ik. „Ik maak het my gemakkelyk. Ik wil nog wat gaan roeien en vry zyn in myne bewegingen." Hy zwaaide de lange armen heen en weer, als om hunne lenigheid te beproeven. „Gy deedt beter, met dadelyk huiswaarts te keeren," zeide ik„over een uur is het duister." „Binnen een uur ben ik thuis," antwoordde by zacht en peinzend. Hy draaide nog eenige oogenblikken en zeido toen: „Het moet! Dus, nogmaals, vaarwel, kapitein, en houd my in goede gedachtenis!" Vlug steeg hy de trap af, nam rustig plaats in het ranke vaartuig, maakte hot touw los on zette zich af. Wordt vcr o'gil)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1