K°. 9071.
Vrijdag 13 September.
A0. 1889.
$eze Qcurant wordt dagelijks, mat uitzondering
van (gon- an feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 12 September.
Feuilleton.
De lange Hollander.
DAGBLAD.
PRIJS DSESR COURJLNT!
Tmi L«iden per 8 nuffades.i". 1.1ft.
ftiMo per poetLift.
AAse^eriyke Mommert.ft.ftft.
F RUB DER ADYEET11NTIBN:
Tm 1I regele 1.08. Iedere regel meer/ft.lft
Grookre lottere neer plaitemimte. Voer kei te-
oeeeeeren buiten de eted wordt 0.10 berekend.
Officieel© Ken n I ageringen.
Patentbladen.
De Burgemeester, Hoofd ran het Bestuur der ge
meente Leiden, brengt ter kennis van de belangheb
benden, dat de Patentbladen voorde gepatenteerden,
wonende in de wjjken yn, YHI en IX, benevens eenige
restanten van andere wyken over het dienstjaar 1889/90,
bij het College van Zetters, in een der vertrekken van
het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het
aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op Woendag 1 1,
Donderdag 12, Vrijdag 13 en Zaterdag 11
September e. k., telkens des namiddags van één
tot drie uren, terwijl na het verstrijken van dien
termijn, do onafgehaalde Patentbladen ter uit
reiking moeten worden gegeven aan de deurwaarders
der directe belastingen, die voor hunne moeite
mogen eischen tien cents zonder meer.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
10 Sept. 1889. DE KANTER.
DRANKWET.
Burgemeoster en Wethouders van Leiden brengen ter-
algemeëne kennis dat door W. DEN HOtJTER een
verzoekschrift is ingediend om vergunning voor den
kleinhandel in sterken drank in het perceel Oude
Vest No. 125.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEB, Burgem.
12 Sept. 1889. E. KIST, Secretaris.
Door een onzer stadgenooten ie tot een
der ingezetenen van Antwerpen, lid van den
gemeenteraad aldaar, de vraag gedaan of de
geldelijke schade zóó aanzienlijk is, dat
algemeens hulp wenscheljjk wordt geacht.
Het antwoord daarop luidde dat de meeste
dooden en gekwetsten, bijna allen, tot den zeer
geringen arbeidersstand behooren. Er werden
in de verwoeste fabriek bespottelijke daghuren
verdiend. Er zijn dus veel, zeer veel arme
weduwen en weezen. Daarbij komt nog de
stoffelijke schade, geleden door hen, die hunne
nederige woning of hun schamel huisraad
door de ontploffing vernield zagen. Zelfs bij
benadering is nog niet op te geven hoeveel
de schade wel bedraagt, maar zeker is ze zóó
groot, dat zij nimmer volkomen zal vergoed
worden. Van rijkelui, kooplieden of reeders,
die insgelijks in hunne goederen getroffen
werden, wordt dan nog natuurlijk niet eens
gesproken. Alle gaven worden gesteld in han
den van burgemeester en wethouders en voor
eene eerlijke uitdeeling wordt borg gestaan.
Ieder volge dus de inspraak van zijn hart en
helpe mede tot leniging van de zoo zware
ramp!
Blijkens achterstaande advertentie behoort
ook de heer J. A. M. Bekking alhier tot
degenen, die pogingen in het werk stellen om
gelden te verzamelen voor hen, die zoo schrik
kelijk veel geleden hebben door de ramp te
Antwerpen. In de zeevisscher(j „Nieuwediep",
o? de Vischmarkt, toch zal a. s. Vrijdag het
bedrag, dat voor eiken haring aldaar wordt
besteed, afgezonderd worden voor de bedoelde
slachtoffers. Aangezien niet alleen de winst
op de dan te verkoopen haringen, maar de ge-
heele ontvangst daarvan zal toegezonden wor
den aan deze of gene commissie, tot dat doel
gevormd, kan deze verkoop een aardig som
metje opleveren. Het is te hopen dat velen
de belanglooze poging van den heer BekkiDg
zullen steunen. Zij verrichten dan met hem
een goed werk.
De kapt. J. ITilkens, van het 3de regt.
inf., is op zijn verzoek overgeplaatst by het
4de reg. inf., en wordt bela6t met het bevel
over de lste comp. 4de bat. te Leiden.
De kapt. P. L. H. Mansvelt, van het 4de
bat. 4de regt. inf,, is benoemd tot kapt. voor
speciale diensten en wordt in verband daar
mede gedetacheerd by het 3de bat. te Haarlem.
De lste luit.-kwartiermeester D. J. Ten
Klooster, van het 4de reg. infanterie, zal op
treden als leeraar in de administratieve vak
ken aan den artillerie-cursus te Delft.
Aanstaanden Zondag, 15 Sept., zal de
godsdienstoefening in de kerk der Ned.-Herv.
gemeente van Hoogmade aanvangen des voor
middags te halftien en geleid worden door den
heer P. N. Gysman, predikant te Zoeterwoude.
Bedankt is voor het beroep naar Kat-
wyk aan Zee door ds. G. Van Herwaarden,
te Bennebroek.
Op de Landbouwtentoonstelling te Haar
lem zyn nog bekroond gewordenL. De Wilde
en mej. A. De Wilde te Heemstede.
Onder de namen der bekroonden op die
tentoonstelling komt voor J. A. De Raay, te
Oeg8tgeeet, dit moet zpn J. A. De Rooy.
Alvorens zich naar Scheveningen te bege
ven, legden prins en prinses Von Wied gisteren
in Den Haag eenige bezoeken af. Tegen 6 uren
werden de Vorstelyke personen in het Pavil
joen te Scheveningen verwacht, alwaar een
diner van 14 couverts plaats had.
Aan dat diner namen deel, behalve de
voormalige hofmaarschalk van wijlen prins
Frederik, graaf Van Limburg Stirum en
familie, baron J. J. Taets Van Amerongen,
kamerheer des Konings, de burgemeester van
Amsterdam en de kunstschilder Bisschop en
echtgenoote.
Hedenochtend vertrokken HH. KK. HH.
van Scheveningen.
Te 10 u. 15 m. verlieten de vorstelijke
personen het „Hotel Garni" in open rytuig,
zich begerende naar de residentie. Van daar
reden zy naar Groot-Hasebroek, waar gedejeu
neerd werd by den graaf Van Limburg Stirum.
De dag werd verder doorgebracht op 't Huis
de Pauw. Te 6 u. 30 m. namen de hooge
gasten met den mailtrein ien terugtocht naar
Zeeland aan.
De Raad van Amsterdam benoemde gis
teren met 21 van de 32 st. mr. Willeumier
tot wethouder van financiën. Mr. Treub had
6 stemmen, enkele andere leden ééne stem.
De „Staatscourant" van heden bevat een
koninkiyk besluit van 10 dezer, waarby wordt
bepaald dat de tegenwoordige zitting der
Staten-Generaal zal worden gesloten op Zater
dag 14 dezer, des namiddags te 3 uren.
Do minister van binnenlandsche zaken wordt
gemachtigd zich op het vermelde tydstip te
begeven naar de vergadering der Staten-
Generaal, ten einde in eene vereenigde ver
gadering der beide Kamers de zitting in
's Konings naam te sluiten.
Het stoomschip „Noord-Holland," van
Batavia naar Rotterdam, vertrok 11 Sept. van
Adende „Prinses Wilhelmina," van Amster
dam naar Batavia, arriveerde 11 Sept. te
Genua; de „Voorwaarts" vertrok 11 Sept. van
Batavia naar Amsterdam.
Z. M. heeft aan den ontvanger der dir.
belastingen, invoerrechten en accynzen F. A. J.
Corbey, te Reuver, op zpn verzoek, eervol
ontslag verleend uit 's Ryks dienst, met vry-
lating om zyne aanspraken op pensioen te
doen gelden; aan J. W. C. Bloem, op zpn
verzoek, eervol ontslag verleend als kanton-
rechter-plaatsvervanger in het kanton Alfen
»an L. C. L. Eygenraam, R.-K. priester en
rector te Amsterdam, verlof verleend tot het
aannemen van het kruis „Pre Ecclesia et
Pontifice", hem door Z. H. den Paus geschonken.
Tweed'e Kamer. Zitting van 11 September.
Onderwijswet. Het debat werd voortgezet
by art. 46 (schoolgeldheffing), en een daarop
voorgesteld amendement-De Beaufort c. s., om,
ter tegemoetkoming in de aan de gemeente
biyvende kosten, schoolgeld te heffen, uitge
zonderd van bedeelden of onvermogonden.
De heer De Beaufort lichtte het amendement
toe. Hy vond in het Regeerings-voorstel geene
rechtsgelykheid, doch ongelyke bevoordeeling
en vryheid voor 't byzonder onderwys. Hy
zag in deze regeling het stelsel van „leeg
pompen" en eene verplaatsing van den finan-
tióelen druk van de meer- naar de minder-
gegoeden, die nu zouden bydragen tot de
subsidiêering van het byzonder onderwys,
waarvan zy geen gebruik maken.
De heer Schaepman verklaarde dat de meer
derheid der C. v. Y. tegen het amendement
ie. Hy had voornameiyk bezwaar tegen de
bepaling dat schoolgeld kan worden geheveD.
Spr. was een voorstander van schoolgeldhef
fing, een plicht der ouders, want onderwys
is eene zaak des volks. Dat beginsel ver
zaakte hy niet.
De heer Greeve duchtte van de schoolgeld
heffing groot schoolverzuim, omdat vele ouders,
onmachtig zullen zyn zelfs een gering school
geld te betalen. Hy verdedigde het behoud van
het woord kan, zooals het amendement wil.
De heer Yeegens zag ook in deze regeling
eene onbiiiyke bevoordeeling van het byzon
der onderwys; hy achtte schoolgeld te beta
len voor velen onmogeiyk en aanleiding gevend
tot schoolverzuim. Hy wilde de vryheid der
gemeenten tot facultatieve schoolgeldheffing
behouden en achtte 't een gevaar voor de
gemeenten, dat de toepassing dezer regeling
van den minister afhing. Hy meende dat de
minister door de Gemeentewet de gemeenten
niet tot heffing, of tot h. I. billyke heffingr.
zou kunnen dwingen.
Ook bestreed de heer Yeegens schending
van de autonomie der gemeentebesturen in
zake plaateelyke belastingen als ongrondwettig.
De heer Smeenge bestreed artikel 46 even
eens en ontkende dat liberale gemeenteraden-
schoolgeldheffing misbruikeu om byzonder
onderwys te benadeelen.
De heer Van Velzen verdedigde het artikel
46 uit een biliykheidsoogpunt tegenover het
byzonder onderwys. Het amendement zcu
rechtsongelykheid veroorzaken.
De heer De Savomin Lohman noemde de
verplichte schoolgeldheffing den proefsteen
van het geheele systeem der wet om de
ouders in de eerste plaats voor het onderwys
te laten betalen.
De heer Rutgors bestreed het artikel als
volkomen onaannemelijk. Dwang tot school
geldheffing ware verraad aan de liberale be
ginselen.
De minister van binnenlandsche zaken hoopte
dat de heer Rutgers en zyn tegenstander het
recht zullen erkennen om, ook zonder vergun
ning van anderen, eene opinie te hebben, waar
voor hy jarenlang heeft gestreden.
De biliykheid van schoolgeldheffing is erkend.
De minister herinnert dat in 1857 het woord
zal in kan is veranderd, omdat men meende
dat gemeenten, die zonder belasting op school
geldheffing konden bestaan, niet mochten
worden gedwongen. Men voorzag de gevolgen
niet. Deze zpn echter spoedig gekomen. Het
byzonder onderwys is er door tegengehouden
NAAR
RUDOLPH LUMDA.IT.
26)
„Ja, ik verlang er naar, myne vrouw en
myn vriend Prati weer te zien," antwoordde
Buchner. „Ik ben nu al zoo lang van hen
gescheiden. Maar zaken gaan voor genoegen 1
Ik moet hier blyven, tot Prati mü terugroept.
Ik vrees dat myne reis weinig nut doet. Toch
heb ik my veel moeite gegeven om van alles
op de hoogte te komen, wat Prati wenschte
te weten."
„Misschien plukt gp later de vruchten van
uw werk," troostte de dokter.
Doch met de eerstvolgende post schreef hy
aan zyn collega te Shanghai, dat deze aan
leiding zon geven tot de terugroeping van
Buchner; hy kwynde van verlangen naar
zpne vrouw en eene langere rerwydering kon
hem slechts schaden. Yan het drinken scheen
hy geheel genezen. Daarop kwam dadelyk een
brief vaH Prati aan Buchner, die hem be
richtte, dat eene groote zaak in zyde, door
hem ondernomen, schitterende resultaten had
opgeleverd.
„Ik hoop dat gy by het einde des jaars
al uwe schulden zult hebben afbetaald en nog
ongeveer acht duizend dollar zult overhouden.
In myn oordeel over de Japansche markt
schyn lk, naar het my thans voorkomt, te
hebben gedwaald. Stellig is op het oogenblik
hier meer te verdienen dan daar. Wikkel dus
de zaken, die gy nog loopende mocht hebben,
zoo spoedig mogeiyk af, en kom, zoodra gy
kunt, maar hier, hoe eer hoe liever."
Aldus sloot Prati's schryven.
Ook van Edith ontving hy tegelykertyd
een hartelyken brief, waarin zy hare blijd
schap uitte, dat zy haren Georg nu spoedig
zou terugzien.
Buchner's kleine huishouding was in wei
nig dagen opgebrokennadat hy de huur be
taald en zyn bedienden hun loon gegeven
had, bleven den langen Hollander nog slechte
weinig dollars over. Hy had er op gerekend,
voor zyn paard den kostenden prys terug te
zullen krygen, maar kon er geen kooper voor
vinden. Hy gaf het dus den dokter ten ge
schenke, als eene herinnering aan de samen
doorleefde uren. Jenkins zou den vertrekkende
zeker bereidwillig de kleine som geloend heb
ben, die hy voor don overtocht naar Shanghai
met de stoomboot „Costarica" noodig had.
Hy kon echter niet vermoeden dat Buchner
in geldverlegenheid zat, en deze, hetzy hy
het onaangenaam vond om Jenkins te vragen,
hetzy de goedkoopere gelegenheid per zeil
schip hem meer toelachte, of wel, dat hy
het gezelschap van andere reisgenooten, die
hy op de „Costarica" zeker zou aantreffeD,
vermyden wilde, Buchner gaf er de voor
keur aan met de „Aurora Belisle" te gaan
en zich, wat de kosten der overvaart betrof,
met my te verstaan.
Het laatste uur van zyn verbiyf in Yoko
hama bracht Buchner in gezelschap van
Jenkins door, wien hy by die gelegenheid den
inhoud van Prati's brief mededeelde. Hy
voegde er by, dat hy dus, dank zyn compa
gnon, by het einde des jaars weer ongeveer
in dezelfde positie zou zyn, als toen hjj het
huis Rawlston en Co. verliet.
„Ik bezat toen acht duizend dollar," zeide
hy, „die ik door een ongelukkig geval ver
loor. Het geld heb ik weer terug, maar het
ongeluk kan niet weer worden goedgemaakt."
Dit was de eerste toespeling op zyn ver
leden, welke Jenkins van Buchner hoorde.
„Alles kan zich weer herstellen," troostte
deze vriendoiyk.
Buchner schudde het hoofd. „Als my een
gezonde tand is uitgeslagen, kan ik my een
valschen laten inzetten, die vreemden voor
een gezonden mogen aanzienwie my echter
kent, weet dat het een valsche is. En al ver
gaten zy het ook, ik zou er steeds aan moe
ten denken."
Jenkins bracht Buchner aan boord en ver
liet ons eerst, nadat wy de ankers hadden
gelicht en de bark met de ebbe langzaam
uit de baai zeewaarts dreef. Het was een
prachtige avond. De zon ging achter de zwarte
Hakkonibergen onder en kleurde den breeden
met sneeuw bedekten krater van de Fusi-
Yama. Hot diepblauwe water werd zachtkens
bewogen en was met honderden visschers-
booten bezaaid, welker bemanning otfs in het
voorbyvaren eene „gelukkige reize" toeriep.
De bolstaande zeilen waren met lauwwarme
lucht gevuld en door de raas-'en de touwen
klonk een zacht geruisch, dat tot rusten
noodde. Buchner had zich languit op het dok
neergestrekt, de handen onder het hoofd, de
oogen wyd geopend, en staarde naar boven
met eene uitdrukking van stillen vrede op
het kalme gelaat. Van dat oogenblik af
voelde ik sympathie voor hem ik wist zelf
niet waarom.
Wordt vervolgd.)