N*. 9064.
Donderdag; 5 September.
A0. 1889.
gese jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 4 September.
l^OVLiXXö'tO'lO.»
PRIJS DEZER COUR ANT:
Tmi Leiden per 3 m*»ntUa.1.10.
fmnoo per posta 1.40.
kfminlijU Hommers0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Tan 16 regols 1.05. Iedere regel meer/0.1?A
Grootera loiters naar plaateruimte. Voor het
casoeeren buiten de stad wordt 0.10 herekead.
Officieel© Kenniggoyingen.
Patentbladen.
De Burgemeester, hoofd yan liet bestuur der ge
meente Leiden, brengt ter kennis van de belangheb
benden, dat do patentbladen voor de gepatenteerden,
wonende in wyk VI, over het dienstjaar 1889/90, bij
het College van Zetters, in een der vertrokken van
het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het
aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op Maandag 2,
Dinsdag 8, Woensdag 1 en Donderdag 5
September e. k., telkens des namiddags van één
tot drie uren, terwijl na het verstrijken van dien
termijn, de onafgehaalde patentbladen ter uit
reiking moeten worden gegeven aan dè deurwaarders
der directe bolastingen, die voor hunne moeite
mogen eischen tien cents zonder meer.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
31 Aug. 1889. BOOL, Woth. lo. Burg.
In den turn van „Zomerzorg" werd gieter
avond het laatste der acht zomerconcerten
door leden van de kapel der grenadiers gogeven.
De opkomst der inteekenaren met hunne dames
was talrijk. Het wa3 dank zy ook het
weder andermaal één dier avonden, welke
in dezen lusthof by gelegenheden als deze
zoo karakteristiek zjjn, nu reeds sedert de
51 jaren dat de concerten bestaan.
En dit jongste concert stemde bovendien
tot dankbaarheid voor hetgeen ten gehoore
werd gebracht. Mochten vorige programma's
niet by ieder aan de verwachting hebben be
antwoord, hetzij door de keuze der nommers,
hetzij door het matachtige dat de uitvoering
h. i. meermalen kenmerkte, deze avond
evenals de eerste deed den naam der konink
lijke militaire kapel handhaven.
Het was een artistieke avond, waarop de
gaven van velen der musici op den voorgrond
traden en naar verdiensten konden worden ge
waardeerd zoo o. a. in Sellenik's „Le Bengali",
picolo solo van den heer Swart, en de groote
aria uit Rossini's opera „le Comte Ory," oboe-
solo van den heer Ruderadorf; alsook in hot
„Adagio" uit de 1ste Symphonie van Kali-
woda en de „Aubade Printanière" van La
Lombe, met welke beide fraaie toonwerken do
directeur, de heer W. Van der Linden, bewees,
groote bekwaamheid in het arrangeeren te
bezitten.
Doch ook het orkest kweet zich dezen avond
buitengemeen van zijne taak, ten bewijze
waarvan we slechts Dunkler's heerlijke fan-
taisie naar Auber's opera „La Muetto de Por
tiek' in herinnoring behoeven te brengen,
waarin elk instrument zoo beschaafd tot zijn
recht kwam en waarmede het programma
zoo waardig bo3loten werd, om daarna nog te
worden opgevolgd door het Wien Neerlandsch
bloed, het Wilhelmus van Nassauwe en het
Iü Vivat, ten besluite onder hot gebruike
lijke afsteken van eenig bengaalsch vuur
langs den vijver dezer reeks avond-concerten.
Zoowel de heer Van der Linden en zijn
corps als de heer Couvée hebben recht op
erkentelijkheid voor hetgeen daarmede ook
dezen zomer is te genieten gegeven.
De heer Mann heeft het besluit genomen
met zyn stafmuziekcorps nog een buitenge
woon, zeker laatst harmonie concert te geven,
tegen den bekenden lagen prijs, in den tuin
van „Zomerzorg", op Dinsdag 10 September
a. s. Het vorige concert, dat als laatste ge
geven werd, was vrij druk bezocht en had
plaats onder begunstiging van weder, waar
over men voldaan kon wezen. Dat én bewoners
van Leiden en omstreken én natuur den heer
Mann niet zullen toleurstellen, heeft djze
zeker wel verdiend met het door hem ge
nomen besluit.
Dat onze stadgenoot prof. De Goeje bij
de opening van het Oriëntalisten congres te
Stokholm de Medjidie-orde heeft ontvangen,
is reeds gemeld. Deze onderscheiding werd
don hoogleeraar verleend door don sultan
van Turkije, ais een bewijs van waardeering
voor zijne werken over de Arabische geschie
denis en aardrijkskunde.
De leerling der boogero burgerschool
alhier E. W. J. Groen, die onlangs het eind
examen aflegde, is thans, na vergelijkend
examen, geplaatst bij den Artillerie cursus te
Delft.
De heer J. Van der Tas alhier, die na
mens de overige bouwers der Prinses-Wil-
helmina-straat, van het met dien naam doopen
dor nieuwe straat aan Prinses Williolmina
had kennis gegeven, ontving daarop ten ant
woord, dat Hare Koninklijke Hoogheid met
belangstelling kennis had genomen van de
vriendelijke gedachte, welke hem er toe ge
leid had aan eene straat onder Zoeterwoude
haren naam te geven. Het schrijven was
onderteekend door den generaai-majoor, waar
nemend secretaris van H. M. de Koningin,
W. graaf Du Monceau.
Men meidt uit Delft, dd. 3 September:
De Indische Inrichting alhier viert heden haar
vijf en twintigjarig bestaan. De driekleur
wappert van alle openbare en vele particuliere
gebouwen, maar dat is dan ook bet eenige,
dat den vreemdeling van het belangrijke feit-
getuigt, dat thans wordt herdacht. De burgerij
schjnt de bescheiden Inrichting naast de
Polytechnische School bijna niet op te merken.
Toch mag Delft roemen in eene inrichting.
welke, trots de concurrentie, eerst met eene
Rtjks-instelling, later met eene gemeentelijke
inrichting te Leiden, voortging met het leeuwen
aandeel der benoodigde O.-I. ambtenaren te
leveren.
Allerwegen zijn in den O.-I. Archipel ver
spreid de mannen, die hier hunne opleiding
mochten ontvangen. Het aantal reünisten,
dat aan de oproeping der commissie gehoor
had gegeven, kon dus uit den aard der
zaak niet groot zijn, maar was toch veel
grooter dan het luttele getal, dat omstreeks
elf uren door eene dichte menigte zijn intocht
in de stad deed. Het scheen dat de meesten
er de voorkeur aan hadden gegeven om lange
anderen weg en al vroeger de Indische In
richting te bereiken, waar, naar gissing, een
vijftigtal vergaderd was.
De eigenlijke feestviering ving hedenmiddag
te twee uren aan met eene plechtige opening
dor lessen door den directeur der Inrichting,
prof. Spanjaard. Bij die gelegenheid werd den
eenfgon leeraar, die gedurende al dien tyd aan
de Inrichting verbonden was, prof Gongryp,
een prachtig souvenir aangeboden eeneschryf-
tafel uit de fabriek van den heer Mutters te
's Gravenhage. Twee andere leeraren, insgolyks
van den aanvang af aan de Inrichting ver
bonden, ontvielen haar in de laatste twee jaren
door den doodprof. Juynbot en Meinsma.
Een andere jubilaris is de heer Veer, con
cierge en amanuensis, die heden insgelijks
rijkelyk werd bedacht met eene pendule met
coupes en eene beiangryke som in geld.
Hedenavond werd het feest voortgezet
met een gala-bal in den Stads-Doelen en het
programma voor morgen geeft op matinée
musical9 en eene kermis in don Stads-Doeien,
en Donderdag worden de feesten met eene
ryjool besloten.
Terwyi de beide Javaantjes hedenavond in
Stads-Dooien de thee presenteerden aan do
dames, vereenigden zich in de receptiezaal
de commissie en oud studenten, burgemeester
en Ied9n van het dagelyksch bestuur, direc
teur en prof. der Instelling, ter ontvangst van
den minister van koloniën, en den afgevaardigde
voor Delft in de Tweede Kamer, den heer
J. C. Fabius. Verwelkomd door den voorzitter
der feestcommissie, den heer Van Tuberger,
nam d9 minister het woord, als een der oudste
feestgenooten en ais lid dor regeering, die een
feestdronk instelde op de Instelling en op do
goede oude veste, die hy hoopte dat zich
vorheugen mag in eene blyde toekomst. In een
woord, gloeiend van goestdrift voor en innige go-
hechtheid aan Nederland en Insulude, bedankte
de heer Spanjaard den minister, onder aanbe
veling en dankbetuiging voor zyne belangstel
ling in deze Inrichting, waaraan hy een heil
dronk toevoegde aan deze Instelling, met den
wensch dat deze het land der hope moge zyn
voor de toekomst van Neorlands jongelingschap.
Hierna voerden nog het woord de heer Van
Soest, oud-leerling, dr. Wynmalen, secretaris
van het Ned. instituut voor de Taal-, Land
en Volkenkunde van Ned.-Indië, on de heer
Fabius, volksvertegenwoordiger voor Delft, die
deed uitkomen, hoewel hy in de Kamer zitting
had voor 't geheele volk van Nederland, zyne
byzondere gehechtheid aan de Indische Instel
ling, en waardeerde het kloek besluit dar
mannen, die voor 25 jaar het initiatief tot de
daarstelling genomen hadden, die Instelling nog
een lang en voortdurend bestaan toowenschende.
Hiermede werd het officiëelo gedeelte van
den eersten feestdag geslotende dames ver
langden naar den dans.
Schoolwet. Het eenigezins gewyzigd
amendement van de heeren Goeman Borgesius
c. s. tot invoering van den leerplicht, is ook
onderteekend door den heer Qoekoop.
Verder zyn nog de volgende amendemen
ten voorgesteld:
Door de heeren Van der Kaay, Kerdyk,
Zaayer, Borgesius en Rooseboom op art. 23,
om in plaats van „vergelykend examen" (go-
vordord indien B. en Ws. en de districtsschool
opziener niet tot overeenstemming kunnen
geraken omtrent de voordracht) te lezen„ver
gelykend onderzoek naar de geschiktheid der
candidaten".
Van den heer Vermeulen op art. 28 om
niet te bepalen dat de voordracht minstens
drio en hoogstens vyf bevoegden moet
bevatten, doch te bepalen dat, indien hot getal
candidaten, die aan 't examen deelnamen,
minder dan 20 bedraagt, minstens de helft
op de voordracht zal komen, en by meer dan
20 candidaten minstons 10.
Van de heeren Hartogh, Van Houten en
Rutgers op art. 26 om voor de bepaling van
het minimum der onderwyzersjaarwedde door
den Koning, do Gedoputeerde Staten gehoord,
eene classificatie der scholen te doen vaststellen,
naarmate van de eischen van het levens
onderhoud, ter plaatse waar de school gelegen
is, met dien verstande, dat voor geene school
dat minimum lager zy dan 700 voor het
hoofd, ƒ600 voor onderwyzers met hoofdakte
in scholen met meer dan 4 onderwyzers en
f400 voor eiken anderen onderwyzer.
Van den heer Van Houten, om art. 33,
2de lid, te lezen„hot onderwijs wordt ge-
De lange Iïollander.
NAAR
RUDOLPH I.OfDAU.
16)
Hy had .by den aankoop van liet huis
zaken gemaakt en was er bijzonder op ge
steld om een geschikten huurder er voor te
vinden. Daarvoor wilde hy zich met eene
kleine rente vergenoegen. Buchner was met
deze schikking zeer ingenomen, want hy
moest zich aanvankelijk bescheiden inrichten.
Het kleine vermogen van acht duizend dollar,
dat hij bespaard had, lag op het Amerikaansch
consulaat „ter vrije beschikking van de heeren
Rawlston en Co.," on hy had, sinds hy zyne
vroegere betrekking vorlaten had, nog geene
nieuwe gevonden. Dit gaf hem echter geene
zorg, want by had maar te kiezen tusschen
een half dozyn goede betrekkingen, die hem
waren aangeboden, on hy wist dat hy ten
allen tyde gemakkelyk zooveel verdienen kon,
als hy noodig had om mst Edith zonder geld
zorgen te leven. Inmiddels maakte hy zonder
bezwaar gebruik van het crediet, dat Prati
hem, ais iets, wat vanzelf sprak, had geopend.
Alle zy.n bekenden, die daartoe welvarend ge
noeg waren, hadden hetzelfde gedaan, want
men was toen ter tijd in geldzaken niet klein
geestig in Shanghai, waar de zaken bloeiden
en het goud, om zoo to zeggen, op straat lag.
Edith's vermogen beliep vyftig duizend
dollar. Zy had daarovor de vrye beschikking,
als zynde de nalatenschap van hare ouders.
Buchner had met zyne verloofde nooit een
woord over hare finantiëele aangelegenheden
gewisseld. Eerst toen het huwelykscontract
moest worden opgesteld, kwamen deze ter
sprake. De Amerikaansche consul, een stoere
man van zaken, zette hunne positie uiteen
Elith bezat liaro vyftig duizend dollar.
Buchner was aan Prati ongeveer drie duizend
schuldig. Het verschil was in dozen zóó groot,
dat Buchner eene zekere beschaming daarover
ondervond, en don consul, die het contract
zou opstellen, kleurend zeide, dat, zooals van
zelf sprak, hei vermogen zijner vrouw haar
privaat eigendom zou biyven.
„Dus geer.e gemeenschap van goederen?"
vroeg haastig de consul.
„Neen, zekorlyk niet!"
Edilh ijverde hiertegen. De consul zweeg
daar'oy en zat-, met gesloten oogen, schynbaar
zonder deelneming ned9r, toen het moisje met
verontwaardiging er zich tegen verzette, dat
tusschen haar en Buchner in de toekomst
niet alles gemeen zou zyn. Maar mevrouw
Onslow zag de zaak helder in en zei bedaard
en ernstig: „Edith, gy moet toegeven! "Wat
Buchner voorslaat, strekt hem tot eer en is
billyk. Maak het hem niet moeilyk zyn plicht
te doen."
En daarop werd deze aangelegenheid zoo
garegeld, als Buchr.or gewenscht had.
Het jonge paar had nu van de renten der
vyftig duizend dollars eenvoudig, doch be
haaglijk kunnen leven, want Edith, die als
meisje zeer veeleischend was geweest, scheen
de bescheidenste huisvrouw te willen worden
maar hier deed zich een nieuw bezwaar voor.
Het geld was by Edith's broeder, in het huis
Rawlston en Co., belegd, en Buchner weigerde
iets van het kapitaal of de renten op to
nemen; Prati, de Onslow's en Edith noemden
dit onzin en deden hun best om Buchner te
overtuigen. Hij toonde echter by deze golegen
beid eene buitengewone eigenzinnigheid.
„Onder geen voorwendsel meogt gy aan
dat geld komen," zeide hij. „Ik wil het be
paald zoo!"
En hiervan was hy niet af te brongen. Ja,
hy werd aldra zóó opgewonden, dat de anderen
I begrope.i, het gesprek over dit onderwerp te
i moeten staken.
„Dat ontbrak er nog aan," momr.elde
Bucbner mokkend in zichzelven. „Ik hoop in
staat te zyn, myne vrouw zelf te onderhou
den. In elk geval wil ik het beproeven en
voor myzelven liever gebrek leiden, dan het
Rawlstonsche geld aan te roeren."
Edith gevoelde zich den ganschon dag over
het voorgevallene ongelukkig. Hoe kon George
zóó heftig zynHy had in drift gesproken
en haar met vyandige blikken aangezien.
Maar de liefde vergeot alles.
Ja, George had golyk. Zyn edele, manne-
lyko zin liet niet toe, dat het den schijn had,
als leefde hy op kosten zyner vrouw. Het was
verkeerd goweest, zulks ook maar een oogen-
blik van hem te willen vergen.
Mevrouw Onslow was te goed, om zich
niet te verheugen in dezen omkeer by de
jonge vrouw. Zy streelde haar zachlkons de
wangen en zeide„Gy hebt geiykdoe of
verlang nooit iets, wat den trots van uw man
kan kwetsen. Dit is zijn zwakke punt. Dat is
echter geen ongeluk en zal met den tyd wel
verboteren. Gy zyt jong on kunt wachten."
Het voorgevallene schoen spoedig vergeten;
althans, niemand sprak or meor ovor. Bucbner
ging voort met van bot geld te leven, dat
Prati zonder vragen ter zyner beschikking
stelde.
Wordt vervolgd.)