I
N\ 9031
Maandag 29 Juli.
A0. 1889.
§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
•it nommer bestaat uit TWEB
Bladen.
Leiden, 27 Jnli.
feuilleton,
Droomen der toekomst.
LEIDSOïï
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franoo per post1.40.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Tan 16 regola ƒ1.05. Iedere regel meer
Grootore letters naar plaatsruimte. l'oor het ia-
caseeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Nog enkele uren, en de Leid8che kermis
ran dit jaar bekoort weer tot het verledene.
Aan regen heeft het deze week, dag in dag
I uit, waarlijk niet ontbrokon, zelfs op dezen
laatsten dag nog, waarby de geweldige stort
buien voortdurend werden afgewisseld door de
hevigste windvlagen. Een schoon vooruitzicht
voor hedenavond!
Maar ook aan gelegenheid om genoegen en
genot te smaken, mangelde het niet. De op
voering der „Hugenoten" kon daarvoor gis-
r ;eravond b. v. weder ten bewijze strekken,
ïeker kan het Hollandsche Opera-gezelschap
aiders op niet meer belangstelling bogen dan
Jiet hier te Leiden ondervindt. Het kan immers
riet meer dan een stampvollen schouwburg
verlangen. En dat was het lokaal op de Oud»
Vest gisteravond in werkelijkheid. Op geen
der rangen toch bleef eene plaats onbezet.
De voorstelling van Meyerbeers omvangrijk
j werk sluit zich op waardige wijze b(j hare
beide voorgangsters aan. De taak, welke op
de vertolkers rust, is vooral in de „Hugenoten"
zwaar. Vele der groote mooilijkheden werden
echter met glans overwonnen. En hoe kon
dit ook anders, waar we in deze opera de
beste krachten van het gezelschap thans,
wat de solisten betreft, bijna in hun geheel
voor het voetlicht zagen treden.
Het was als 't ware een feestavond, waarbij
sommiger verdiensten, behalve door luide
toejuichingen en herbaalde terugroepingen,
nog op andere wijze naar waarde werden ge
huldigd, waartoe natuurlijk de meest aangrij
pende tooneelen of de schoonste muzikale
gedeelten werden uitgekozen.
Zoo ontving reeds na de eerste acte me
vrouw Albers-Jahn, die de partij van Urbain
vervulde, eon fraaion bouquet, evenals na
de tweode acte mevrouw Orelio Van Zant,
die als de koningin Margaretha van Valois
optradterwijl na de dorde acte aan mevrouw
Van Ophemort-Schwencke als Valentine een
zelfde bloemstuk en den heer Schmier (als
de Hugenootsche soldaat Marcel) een krans
met bloemen worden vereerd. Bij dien eenen
bouquet bleef het echter voor laatstgenoemde
zangeros niet, want na de vierde acte ontving
zy er nogmaals een, tegelijk dat aan den
heer Van de Kerckhoven (als de protestant-
sche edelman Raoul de Nangis) insgelijks
een krans werd aangeboden.
Dat ook de heeren Orelio (als graaf de
Nevers), Henri Albers (als graaf de St.-Bris)
en Derickx (in de dubbele rollen van Tavannes
en Bois Eosé) uitstekend op hunne plaats
waren en niet het minst een groot aandeel
in den algemeenen bijval van het hoogst
dankbare publiek ontvingen, z(j hier eveneens
in het kort aangestipt.
De koren lieten meermalen wel wat aan
eenheid on kracht te wenschen over, en het
orkest was niet altyd even zuiver of maat-
on tydvast.
Dit neemt evenwel niet weg, dat het ge
heel een uitnemende avond was, al kreeg
men hier meer en daar minder te hooren dan
het tekstboekje, dat slechts een uittreksel
van het geheel is, aangaf en al bleef Marcels
visioen voor het publiek onzichtbaar, althans
in die mate, als- men eveneens het verdere
slot tableau wel had willen wenschen.
De kostumes waren prachtig, maar het
decoratiof gebrekkig.
Ook de Schouwburgloge des heeren Van
Lier viel een goed bezoek ten deel en het
publiek amuseerde er zich uitstekend met het
reeds van vroeger niet onbekende,bekroonde
blijspel: „Door tantes opgevoed", waarin de
optredenden zich andermaal zeer verdienstelijk
van hunne taak kweten.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
H. M. de Koningin op Vrijdag 2 Augustus
a. s. zal door het garnizoen en de schutterij
dezer gemeente eene groote parade worden
gehouden op het Schuttersveld.
Dank zy de goedheid van mevrouw do
wed. dr. "W. Bisschop, geb. Van Dorsser, werd
de Bibliotheek van de Maatschappij der Neder-
landsche Letterkunde dezer dagen verrijkt
met een aanzienlijk geschenk, bestaande in
eene door wijlen dr. Bisschop nagelaten ver
zameling, keurig geordend, van excerpten uit
verschillende Nederlandsche schrijvers, inzon
derheid uit de 17de eeuween kostbaar hulp
middel voor de Nederlandsche taalkunde, niet
hot minst voor de lexicographie.
De hoer J. Bouraan, godsdienstonder
wijzer b(j de Nederl.-Herv. kerk te Gouda, is
als zoodanig benoemd te Rotterdam.
De off. van gez. 1ste kl. by de zeemacht
B. Bakker, uit W. Indië in Nederland terug
gekeerd, is op non-act. gesteld.
In de te Groningen gehouden vergade
ring der Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde is besloten het „Nederlandsch
Tuinbouwblad" in 1890 te blijven uitgeven
zooals thans geschiedt, waarvoor deafdeelingcn
voor dat jaar per lid f 0.25 meer in dealge-
meene kas zullen storten. Over de wijze van
uitgave na 1890 zal in de algemeene verga
dering, in dat jaar te houden, worden beslist.
Het hoofdbestuur had voorgesteld om het
Tuinbouwblad van 1 Januari 1890 af niet
meer wekelijks, maar den lsten en 15den
van elke maand te doen verschijnen.
Het grondde zijn voorstel op de finantiëele
bezwaren, welke de uitgave van het Tuin
bouwblad op de tegenwoordige wijzo doet
ontstaandoor de uitgave tweemaal per maand
zou f 500 worden bezuinigd.
De afdeeling Leiden en omstreken stelde
voor aan J. Bakhuizen, die op 4 Mei 11. den
dag herdacht, waarop hy vóór vyftig jaren
by de firma C. De Vos te Hazerswoude in
dienst trad, voor getrouwen en langdurigen
dienst de gouden medaille aan te bieden;
eveneens aan J. Bertram, die op 14 Augus
tus a. s. den dag zal herdenken, waarop hy
vóór vyftig jaren in den Leidschen academie-
tuin in dienst trad.
De afdeeling vraagt uitdrukkeiyk de gouden
medaille, omdat zy meent, dat eene zoo
bloeiende Maatschappij als die van Tuinbouw
hare zuinigheid niet door den naam van een
trouwen di9nstknecht mag doen heen schynen.
De uit elk voorstel voortvloeiende kosten
werden berekend op f 50, of f 1 voor ieder
dienstjaar van den gouden jubilaris.
Door het hoofdbestuur word, by monde van
den voorzitter, op beide voorstellen praeadvies
uitgebracht.
Uit de wetsbepalingen blijkt, dat de alge
meene vergadering bevoegd is, op voorstel
van eene afdeeling of van het hoofdbestuur,
langdurige, getrouwe diensten van onderge
schikten of arbeiders te erkennen met de
uitreiking lo. van oen eere-diploma, dat den
betrokkenen vryen toegang geeft tot alle
tentoonstellingen der maatschappy en hare
afdeelingen en dat openbaar gemaakt wordt
2o. van eene premie in geld of in den vorm
eener medaille of van een voorwerp van kunst.
De afdeeling Leiden heeft blykbaar de be
staande bepalingen niet in het oog gehouden,
daar zy eenvoudig voorstelt, aan de beide
door haar genoemde personen eene gouden
medaille vanwege de Maatschappy aan te
bieden. Hare beide voorstellen behoeven dus
aanvulling en wyziging, indien de algemeene
vergadering er toe besluit, om de getrouwe,
langdurige diensten van J. Bakhuizen en J.
Bertram vanwege de Maatschappy van Tuin
bouw en Plantkunde te erkennen.
Op grond der getuigenissen van de patroons
der bedoelde personen en naar aanleiding
van het voorstel der afdeeling Leiden, die
uit den aard der zaak nauwkeurig de beide
gevallen onderzocht zal hebben, acht het
hoofdbestuur zich onbezwaard tot die erken
ning te adviseeren. Het stelt alzoo voor
aan beiden een oerediploma te doen uitreiken
en van die uitreiking in het Tuinbouwblad
officiëel melding te maken. Het etelt tevens
voor eene premie er by te voegen en deze
te doen bestaan naar de keuze van do be
trokkenen in eene zilveren medaille of in
eene som van f 15.
Tegen het toekennen eener medaille meent
daarentegen het hoofdbestuur ten ernstigste
te moeten adviseeren, omdat dergeiyk ante
cedent op de kas der Maatschappy in het
vervolg een te grooten last opleggen zou en
voor de betrokkenen de waarde van de er
kenning hunner verdiensten door de maat
schappy allerminst in het metaal der medaille
gelegen is, maar uitsluitend in het eere
diploma, dat hunne langdurige getrouwe
plichtsbetrachting eert.
Overeenkomstig het praeadvies van het
hoofdbestuur werd ten opzichte van beide
voorstellen besloten.
De plaats, waar de algemeene vergadering
in 1890 zal worden gehouden, werd niet
aangewezen, daar geene der afdeelingen zich
aanbood, terwyi als plaats, waar de vriend-
schappelyke byeenkomst zal plaats vinden,
Dordrecht werd aangewezen.
De ex-koningin van Spanje bracht, ten
gevolge van het hoogst ongunstige weder,
gisteren den avond in haar hotel (den Ouden
Doelen) te 's Hage door.
De vorstin dejeuneerde heden ten huize
van den markies De Yillaurutia, buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister van
Spanje by ons Hof, die zyne hooge gast en
de leden van haar gevolg alleraangenaamst
ontving.
De gravin De Toledo zou heden andermaal
Scheveningen bezoeken en dan een concert
in het Kurhaus met hare tegenwoordigheid
vereeron.
Zy zal aanstaanden Maandag Amsterdam
bezoeken.
Naar de „Scheepvaart" verneemt, zal de
Stoomvaartmaatschappy „Holland" eerlang
ophouden te bestaan.
Het geheole materiëel, benevens dat der
Ned. Indische Stoombootmaatscbappy, in het
geheel 20 stoombooten, is, volgens het blad,
door verkoop in andere handen overgegaan
en zal zeer waarschyniyk by reeds bestaande
maatschappyen op Indië worden ingc-smolten.
2)
De kaart doed de ronde en werd vergeleken
met de drie andere vrouwen, die eene maya,
eene bayadëre en eene Pransche danseres
voorstelden.
„Neen," zeide Johan, „dan ken ik eene betere
odaliske."
„Laat zien 1 laat zien 1" riep men van ver
schillende zijden.
„Eene levende?"
„Toch niet Trui van beneden?"
„Waar woont ze?"
„Johan en eene odaliske! Die zou ik wel
eens willen samen zien."
Johan Reichart was een blozend, rond, klein
kereltje, de goedhartigheid zelve, en volkomen
het tegenbeeld van hetgeen men zich als de
eigenschappen eener odalisko voorstelt.
„Nu, waar ben je met je odaliske?" vroeg
Pliilibevt, terwpl hy achteloos zy'n geld op
tafel wierp, dat Sperling en Jansen deelden.
,,'t Is eene plaat", zeide Johan.
„Eene plaat!" riepen allen, alsof dit do
grootste teleurstelling voor hen was.
„Laat die plaat dan een3 zien", zeide Sperling.
„Maar wat gauw, Johan; ik begin naar
je patryzen te verlangen", voegde Gerlof
er by.
„De patryzen vliegen niet weg. Voor den
dag met je prent! Als ze mooi is, stel ik
voor haar te verloten."
„Te verdobbelen," zeide Philibert.
„Dan heeft Jansen een kans meer," merkte
Frits op.
„Integendeel: gelukkig in het spel, onge
lukkig by de vrouwen."
Over dit voor jongelui onuitputtelyke on
derwerp praatten de gasten van Johan Rei
chart eene poos door, terwyl hyzelf naar
zyne slaapkamer was gegaan om de odaliske
te halen.
„Niet leelyk," luidde het oordeel van Van
Heiligen, die, op grond van het kunstkabinet
zyns vaders, voor een bevoegd beoordeelaar
werd gehouden. „Hoe kom je daaraan, Johan?"
„Op oeno verkooping gekocht."
„Oude kunst," zeide Gerlof.
„Eene oude odaliske ook," merkte Van Sper
ling op, nadat de jongelui nog oonigen tyd
de plaat hadden bezichtigd.
„Dat is hot Oostersche type."
„Laat je dat niet wysmaken. Eene jonge
Oostersche meid ziet er even frisch en levendig
uit als eene Westers'che."
„Je patryzen, Johan! je patryzen!" riep
Gerlof weder.
„Ja, de patryzen!" stemde het koor in. De
odaliske werd op do canapé geworpen, maar
Philibert nam ze op en bevestigde ze met
een paar spelden aan den wand.
„Nu hebben wy ten minste ééne dame in
ons gezelschap," zeide hy, waarna hy zich
by de zes anderon aan het souper zette, dat
reeds geruimen tyd op hen gewacht had,
ofschoon het wel de moeite waard wa3 er
notitie van te nemen. Aanvankolyk was dan
ook do aandacht er geheel op gevestigd en
vooral op den wyn, want Johan verstond er
zich op zyne vrienden te onthalen en zyn
souper viel in een tyd, dat de jongelui nog
niet zoo verwend waven aan fijnen wyn en
uitgezochte gerechten. De gastheer echter was
een van die jongelieden van goeden huize,
waarvan de ouders rijk genoeg waren om
niet slechts voor zichzelven weelde te genieten,
maar die ook aan hunno zonen te verschaffen,
zonder te bedenken, dat weelde slechts genot
geeft, als men zich die door eigen verdiensten
verschaffen kan en dat achttien- en twintig
jarige jongelui ander genot moeten zoeken
dan fijne tafels, kostbare kamers en wat
daarmede samenhangt. Johans vrienden loofden
en prezen intusschen den ouden Reichart en
hielpen zyn zoon het leven veraangenamen,
wat ook van hen geene opoffering eischte.
Het gesprek liep over de onderwerpen,
waarover jongelieden by voorkeur spreken.
Zy waren allen nog in den gelukkigen ty'd
van het leven, dat politiek of algemeen be
lang hun geene zorg gaven, nog veel minder
punten van ernstig geschil uitmaakten. Zy
praatten er over, alsof het theses van een
dispuut-gezelschap waren, maakten er zich
met machtspreuken en paradoxen af, beoor
deelden en veroordeelden alles of dweepten
met zaken en personen, die zy ternauwernood
kenden. De tyd zou spoedig genoeg komen,
dat de ernst des levens hen verdoelen en
drukken zou.
„Dus, Johan, je zweert op je eer en je
geweten, dat dit het portret van je aanstaande
niet is," zeide Fiits, om een einde te maken
aan een geanimeerd gesprek tusschen Phi
libert en Van Heiligen over een kerkelijk
dogma, waarvan beiden nagenoeg niets wisten,
wat niet belette dat zy elkanders argumenten
met vuur bestreden.
(Wordt vervolgd.)