N\ 9029,
Yrijdag 26 «Tiili.
A\ 1889.
Leiden, 25 Juli.
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fêon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
De Dalmatische.
LEIDSCI
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maandenf 1.10.
Franco por post.1.40.
Afeonderlgke Nommera0.06.
Heden genoot onze gemeente de eer bezocht
te worden door Z. K. H. Prins Albert van
Pruisen, met gevolg. Z. H. bracht o. a. een
bezoek aan den heer E. Horloos, kunsthande
laar in de Faardensteeg, waar|hy, zooals reeds
eenige malen, ook nu eenige inkoopen deed.
De Prins bezocht ook het Japansch Museum
en gebruikte om halftwee een dejeuner dinatoire
in het hotel „du Lion d'oi" (hotel Verhaaff).
Wederom viert een der leden van het
personeel der boekdrukkerij van den heer A. W.
Sythoff alhier zyn zilveren feest. Het is thans
de heer W. J. Bruins, die, 25 jaren geleden
uit Kampen gekomen, als gewoon letterzetter
in dienst trad, maar nu sedert vele jaren de
betrekking van meesterknecht vervult, daartoe
opgeklommen door de bekwaamheden, Ijver
en trouw, door hem aan den dag gelegd.
Heden mocht hy op buitengewone wjjze
ondervinden hoezeer die eigenschappen door
zijn patroon worden op prijs gesteld, hoezeer
h(j diens vertrouwen geniet en tot diens tevre
denheid zijne taak vervult in de zaak, welke
hl) meer en meer heeft zien uitbreiden.
Behalve diens stoffelijk kostbaar blijk van
erkentelijkheid en waardeering, werden den jubi
laris ook dergelijke bewijzen aangeboden door de
zoons en schoonzoons van zjjn patroon, door
het kantoor-personeel en onze redactie, door de
gezellen ter zetterij en drukkerij, en der bin
derij, welke geschenken vergezeld gingen van
de hartelijkste gelukwenschen, tevens getui
gende van de genegenheid, welke hem van
de verschillende zijden wordt toegedragen.
Van groote beteekenis was voor hem even
eens het feit, dat de redactie van het „Woor
denboek der Nederlandsche taal," waarvan
h\j van de eerste aflevering af eerst als zetter
werkzaam was en later als chef de typo
graphische uitvoering er van leidde, samen
gedurende eene kwart-eeuw, niet wenschte
achter te blijven in de erkentenis der diensten,
door hem aan dit werk bewezen en die dien
sten insgelijks door de aanbieding van een
fraai geschenk huldigde, waarbij dr. A. J.
Kluyver als tolk zjjner mederedacteuren
optrad.
Bovendien was zijne plaats ter zetterij toe
passelijk versierd geworden.
De jubilaris was door zoovele blijken van
toegenegenheid en vriendschap zeer getroffen,
en h(j gaf de verzekering dat deze dag hem
steeds in aangename, dankbare en onuitwisch-
bare herinnering zal blijven en hem een spoor
slag te meer za! zyn om zijne plichten, zoo
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
"Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootore lettere naar plaatsruimte. l'oor bet tn-
ceaeeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
veel zijne krachten het hem toelaten, naar be-
behooren te vervullen.
Het adres aan de Synode der Ned.-
Herv. Kerk, verzoekende intrekking van de
door de Synode voorgestelde afschaffing der
beroeping van predikanten door de kiescol
leges, is heden van hier opgezonden, met
bijvoeging van meer dan twaalfhonderd onder-
teekingen van manslidmaten, hunne volle in
stemming betuigende met den inhoud van
het adres.
Namen van personen uit allo rangen, stan
den en richtingen der Ned.-Herv. gemeente
alhier komen er op voor.
Voor het examen in de Engelsche taal,
lager onderwijs, is gisteren te Utrecht ge-
agd mej. A. C. A. Van Ruyven, van
Leiden.
Aanstaanden Zondag, 28 Juli, zal de
godsdienstoefening in de kerk der Ned.-Herv.
gemeente van Hoogmade aanvangen des namid
dags te twee uren, terwijl alsdan als voor
ganger zal optreden de weleerwaarde heer
Gobius du Sart, predikant te Benthuizen.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 24 dezer, is voor
het tijdvak van 1 September 1889 tot en met
31 December 1890, benoemd tot assistent
voor de scheikunde aan de Polytechnische
School te Delft, J. H. K. Docters van Leeuwen,
te Voorburg.
Onder zeer vele blijken van hoogachting
heeft de heer J. J, Damsté, predikant te
WinBum, zijn 40-jarigen evangeliedienst her
dacht.
By eenige landbouwers te Haarlemmer
meer is vanwege het departement van oorlog
een onderzoek ingesteld naar de hoeveelheid
veevoeder, welke het land buiten de stelling
Amsterdam kan opbrengen, en naar het aantal
stuks vee, dat, zonder toevoer van buiten af,
•daarmede kan onderhouden worden.
Omtrent het bezoek, dat de ex-koningin
Isabella van Spanje voornemens is aan do
residentie te brengen, verneemt het „H. DbL"
nader, dat H. M., reizende als gravin De
Toledo, het strengste incognito zal in aoht
nemen. Zy wordt vergezeld van den groot
meester van haar Huis, markies de Yillasa-
gura, en van de grootmeesteres, hertogin de
Hijar. Haar verblijf te 's-Hage zal slechts
•een paar dagen duren. Wellicht zal zy vee
daar uit ook nog een bezoek brengen aan
Amsterdam. Vervolgens begeeft zy zich naar
Schlangenbad «m er nog een gedeelte van
den zomer door te brengen.
De Eerste Kamer der Staten-Generaa'.
heeft, met ingang van 1 Januari a. s., tot
hoofdcommies ter griffie benoemd den heer
W. F. Pfeiffer, thans commies ter griffie.
By de examens voor apothekersbedienden
trok van de 102 candidaten zich één voor
het examen terug, werden 69 afgewezen en
82 toegelaten.
Tot onderwyzere8 aan eene byzoDdere
school te Scheveningen is benoemd mej. S.
Lazonder, van Willige - Langerak.
De gemeenteraad van Amsterdam besloot
gisteren met de tydelyke waarneming van
leeraar in de klassieke letterkunde aan het
gymnasium gedurende den cursus 1889 1890
te belasten de heeren Y. H. Rogge, doctoran
dus, en F. W. Fledderus, candidaat in de
klassieke letteren, en herbenoemde voor een
jaar de heeren Vermeulen en De Jong als
leeraren in het Fransch en Hoogduitech mede
aan het gymnasium.
Baron Van Brakell van den Doornwerth,
lid van de Prov. Staten in Gelderland voor
het district Ede, heeft zyn ontslag genomen
als zoodanig.
Zaterdag 27 Juli is één der door het
bestuur der Vereeniging voor den Effecten
handel te Amsterdam vastgestelde Beursva-
cantiedagen. Op dien dag wordt dus weer geene
officiêele noteering der fondsen uitgegeven
Door de academie „St.-Lucas", te Gent,
in België, is aan den' heer W. Te Riele Gz.,
te Deventer, de eerste prys, bestaande in eene
groote gouden medaille, toegekend voor het
maken van een ontwerp voor een groot hos
pitaal met bybehoorende gebouwen.
De luits. ter zee 2de kl. G. F. G. Gobius
en M. W. Houck en de off. van gez. 1ste kl
W. W. Van der Vegt, dienende aan boord
Zr. Ms. schroefstoomschip „Van Galen," wor
den met 28 dezer op non-activiteit gebracht.
Biykens eon by het departement van
marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroef
stoomschip 1ste klasse „Van Galen," onder
bevel van den kapitein ter zee C. Ten Bosch,
den 23st«n dezer uit Oost Indié ter reede Teesel
aangekomen. Aan boord was alles wel.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 25 Juli
van Suezde „Drente", van Java naar Rotter
dam, vertrok 24 Juli van Port-Said;de „Prins
Frederik", van Batavia naar Amsterdam, is
24 Juli Gibraltar gepasseerd de „Leerdam",
van -de Plata Rivier naar Rotterdam, is 24 Juli
te Las-Palmae aangekomen en heeft denzelf
den dag de reis voortgezet.
By koninklyk besluit is, met ingang van
1 Augustus 1889, aan C. H. A. A. Engelen
berg, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend
als burgemeester van IJselmuiden, van Wilsum
en van Grafhorst, en goedgekeurd dat hem,
met ingang van dien dag, eervol ontslag is
verleend als secretaris dier gemeenten.
Aan den heer F. W. De Ryk, consul van
België te Soerabaia, vergunning verleend tot
het aannemen der ordeteekenen van ridder
der Leopoldsorde en van ridder der Koninklyke
Militaire orde van Onzen Heer Jezus Christus,
hem onderscheideniyk door Zyne Majesteit den
Koning der Belgen en Zyne Majesteit den
Koning van Portugal geschonken.
Gemengd Nieuws.
Zy, die gisteren hun avond voor
den Schouwburg bestemd hadden, zyn zeker
in de volle overtuiging, dien goed besteed te
hebben. „Catharina en Lambert", de opera,
welke Dinsdag-avond, door het niet aankomen
der kostumes, niet kon doorgaan, was het,
die de zaal op alle rangen deed vullen.
Hebben we reeds vroeger ons oordeel over
deze opera uitgesproken, we bepalen ons nu
met ln de eerste plaats hulde te brengen aan
den heer en mevrouw Orelio, die zeker in
hunne rollen van Lambert en Louise het
succes van den avond verzekerden. Het duo
in het tweede bedryf, waarin Lambert zingt
„Vaarwel, o dierbre van myn leven," werd
gevoelvol voorgedragen en maakte indruk;
by het zingon van de aria in de derde acte
„O ydele droom van zoet geluk", waarin zyne
zoo byzonder schoone stem zich aan keurig
tooneelspel paarde, geraakten de toeschouwers
in verrukking en met een algemeen applaus
werd de heer Orelio teruggeroepen.
De heer Van de Kerckhoven, die de party
van Charles zong, was daarin vol gloed;
vooral aan het slot was by in zyne kracht^
Onze vroegere stadgenoot, de heer Schmier,
scheen als aangewezen voor de rol van Spar-
tacuszyne flinke gestalte en zyn schoon bas-
geluid deden hem zich van zyne taak ver-
diensteiyk kwyten. Op het oogenbiik dat
Lambert en Louise door trommelslag in het
huweiyk worden verbonden, was aller aandacht
aan hem gewyd.
De heer Derickx als Erwtebloem hield door
zyne komische voordracht het publiek in
vroolyke stemming. Wy zien hem echter htt
liefst acteeren als zanger; zyne uitspraak
I onzer taal doet nog veel aan het Vlaamsch
denken.
De rol van Gervaise werd door mevrouw
I Albers-Jahn op talentvolle wyze vertolkt.
2)
Nog in denzelfden nacht verliet Spalatin
zyn dorp. Tevergeefs zochten hem de gen
darmen en de tolwachters. Daarentegen vond
hem Lazar Valentak, de zoon van Chytron,
in een hol van het rotsgebergte, waar Alda,
zyne bruid, hem van tyd tot tyd levensmid
delen en muDitie bracht. Spalatin beproefde
niet te vluchten. Hy vreesde den kerker,
maar hy was terstond bereid, zyn deodsvyand
j in de oogen te zien.
De jonge mannen deelden koelbloedig en
rechtvaardig wind en zon en vielen elkaar
met de sabel aan.
De stryd duurde lang, zóó lang, dat beiden
6indelyk uitgeput waren en uit een aantal
wonden bloedden. Eindeiyk viel Spalatin en
Lazar Valentak sleepte zich mot de laatste
rest zyner kracht, die hem nog overgebleven
was, over de honderd pas verwyderde Mon-
tenegrynsche grens voort, waar hy bewuste
loos neerviel.
Een jager vond hem, verleende hem bystand
en bracht hom met behulp van een herder
in het naaste Montenegrijnsche dorp.
Zorka kwam op de begrafenis van haren
broeder en keerde daarna naar Ragusa terug,
om voor altyd afscheid te nemen van het
klooster. Toen zy weer in Mladoska kwam,
om van het uitgestorven huis bezit te nemen,
was van de beide vyandige familién niemand
andere overgebleven dan Lazar Valentak en zy.
Niemand sprak haar van den plicht, den
dood van haren broeder te wrekenwant zy
was slechts eene vrouw en eene vrouw is
by deze halfwilde bergvolken aan de Adria
niet veel meer dan een lastdierhoe zou men
by eene vrouw zulke krygshaftige en ridder-
lyke gevoelens kunnen verwachten?
Men sprak haar niet van bloedwraak, maar
men zag in haar eene verstootene, op wie
zy het ook buiten hare schuld eene soort
van smet bleef kleven. De buren ontweken
haar; zelfs hare bloedverwanten gingen haar
uit den weg.
Zoo leefde zy afgezonderd, verlaten, byna
eenzaam in hare hut, met hare schapen en
geiten, welke zy naar de weide dreef op
plaatsen, waar zij niemand ontmoeten kon.
Hoe dikwyls zat zy dan op een met mos
begroeid rotsblok en zag naar de verre blauwe
zee aan hare voeten, waar witte zeilen pas
seerden of d9 rookzuil van eene stoomboot
opsteeg.
In zulke oogenblikken stond zü meer dan
eens «p het punt, om het oogenbiik harer
geboorte te verwenscheu, den Schepper te
beschuldigen, die haar als eene zwakke,
hulpelooze, verachte vrouw in deze ruwe,
wreed o wereld geplaatst had, maar dan ver
hief zich telkens haar diep geloof en zy bad
om kracht waarvoor? Zy wist het
zelve nog niet.
Op zekeren avond ontmoette zy eene herderin
uit Bratinje.
„Is Lazar Valentak in het dorp vroeg zij.
„Neen."
„Kent gy hem?"
„Of ik hem kenl"
„Hoe ziet hy er uit?"
„Als gy eens een jonkman ontmoet, by
wiens aanblik uw hart begint te kloppen
dan is dat Lazar."
Zorka dacht een poosje na. „Hy verbergt
zich," zeide zy dan zachtkens.
„Men zegt, dat hy naar Frankryk gevlucht
is en daar dienst genomen heeft als soldaat."
Zorka zuchtte diep en ging heen.
Op een harer tochten kwam zy op zekeren
dag met hare kudde op Montenogrynsch go-
bied, waar, in een deunenbosch, onverwacht
een jager haar naderde. Beiden bloven ver
rast slaan en zagen elkaar met eene soort
van bewondering aan. Zoo hy in zyne
Montenegrynsche kleederdracht, de ronde,
vlakke, met pauwenveeren getooide muts,
sabels en pistolen in den gordel, en hot met
zilver gemonteerde geweer onder den arm,
op een held uit Zuid Slavische heldenzangen
geleek, was zy zonder twyfel de vrouw, om
meer verwende oogen dan die van den
schoonen bergbewoner te boeien. Zooals zy
voor hem stond, in hare half Slavische, half
Turksche kleeren, in de roode schoenen, den
korten, blauwen rok, het slechts tot de taille
reikende, met goud gestikte en met pels be
zette jak en den kleinen fez, zou zy in staat
zyn geweest, zich van de slavin van een
sultan tot diens gebiedster op te werpen.
Het hart begon haar te kloppen, toen zy
in de gloeiende oogen van den onbekende
zag, en zy vroeg zichzelve af: „Zoude het
Lazar zyn?"
„Wie zyt gü?" riep zy op een toon, die
als een bevel of eene bedreiging klonk.
„Buk Stanjewitsj is myn naam", antwoordde
de schoone, trotsche jager; „in het naaste
dorp staat myns vaders huis."
Slot volgt.)