N°. 9025. Maandag 33 Juli. A0. 1889. Leiden, 20 Juli. Feuilleton. DONKERE UREN. (gourant wordt dagelijks, met uitzondering ran fpn- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCI DAGBLAD. PRUB DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. De officier van gezondheid lste kl. by de zeemacht G. H. Klosser en dr. C. J. De Bruyn Kops Jr., onderscheideniyk dienende aan boord Zr. Ms. wachtschip te Hellevoet- sluis en gedetacheerd te Leiden, on de off. van gez. 2de kl. P. R. Bentz van den Berg on H. J. Groot, onderscheideniyk behoorende tot de rollen van Zr. Ms. wachtschip te "Willemsoord en opleidingsschip Admiraal van Wassenaer" en gedetacheerd aan boord Zr. Ms. zellschbener „Argus" en instructie brik Castor," worden 26 dezer op non activiteit gesteld. Met gelyken datum wordt gedetacheerd te Leiden de off., van gez. lste kl. bij de zee- maöht A. W. Pulle, en worden overgeplaatst in de rolle van Zr. Ms. wachtschip ie Wil lemsoord en opleidingsschip „Admiraal van Wassenaer" de off. van gez. 2de kl. by de zeemacht D. De Bois Jr. en W. H. G. G. Keyzer, onderscheideniyk om gedetacheerd te worden aan boord Zr. Ms. zeilschoener „Argus" en instructiebrik „Castor." By de algemeene Synode der Ned.-Her- vormde kerk, te 's-Gravenhage vergaderd, is ingekomen een, verzoek van den minister van koloniën om voorlichtiog over de grond slagen, waarop de organisatie der Protes- tantsche kerk in Ned.-Tndië kan en moet rusten. In eene vergadering van de Haagsche afdeeling dei Nederlandsche Maatschappij voor TuinbouJ^. en Plantkunde werd inzonder heid krachtig* ondersteund het voorstel van J3&ai;Jem (wiaar^an m^de adhaesie is ge schonken door Arnhenï, Zutfen en Apeldoorn), dat het hoofdbestuur zich zal wenden tot do Regeering, ten einde met ernst en met klem by haar aan te dringen op herziening van de wet op de jacht en visschery, voor zoover door jagers en wild aan boom- en bloem- kweekery'en, alsmede aan warmoezierderyen schade wordt toegebracht. Aan de afgevaar- digdon ter algemeene vergadering werd opge dragen dit voorstel te ondersteunen, behou dens vryheid om, de discussie gehoord, eene andere hbuding aan te nemen. Te Rotterdam is aan het Stationsplein met kerkelyke plechtigheid de eerste steen gelegd van het op te richten gebouw voor 'de Sint-Jozefsgezellen-Yereeniging aldaar. Architect van dit groote gebouw is de heer Roovors en aannemer de heer Godfroy. Ge noemde Vereeniging bezit thans een lokaal naast Irene, hetwelk voor het ledental te Naar hot Duitsch van EUGEN SCHMITT. 5>. J Maar zy verontschuldigde zich daarmede niet. Zy gevoelde zich schuldig schuldig a.an eene daad, welke zy gewild had en yelker treurige gpvplgen niet door haarzelve, maar -door een tóeval verydeld waren. Zy gevoelde hare schuld en zag geene mogelijk heid, haar te boeten. In 't eerst had zy nog gedacht, dat Spal ding nog tot haar zou terugkeeren, maar hy kwam niet terug. Hy was verdwenen alsbf de aardbodem hem verslonden had. "Waar was hy heen? Misschien had hy den dood door zyne eigen hand verkozon boven dien door de hand zijner vrouw. Als de winterstormen huilend en gierend op hot nauwe binnenplein woedden, dan liep de ongelukkige vrouw rusteloos in hare kamer op en neer en luisterde naar hot zuchten van den wind, dat haar in de ooren klonk als het dreigen van duivelen, die haar de schuld aan don dood van haren man voorhielden. In zulke uren strc-ed zy met den waanzin klein is geworden en eene andere bestemming zal verkrijgen. Mag men de.„Zutf. Ct." gelooven, dan zou er plan bestaan tot het oprichten van een Noorder-Tooneelgezelschap, tot exploitatie der vijf noordelijke provinciën, met Zwolle of Groningen tot uitgangspunt. Door den hof-boekhandelaar den heer M. M. Couvée te 's-Hage is een album in den handel gebracht, dat by de talryke bezoekers der vorstelyke residentie ongetwyfeld zeer welkom zal zy'n. Het is eene verzameling van niet minder dan drie en veertig gezichten, in en om 's-Gravenhage en natuurlyk ook Scbe- veningen genomen. Naar zeer goede photo- graphieën op steen gebracht en met zorg uitgevoerd, kenmerken doze plaatjes zich door eene treffende gelykenis, terwyi de nette band, welke het geheel omsluit, het uitstekend ge schikt maakt om als souvenir aan de Hofstad en hare schoone badplaats mede te nemen. Godep. Staten van Zuid-Holland, uit spraak doende op het hooger beroep van eene beslissing van Dykgraaf en Hoogheem raden van de Alblasserwaard met Arkel be neden de Zouwe, betreffende de rekening van 1S87 en de begrooting voor 1888 van de vereenigde polders onder Streefkerk, en be doelde beslissing vernietigende, verklaren voor recht: dat Dykgraaf en Hoogheemraden van de Alblasserwaard met Arkel beneden de Zouwe alleszins terecht hebben beslist, dat het aan deel van Langenbroek in de gemeenschap pelijke kosten of lasten van Streef kerk, Kor tenbroek en Langenbroek is92/1457 dat het bedrag der gemeenscliappelyko kosten, welke over 1887 in uitgaaf werden gebracht, met f 23 25 overschrydt het bedrag, dat volgens art. 10 a en 6 op die rekening in uitgaaf had mogen zijn gebracht; en dat op de begrooting en dienovereen komstig ook op de rekening van Langenbroek noch in ontvang noch in uitgaaf behoort voor te komen een post wegens watergei# of omslag van de Overwaard en van den molenomslag van Brandwyk. By het te 's-Hage gehouden notarieel staatsexamen zyn geslaagd voor het derde gedeelten,alzoobevorderd tot candidaat-notaris, de navolgende heeren J. G. Anspach, te Haarlem; A. Beets, te Haarlem; D. Bloemers, te 's Gravenhage; J. G. Brouwer Nyhoff, te Utrecht; J. J. E. H. M. De Bruyn, te Rotterdam; E. E. Crous, te Gouda; mr. C. P. Donker, te Bonningbroek J. C. L. Esser, te Zalt-Bommel; P. L. J. De MjiNtBagai twif on gevoelde, dat zy in dezen stryd het onder spit zou delven. Op zekeren morgen vonden de buren haar in koortsfantasieën op den vloer harer kamer uitgestrekt. De ongelukkige kwam in een ziekenhuis, waar zy eerst na weken weer ontwaakte. Tot hare eigen verbazing ont waarde zy, dat zy weer het bewustzyn had van het leven, het bewustzyn van het eigen ik, het bewustzyn, om te leven en te voelen. Zy was niet gestorven, zy leefde weer, en in haar hoofd scheen het rustiger en helder der te zyn geworden. Maar de zware zenu wenkoorts was niet geweken, zonder sporen achter te laten. De stille, bedaarde vrouw, die wy na vele weken weer voor het venster harer kamer zien werken, is ternauwernood meer te her kennen, in 't geheel met te vergelyken met do flinke, schoone vrouw, die zy nog voor weinige maanden geweest was. Eene zekere onheilspellende kalmte rustte op haar voorhoofd; hare oogen stonden zóó flets, alsof er geen gedachte meer in haar hoofd was. Hour handen naaiden werktuige- lyk, en telkens beofde zij, als iemand maar met haar sprak. Zy was menschonschuw go- worden, want het was haar alsof ieder hare schuld van haar gezicht kon aflezen. Met Gavere, te AmsterdamA. Gerber, te Roozen- daal; A. J. B. Goossens, te Eindhoven; C. M. Hammes, te Andyk; J. G. Hoetink, te 's-Gravenhage; M. J. W. K. C. Hulswit, te Prinsenhage; F. De Koe, te Hoogeveen; G. H. Krans, te Groningen; B. D. Krüsemann, te 's-Gravenhage; G. J. B. Ter Kuile, te Haarlem; G. C. De Lanoy, te Mydrecht; C. Munnich, te Nykerk; D. C. Van Nimwegen, te Utrecht; J. G. Seidel, te 's Gravenhage F. Scheltema, te WateringenM. C. Schram, te Teteringen; A R. Bchröder, te UtrechtH. J. A. Stoop Van Stryon, te 's-Gravenhage; B. J. Timmerman, te WieringerwaardJ. H. Tonckens, te 's-GravenhageA. Van der Valk, te Gouda; P. Varkevisser, te Scheveningen, en mr. J. Walig, te Krommenie. Degenen, die ingelicht wenschen te worden omtrent de oorzaken en de werking der suikerpremiën, kunnen hunne weetgie righeid bevredigd vinden in een by de firma Cremer Co. in Den Haag verschenen werk „De suikerquaestie, toegelicht uit hare ge schiedenis", door A. G. A. Elias Schovel. De schryver, wiens naam op dit gebied gunstig bekend is, behandelt in een zevental hoofd stukken achtereenvolgens: De raffinadeurs- premie. De premie van den ruwsuikerfabri- kant. De ontdekking van de beetwortelsuiker. De beetwortelsuikerfabricage. De belasting d9r beetwortelsuiker. De eerste suikercon ferentie. Het tydvak van 1864 tot 1875. De in 1S75 te Brussel gehouden conferentiön. Het tydvak van 1876 tot 1887. De jongste suikerconferentiën van 1887 en 1888. De schryver komt niet tot eone slotsom. De vragen: Moet Nederland een tractaat sluiten? en: Moet de suikeraccyns worden afgeschaft? aebt hy zich niet bevoegd te beantwoorden. Alleen wydt hy oonige blad- zgden aan enkele opmerkingen over de ge volgen, welke de afschaffing zou hebben. Hy vreest daarvan eene overstrooming van ons land met beschermde buitenlandsche suiker. De suikerconventie zou, als zy tot stand kwam, wel de uitvoerpremie afschaffen, maar daarom zou niet allo bescherming ophouden. Misschien zouden onze raffinaderyen dan niet meer kunnen biyven werken. De schryver is nl. van meening, dat deze industrie hier te lande sedort de laatste regeliDgen geene premiön meer geniet en althans minder beschermd is dan buitenlandsche modedmgers, met name de Fransche. „Niettegenstaande alle moeilijk heden, die onze suikerindustrie heeft doorstaan, heeft zy", zegt hy, „getoond eene krachtige industrie te zpn, en is gebleken dat onze tegenzin kwam zy op straat, om hare bood schappen te doen, en als zy deze verricht had, vluchtte zy weer naar de eenzaamheid harer kamer, om zich daar af te zonderen van de buitenwereld, om daar een loven van berouw en van vreeselyke zielesmart te leiden. In ieder mensch sluimert eene goddelyke vonk. Hartstochten en dwaling kunnen deze vonk onderdrukken, zoodat zy geheel verbor gen wordt en men gelooft, dat zy uitgedoofd is. En toch glimt zy voort "en in een oogen- blik kan zy zich weer tot eene vlam ont wikkelen. En als een mensch alles gedaan heeft, om deze goddelyke vonk in zich te verbergen, zal zy toch in het stervensuur opflikkeren, om te toonen, dat zy onuitblusch- baar is. Gelukkig evenwel is de mensch, die nog by zyn leven, als er nog tyd is om terug te keeren, het bewustzyn krygt, dat de god delyke vonk in hem nog gloeit, dat deze goddelyke vonk nog aanwezig is, welke de menschen rechtvaardigheid, plichtsgevoel, trouw, liefde en wie weet wat al noemen. Ook in Spalding was deze goddelyke vonk voorhanden, begraven onder puin; maar nog leofdo, nog gloeide zy. Heinrich Spalding had langen tyd gestre den togen de duivelen van den drank en de PRIJS DER ADVERTENTXEN: Van 16 regel, 1.05. Iedere regel moer 0.17$. Orootere lettere naar plaatemimte. Yoor het in- caaeeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. suikerhandelaars en raffinadeurs allesbehalve slaapmutsen zyn, maar menschen, die hun vak grondig verstaan en wier énergie steeds nieuwe markten voor hun product heeft op gezocht." Moesten de raffinaderyen worden gesloten, dan zou de invoer van rietsuiker uit onze koloniën ophouden en de scheepvaart en han del op die koloniën kwynen. De schryver stelt daartegenover, dat de suiker door afschaffing van den accyns goed- kooper zal worden en meer onder het bereik komen van minvermogenden. Men overschatle de voedingswaarde echter nietwel kan goed koops suiker, als in Engeland, het gebruik van koffie, thee en cacao doen toenemen en dat van sterken drank verminderen. Ten slotte merkt hy nog op, dat de vervaar diging van nieuwe artikelen (Invertsuiker, oenoglucose en saccharine) allengs den accyns in gevaar kan brengen en de heffing op den duur zeer moeilyk maken. De „Liberté" ziet in de wet, waarby de lichting van 1S84 in ons land onder de wapenen wordt gehouden, een ernstig ver- schynsel. Ook eenige andere Parysche bladen spreken er ovor en zeggen dat, indien dit in België gebeurde, de Franschen zouden zeggen dat koning Leopold bang was voor Frankryk, terwyi volgens de Duitschers de maatregel tegen Frankryk zou gericht zyn. Nu echter Nederland en Frankryk niet aan elkaar grenzen, wyzen de Fransche bladen er op, dat men in Nederland bang is dat Duitschland de onzy- digheid van ons grondgebied zal schenden. Naar de „Prov. Gr. Crt." vernoomt, zal de zeevaartschool te Groningen, gesteund door een aanzieniyk rijkssubsidie, geheel en al ge organiseerd en belangryk uitgebreid worden, en reeds in September a. s., voorzien van voldoend onderwyzend personeel, hare lokalen openen voor hen, die zich wenschen voor te bereiden voor de verschillende rangen van stuurlieden by de groote en kleine zeil- en stoomvaart. Met goedkeuring van den minister van bin- nenlandsche zaken, is tot direcleur benoemd de heer P. G. Waterborg, die zich met het onderwys der theoretische zeevaartkunde en aanverwante vakken zal bly ven belasten. Ver der zyn benoomdtot leeraar in de wiskunde, tevens belast met het onderwys in de stoom werktuigkunde, de heer W. Noorduyn te Gorkum, gepensionneerd luitenant ter zee lste klasse; voor practische zeevaartkunde en scheepsbouw, de heer F. De Both, rustend gezagvoerder en havenmeester te Groningen, ontevredenheid. Hy zag in, dat hy het onder spit moest delven, en dat maakte hem ten slotte byna wanhopig. Hij gevoelde, dat het beest in hem ontwaakte, en hy zocht nog slechts vergetelheid in den drank. Alleen als de geesten van den alcohol zyn brein bene velden, gevoelde hy zich wèl. Op dien noodlottigen morgen was Spalding naar huis gewankeld, vroeger ontnuchterd dan hy verwacht had, en in zyne borat stre den woder berouw, woede en wanhoop om de heerschappy. Hy wist het zeker: hy was verloren, en het eenige, dat hem overbleef, was de drank of de zelfmoord. Zoo kwam hy dien morgen te huis, gebro ken met zichzelven en met de geheels wereld. Hij wierp zich op de sofa, om te slapon, en toch ontvlood de slaap zyne oogen, en hy schold op zyne vrouw, om zichzelven moed in te praten, omdat hy zich schaamde voor haar, schaamde evenals de oneeriyke schul denaar voor den schuldeischer. Toen zag hy plotseling, dat er iets in zyne vrouw omging. Hy zag haren zielestryd, zag, hoe zy de kiep omdraaide, hy zag door zyne half dichtge knepen oogleden haar ontsteld gezicht, en nauwelijks was zy vertrokken, of hy stond op om naar de kachel te snellen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 9