N°. 9009
Woensdao: 3 Juli.
A0. 1889.
Leiden, 2 Juli.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Affonderlpbe Noiomers0.05.
Aan de universiteit alhier zijn de volgende
examens afgelegddoor de heeren B. P. G. Van
Diggelen en R. Stellwagen het candidaats-
examen in de rechten; door de heeren A. P.
Van Rpn en D. Ris, het eerste natuurkun
dig examen.
Gisteravond vergaderde de „Vrijzinnige
Kiesvereeniging" in de groote zaal van het
Nutsgebouw, tot het stellen van candidaten
voor den gemeenteraad. Nadat een aantal
nieuwe leden was aangenomen, deelde de
voorzitter, prof. mr. J. T. Buys, mede, dat,
volgens art. 13 van het reglement, op de
voorloopige candidatenl\jst slechts de namen
voorkwamen van de aftredende leden, de
heeren J. A. Van Hamel, J. J. Hasselbach,
prof. mr. H. Van der Hoeven, H. C. Juta,
L. G. Le Poole, dr. W. N. Du Rieu, A. L.
De Sturler, mr. F. Was en P. Zillesen.
Hierop werd tot stemmiag overgegaan, en
werden al de aftredende leden met over-
groote meerderheid gekozen.
Hierop werd overgegaan tot benoeming van
vjjf bestuursleden, in plaats van de periodiek
aftredende en niet herkiesbare heeren Hassel
bach, Heymans, Treub, Verhoog en Was.
Gekozen werden de heeren H. Burger,-C.
Goekoop, luit. Obreen, mr. O. W. Sipkes en
De Swart.
De zomervergadering der Provinciale
Staten van Zuid-Holland werd heden door den
voorzitter, mr. C. Fock, Commissaris des
Konings, geopend met een woord van hulde
aan de verdiensten van wijlen den heer Kik
kert en van den heer Veth, die hebben opge
houden leden der Staten te zpn on aan die
van de oud-leden, die zich in Mei niet weder
beschikbaar hadden gesteld of wier mandaat
niet vernieuwd is geworden. Van alle dezen
mocht worden verklaard dat zij naar hunne
beste vermogens de belangen der provincie
hebben behartigd.
De geloofsbrieven van de herkozen of nieuw-
gekozen leden werden door den voorzitter
commissoriaal gemaakt; die o. a. van de leden
in de districten Leiderdorp, Leiden, Zoeter-
.meer, 's-Gravenhage en Vlaardingen in handen
van de heeren De Jonge, v. d. Poort en Eer
stens die van de leden in de districten Delft,
Schiedam, Rotterdam, Alfen en Gouda in han
den vandeheeren Wolfson, Knpff en Hoogeveen.
Die leden werden, evenals alle herkozene
of nieuwbenoemde leden, ook wat het district
Sliedrecht betrof, tegen de verkiezing voor
welk district een bezwaarschrift was ingediend,
toegelaten.
De Regeering heeft geantwoord op het
Toorloopig verslag omtrent het ontwerp tot
verlenging van den diensttijd voor de land
militie, lichting 1884, en de zeemilitie, lichting
1885. Zy handhaaft het ontwerp, verklaart
dat zy niets liever wenscht dan de in art.
181 der Grondwet bedoelde werkelyke regeling
tot stand te brengendat aan de samenstel
ling van een daartoe strekkend wetsvoorstel
bereids onafgebroken wordt gearbeid en dat
het haar ernstig streven is, dien arbeid met
spoed in gereedheid te doen brengen, geheel
in overeenstemming met de verklaring, op
den 13den Juli 1888 door den minister van
oorlog afgelegd. Intusschen zal het zelfs met
de meeste inspanning, ook wegens den omvang
van den arbeid, waarby in vele opzichten op
wetgevend terrein een geheel nieuw gebied
moet worden betreden, niet wel mogelijk zyn,
dat het wetsontwerp nog in den loop van het
zittingjaar de Kamer bereikt.
Hoe de Regeering denkt over de door de
Staatscommissie gedane voorstellen en welk
gebruik zy wenscht te maken van de voor
lichting der commissie, zal blyken uit de in
te dienen wetsvoordracht tot regeling van den
verplichten krügsdienst. Zy acht het niet
wenscheiyk op dit oogenblik het debat te
openen over die voorstellen.
Het de indiening van het wetsvoorstel beoogt
de Regeering niets anders dan binnen de
grenzen en op de wyze, daarvoor by de vigee-
rende militïewet aangegeven, te waken tegen
een tekort op de organieke sterkte van het
leger en aan zeemiliciens. Zy vindt voor die
zorg aanleiding in den algemeenen toestand
in Europa, terwyi verlenging van den dienst-
tyd voor ééno lichting haar daartoe voldoende
is voorgekomen.
De voorgestelde maatregel moet dan worden
beschouwd als niet ver reikend en slechts
van tydeiyken aard.
By de Marine is er ten opzichte van het
in oorlogstyd benoodigde personeel en het
thans aanwezige materieel een tekort aan
officieren en kader.
De Regeering stelt zich voor, daaraan te
gemoet te komen door by mobilisatie op da-
ramschepen en monitors een luitenant ter zee
2de kl. minder te plaatsen, voorts de beschik
bare adelborsten 1ste kl., zoomede do beschik
bare luitenants der mariniers daar in te deelen,
waar zy het nuttigst kunnen worden gebezigd.
Ook van de diensten der nog voor den dienst
geschikte gepens. en eervol ontslagen officie
ren de laatsten voor zooverre zfi zich daar
toe aanmelden zal by intredenden oorlogs
toestand onmiddeliyk gebruik gemaakt worden.
De Regeering deelt voorts mede, dat zy eene
bescheiden vermeerdering van het aantal lui
tenants ter zee der 1ste en 2de kl. by de
eerstkomende begrooting denkt voor te stellen.
Wat het kader betreft, stelt de Reg. zich
voor, zoolang dit in de hoogere graden onvol
tallig is, welk gebrek gaandeweg minder
wordt door opschuiving te voorzien en, voor
zooveel mogelyk, by do depots aan te vullen
met de overblyvende sergeants en korporaals
der mariniers, voor zoover dezen na mobilisee
ring by de beschikbaar blyvende mariniers
kunnen gemist worden.
Het tekort aan machinistenpersoneel moet,
naar gelang der omstandigheden, aangevuld
worden door aanneming als tydelyk machinist
van het machinistenpersoneel der alsdan stil
liggende particuliere stoomschepen, dan wel
door het bezigen der geschikten tot vuur-
s'okers lste kl. als machinist 3de klasse.
Voor de eind examens der Polytechnische
School hadden zich onderscheidenlyk aange
meld 27 candidaten voor het diploma van
civiel-ingenieur, waarvan zich één candidaat
terugtrokvoor het diploma van scheeps
bouwkundig ingenieur 4 candidatenvoor de
diploma's van scheepsbouwkundig en werk
tuigkundig ingenieur één candidaat; voor het
diploma van werktuigkundig ingenieur 14
candidaten, waarvan zich 2 candidaten terug
trokken voor het diploma van myn ingenieur
één candidaat; voor het diploma van tech
noloog 5 candidaten. Nog hadden zich aange
geven voor het eerste gedeelte van het tech
nologisch examen 7 candidaten. Het diploma
van civiel ingenieur werd vorkregen door: W.
F. Druyvestein, K. P. Huinger, P. Joosting,
W. H. Kloppenburg, A. A. W. H. Koning,
F. C. Nuuta, J. W. Nierstrasz, J. W. Th. Van
doyen, W. S. G. F. Post, E. L. Prevoo, W.
F. Stoel, G. J. Van Swaay, P. C. Swemer,
J. P. Textor en J. J. F. E. Visser. Het diploma
van scheepsbouwkundig ingenieur verkregen
P. N. Hoornweg, J. J. v. d. Struyf, M. E. H.
Cb. Bongaorts, P. W. Hoornweg, W. Huygens,
P. A. M. Karthaus, D. Van Ketwich, P. J.
C. Loumans, J. Uuysken, dat van myn inge
nieur: J. De Koning Knyff; dat van technoloog
21e ged. F. H. v. Leent, J. H. K. Doctor V.
Leeuwen, J. C. Van Marken Pz., R. J. Scherius,
in dat van technoloog lste gedeelte: F. W.
J. Boekhout, J. Boeseken, C. W. Moeth, H.
A. Rouff.ier.
- Heden werd op de R.-C. begraafplaats
t - 's-Hage ter aarde besteld het stoffelijk
PRIJS DER ADVERTENTIE!*:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J.
Grootcro lettere naar plaateruimte. Voor het in--
caeeeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
overschot van den Raadsheer in den Hoogem
Raad mr. E. G. Ph. Gertsen. Vele autoriteiten
waren daarby tegenwoordig. Er werd aan de
groeve gesproken door den president van den
Hoogen Raad, mr. Kist. Een der zoons des
overledenen bedankte voor het gesprokene.
Uit Delft wordt gemeldNamens de
studenten voor civiel- en bouwkundig inge--
nieur werd gistermiddag door de voorzitters
over het afgeloopen cursusjaar, de heeren
A. A. H. W. Künig en J. E. v. d. Pek, by
monde van eerstgenoemde aan prof. E. Gügel
eene eikenhouten boekenkast aangeboden, ter
herinnering aan zyn 25 jarigen werkkring
als hoogleeraar in de schoone bouwkunst aan
de Polytechnische School.
De gemeente Gouda leed een droevig
verlies door het overlyden van mr. J. H.
Van Mierop, kantonrechter, die om zyn huma
niteit, rechtschapenheid en yver tot de meest
geachte ingezetenen behoorde. Behalve in
den gemeenteraad, waarvan by jaren achter
een een verdienstelyk lid was, had hy in
verschillende andere colleges zitting, zoodat
zyn gemis diep gevoeld zal worden. Eene-
korto, doch hevige ziekte maakte een einde
aan zyn werkzaam leven.
Gisteren herdacht de heer K. H. Beyen
den dag, waarop hy vóór 25 jaren zyne be
trekking als archivaris by de Ned. Ryn-
Spoorwegmaatschappy te Utrecht aanvaardde.
Het ontbrak natuurlyk den geachten jubi
laris niet aan blyken van belangstelling.
Onder de stoffelyke verdient byzondero ver
melding een étui met tafelzilver, vergezeld
van een keurig album, de namen der govors
bevattende. Van zyn onmiddellyken chef was
daarby gevoegd een afzonderlyk étui met een
paar groentenlepels.
Op de Parysche Tentoonstelling. Als
men het „Palais Central des Colonies" binnen
treedt, wordt ons oog direct getroffen door
de tentoonstelling van Nieuw Caledonië, die
ons duizenden byzonderheden van het maat-
schappelyk en huiselyk leven van de bewoners
van Milanesiö verhaalt. Daarop volgen de
niet minder merkwaardige voortbrengselen
van Martinique, Talti, Nossi-Bé en Réunion.
Voor het wetenschappelyk en meer ontwikkeld
publiek heeft de persoonlyke inzending van
prof. Louis Crió, uit Ronnes, bestaande in
voorwerpen, die betrekking hebben op de kolo
niale palaeontologie, oene byzondere waarde.
De studiën en onderzoekingen van den heer
Ciió hebben niet weinig bygedragen tot eene
meer volledige kennis van de palaeontologie
van Nieuw-Caledonië, den Archipel van Ker-
Het eerewoord van een
eenvoudig- soldaat.
4)
Dapper woerden zich onze soldatengescho
ten werd er, meenen wij, behalve de enkele
revolverschoten van den luitenant De Sturler,
in het geheel niet. Het was een gevecht met
de blanke wapens; de bajonet kruiste zich
hier met den klewang en de lans. Aan onze
oogen deed zich een mélóe, een kluwen van
soldaten en Aljehers, voor, die onderling
stieten, hieuwen en sloegen.
Slechts enkele minuten duurde dit verwoed
gevecht. De Atjehers, een drietal dooden
achterlatende, trokken zich in het boschje
terug, terwijl bijna gelijktijdig de gewonde
luitenant De Sturler, de zwaargewonde sergeant
Braskamp en nog twee gewonde fuseliers
zich naar den hoofd troep sleepten, waar hunne
wonden door den officier van gezondheid
onmiddellijk gehecht en verbonden werden.
Zeven onzer soldaten bleven nabij Let boschje
op den grond liggen, zes hunner waren reeds
dood of bewusteloos. Één echter, de fuselier
Van Overmeiren, leefde nog, maar was niet
meer in staat op te staan, noch zich op te
richten. Slechts nu en dan stak hy eene
bloedende hand in de hoogte, ongetwijfeld
om aan zijne kameraden te toonen, dat hij
nog leefde.
Maar ook voor de bloeddorstige Atjehers
was dat opsteken van de handen een teeken,
dat er nog meer menschenbloed te vergieten
viel. Herhaaldelijk krcop een Af jeher, uit het
boschje langs don grond, vooruit en bracht
den reeds zwaar gewonden fuselier met klewang
en lans zware wonden toe, totdat deze
onmenschelijke krijgers eindelijk door eenige
goedgerichte schoten van de voorwacht ver
dreven werden.
Li het onzekere of de vijand een algemee
nen aanval beoogde, had de majoor Cavaljé
een carré laten formöeren met de beide
kanons op de hoeken, doch toen, na verloop
van een tiental minuten, van den vijand niets
meer bespeurd werd, kreeg de officier van
gezondheid M. J. Van Geelkerken last, om,
onder dekking en met behulp van tandoes
(draagbaren), door dwangarbeiders gedragen,
de gewonde en gesneuvelde soldaten te gaan
halen.
In een Europeeschen oorlog kan men de
gewonde en gesneuvelde soldaten aan de
barmhartigheid van don vijand overlaten, in
de Indische oorlogen moet men hen mede
voeren, wanneer men ten minste den eersten
kans op herstel en den laatsten eene eerlijke
begrafenis wil geven. Wij hebben een Euro-
peesch fuselier gezien, die, met een paar
bamboepinnen door zijne oogen, waarschijnlijk
levend, aan d6n grond was vastgenageld,
soldatenvrouwen in een toestand gevonden,
dien de pen weigert te beschrijven; als een
hyena schoffeert de Atjeher zelfs de lijken
en toch zijn door ons nooit représaille-maat
regelen genomen, maar werd de oorlog steeds
naar Westersche begrippen en met toepassing
van het oorlogsrecht gevoerd.
Bij den hoofdtroep sloeg men met angst
en spanning dezen treurigen stoet gade, doch
bovenal was men verlangend den dapperen,
Van Overmeiren te zien,_ omdat hij getoond
had een der dapperste soldaten te zijn en
bovendien zijne gelofce „zich liever in stukken
te laten hakken dan ooit te Atjeh een pas
achteruit te gaan" gestand gebleven was. Die
belofte had hij aan zijn-bataljons-commandant
gedaan, toen hij, eenige dagen voor het ver
trek van zijn bataljon naar het oorlogsterrein,
op het rapport moest komen, omdat hij zich
aan een vergrijp tegen de militaire wetten
had schuldig gemaakt. Als e9n gevolg van
de daarop gestelde straf, had hij te Semarang
moeten achterblijven en dus zijn bataljon te
velde niet mogen volgen. Bijna smeekend
verzocht hij den majoor van die schande, om
niet onder het vaandel van het 3de bataljon
te mogen strijden, verschoond te blijven; hp
geeft daarbij de verzekering dat hij te veld
zijn plicht zal doen en als een eerlijk soldaat
zich liever in stukken wil laten hakken, dan
ooit een pas achteruit te doen. De majoor
ziet hem aan, stelt vertrouwen in zpn woord
en zegt tegen den sergeant-majoor„Van
Overmeiren wordt door mp niet gestraft; hp
mag dus mede naar Atjeh."
En hier, bp dit gevecht, toonde hy hoezeer
hp zpn woord heeft gehouden, want hoe
wel zijne armen en handen, door klewang-
houwen en lanssteken verminkt, machteloos
langs het lichaam hingen, zoodat hp zpn
geweer niet meer kon hanteeren, had hij
nog zeer goed kunnen vluchten, daar zijne
voeten en beenen nog ongewond waren.
Maar indachtig aan zpn eenmaal gegeven
woord, wpkt hp geen pas terug en laat zich
eerder aan stukken houwen dan zpne gelofte
te schenden.
Wordt vervolgd.)