N°. 9003.
Woensdag SO Juni.
A0. 1889.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 25 Juni.
;F*eTix±!l©-fco>:o..
Manoeuvre met hindernissen.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afaonderlpke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer/0.17J.
Grootcre letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
De staatscommissie alhier, belast met het
afnemen van het practisch apothekersexamen,
heeft in hare zitting van heden tot apotheker
bevorderd de heeren Cf. J. Duyster, geb. te
Leiden; W. A. Kneepkens, geb. te Weert;
A. H. 0. Van Senus, geb. te Kralingen, en
J. J. J. G. Steyns, geb. te Maastricht.
Twee candidaten werden afgewezen. Het
examen wordt met de derde en laatste groep
van 7 cmdldaten voortgezet.
Aan de universiteit alhier zijn de vol
gende examens afgelegddoor de heeren P.
Droogleever Fortuin en A. Pronk, het cand.-
examen in de rechtendoor de heeren J. W.
M. Scheltema en A. Mijnlieff, het cand. examen
geneeskunde; door de heeren W. Blok en F.
F. H. Westerman, het eerste natuurkundig
examendoor den heer J. H. Sandberg het
voorbereidend examen in de geneeskunde.
Van de hoeren H. Y. Groenewegen en
F. A. Stoett, die dezer dagen aan de universiteit
alhier werden bevorderd resp. tot doctor in de
godgeleerdheid en in de Nederlandsche letter
kunde, geschiedden die promotien cum laude.
In bijvoegsels tot de Staatscourant van
heden is opgenomen de omschrijving van
eenige voorwerpen, aan het Ejjks Echnogra-
phisch Museum te Leiden geschonken door
den heer A. E. Zimmerman, luitenant ter
zee 2de klasse.
Op eene vergadering vah' de Leidsche
Studenten-afdeeling van het Ned. Tooneelver-
bond zijn de heeren J. Njjman, oud praeses,
en R. C. Six, oud-quaestor, tot eere leden be
noemd. De heer Th. B. Pleyte werd verkozen
tot vertegenwoordiger bij de algemeene ver
gadering te Amsterdam op 6 Juli a. s.
Bij de verkiezing van een niouw bestuur
voor „Arena Studiosorum" werden benoemd
de heeren E. Smit, praeses; W. Birnie, ab
acus; J. Van Wicheron, quaestor; J. E. G.
Van Emden en C. G. Slotemaker commissa
rissen van het materieel.
Jongens van den leeftijd van 14 tot 16
jaar, zonder lichaamsgebreken en die lust in
het zeemansleven hebben, kunnen, mits zü
goed oppassen, eene eervolle en voordeelige
betrekking bekomen, door eene verbintenis
aan te gaan bij 's Rijks zeemacht.
Voorzien van de noodige stukken, kunnen
zij zich op alle werkdagen aanmelden aan de
Kweekschool voor Zeevaart te Leiden.
Nadere inlichtingen zyn te bekomen bij den
directeur dier inrichting op franco aanvrage.
Die inlichtingen zijn gedrukt en doen zion
welke goede vooruitzichten er voor de jongens
bestaan, die als „Janmaats" het vaderland
eenmaal met eere wenschen te dienen.
Vooral voor jongens uit de minder gegoede
volksklasse is deze gelegenheid van werkelijk
groot belang.
Hoevelen toch, die zoogoed als voor de maat
schappij verloren schenen, hebben aan boven
genoemde instelling te danken dat zij het
hoofd fier kunnen opheffen, dat zij thans eene
positie bekleeden, welke hun tot eere strekt.
De Nederlandsche matroos weet en ondervindt
het telkens, hoe hoog hij by ons volk, dat
ook als zeevarende natie zulk een beroemd
verleden achter zich heeft, staataangeschreven.
Heden is te 's-Hage aangekomen het
gezelschap jongelieden, van eenige volwasse
nen vergezeld, uit de Transvaal en de Zuid-
Afrikaansche Republiek (Potchefstroom, Cape
Town e. a.), die hier te lande komen stu-
deeren.
De minister-resident van de Z.-A. Rep.,
jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland,
begroette het gezelschap aan het station van
den Hollandschen spoorweg.
Markies De Guirior, secretaris by de
Spaansche legatie te 's-Hage, heeft voor goed
de residentie verlaten en is naar Spanje te
ruggekeerd.
Een tiental studenten van de Polytech
nische School te Delft zal in de tweede helft
van Juli een wetenschappelijk uitstapje ma
ken naar de Parijsche tentoonstelling, onder
leiding van een der hoogleeraren aan die in
stelling.
Naar men verneemt, is door het Rijk aan
twee hoogleeraren van die School opgedragen
verslag te geven omtrent de vorderingen van
de electro-techniek, zooals die op de tentoon
stelling te Parijs zullen zijn waar te nemen.
De collecte, gehouden ten behoeve van
den gewapenden dienst in de Nederlanden,
heeft te Benthuizen opgebracht f 6 20, te
Nieuwveen f 12.16 en te Zevenhoven f 9.94'/2.
Men meldt ons uit Nieuwveen dat de
den 16den Juli a. s. volgons de wet plaats te
grijpen verkiezing van Raadsleden wordt ge
vorderd ter voorzienifig in de vacaturen, welke
zullen ontstaan door de periodieke aftreding
vana. te Nieuwveen de heeren L. Van der
Wilk en D. G. Speet; b. te Zevenhoven de
heeren J. Van Rossum en G. De Bruyn.
Gelijk bekend is, heeft de hoogleeraar
Korteweg te Groningen eene benoeming ont
vangen naar Amsterdam. Zijn heengaan van
de Groningsche universiteit, van welke hy
een sieraad is en waar hy zich gedurende
zyne nog korte werkzaamheid den eerbied
en de hoogste achting van ambtgenooten en
studenten heeft verworven, zoude, zegt de
Prov. Gron. Crt.", voor de academie een
onherstelbaar verlies zyn en niet minder voor
het gansche NooSMen, onder welks ingeze
tenen reeds zoovelen groote verplichtingen
hebben aan den uitnemenden chirurg. Alle
hoop op het behoud van den heer Korteweg
voor de Groningsche universitoit is echter
nog niet vervlogen. Aan de aanneming der
benoeming te Amsterdam moeten door hem
voorwaarden zyn verbonden, over welker ver
vulling nader moet worden beslist.
De geruchten, dat prof. Drucker ernstig
in aanmerking komt voor den vacanten leer
stoel in het Romeinsch recht te Leiden, hou
den aan. Hem is een door vele Groningsche
ingezetenen onderteekend adres aangeboden
om, zoo hy inderdaad benoemd mocht wor
den, voor de benoeming te bedanken en zyne
groote gaven te blpven wyden aan de belangen
der Groningsche universiteit en de gemeente.
Dr. Ph. J. Hoedemaker, predikant te
Nieuwland (klasse Sneek) heeft ook bedankt
voor het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente
te Leiderdorp.
Door den minister van oorlog is eene
instructie vastgesteld betreffende den dienst
by het Ryksmagazyn van geneesmiddelen.
Het stoomschip „Afrikaan", van Banana
naar Rotterdam, is 22 Juni Madera gepasseerd;
de „Edam" is 23 Juni van Amsterdam te
Nieuw-York aangekomen; de „Borneo", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 23 Juni
van Genua.
By koninkiyk besluit is o. a. verlof
verleend tot het aannemen en dragen van
het kruis „Pro Ecclesia et Pontifice", haar
door Z. H. den Paus geschonken, aan Marie
Bots Ten Brink, te Nieuwkoop.
Aan R. Tissot, mot ingang van 1 Juli
1889, op zpn verzoek, eervol ontslag verleend
als burgemeester van Waddingsveen.
Goedgekeurd dat de burgemeester van
IJzendoorn, W. De Haas, is benoemd tot
secretaris dier gemeente.
De adelborst 1ste UI. P. P. Van Bosse,
ter zake van in, doch niet door den dienst
ontstane lichaamsgebreken, met ingang van
1 Juli a. s., voor den tyd van één jaar op
pensioen gesteld, onder toekenning van een
pensioen van f 400 's jaars.
De schout-by-nacht J. B. A. De Josselin
de Jong, met ingang van 1 Juli a. s., be
vorderd tot vice admiraal, met bepaling dat
hy voorloopig in het genot zal blyven van
zyne tegenwoordige inkomsten van schout-
by-nacht.
Aan J. H. Sperweslager, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend uit zyne betrekking
van kamerbewaarder by het departement
van financiën, behoudens aanspraak op pen
sioen en zyn by voornoemd departement
benoemd: tot kamerbewaarder H. Franken;
tot bode H. Beekink.
By het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht benoemd tot officier
van gezondheid 1ste kl. de offic. van gez.
2de kl. dr. H. A. Van der Hout, van dat
personeel.
De eerste luitenant T. Rutgers Van der
Loeff, van het wapen der infanterie, thans
op non-activiteit, op zyne aanvrage, op pen
sioen gesteld en het bedrag van dat pensioen
bepaald op f 1050 's jaars.
De heeren F. A. Karthaus en S. B. Nicolai,
artsen, benoemd en aangesteld tot officier
van gezondheid der 2de klasse by het per
soneel van den geneeskundigen dienst van
het leger in Nederlandsch Indiö.
EENE UITVAART.
Eene indrukwekkende plechtigheid had
hier hedenmorgen plaats. Eone begrafenis
toch van een militair der Zoemacht heeft
altyd iets byzonders.
Thans gold het den gepensionneerden
opperschipper J. De Vogel, die als oud-in
woner van Leiden en commandant van de
bij de Kweekschool voor Zeevaart gesta-
tionnoerdo kanonneerboot, met welwillende
toestemming van den Directeur der Inrichting,
met militaire eer ter laatste rustplaats ge
bracht werd.
Opgewacht aan do Kweekschool, werd de
lykkoets, waaraan een anker van rozen werd
gehecht, voorafgegaan door de muziek van
het 4de regiment inf., daartoe welwillend
afgestaan door den kolonel en gevolgd door
het geheele detachement der Kweekschool,
onder bevel van den luitenant ter zee 2de
klasse P. F. v. d. Veldon Erdbrink.
Op weg naar de begraafplaats aan de
Marepoort deed de muziek de treurmarschen
van Van Beethoven, Chopin en Seghers hooren,
afgewisseld door den pyper en den tamboer
van het detachement.
Na de gebruikeiyke salvo's, werd de kist
boven den kuil geplaatst.
Nu nam de kapitein-luitenant ter zee C. H.
De Goeje hot woord om er op te wyzen,
I dat thans een oud kameraad, die in zyn tyd
EENE
Humoristische schets van H. Rudolphi.
2) Uit het Duitsch.
„Welzoo! Vergeten? Hedenavond om zeven
uren meldt gü u dus aan in parade uniform
aan myne wening. Hoe en van waar gy eene
witte broek weet te krygen, is uwe zaak;
ik wil u in ieder geval in eene witte broek
vóór my zien!"
„Zonder mankeeren, kapitein!"
Koenraad kende zyn kapitein en wist hoe
streng hy was. Hy zou, dat wist hy, drie
dagen arrest krygen, die, by gebrek aan eene
geschikte plaats, door zes of acht uren opslui
ting in het wachthuisje zouden worden ver
vangen, als bet hem niet gelukte, zich be
hoorlyk eene witte broek aan te schaffen.
Wat erger was, hy zou dan ook, (jammer
genoeg) van de parade uitgesloten zyn, als
hy niet in de voorgeschreven uniform ver-
schynen kon.
De laatste post kwam om vyf uren des
namiddags aan. Koenraad wachtte met bo
wonderen waardig geduld om dezen tyd aan
het postkantoor, tot eindeiyk de welkome
woorden van den postbeambte hem in de
ooren klonken: „Een pakket No. 81, met aan-
wyzing, witte broek, voor den vrywilliger
W." Het was alsof hem een steen van het
hart werd genomen 1 Hy had den postbeambte
wel om den hals willen vliegen, die hem het
pakket toereikte. Niemand zou zoo flink en
fier voorby Zy'ne Majesteit marcheeren als hy.
Binnen een uur stond Koenraad, door den
oppasser haastig in de kleederen gestoken,
gekleed en gereed voor zyn kapitein. De
parade-uniform was onberispeiyk.
„Goed! Morgen even netjes verschynen!
Vandaag niet luieren! Rechtsom, marsch!"
Koenraad yide naar zyn kwartier.
Voor het huis van zyn hospes, een kloe
ken, weibeklanten bakker, was onder de
schaduw van eene prachtige linde een vrooiyk
gezelschap byeen.
Jonge meisjes, in feestdos getooid, die door
hare jeugdige, frissche bevalligheid, het kleine
stadje alle eer aandeden, presenteerden in
groote „ananasbowls" aan groepen oude en
jonge mannen, opnieuw een glas.
Hun vrooiyk en helderklinkend gelach
toonde aan, dat vroolykheid en jeugd hier
vereenigd waren. Koenraad groette en wilde
in huis gaan.
Doch de vriendely'ke, welgedane vrouw des
huizes naderde hem, stak hem hare hand
toe en verzocht hem in eenvoudige en harte-
ïyke bewoordingen, zich by het gezelschap
aan te sluiten. Men vierde heden de verloving
van hunne eenige dochter, en nu mocht hy,
de geliefde gast des huizes, toch niet ontbre
ken. Koenraad wist niet wat te doen.
De woorden van zyn strengen kapitein, „niet
lanterfanten", waren nog te verscli in zyn
geheugen, om zoo vlot de uitnoodiging aan
te nemen. Hy wist bovendien maar al te goed,
dat wyn, vrouwen en gezang, drie dingen,
waarby de dans ook nog komen zou, te ver-
leideiyk zyn voor een vrooiyk soldatenhart.
Wellicht zou de pret tot den vroegen mor
gen duren.
Na een oogenblik aarzelens, nam Koenraad
het aanbod aan. De vriendelyke bakker nam
hem zyn geweer, mantel en ransel af, en
wilde volstrekt niet hebben, dat Koenraad
van kleeding veranderen zou, want, zeide
hy, „die witte broek geeft aan het geheel
nog iets feesteiyks."
Koenraad schikte zich in het onvermyde-
lykemet eenige hartelyke woorden wenschte
hy het jonge bruidspaar geluk, maakte voor
het overige gezelschap eene élégante buiging,
en nam plaats.
Do angst, waarin hij een paar uren geleden
verkeerd had omtrent zyne witte broek, gaf
ruimschoots stof tot een vrooiyk gesprek. De
deelneming van het gezelschap maakte voor
bekommering of vreugde plaats, al naar den
toestand, welken Koenraad in zyn verhaal
schetste.
De zorgvolle huismoeder had intusschen
het avondeten opgedischt. In opgewekte
stemming nam men, in eene ruime kamer,
welke door haar lief ameublement den wel
stand van den bezitter aanduidde, aan eene
welvoorziene tafel plaats.
Koenraad zat naast eene beeldschoone blon
dine, die prachtige lange vlechten droeg.
Lange vlechten haddon voor hem eene
onwederstaanbare aantrekkingskracht.
Kan men zich dan ook eene schoonheid
zonder vlechten denken?
De jonge dame was, zooals men spoedig
bemerkte, trotsch op haren cavalier, die zoo
hoffeiyk en wellevend en zoo veel aardiger
was dan de anderen.
(Wordt vervolgd.)