zal maken over Utrecht, maar over Rotterdam,
dus ook via Loiden.
Het stoomschip „Bantam" vertrok 18
Juni van Batavia naar Amsterdam; de „Se-
marang", van Rotterdam naar Java, vertrok
20 Juni van Colombo; de „Zeeland", van
Rotterdam naar Java, vertrok 20 Juni van
Suez; de „Bromo", van Java naar Rotterdam,
passeerde 20 Juni Ponta de Guia; de „Prins
Alexander", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 20 Juni van Genua; de „Rotterdam"
vertrok 20 Juni van Nieuw-York naar Rot
terdam.
De gewone audiëntie van den minister
van binnenlandsche zaken zal op 22 dezer
niet plaats hebben.
Z. M. heeft, als biyk van goedkeuring
en tevredenheid, de bronzen medaille en een
loffelijk getuigschrift, ingesteld by koninklijk
besluit van 22 September 1855, o. a. toege
kend aan A. De Bes, veerman, en C. D. De
Lange, visscher, te 's-Gravezand, wegens het
met levensgevaar redden op 6 Febr. 1889,
van een TO tal personen, bezig met het lossen
van het stoomschip „Provim;al", dat in den
nieuwen waterweg by den zuidelijken dam
aldaar was gestrand.
Den ritmeester C. M. Sprenger, adjudant
van het 3de reg. huzaren, op pensioen ge
steld en het bedrag van het pensioen be
paald op f 1300 'sjaars.
Benoemd tot substituut-officier van justitie
bij de arrondissements-rechtbank te Groningen,
jhr. mr. W. Alberda van Ekenstein, thans
commies bjj hot departemont van justitie;
tot kantonrechter te Breukolen-Nyenrode, jhr.
mr. J. H. Yan Haersma de With, thans
ambtenaar van het openbaar ministerie bij
de kantongerechten in het arrondissement
Utrecht voor de kantons Amersfoort, Bieu
kelen-Nijenrode en Woerden, ter standplaats
Utric'it.
Leiden, 21 Juni. Tor markt worden bedot
aangevoerd: Oeeon etuka a SfciereD
C stuks 46 a ƒ155. Youlens stuks
a Kalfkoeien 8 stuks f 115.a ƒ262
Melkkoeiea 72 «'tuks ƒ100.a 256.Yare-
koeien *15 stuks ƒ100.— a 220.Yotte koeier.
160 stuks ƒ126.a ƒ260.Kalveren (vette. 90
stuks 26.— a ƒ75.Kalveron (magere) 57 stuke
ƒ4.a ƒ17.Graskalveren stuks
a Schapen (vette) 690 stuke 20.
32.Hamels ivette) stuks a
Schapen (magere) 202 stuks 14.—a 23 Paar
den stuks ffLammoron (magere)
916 stuks ƒ8.50 a ƒ19Lammeren (vette,
jarige) stuks a Yarkens (magere
43 stuks ƒ14.a ƒ21.Varkens (votte)
stuks a Yarkens (biggen) 137 stuks
ƒ7.— a ƒ13.—.
Ter n.arkt aangevoerd: 293 runderen, 147kalveren,
892 - chap en, 916 lammeren en 137 biggen
Ter wekolijkscho Kaasmarkt aangevoerd 50 partijen.
Besteed werd voor Gondsclie kaas van 15 tot 23.50.
20 Juni. Opnieuw vcrkocrclo onze Graan*
markt, bij zeer weinig omzet, in gedrukte stemming.
Weatlandecho Tarwe ƒ0.50 a ƒ8.Zeeuwsche
ƒ7.- n f 10.—. Wcstl. Kogge ƒ5.— a ƒ5.40,
Zeeuwacbo ƒ5. a 5.75. Chevalier-Gerst ƒ5.
a 5.75, Westl. Zomer- ƒ3 50 a ƒ5.50.Korte Haver
ƒ3.50 a 4.25, Lango 2.75 a ƒ3.50. Duiven-
boonen ƒ7.a ƒ8.25. Paardcuboonen 6.a
0.75. Bruinoboonen ƒ9.a ƒ13.— -Groene
Erwten a 10—WittoErwton ƒ0.— a ƒ0.75.
Aan de stadswaag gewogen van 14 tot 20 Juni:
730 achtsten en 59 zestienden vaten boter, wegende
te zamon 15190 kilogrammen. Prijs ƒ44 aƒ52 het
vierde, ƒ1.10 a ƒ1.30 het kilogram.
Gemengd Nlenwi.
Hedonnamiddag omstreeks twee
uren ontstond er brand boven in perceel
Haarlemmerstraat 177, bij de Korkstee waarin
de winkol en hot magazijn van gemaakte
kleedoren van don heer J. is gevestigd. De
brand, welke door de dienstbode werd ont
dekt, kon in den aanvang gestuit worden door
do hulp van de buren en niet het minst van
de dienstbode. Toch zijn er nog eonige klee-
dingstukkon in het wintermagazyn verbrand.
De inmiddels aangerukte weesjongensspuit
behoefde geen water te geven.
Doordien hij pogingen aan-
wenddo om zich eene zitplaats te veroveren
op eon der platte spoor vrachtwagens, welke
omstreeks twee uren hedennamiddag over
de Breestraat alhier voortroed, geraakte de
jeugdige V. d. Z. op de steenen en tevens
in onzachte aanraking met dat voertuig,
waardoor hij kwetsuren bekwam, tot groote
ontsteltenis van hemzelven, van zijne moeder
en van de overige kinderen des huizes. De vader
van don onvoorzichtige bevond zich bij de
komst van dozen niet tehuis, aangezien hy
aan den arbeid was.
De Leidsche studentenroeiver-
eeniging „Njord" heeft gedurende dit seizoen
tien eerste en één tweeden prys behaald.
Een drietal roeiers, met dit succes tevreden,
zullen daarom aan geen wedstryden meer
deelnemen. De oude-vier „Koning Willem"
is door het uittreden der heeren Van Maas-
dyk en Do Vogel ontbondende „junior
sculler" Van Rhede Van der Kloot komt niet
meer uit.
De jonge-vier „Facultas Medica" zal by de
wedstryden der roeivereoniging „De Amstel"
en de Koninklyke Roei- en Zeilvereeniging,
beiden te Amsterdam en respectievelijk op 26
en 29 Juni op den Amstel en het IJ te hou
den, de plaats van de oude-vier innemen.
De jonge twee „Quatre Bras" zal zich niet
meer in den stryd begeven, daarentegen
komen de heeren De Lint en Van Schouwen
als „Varietas delectat" in het nummer „oude
twee" uit.
Alle ploegen worden gestuurd door den hoer
J. Loopuyt.
Alwoder een moordaanslag te
Stompwyk! Gisteravond te elf uren bevond
Otto Rysdyk zich in de herberg aan den Knip-
laan of Scbenkweg, onder Stompwyk gelegen.
In die herberg bevond zich nog iemand, met
wien R. twist kreeg. Buiten gekomen, kwam
er aan dien twist geen einde, ook niet, nadat
de kastelein Hendrik Smit dien had willen
byieggen. De persoon, met wien R. van mee
ning verschilde, was echter intusschen wyse-
lyk zyns weeg3 gegaan. Hierdoor was R.'s
woede evenwel niet bekoeld. Hy wilde die nu
koelen op den onschuldigen kastelein en viel
dozen met een mes aan, waarmede hy hem
aan den hals hoogst ernstig verwondde. De
kastelein stortte, zwaar uit de diepe snede
bloedende, ter aarde.
De chirurgyn Keukenmeester werd terstond
gehaald en verleende de eerste hulp. Men was
bevreesd voor het leven van den kastelein,
zoodat hy reeds gisteravond werd bediend.
De dader is gehuwd en heeft 6 of 7 kinde
ren, waarvan het oudste eerst elf jaar telt.
Een jongmensch, ontslagen brie
vengaarder te Woubrugge, had zich gisteren
voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden,
beklaagd van een aan de post toevertrouwden,
goedgesloten brief, te hebben opengemaakt,
welke brief was afgezonden door den veldwach
ter te Woubrugge.
Deze gaf van de toedracht der zaak de
volgende lezing.
Hy had, correspondent voor eene courant
zynde, een brief aan de redactie daarvan af
gezonden, en de waarnemend telefonist aan
het postbureau, ook correspondent eoner cou
rant, had zyu vriend, den brievengaarder,
waarscbyniyk bewogen dien brief te openen.
Althans, toen hy, veldwachter, aan 't bureau
den brief terugvroeg om er iets by te voegen,
was deze geopend.
Het O. M. achtte de feiten, schending van
het postgeheim opleverende, zeer ernstig en
vorderde 6 maanden gevangenisstraf.
Mr. Ph. A. Haas, van Amsterdam, achtte
het proces-verbaal van den veldwachter als
eenig bewysmiddel onvoldoende, vooral ook
omdat het corpus delicti ontbrak. Spr. stelde
der rechtbank de vraag Wat kon bokl., oen
jongmensch van onberispelyk gedrag, gedre
ven hebben tot het begaan van eene daad,
waarvan hy de strafwaardigheid ten volle
kende en waarby hy geen belang had?
Uitspraak over 8 dagen.
Met de verbouwing van de over
dekte markt in de Wagenstraat te 's-Hago,
tot concert-gebouw, is een begin gemaakt.
Het café en hotel, met de passage en de
daaraan gelegen winkels, blyven bestaan, ter
wyl de „kleine markt" in eene restauratic-
zaal zal worden veranderd. Achter deze zaal
wordt eene groote vestibule of trappenhuis
gevormd, waaraan buffetten enz. grenzen,
en waarin eeue breede trap toegang gooft
naar de bovengaanderyen. De hierachter ge
legen groote ruimte (thans groote markt)
wordt geheel als schouwburgzaal ingericht
en verkrygt eene hoogte van ruim 12 meter
van vloer tot plafond.
Doze zaal met gaanderyen kunnen ruim
duizend personen bevatten.
Het ruime tooneel mot kleedkamers is
bereikbaar uit de Haagpoort, aan welke
straat tevens eenige uitgangen en nooddeur
uitkomen. De uitvoering van het werk ge
schiedt naar het ontwerp en onder leiding
van den Haagschen architect Westra. De
exploitatie der geheele inrichting zal geschieden
door den heer A. G. Tengbergen, directeur
van „Seinpost," te Scheveningen.
Met 1 October a. s. hoopt men met het
geheel gereed te zyn en het „Casino" alsdan
in exploitatie te brengen.
Do Haagsche rechtbank veroor
deelde gisteren de dienstbode, die op naam
harer meesteres voor f 62 sterken drank
haalde en dien opdronk, tot twee maanden,
en den agent van politie, die een tamboer
van de grenadiers mishandelde, terwyl deze
door zijno kameraden naar de kazerne werd
overgebracht, tot ééne maand gevangenisstraf.
Te Apeldoorn woedde den 3den
Juni een hevige brand, als is gemeld, enbo-
kwamen daarby H. Broekhuis en zyn zoontje
ernstige brandwonden. Nadat eerst het kind
is overleden, is thans ook de vader bezweken.
Nog altyd zoekt de politie naar de daders
van den zeer waarschynlyk door kwaadwil
ligen veroorzaakten brand.
In de Brennberger mijn by Pesth
is een schacht ingestort, waarin zich een
groot aantal arbeiders bevonden, die allen
bedolven werden. Dadelyk zyn geneesheeren
en helpers naar de plaats van het ongeluk
gezonden.
Te Böhmischbrod en omstreken,
in Bohemen, heeft eene hevige wolkbreuk
groote schade aangericht. Vele kleine huizen
werden door het van do bergen stroomende
water vernield en vele inwoners ontkwamen
als door een wonder. Één persoon verloor
het leven.
Het gehucht Siewiawna, in het
district Jaroslow, is door brand geheel ver
nield, zoodat ruim 200 gezinnen zonder dak
zyn. De provinciale gouverneur neemt maat
regelen om de ncodiydenden tydelyk tehuis-
vesten.
Het dorp Ostrog, in Russisch
Polen, is grootendeels in de asch gelegd.
Omstreeks 1000 menschen zyn zonder dak.
Inbrandsteklng van een kind.
In Maart 11. kwam by de justitie hetbyna
ongelooflyk bericht dat door een dienstmeisje
een kind van nog geen jaar oud zou zyn in
brand gestoken. By onmiddellyk ingesteld
onderzoek ter plaatse, bleek het bericht al
ras eene treurige waarheid te zyn.
Het slachtoffer was een kindje van C. Hozée,
kastelein in de Haarlemmermeer, omstreeks
10 maanden oud.
Hozée en zyne echtgenoote, benevens een
knecht van hen, verklaarden toen het volgende
Do man was 's morgens in den stal gekomen
en zag dat een vaatje azyn aldaar geheel
leeggeloopen was, doordien de kraan was
opengezet. Hy had zyne vrouw daarop op
merkzaam gemaakt en was weggereden. De
vrouw had gevraagd aan hare dienstbode,
de tegenwoordige beklaagde, oud 14 jaar, of
zy iets er van afwist hoe die kraan openstond;
toen de dienstbode dit ontkennend beant
woordde, was de zaak daarby gebleven. De
vrouw had daarop, geholpen door haren knecht,
in den stal naby het huis eenig huiselijk
werk verricht en terugkomende in de keuken
met den knecht en een driejarig dochtertje,
vroeg zy aan de dienstbode een ketel met
water van de kachel uit de huiskamer te
halen. Onderwyi was haar jongste kind in
die voorkamer, daar zy, vóór naar den stal te
gaan, aan hare dienstbode Aagje gelast bad
in die kamer een leuningstoel met de opening
tegen de tafel te plaatsen en het kind daarin
te zetten.
Terwyl Aagje naar de huiskamer ging, was
de vrouw in den kelder, terwyl de knecht en
hot dochtertje in de keuken achterbleven.
Toen zy met het water teruggekomen was
en dit aan de vrouw gegeven had, ging deze
met knecht en dochtertje weder naar den stal.
Eenige oogenblikken later kwam de vrouw
in huis terug en, nauweiyks in de huiskamer
gekomen, gaf zy een luiden gil. En wel was
daar reden voor, want zy zag veel rook van
haar kind afkomen, terwyl dit hevig schreide.
Het bleek haar nu dat de kleederen van haar
kind aan de rugzydo in vollen gloed stonden
en later bleek dat het rugje van het kind met
brandwonden was overdekt, evenals eenigs
zins het achterhoofd, voorts het linkeroor,
het linkerarmpje en -handje. De knecht, op het
gegil der vrouw uit den stal komende, zag
toen nog Aagje loopen, die zich mot een emmer
naar de nabyzynde Ringvaart begaf. Natuur-
lyk kon niemand anders verdacht worden
dan de dienstbode en hoewel zy alles ontkende
en een listig verhaal verzon als zou het 3 jarige
kind een oogenblik alleen in de kamer ge
weest zyn, waren de vermoedens tegen haar
toch van dien aard, dat zy onmiddellyk ge
vangengenomen werd.
En gisteren had dus deze jeugdige bekl.
zich voor de Haarlemsche rechtbank te ver
dedigen tegen de aanklacht van het Openbaar
Ministerie, dat zy opzetteiyk, met het voor
nemen om het omstreeks tien maanden oude
kind van Hozée van het leven te berooven
of althans dat kind zwaar lichamelyk letsel
toe te brengen, een brandenden lucifer of
ander brandend voorwerp heeft gehouden
hetzy by den stoel, waarop het kind zat,
hetzy by do kleederen van het kind.
Do beklaagde is lichamelyk flink ontwik
keld en gelykt meer op een 18-jarig, dan
een 14-jarig meisje. Zy geeft voorts by na
geen enkel antwoord, kijkt rechtuit en toont
niet het minste gevoel.
Na allerlei verhalen, heeft bekl. eindelyk
voor den rechter-commissaris verklaard dat
zy opzetteiyk een brandenden lucifer naby de
kleederen van het kind op den stoel heeft
geworpen. Zy geeft voor boos te zyn geweest,
omdat Hozée haar over het leegloopen van
het vat azyn eenige onaangename woorden
had gezegd, hetgeen echter door de getuigen
ontkend wordt.
Getuigen Hozée, zyne vrouw en de knecht
verklaarden zooals boven is medegedeeld.
Een andere getuige, by wien bekl. vóór
een paar jaar in dienst was, ondervond tydens
haro aanwezigheid in zyn huis, dat de kleederen
der kinderen verknipt werden, terwyl ook
eens een stuk vuur gevonden werd, hetwelk
achter op do rokken van een in een stoel
zittend kind was gelegd. De rokken waren
toen doorgeschroeid, doch aan het lyfje waren
nog geen brandwonden. Hoewel niemand ooit
iets door Aagje zag uitvoeren van gemelde
zaken, werd zy toch verdacht en kreeg zy
haar ontslag.
Eene tante van beklaagde, die haar verleden
voorjaar in huis genomen had, ondervond ge
durende de 14 dagen, die zy in hare woning
doorbracht, o. a. dat hare brillen vernield
werden, dat 14 gebakken botten in een emmer
met zeepsop werden teruggevonden en dat
het eten met petroleum gekruid was. Alleen
zy en bekl. waren in huis.
Een derde getuige heeft ondervonden dat,
toen bekl. by hem diende, gouden oorbelletjes
van zyne vrouw vernield waren en allerlei
zilveren voorwerpen stuk in de laden werden
gevonden. Ook vond men eens eene hoeveel
heid ham, die door do vrouw gesneden was,
in den steenkolenbak, terwyl kannen melk op
allerlei wyze bedorven werden.
Niemand had iets gezien, doch allen moesten
bekl. verdenken.
By get. Timmer was bekl. een paar jaar
op school geweest. Hoewel zy niet in zyne
klasse was, is get. toch als hoofd der school
in het algemeen op do hoogte van de ont
wikkeling zyner leerlingen. Get. verdeelt zyne
leerlingen in beste, goede en derde soort en
beklaagde behoorde tot de laatste soort, wat
by nadere opheldering blykt geiyk te staan
met volstrekt geene scherpe vermogens te
bezitten.
Hierna verschenen de door den rechter
commissaris benoemde deskundigen dr. Van
Linden van den Heuvel, geneesheer te Haar
lem, en dr. Coert, geneesheer te Moerenberg.
Na een uiterst nauwkeurig onderzoek kwamen
de deskundigen tot de conclusie, dat de be
klaagde krankzinnig is, dat zy iydt aan zoo
genaamde „moral insanity" en niet toereken
baar is.
Ter terechtzitting verklaarden zy nog kor-
telyk, dat hun by hun persooniyk onderzoek
gebleken is: lo. de groote mate van sluw
heid by beklaagdehet herhaald liegen zooals
oen der deskundigen zei, karakteristiek voor
haren toestand, had hem zeer gofrappeerd;
2o. dat de verstandelyke vermogens slecht
ontwikkeld waren.
Op eene vraag van een der rechters of
men er dan niet van kan spreken dat de
hersens nog niet ontwikkeld waren en men
dus moest aannemen, dat bekl. zonder onder
scheid des oordeels heeft gehandeld, antwoord
den de deskundigen, dat hier niet is onontwik-
koling, maar oene ziekeiyke storing van het
denkvermogen. Bekl. zal byv. wel weten, dat,
als zy vuur brengt by het kind, dit aan het
kind pyn zal doen, maar verder kan zy de
gevolgen van hare daad niet nagaan; zy ge
voelt de portée daarvan niet.
De officier van justitie wyst er op dat zy
toch terstond na de beschuldiging zich wist
te redden door de schuld op het 3 jarig kind
te werpen. Hierop antwoordden de deskundi
gen, dat zy ook gezegd hebben dat zy zeer
sluw is en dit by haren toestand past.
Gevraagd of niet-opzending naar een verbe
teringgesticht voldoende zou zyn, verklaarden
beiden dat opname in een krankzinnigenge
sticht nuttig en wenschelyk is.
De president deed vervolgens eonige vragen
aan beklaagde, doch deze antwoordde niet,
evenmin toen de dokter haar op verzoek van
den voorzitter ondervroeg.
De officier van justitie, hierna aan het
woord komende, wees er op welke sensatie
het bericht van deze poging tot doodslag by