N". 8998. I )on(loi'(lag SO Juni. At 1889. <§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 19 Juni. Feuilleton. De kracht der liefde. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Officieel© Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toe zicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brongen bij deze ter algemcene kennis dat door hen vergunning is verloend aan E. H. IJDO, en recht verkrijgenden, tot het plaatsen van een gasmotor in het perceel Kopponhinksteeg No. 4. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 17 Juni 1889. E. KIST, Secretaris. Aan den gemeenteraad wordt door B. en Ws. overgelegd een staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de Plaat selijke directe belasting over 1888, die ge durende den loop van dat .jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zy'n, met voor stel om aan die personen afschrijving of restitutie te verleenen. Wat betreft het ingediende verzoekschrift om afschrijving van H. Van Rossum du Chattel, meenen B. en Ws. in overweging te moeten geven om het verzoek van de hand te wijzen. De commissie van financiën heeft de rekening van de Stedelijke Gasfabriek over 1888 onderzocht en stelt, aangezien dat onder zoek tot geene bedenkingen heeft geleid, voor, die rekeningen goed te keuren, de exploitatie rekening in ontvangst tot een bedrag van 315,034.12, in uitgaaf tot een bedrag van 309,737,27'/, en alzoo sluitende met een saldo van 5290-84'/2 en de rekening van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds in ont vangst tot een bedrag van ƒ14,061.66, in uitgaaf nihil en alzoo sluitende met een saldo van ƒ14,061 66, onder bepaling dat beeren commissarissen gehouden zijn beide saldo's in hunne respectieve eerstvolgende rekeningen te verantwoorden. Wat het batig saldo betreft, dat volgens de rekening ƒ71,444.04 bedraagt, stelt z(j voor dat bedrag te doen storten in de gemeentekas. Tevens stelt zij voor het onlangs ingezonden verslag van commissarissen der Stedelijke Gasfabriek over 1888 voor kennisgeving aan te nemen. Aan de universiteit alhier zijn de volgende examens afgelegd: door de beeren P. Vink- huijzen en J. C. J. Bierens De Haan het voor bereidend-examen in de geneeskunde; H. J. De Witt, het candidaats-examen in de genees kunde J. A. Le Coultre, het 2de natuurkundig examen T. Beekenkamp en P. J. Diephuis, het theoretisch geneeskundig-examen N. Dirk zwager, het candidaats-examen in do rechts geleerdheid; J. W. E. Van Harencarspel en W. C. J. A. Peperkamp, het doctoraal-examen in de rechtsgeleerdheid; A. De Pecker, het voorbereidend-examen in de godgeleerdheid, en G. Van Vloten, het doctoraal-examen in de Semiotische letteren. De collecte voor den gewapenden dienst heeft hier ter stede opgebracht 147.49'/,. Te Koudekerk bracht de collecte 19.44'/, op. Te Scheveningen is, volgens het „Haag- sche Dbl.", niet bekend, dat de komst aldaar van prins Albert van Pruisen zóu zijn ver vroegd. Zij blijft bepaald op 15 of 16 Juü. Men meldt uit Woerden, dd. 18 Juni', Het nieuwgebouwde gemeente- of raadhuis, in Hollandschen renaissance-styl opgetrokken (en, gelijk reeds meermalen werd gemeld, eene getrouwe nabootsing van dat te Nbordwyk- Binnen), werd heden in gebruik gesteld. Het is een, zoowel uit- als inwendig, keurig net uitgevoerd gebouw, dat, met de nieuw aan gelegde boschrijke wandelplaats, ofschoon deze nog slechts ten deele is voltooid, reeds nu een sieraad aan den hoofdingang der gemeente verleent, hetwelk op vele, meer omvangrijke plaatsen, tevergeefs zal gezocht worden. Hetharmoniegezel8Chap verleende qpk weder bij deze gelegenheid zijne goede diensten, terwijl een volksfeest, later een vuurwerk, den dag, welke ook aan eene historische herinnering gewijd was, besloot. De Schach van Perziö, thans de gast van Amsterdam, begaf zich Dinsdag-morgen te 10 u. 30 min. naar het Rijks-Museum, alwaar hij tot ruim 12 uren vertoefde. Met de meeste belangstelling bekeek hij de in het Museum aanwezige meesterwerken en gaf door zijne opmerkingen blijk, te begrijpen wat hy zag. De minister van binnenlandsche zaken, baron Mackay, was mede aanwezig om den vorste- ljjken gast rond te leiden. In het Gulden Boek, liggende in de voorhal, schreef de Schach de navolgende woorden „Als her innering aan onze komst in het Rijks-Museum der stad Amsterdam, schrijf ik onze band- teekening in dit boek. Nasserdin Chah Rad- jaer." Dit was met Perzische karakters ge schreven. Na nogmaals den minister van binnenlandsche zaken voor dit bezoek dank gezegd te hebben, stapte by met zyn gevolg in de rytuigen en toog langs de Heeren gracht naar het Genootschap „Natura Artis Magistra", alwaar Z. M. by het binnenkomen in den tuin met het Perzische volkslied werd verwelkomd. Dr. Westerman verwelkomde den Schach in de galery en leidde hem naar de bovenzaal, alwaar hem een keurige lunch werd aangeboden. Duizenden leden waren in „Artis" aanwezig en juichten den hoogen gast luide toe, die welwillend allen toeknikte. De Schach verwyide wel tot halfvyf in „Artis" en beschouwde alom met belangstel ling de zoo talryke verzameling van dat Ge nootschap; vooral de leeuwen en tygers ver maakten Z. M. zeer, zoodat hy meermalen met zyn wandelstok langs de traliën der hokken sloeg om de aandacht der dieren tot zich te trekken; de grimmige geluiden der dieren, welke juist door de oppassers werden gevoederd, werden met alle aandacht door het hooge gezelschap aangehoord. De zon derlinge capriolen van de leeuwen wekten in hooge mate Zr. Ms. lachlust. Nasserdin scheen byzonder goed geluimd. Hy nam telkens behaaglyk een snuifje en waar hy langs zyn weg dames ontmoette, groette hy lachend tegen haar en sprak hy vleiende woorden over de schoonheden der Nederlandsche vrouwen, wier blond haar en blanke gelaatskleur hem zeer schenen te be koren. Hy vond den dierentuin zeer schoon en vertelde, dat de Berlynsche dierentuin by dien van Amsterdam niet kan halen. Evenwel, de Beriynsche olifanten, die op een rywiel had den gereden, schenen Z. M. Nasserdin bijzon der behagen ingeboezemd te hebben, doch toen hem getoond werd, dat ook de Amster- damsche olifanten eene behooriyke opvoeding hebben genoten en zy allerlei kunstjes kunnen doen, Bcheen dit den vorst byzonder te bevallen. Verder werden door Z. M. het aquarium en de diamantslypery van den heer Daniels in de Zwanenburgerstraat bezocht. Hy werd daar ontvangen door den heer C. E. Daniëls en bezichtigde met veel genoegen de groote diamanten en het siypen der kostbare steenen. De directie had de attentie gehad, een pho- tographisch portret van den Schach met vele kostbare steenen, sierlyk op een zwarten grond nedergelegd, hem ter hand te stellen. De Schach was met deze beleefdheid zeer ingenomen. In het Burgerweeshuis, dat de Schach door de Kalverstraat bereikte, werd de Oostersche vorst ontvangen door regenten en geleid naar de regentenkamer, met zoovele oud-Holland- sche herinneringen gestoffeerd. Tegen halfzes reed de Schach naar het hotel terug, waar hy dineerde. De Schach werd door velen van zyn gevolg begeleid, ook door zyn kleinen talisman, die als een hondje zyn hoogen ge bieder op den voet volgt. Wanneer we vermelden, zegt het „Hbl.". PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedore regel meer ƒ0.174. Grootcro letters naar plaatsruimte. Voor het in- casBOereu buiten de stad wordt 0.10 berekend. f dat de Schach gisteravond den heer Oscar Carré heeft ontboden in zyne loge en hem byzonder harteiyk zyne hooge tevredenheid heeft betuigd over hetgeen Z. M. had gezien, dan blykt daaruit reeds genoegzaam dat de Schach zich zeer heeft vermaakt. Maar Z. M. deed meer. Hy gelastte eene tweede voorstelling op Donderdag a. s., en verklaarde gaarne een of meer van de ballet ten te willen zien, waarvan hy den roem tydens zyn verblyf te Amsterdam heeft hooren verkondigen. Aan dezen last zal worden voldaan. De circus was vol. De loge3 waren ingeno men door de officiëele burgerlyke en militaire wereld der hoofdstad, met enkele uitzonde ringen. De dames, die op gala-avonden door hare tegenwoordigheid zooveel luister byzetten aan de voorstelling of uitvoering met de fraaie toiletten tusschen de schitterende uniformen, ontbraken by de genoodigden. Onder het publiek was het getal dames zeer groot. Het geheele personeel was getooid met de Perzische kleuren, wit en groen de middelloge was met tapyten behangen; de uitvoering gaf van het beste te zien, dat Carré te zien kan geven. De fraaie vergulde stoelen van de gemeente, tot het meubilair van den Stadsschouwburg behoorende, waren in de loge geplaatst. De koningsstoel bleek den Schach wat te hoog te zynhy liet den stoel ruilen voor een kleinere, en nadat de Perzische en Nederlandsche volks liederen waren gespeeld, nam Z. M. plaats, links generaal Verspyck, rechts de burge meester. De levende talisman was in eene zilveren uniform mee, maar versliep een groot deel der voorstelling. De kleine ging van het eene dutje in het andere. De Schach droeg diamanten borststukken en een diamanten medaillon, hangende aan een kleinen ketting. Hy gebruikte een zwarten tooneelkyker, en schoof den bril dan op. De Schach bewonderde de dressuur en applaudisseerde, lachte om oen clown en applau disseerde, zag met aandacht naar de toeren der acrobaten, het schoolryden en het kunst- ryden en applaudisseerde. Hy kwam om half- negen en bleef tot het einde (elf uren). Hedenmorgen te halfelf bezocht de Schach het Koninkiyk Paleis op den Dam. De Schach was in generaals-uniform, met gouden boord sels en nestels en met diamanten knoopen. Een talryke stoet van Perzische edelen, een voudig als altyd gekleed, volgde hem. De intendant des Konings, de heer Van Vessem, Novelle van A. Godin. Uit het Duitsch. 8) Nauweiyks was dit woord haren lippen ontsnapt, of zy scheurde zich los, yide naar e9n der vensters, drukte haar voorhoofd tegen het glas, terwyl zy, als verblind door den glans van de ondergaande zon, hare oogen sloot, ofschoon zy die eigenlyk in het geheel niet zag. Max was haar gevolgd, en fluis terde haar hartstochteiyke woorden in het oor. Toen hy haar weder trachtte te omar men, rukte zy zich los, zeggende: „Laat my, laat m|J 1" De zon was ondergegaanbuiten was alles in duisternis gehuldhet was in het paviljoen ook donker geworden. Haastig was Léonie naar het tafeltje voor den divan gesneld, had de daarover hangende lamp aangestoken en zich met de theekopjes bezig gehouden. De hooge blos op hare wangen, baar snelle adem tocht gaven haar eene vreemde aantrekkeiyk- heid. Zonder haar hoofd naar Max te wen den, die zyne plaats aan het venster niet ver laten had en haar verschrikt nastaarde, zeide zy op smeekenden toon, zooals hy nog niet van haar had gehoord: „Kom nu en dan, maar laat niemand, niemand het merken; wy weten zoo weinig van elkaar, daar hebt gÜ geiyk in. Maar anders kan ik niet tot u spreken het leven is zoo ryk en schoon! Liefde maakt my zoo gelukkig, ik, die nooit iemand heb hef gehad, nooit recht heb be mind, schenk my dat eerste gelukkige uur!" Hare snelle beweging naar de tafel had hem wakker geschud. Hy zag haar niet lan ger aan, maar staarde naar buiten in de donkere schaduwen, welke dieper en dieper werden. „Ik kan niet blyven," zeide hy onrustig. „De Kerstboom is by ons aangestokenmyn kleine jongen wacht op my." „Hy heeft zyne moeder; ik heb niemand. Nauweiyks weet ik dat uw hart my behoort, of gy laat my weer alleenGeheel alleen." De vroolyke uitdrukking was opeens van het gelaat van den man geweken. Hy aar zelde. Iedere snaar van zyn hart trilde van liefde voor de vrouw, die hem zoo begeerens- waard toescheen, naar wier hand zoovelen gestreefd hadden, maar die voor ieder koud bleef en echter hèm zou willen toebehooren. Zonder het zelf te willen, trad hy nader; daar stootte zyn voet tegen de jas, welke van den stoel was gegleden. Toen hy ze opraapte, viel er een klein trompetje op den grond. Dat stukje speelgoed had voor de roos voor Léonie plaats moeten maken; hy had het achteloos in den borstzak van zyne jas gestoken. Het was hem opeens alsof hy het blonde krulkopje van zyn kind daar in de lucht zag afgeteekend. Hy kromp ineen, streek met zyne hand over het voorhoofd en wierp zich aan de voeten van Léonie. Smeekbeden om vergeving en betuigingen van berouw werden in één adem uitgesproken, tot hy even schieiyk opsprong. „Wees niet toornig! Tot morgen!" Toen het geluid der hoefslagen van het in galop naar huis keerend paard in de verte wegstierf, stamelde Léonie in omsamenhan- gende klanken, die uit het diepst harer ziel opwelden, evenals de heete tranen uit hare oogen „Zoo zyn zy allen! Zy vorderen alles van ons: eer, familie, geluk; wy geven het hun met vreugde. Zy echter laten ons alleen!" IV. Eene ontmoeting. De vinnige koude van Januari maakte voor warmere dagen plaats, al was de lucht ook nu on dan nog met een dikken nevel bedekt. Toen om vier uren in den namiddag een militairen begrafenis-optocht zich in de ge lederen schaarde, deden de zonnestralen de koperen muziek-instrumenten, de wapenen der soldaten en de schako's der officieren schitteren. De velden waren voeten hoog met blinkende sneeuw bedekt, de ryp schitterde als duizenden diamanten op boom en struik, als waren zy getuigen van eene vroolyke gebeurtenis. Terwyl de geestelyke zyne graf rede hield, zonk de laatste straal der zon in het westen en mengde de kruitdamp der eere-salvo's zich met de langzaam opkomende nevelstrepen. Hemel en aarde waren met een vaal grauw bedekt, toen men het kerkhof verliet om naar buis te gaan. De schaar nieuwsgierigen, door de muziek naar den godsakker gelokt, ging uit elkaar. De vrienden en kameraden, die in grooten getale waren byeengekomen, begaven zich in groepjes op weg naar de stad. „Jammer genoeg," zeide de overste, terwyl hy den kraag van zyne jas hoog optrok, tot den majoor, die naast hem ging. „Hot regi ment heeft een dapper officier aan hem ver loren." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1