N°. 8998.
Dinsdair 18 Juni.
A0. 1889.
Premie Leidsch Dagblad.
Leiden, 17 Juni.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
feuilleton.
De kracht der liefde.
LEIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke Nommors0.05.
In dit nommer bevindt zich de bon, waar
mede morgen, Dinsdag, de aangekondigde
PREHISBOEHWERKEiü, voor zoover de
voorraad strekt, aan ons Bureel tusschen 9
en G uren kunnen worden afgehaald.
Ten einde uitvoering te kunnen geven
aan het voor onze gemeente zoo belangrijk
aanbod van den heer D. Hartovelt tot oprich
ting van eene Kunstzaal achter het Stedelyk
Museum in de Lakenhal, hetwelk door don
gemeenteraad met erkentelijkheid werd aan
vaard, zyn onderscheidene plannen opgemaakt.
De Kunstzaal zelve is eene groote lang
werpig vierkante ruimte, groot 9.5 X 20
meter, met bovenlicht, waarbij met de togen-
woordige eischen van musea zooveel mogelijk
is rekening gehouden.
Uit den aard der zaak is het wenscheiyk
dat de Kunstzaal direct met het Museum
worde verbonden, ton einde gelegenheid te
geven uit hot Museum, zonder de buitenlucht
te passeeren, de Kunstzaal te kunnen berei
ken, ten gevolge waarvan aan eerstgenoemde
localiteit oenige veranderingen zullen moeten
worden aangebracht.
Van de opgemaakte plannen komt B. en
Ws., na overleg met de commissie van het
Stedelijk Museum en de commissie van fabri
cage, het plan No. 2 het meest gewenscht
voor. Daarbij wordt de trap, naar de eerste
verdieping voerende, weggenomen en weder
geplaatst ter zjjde in de vestibule, zoodanig,
dat zij in de groote zaal boven komt.
Hot daardoor vrij gekomen trappenhuis
wordt verlengd tot aan de Kunstzaal, zoodat
beide gebouwen nu door een ongeveer 4 meter
breeden corridor verbondon zijndeze corridor
is van bovenlicht voorzien en biedt eeno ge
schikte gelegenheid aan voor de plaatsing van
gobelins, kleine schilderijen, wapens enz., waar
door het publiek nog eerder den weg naar
de nieuwe zaal zal inslaan. Ook naar het
oordeel van de commissie van het Museum,
zijn aan dit plan verschillende voordeelen ver
bonden; corridor en Kunstzaal zijn niet zoo
hoog, dat men bevreesd behoeft te zijn dat
het licht in de lokalen van benoden- en boven
verdieping wordt onderschept; bovendien blijft
er voldoende ruimte achter de Kunstzaal open
voor localiteit voor het verrichten van restau-
ratiën. Eene hooge deur is daarbij ontworpen
aan de zjjde van de Bre9poort, uitkomende
in de Lange Scheistraat, waardoor de grootst
mogeiyke stukken in de Kunstzaal kunnen
worden gebracht.
De kosten, aan die veranderingen verbon
den, z(jn geraamd op ongeveer ƒ2300, welke
ten laste van de gemeente zullen moeten
komen.
B. en Ws. geven den gemeenteraad mits
dien in overwoging hen te machtigen tot het
doen aanbrengen van do voorgestelde ver
anderingen aan het gebouw van het Stede
lijk Museum en de noodige gelden beschik
baar te stellen door vaststelling van den over-
gelogden staat van af- en overschrijving op
de begrooting, dienst 1889, strekkende tot
verhooging van Yolgn. 103: Onderhoud van
huizen met ƒ2300, te vinden door afschrij
ving van den post voor Onvoorziene Uitgaven.
Na overleg met den voorzitter der com
missie van fabricage, geven B. en Ws. den
gemeenteraad in overweging aan A. Van Bor-
selen vergunning te verleenen om eene hard-
steenen stoep te leggen op openbaren gemeente
grond vóór zijn huis op de Hooigracht No. 66,
mits op den hoek dor Heerensteeg met een
rond uiteinde afgesloten en overigens volgens
de aan te wijzen rooiing.
De commissie van het Stedelijk Museum
heeft den wensch te kennen gegeven om het
Stedelijk Museum te doen aansluiten aan de
telefoon, ten einde tijdig te kunnen waar
schuwen bij brandgevaar, indien politiehulp
noodig mocht zijn of in andere mogelijke ge
vallen.
Eene aansluiting van het Museum komt ook
B. en Ws. wenschelyk voor, zoodat zy in
overweging geven hen te machtigen een
abonnement voor de telefoon ook voor het
Stedelyk Museum te sluiten.
Door de commissie voor hetzelfde Museum
is B. en Ws. medegedeeld dat, ten gevolge van
het overiyden van de vrouw van den concierge
van het Museum, het noodig is dat de concierge
in staat wordt gesteld in de noodige huis-
houdeiyke hulp te voorzien. Dit is te meer
noodig, nu het aangekochte huis op den Ouden
Singel mede voor het Museum in gebruik is
gesteld en alzoo de werkzaamheden van den
concierge belangryk zyn uitgebreid. Het komt
B. en Ws. voor, dat voorloopig een bedrag van
100 per jaar daarvoor moet worden beschik
baar gesteld, terwyi zy het, met het oog op
de langdurige ziekte van de overledene, ge
durende welken tyd de concierge voor de
noodige hulp heeft zorg gedragen, billijk ach
ten dat hem over dit jaar hot volle bedrag
van ƒ100 worde uitgekeerd. B. en Ws. geven
mitsdien in overweging te besluiten dat aan
den concierge van het Stedelyk Museum wordt
toegekend eene tegemoetkoming ter voorziening
in de kosten van de noodige huishoudolyke
hulp, ten bedrage van ƒ100 per jaar, aan te
vangen met het loopend jaar. Een staat van
af- en overschryving, strekkende tot verhoo
ging van Volg. 88, Bezoldiging van den con
cierge in het Museum met 100, te vinden
door afschry ving van dat bedrag van den Post
voor Onvoorziene Uitgaven, wordt den Baad
ter vaststelling aangeboden.
By Raadsbesluit van 18 April jl. werd
machtiging verleend tot toelating op de Hoogere
Burgerschool voor Jongens van Helena Blan
kenberg on Emma Koppeschaar, in verband
met de opleiding van genoemde meisjes voor
het apothekersvak.
Thans is een dergelyk verzoek ingekomen
van G. W. F. G. Callenfels ten behoeve van
zyne dochter Anna Elisabeth Cornelia Maria,
tegen de inwilliging waarvan noch by den
directeur dor Hoogere Burgerschool, noch by
de Commissie van Toezicht bezwaar bestaat.
B. en Ws. geven daarom in overweging
machtiging te verleenen tot de toelating van
de dochter van adressant tot de Hoogere
Burgerschool voor Jongens, terwyi zy in de
tweede plaats voorstellen, nu eenmaal door
den gemeenteraad het beginsel is aangeno
men dat meisjes op de Jongensschool kunnen
worden toegelaten, aan hun college voor het
vervolg machtiging te verleenen om op dierge-
ïyke verzoeken, welke nader mochten inkomen,
na verhoor van de betrekkelyke autoriteiten,
te beschikken.
Het onderwys in de vrouweiyke hand
werken wordt thans gegeven aan de scholen
Nos. 1 en 2 van de derdo klasse door ééne
eerste onderwijzeres (jaarwedde 350) en twee
tweede onderwyzerossen (jaarwedde 200) en
aan de school No. 3 van de derde klasse door
ééne eerste en ééne tweede onderwyzeres.
By de oprichting van deze laatste school
stond deze alleen en werd voor haar een
afzonderiyk personeel benoemd, doch tot een
minder aantal. Thans, nu de openbare school
van de derde klasse No. 4 is geopend, zullen
de onderwyzerossen van de school No. 3 ook
in de school No. 4 onderwys geven, waardoor
het noodzakeiyk wordt het aantal met ééne
onderwyzeres te vermeerderen.
B. en Ws. stellen daarom voor te besluiten
dat het onderwyzend personeel voor de vrouwe
iyke handwerken aan de scholen van de derde
klasse Nos. 3 en 4 worde vermeerderd met
ééne tweede onderwyzeres.
PRIJS DER ADVERTENTIE!!:
Van 1—6 regela 1.05. Iadore regel moor ƒ0.171.
Grootore lettere naar plaatamiinto. Voor het In-
caeecoren buiten de stad wordt 0.10 borekend.
Tevens bieden zy ter benoeming van eene
tweede onderwyzeres in de vrouweiyke hand
werken de volgende voordracht aan, opgemaakt
in overleg met den arrondissements-schoolop-
ziener: lo. mej. Hendrika Christina Karstens,
2o. mej. Clasina Fortanier en 3o. mej. Maria
Dykman.
Dr. W. Rutgers Van der Loeff, van af
1 Januari 1881 als stads genees- en heel
kundige met groot genoegen werkzaam ge
weest, verzoekt den gemeenteraad met den
laatsten van Juni 1889 uit deze betrekking
ontslagen te worden.
Naar aanleiding van dit verzoek geven B.
en Ws. in overweging aan adressant het
ontslag eervol te verleenen, met ingang van
1 Juli a. s.
De commissie van financiën heeft geene
bedenkingen tegen de ten fine van onderzoek
in hare handen gestelde rekening en verant
woording van de ontvangsten en uitgaven
der Stadsbank van Leening alhier, over het
jaar 1888, in ontvangst tot een bedrag van
ƒ331,126.38 en in uitgaaf tot een bedrag
van ƒ321,168.04, alzoo opleverende een saldo
van 9958.34, waarvan in de eerstvolgende
rekening door commissarissen verantwoording
zal behooren te worden gedaan. Zy stelt
daarom voor die rekening goed te keuren.
Voorts geeft zy in overweging het dividend
ad 1704.09 in de gemeentekas te doen storten.
Dezelfde commissie heeft geene bedenkin
gen tegen de ten fine van onderzoek in hare
handen gestelde rekening en verantwoording
van de ontvangsten en uitgaven der dd.scliut-
tery alhier, over het jaar 1888. Zy stelt der
halve voor die rekening voorloopig vast te
stellen tot een bedrag van ƒ8279,60, zoo in
ontvangst als uitgaaf, alzoo sluitende quitte.
Aan do universiteit alhier is het eerste
natuurkundig examen afgelegd door de heeren
9. J. Blanken en C. A. Van der Loo.
De vyf-en-vyftig3te vergadering der Ge-
westeiyke Vereeniging Zuid-Holland van het
Nederlandsch Onderwyzersgenootschap werd
gisteren gehouden in het sociëteitsgebouw
aan den Kinderdyk. Verschillende onderwys-
voorstellen werden besproken.
Tot afgevaardigden ter algemeone verga
dering, dit jaar te Assen te houden, werd
gekozen de heer N. Brouwer, tot plaatsver
vanger de heer G. Japikse, beiden van Leiden.
De volgende vergadering zal waarschynlyk
door de afdeeling Schiedam ontvangen worden.
De Noderlandsche mail met berichten
uit Batavia kan hier hedenavond worden
verwacht.
Novelle van A. Godin. Uit het Duitsch.
6)
Meta lei de pen neder en sloot het half
heschrevon blad weg. Zy had haar hart lucht
gegeven, doch andere onderwerpen kon zy
niet aanroerendaartoe was haar hart te vol.
Eer zy opstond, bleef haar oog op de beelte
nis harer ouders rusten, die dicht naast elkaar
op den lessenaar stonden. Zy waren beiden
reeds grys en Meta was hun jongste kindj
geboren, toen zy reeds lang getrouwd waren.
Meta's gedachten drongen in de toekomst.
Als Max en ik eenmaal zoo oud zyn, zal hy
nog meer aan zyne vrouw denken dan nul"
Zy lachte by die gedachten, dat haar schoone
Max witte haren en rimpels zou kunnen
hebben, zooals haar vader. De natuurlyke
gelukkige gave van in alle3 iets grappigs te
vinden, riep een schalkachtige trok te voor-
schyn, die nog op haar gelaat zweefde, toon
zy zicb begon uit te kleeden. Het was lang
over tienen; Max vond haar niet gaarne op,
als bij laat thuiskwam! Terwyl zy hare japon
losdeed, vielen er eenige verwelkte heliotro
pen op den grond.
Toen de kapitein laat in den nacht thuis
kwam, vernam hy niet het minste geritsel
in de kamer. Behoedzaam zette hy het licht
neer en bleef een oogenblik voor het bed
zyner vrouw staan. De zware, bruine vlech
ten, welke zy 's nachts nooit vastliet, vielen
op hare borst, welke zich in den slaap rustig
op en neder bewoog. Toch scheen haar ge
zichtje hem heden bleek en treurig. Hy
hoopte, dat zy de oogen mocht opslaan, welke
zich steeds met innige vreugde op hem ge
vestigd hadden; ook had hy gaarne nog een
beetje gepraat, want hy was byzonder vroo-
lyk gestemd. Toen hy zyne hand bewoog om
Meta's wangen of heur haar aan te raken,
voer eene nauweiyks merkbare siddering haar
door de leden.
„Zou zy wakker zyn?"
Hy trok zyne hand terug. Eene eigenaar
dige, verlegen uitdrukking, die spoedig voor
trotschen overmoed plaats maakte, gleed over
zyn jeugdig gelaat. Een ander beeld deed zich
aan zyne verbeelding voor. Na eenige minu
ten was hy ingeslapendonkere, vurige oogen
groetten hem in den droom.
HL
Lóonie.
De winter bracht geene witte Kerstdagen.
In de tweede helft van December woei er
zulk een zuidwesten-wind, dat in besloten
tuinen de boomen begonnen uit te botten.
Heden duidde echter eene dunne yskorst,
welke het land bedekte, de komst van een
strengeren meester aan. De grond kraakte
onder do hoeven van een paard in snellen
4raf, welks beryder do frissche lucht met volle
teugen inademde. Toen na eene kromming
van den straatweg, een statig grauw huis te
midden van uitgestrekte velden en weilanden
zich aan zyn oog vertoonde, spoorde de offi
cier 2yn paard tot grooteren spoed aan, en
sloeg woldra den zyweg in, die naar eene
buitenplaats leidde. Terwyl hy langs de schut
ting van een uitgestrekten tuin reed, dwaalde
zyn oog achteloos over dorre boomen en ver
dorde bloembedden, doch eensklaps trof een
gekleurd voorwerp zyn oog. Het was een
fladderend rood zyden doek, dat uit het ge
opende vonster van een tuinhuis woei. Zyn
scherpe soldatenblik onderscheidde op het
zelfde oogenblik de omtrekken van eene ge
stalte, wier hand het teeken gaf.
Vriendelyk groetend, reed de officier naar
het tuinhek, dat hy gesloten vond; hy slin
gerde zich uit den zadel, en, zyn paard by
den teugel leidend, stapte hy den tuin in.
Op hqtzelfde oogenblik verscheen eeno schoone,
slanke vrouw onder de veranda van het
zomerhuisje, trad gracieus de trappen af en
wachtte den naderenden officier op, dio haar
toeriep„Hier in den tuin vind ik u dus,
mevrouw
„Ja, het is zoo heerlyk hier, al is het ook
haast Kerstfeest," antwoordde zy vrooiyk,
zonder hare hand terug te trekken, die hy
vasthield en met warme kussen bedekte, „en,"
ging zy voort, „ik bon hier heel alleen, myne
verwanten zyn voor zaken naar B. gereden
ik was ook geïnviteerd, maar ik vind niets
zoo verdrietig, als een Kerstavond onder
vreemden. Het was moeilyk er van af te
komen, doch ik liet hen maar op my knor
ren en bleef hier. Eindelyk eens zoo alleen
te wezen, is een feest op zichzelf." „Dus ben
ik eigeniyk een spelbreker?" De vraag klonk
verontschuldigend, doch zyne oogen schitter
den van overmoed.
„Gy komt niet zonder verwacht te worden,"
hernam Léonie.
„Is het werkeiyk waar?" riep hy verheugd.
Haar gloeiende blik trof den zynen. Beiden
zwegen. Zy trok hare hand terug. „Als gy het
goedvindt, keuvelen wy hier in het paviljoen.
Het is zoo leeg en somber in het kasteel,
daarom heb ik vandaag alles hier laten bren
gen; het is hier veel gezelliger."
Wordt vervolgd.)