N°. 8988.
Vrijdag 7 JTniii.
A0. 1889.
(Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
ran gon- en feestdagen, uitgegeven.
lit nommer bestaat nit TWEB
Bladen.
Leiden, 6 Juni.
Femlleton.
DE SIGARET.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUB DEZER COURANT:
Tooi I*id*n por t mundon1.10.
Tronoo per poot1.10.
Afiondorlijto Nommero0.05.
PRUS DER ADVERTENTIEN:
Vwi 16 regel» f 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere lettere neer pleateruimte. Yoor het in-
ceeeeeren hniten de et&d wordt 0.10 berekend.
Officieel© Kennit^eyiii^en.
De Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter
algemeene kennis dat op heden aan den ontvangor
der Directe Belastingen alhier is ter hand gesteld
het 4do kwartaalö-kohier van het patontrecht dienst
1888/89, executoir verklaard den 4den Juni 1889,
en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne
verplichting om hunnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
L ei d o nDe Burgemeester voornoemd,
6 Juni 1889. DE KANTER.
Met 13 tegen 10 stemmen heeft de ge
meenteraad hedenmiddag besloten de bestaande
verordening op de inkomstenbelasting alhier
te handhaven.
Door de alhier zitting houdende com
missie, belast met het afnemen van het prac-
tisch apothekers-examen, zyn tot apotheker
bevorderd de heeren I. J. v. d. Berg, A. Gouka,
Th. N. M. Hillen, M. T. De Jong, P. L. N.
Roldanus en L. Schouten.
Aan de universiteit alhier zijn met gun
stig gevolg de volgende examens afgelegd:
door den heer A. Suter het doctoraal-examen
in de staatswetenschap, en door den heer
J. Ten Bruggenkate cum laude het voorbe
reidend examen in de godgeleerdheid.
De Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde te Leiden zal 20 Juni hare ge
wone jaarlyksc-ho vergadering houden, onder
voorzitterschap van prof Acquoy. O. a. zal
worden behandeld een voorstel, om de jaar
wedde van den secretaris hoogstens op f 400,
die van den bibliothecaris hoogstens op f 200
te brengen. Ter vervanging van prof. De
Vries als lid van het bestuur zal de verga
dering moeten kiezen uit de hoeren dr. Pleyte
en Seipgens. In plaats van den secretaris
bibliothecaris dr. Kluyver, die met 1 Maart
op z(jn verzoek eervol ontslagen werd, worden
voorgedragen de heeren dr. W. P. Woltera
en dr. J. W. Muller.
Er zullen wederom 20 binnenlandsche en
3 buitenlandsche leden worden gekozener
zyn respectievelyk 75 en 9 candidaten.
Tot commissaris-voorzitter van de stu
denten sociëteit „Minerva" alhier is gekozen
de heer G. Michiels Van Kessenich.
De heer F. Oberman, predikant te Leiden,
zal Maandag a. s., des voormiddags te halftien,
in de kerk der Hervormden te Hoogmade
als voorganger optreden.
De adspirant-machinist-leerling G. H.
Hamersma te Leiden, die voor eene plaatsing
als machinist-leerling 2de kl. by deopleidirg
te Hellevoetsluis in aanmerking kwam, heeft
daarvoor bedankt. In zijne plaats is nu be
noemd P. J. Bal, te Middelburg, die op het
examen No. 16 verwierf.
De tydeiyk met het bevel over de lste
afdeeling van het 2de reg. veld artillerie be
laste kapitein H. H. Bamaer, van het lste
reg. veld art., komt in garnizoen te Leiden.
Hedennamiddag ontvingen we de Indische
bladen van 30 April tot 6 Mei, alsmede de
„Deli Courant" van 1 tot 4 Mei.
Te Amsterdam had op 2 Juni de XlVde
Algemeene Jaarvergadering der Nederland
sche Toonkunstenaars-Vereeniging plaats.
Nadat door den voorzitter, den heer W. F.
G. Nicolal, de leden, in vrij grooten getale
opgekomen, waren verwelkomd, werden door
den lsten secretaris, den heer A. J. Acker-
mann, de notulen der vorige algemeene ver
gadering en daarna het verslag over het
genootschappelijke jaar 1888/89 gelezen en
met applaus bezegeld.
Uit het jaarverslag bliek dat do toestand
der Vereeniging reden geeft tot tevredenheid.
Het getal der gewone (kunstenaare)-leden be
droeg op ultimo April 175, dat der belang
stellende leden 426.
Behalve de uitvoering te Leiden, op 25
Mei 1888 gehouden, en waarop verschillende
composities van Nederlanders waren uitge
voerd en zich mej. AVia Dikema uit Leiden,
de heer Joh. Smit uit Utrecht en de heer
L. Leonides Van Praag uit Leiden als solisten
met grooten bijval hadden doen hooren, wer
den uitvoeringen gegeven te Rotterdam,
Dordrecht (twee; en 's Gravenhago; de pro
gramma's bevatten, op enkele uitzonderingen
na, hoofdzakelijk werken van Nederlanders.
Uit het Ondersteuningsfonds werden aan twee
gewone leden toelagen verleend tot een ge
zamenlijk bedrag van f 300; dit fonds steeg
van f 5642.19 tot f 6184.19.
Wat de werkzaamheden der XlVde Alge
meene Vergadering betreft, zoo bestonden
die a. in de herkiezing met nagenoeg alge
meene stemmen van de aftredende bestuur
ders G. A. Heinze en H. A. Meijroos, die
beidon deze herbenoeming aannamenb. in
de behandeling van een voorstel door het be
stuur om eene of meer kleinere composities
van gewone leden, die daarvoor honorarium
zullen ontvangen, voor rekening dor Vereeni
ging uit te geven en kosteloos aan ieder lid
t.e doen toekomen.
Na de opening der vergadering deelde de
voorzitter mede dat met algemeene stemmen
de eere-premie was toegekend aan den heer
S. Van Milligen, den componist der opera
„Brinio".
Alle corre8pondeerende leden werden her
benoemd.
Na eene plechtige uitvaart, werd heden
voormiddag op de R.-K. Begraafplaats te
's-Hage ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van den Zeer Eerw. heer Th. L. Kox-
hoorn, in leven rector van het gesticht
Schiefbaan-Hovius. De kinderen der stichting
waren allen in rouwkleeding bij den lijkdienst
tegenwoordig.
Naar het „Haagsche Dbl." verneemt,
zijn vanwege den Staat te 's-Hage aange
kocht eenige perceelen aan de Hofstraat, in
de onmiddellijke nabijheid van de Hofpoort
en waartoe ook behoort een gedeelte van het
huis, waarin het „Café-Chantant Alcazar"
geëxploiteerd wordt.
Bedoelde panden zouden naar men zegt
bij de aangrenzende Rijksgebouwen worden
aangetrokken.
Op „Eik en Duinen" te 's-Hage waren
heden een groot aantal hoofdofficieren en
officieren zoowel in actieven dienst als ge
pensioneerde vereenigd om eene laatste hulde
te brengen aan den overleden gen.-majoor
der artillerie K. H. Van Diepenbrugge. Op de
lijkkist lag een groot aantal kransen. Aan
het graf werd niet gesproken. Onder de aan
wezigen werden opgemerkt de oud minister
van oorlog Beijon, de gen.-majoor Van Helden,
de gepens. generaals Kretzer en Loder en
de kolonel van het 3do regt. huzaren jhr.
Teding van Berkhout.
De Koningin en het Prinsesje zijn op
Het Loo aangekomen. De koninklijke stan
daard is weer op het paleis geheschen.
De lste luit. W. D. A. Ophorst, van
het 4do reg. inf., is door den minister van
oorlog benoemd tot bataljons adjudant by het
corps, en in verband daarmede ontheven uit
zjjne functie van officier voor speciale diensten.
De minister van oorlog heeft f 500 als
prijs toegezegd voor den besten hengst, ge
schikt voor het fokken van remonte-paarden,
bij de a. s. landbouwtentoonstelling te Ber-
gen-op-Zoom.
Bjj koninklijk besluit is aan jhr. mr.
A. F. de Savornin Lohman, lid van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als lid der commissie,
belast met hot afnemen der diplomatieke
examens, onder dankbetuiging voor de in
die betrekking door hem' bewezen diensten,
en in diens plaats tot lid van voornoemde
commissie benoemd de heer D. Cordes, voor
zitter van de Kamer van Koophandel te Am
sterdam.
Door den minister van koloniën zijn
de heeren H. Van Gelderen, C. F. Stoel en
P. J. Bertel gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indiö,
om te worden benoemd tot adspirant ingenieur
bij don waterstaat en de burgerlijke open
bare werken daar te lande.
De minister van marine brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de commissie,
belast met het afnemen van het examen tot
toelating van jongelieden als adspirant-admi-
nistrateur by de zeemacht, is samengesteld
als volgt: voorzitter: G. H. C. Van Nuys,
inspecteur van administratie by dezeemacht;
leden: M. C. Hazenberg, officier van admi
nistratie lste kl.C. A. Hofman en J. Schmal,
hoofden van openbare lagere scholen te 's Gra-
venhage.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis dat de eind
examens van de RyksBchool voor kunstny-
vorheid en van de Ryksnormaalschool voor
teekenonderwyzers in hot openbaar zullen
plaats hebben in het Ryksmuseumgebouw
te Amsterdam op 1 Juli 1889 en volgende
dagen.
By koninkiyk besluit van 5 Juni zyn
verplaatst: de controleurs der dir. bel. en van
het kadasterM. M. J. Colen van Utrecht
naar 's-Grarenhage, en R. Nicolaï van's-Her-
togenbosch naar Utrecht.
De gewone audiëntie van den minister
van binnenlandsche zaken zal op Zaterdag
8 dezer niet plaats hebben.
Z. M. heeft aan den secretaris der ge
meenten Barwoutswaarder, Waarder en Riet
veld, W. Paling Lzn., toestemming verleend
om tot 1 Mei 1891 te Woerden te biyven
wonen- bepaald dat tydelyk met het bevel
over de Ilde afdeeling van het 2de regiment
veld-artillerie zal worden belast de kapitein
H. H. Ramaer, adjudant van het lste regi
ment veldartillerie; met iDgang van 1
Augustus a. s.lo. den kapitein H. M. Van
der Schroeff, plaatselyk adjudant te Wieric-
kerschans, op pensioen gesteld, en het be
drag daarvan bepaald op 1300 'sjaars;2e.
benoemd by den plaatselyken staf, tot plaat
selyk adjudant te Bergen-op Zoom, don kapi
tein L. Laurenzen, van het 3de reg. inf.
Het stoomschip „Prinses Wilhelmina",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 4
Naar het Fransch, van Jules Claretie.
3) - Dook JOHANNA.
Door veelvuldige bezoeken, aan kwakzalvers
en lieden, die met kruiden en zalfjes de zie
ken weer op de been hielpen, had hy zelfs
eene essenco uit de eene of andere giftplant
laten bereiden, aconieè nameiyk, dat hy in
een ring aan zyn vinger wist te verbergen;
een man moest, volgens hem, vry over zyn
leen kunnen beschikkeneen mes heeft men
niet altoos by de hand, en kan ons ontno
men worden; een ring heeft men slechts aan
de lippen te brongen en men is vry!
Zoo dacht Araquil er over. Eens ontmoette
deze jongeling hij was toen omtrent 25
jaar en werd bemind zonder zelf nog op
iemand verliefd te zyn de Romeria, juist
op Paasch-Maandag, een schoon meisje, Pepa
Cbigaray, dat hem, evenals de andere meisjes,
een dans had beloofd. Amor weet dan, dunkt
my, het best zyne pijlen te richten, als het
hoofd door muziek en dans op hol is gebracht,
want noch Juan, noch Pepa konden deze
eerste ontmoeting vergetendans en muziek
in de open lucht werken meer betooverend,
zou ik zeggen, dan onze beroemde Spaansche
cider. Sedert dezen Paasch Maandag was Juan
Araquil, die anders zoo vrooiyk was, stil en
somber geworden, en Pepa Tiburcio Cbigaray
was ook veel minder vrooiyk. Aan alles was
de liefde schuld, eene plotseling opgekomen,
innige liefde.
Zy zag zyn beeld in hare droomen, en hy
dacht bestendig aan haar. Hy geleek wel een
tuin, waaruit alle bloemen geroofd zyn, die
arme Araquil, zoo treurig was hyknorrig
was hy ook; geen wonder, want hy had geen
douro op zak, terwyl Pepa ryk was; en had
de ongevoelige vader niet gezegd, dat hy
nimmer zijne dochter zou geven aan een
man, wiens geheele fortuin in zyn kaatsbal
bestond?
Op zekeren dag zei Araquil tot Chigaray
Pepa bemint myzy heeft my hare liefde
beleden."
„Zy heeft het ook aan my gezegd," ant
woordde de vader.
„Ik aanbid haar," hernam Araquil„ik zal
my dooden als ik haar niet hebben mag. Wat
wilt ge dat ik doen zal om haar te verdienen
„Hetgeen ik zelf gedaan zou h6bben," ant
woordde de pachter; „werken en iets in de
huishouding meebrengen."
„Ik heb myn leven lang niet gezwoegd
om nu myn geld en myne dochter weg te
werpen aan iemand, die niets doet-, dan do
Romeria's afloopenzoodra gy my komt ver
tellen, dat ge eene kleine som hebt bespaard,
en ook uw deel tot de huishouding kunt by-
brengen, zult ge Pepa tot vrouw hebben,
omdat zy u bemint.
„En hoeveel zou ik dan moeten bezitten?"
vroeg Juan.
„Twee duizend douros."
„Twee duizend douros! waar moet ik die
vandaan halen?" hernam Araquil, die wit als
een lyk werd.
„Wel, ik heb ze in den grond gevonden,"
antwoordde de pachter; „gy moet ook maar
zoeken."
Tiburcio was er de man niet naar, om
zyn eens gegeven woord terug te nemen,
neen, dat deed hy nimmer. Araquil kon zich
dooden als hy zulks verkoos, of wel, hy kon
gaan zwoegon om zo te verdienen, Pepa
gehoorzaamde, als eene trouwe dochter aan
haren vader, maar, ofschoon zy zeer veel van
den schoonen jongeling hield, schikte zy er
zich toch in te wachten tot Juan den bedon
gen bruidsschat verdiend zou hebben. Doch
in hunne geheime samenkomsten, of ook wel
in tegenwoordigheid van haren vader, vorborg
zy niet voor Araquil, dat zy voor hem eene
genegenheid koesterde, welke twee wezens
tot den dood aan elkander verbindt. Zy had
hem zelfs gezworen, gozworen by den Bybel
harer overleden moeder, dat, als zy hem niet'
mocht huwen, zij nimmer hare hand aan een
anderen minnaar zoude schenken. Een dergo-
ïyke eed, afgelegd door een meisje, dat zoo
schoon was als do dag, was wel geschikt
om een stoutmoedige nog meer aan te vuren.
Don Juan zeide du3 tot zichzelven„Ja, ja,
ik zal de twee duizend douros verdienen."
„Hoe en waar, dat weet ik nog niet, maar
ik zal ze verdienenja, verdienen zal ik ze."
En duizend denkbeelden vlogen hem door hot
hoofd, van hetgeen hy zou kunnen om ze te
verkrygen.
Hy stootte zich byna het hoofd te bersten,
uit spyt dat hy te St.-Sebastiaan eens eene
weddenschap verloor tegen eene tegenparty
van Tolosa; het scheelde slechts één punt,
één punt slechts.
Men had zoo hoog gewed dat, als Araquil
gewonnen had, zou het misschien den grondslag
tot zyn geluk hebben gelegd.
(Wordt vervolgd.)