N#. 8983
Zaterdag 1 .Tmii.
A0. 1889.
(§ezs (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Zomerdienst.
Leiden, 31 Mei.
Feuilleton.
DE DELAHAIES.
DAGBjl
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera.70.0S.
Bij dit nummer van het „Leidsch
Dagblad" wordt onzen Abonné's de
ZOMERDIENSTREGELING der van
Leiden vertrekkende spoorwegen,
stoomtrams en stoombooten aange
boden.
In overeenstemming met de rapporten der
commissie van fabricage, geven B. en Ws. den
gemeenteraad in overwoging:
lo. aan de wed. J. A. Meiman, te Warmond,
vergunning te verleenen om langs de kade van
den Elsgeesterpolder voor haar eigendom twee
gedeelten schoeiing te maken in de Haarlem
mertrekvaart, ter lengte van 60 en van 70
meters, mits zulks geschiede onder toezicht
van den gemeente-architect en de bestaande
oeverlyn worde gevolgd, zonder een gedeelte
van de vaart in te nemen en voor een be
hoorlijk onderhoud voor hare rekening zorg
worde gedragen;
2o. a te verklaren dat drie centiaren van
de openbare straat der Nieuwstraat, gelegen
voor het hoekhuis Nieuwstraat en Beschuit
steeg, niet meer voor den openbaren dienst
bestemd zyn
b dien grond in eigendom af te staan aan
J. De Koning, om te worden verheeld aan het
huis, kadastraal bekend onder Sectie I, No. 216,
mits zulks geschiede onder toezicht van rooi
meesters en tegen betaling van een koopprijs
van 15 of 5 per centiare, benevens van de
kosten van overdracht;
3o. aan J. W. Boekwyt te kennen te geven
dat bezwaar bestaat thans de gevraagde ver
gunning te verleenen tot demping van een
gedeelte der Witte Singelsloot, doch dat zijn
verzoek in nadere overwoging zal worden ge
nomen, wanneer door de eigenaars van de aan
grenzende perceelen tusschen de twee dwars-
slooten gelijke vergunning wordt aangevraagd
4o. aan C. Goekoop, die te kennen geeft
dat op de Middolstegracht juist vlak tegen den
muur van zijn tuin is geplaatst een telefoon
paal, waardoor het inklimmen in zijn tuin
zeer gemakkelijk is gemaakt en hij nu reeds
veel last daarvan ondervindt, mede te doelen
dat er geene termen bestaan om maatregelen
te nemen ten einde te bevorderen dat de tele
foonpaal worde verplaatst;
5o. aan het college van B. en Ws. machti
ging te verleenen tot het doen herstellen van
Schets uit het Limburgsch Stroopersleven.
27) door Mr. CLOYIS.
De beide mannen wierpen elkander een
veolbeteekenenden blik toe, maar spraken niet.
Toen echter Marianne zich enkele oogen
blikken later even verwijderde, stond de jong
ste der Delahaies van zjjn stoel op, ging vlak
voor zjjn vador staan, kruiste de armen en
zeide toenVajer, noe is de tied gekomme
dat veer ös moote wrêke, veer hübbe et Louis
op het tribunaal geschwore, veer mooten den
eid halden.
En Warstra en Marianne? vroeg de vader
eenigszins aarzelend.
De veldwachter is wied van hie; op dê kan
het de baron neet verhaole, wat veer ouch doon.
En wat wies te dan doon?
Wat ich doon wilMit de nujje maon zul
len veer de rooien haon boven op het daak
van den baron laoten kreien en as er dan
oes z'n hoes durft komme, dan sheeten veer
em kapot prompt zoe as er de mins van
Marianne heet lakten kapot sheete.
Eelco had met stomme verbazing dit ge
sprek aangehoord; hij had geen begrip van
de woning van den pachter van de haard-
asch en vuilnis, waarvan de kosten zijn ge
raamd op ƒ500, zullende later een voorstel
worden ingediend tot verhooging van het be
trekkelijk artikel der begrooting voor dit jaar.
Wegens de voorwaarden der verpachting
van de haardasch en de vuilnis, is de pach
ter wel verplicht tot het in goeden staat
onderhouden der aan hem in gebruik gegeven
gebouwen, maar de toestand is, naar de com
missie van fabricage mededeelt, van dien aard,
dat belangrijke herstellingen en vernieuwingen
vereischt worden, welke niet kunnen geacht
worden onder dat verplicht onderhoud te wor
den gerekend. De kosten daarvan worden ge
raamd op f 2400, waarop by de begrooting
voor het volgende jaar moet worden gerekend,
maar waarvoor reeds voor dit jaar eene som
van 500 moet worden beschikbaar gesteld,
omdat de herstellingen aan het woonhuis geen
uitstel kunnen lijden.
Het voorjaar, met het anders daarmee
gepaard gaande winterachtige weder, heeft
afscheid van ons genomenmaar toch laat
Leidens Mannenkoor niet na zijne buitengewone
leden en genoodigden met hunne dames te
doen proflteeren van muziekuitvoeringen,
welke niet minder bezocht zjjn dan die in
het hartje van den winter, als ze in de Stads-
zaal gegeven worden. Eene uitstekende gele
genheid vond het daartoe andermaal Woensdag
avond in de groote zaal van Zomerzorg, waar
velen zich tevens eene plaats hadden ver
kozen onder de ruime veranda van den weder
in zijn fraai zomerkostuum prijkenden tuin.
Wijl veranda en zaal zoogoed als één ge
heel vormden, was in laatstgenoemde aan de
temperatuur mede heel wat van het winter
achtige ontnomen en had er integendeel de
maagdelijke zomergeur reeds vrijen toegang.
Ook het concert zelf droeg er toe b(j om
den avond aangenaam te maken. Afwisseling,
verscheidenheid was in de samenstelling van
het programma betracht, al werden ook niet
alle nummers voor de eerste maal ter kennis
making aangeboden.
Het geheel vond zeer veel bijval. De koren
liepen flink van stapel, hetzij zy alleen
optraden, hetzy ze werden afgewisseld n.et
solo's voor tenor, waarvan de vertolker, de
heer J. F. M., als dilettant, zich zelfs als
zyne taak in verband met den omvang van
zyn orgaan, zeer moeilyk kon genoemd wor
den met lof kweet, te meer, daar hy zich,
naar wy vernamen, als solist nog slechts
hoogst zelden had doen hooren.
Dit laatste was echter niet het geval met
wat de jonge Delahaie bedoelde met de woor
den: „wrêke en geschwore"; alleen had hy
verstaan dat de rooie haan boven op het dak
van den baron zoude kraaien en dit had in
de hoogste mate zyne nieuwsgierigheid ge
prikkeld; de groote rooie haan op het erf
van den baron met de nieuwe maan boven
op het dak van diens kasteel te zien kraaien,
dat was iets, wat hy bepaald zien wilde, dat
moest volgens zyne kinderlyke verbeelding
een buitengewoon aardig gezicht zyn.
En terwyl het gesprek op levendige wyze
door de beide Delahaies werd voortgezet,
spoedde Eelco zich naar buiten en liep naar
het landgoed, dat zich nog trotsch en fier
op den top van den heuvel verhief.'
Niet zonder bepaalde verwondering zag
Trinet haren vroegeren beschermeling het erf
betreden, waarop hy zoo lang den voet niet
meer had gezet.
Wat kums te doon, jong? vroeg zy hom
dan ook op eenigszins verbaasden toon.
Ik kom naar den rooien haan zien.
Wat hubs te dao aon te zien? dê hubs te
toch zoe duks gezeen.
Ja, maar ik heb hem nog nooit zien kraaien
boven op het dak.
Op het daak kreien, dat deit er auch neet
ze hObbe dich gekuldl) jungske.
mevr. V. r. W., die daarentegen in de Leidsche
muzikalo kringen reeds als eene goede be
kende staat aangeschreven en daarom in haar
wederoptreden een naam had te handhaven.
In hoeverre zy daarin, met de pianobegeleiding
van den heer Mann, slaagde, de herhaalde toe
juichingen en het voortdurend applaus na
hare laatste voordracht tot zy nog een nommer
ten beste had gegeven, waren er om op het
duidelykst voor het welslagen daarvan te
getuigen.
De heer H. J. C., die als violist een drietal
nommers van het programma op zich had
genomen, gaf ons de overtuiging dat, sedert
we hem de laatste maal mochten hooren, hy
niet weinig in spel en voordracht was vooruit
gegaan, zoodat wy hem in elk zyner voor
drachten, in genre van elkaar belangryk onder
scheiden, nog meer dan dit reeds vroeger het
geval was, leerden waardoeren. Wegens het
geacheveerde in de vertolking, welke eveneens,
gelyk de koornommers, met een verdienstelyk
piano-accompagnement gepaard ging, bleef de
gunstige indruk ook nu niet op het audito
rium achterwege, maar genoot dit, getuige
de buitengemeene aandacht, welke hem ge
schonken werd, in hooge mate, zóó, dat ook
nu naar meer verlangd werd, aan welk ver
langen bereidwillig werd voldaan.
En zoo mocht met iedereen insgeiyks de
heer Taylor, als directeur, met genoegen op
dezen avond, aan het einde gevolgd door eene
flksche zomersche regenbui, terugzien.
Dat het weder in de Meimaand dit jaar
gunstig verschilt met dat in die maand van
vorige jaren, ondervonden gisteravond ook
zy, die in grooten getale nedergezeten waren in
den aangenamen tuin van Musis Sacrum, waar
het stafmuziekcorps van het vierde regiment
infanterie zich, onder leiding des heeron Mann,
liet hooren.
Had Musis' bestuur andere jaren nauwe-
lyks den moed, met het oog op de tempo
ratuur en de geheele weersgesteldheid, in Mei
per week een matinée te doen plaats hebben,
thans durfde het eene buitengewone soiree
uitschryven en zag dien moed schitterend
beloond.
Do muziekuitvoering zelve gaf stof tot
volle tevredenheid; men stelde de muziek
op prys en toonde niet alloen geestdrift voor
op effect berekende stukken, als byv. Eilen-
bergs „Die Wachtparade kommt," maar wydde
ook de grootste aandacht aan meer degelyko
muziek, als byv. de „Fantaisie sur des motifs
de l'opéra „Hamlet," de Thomas, van Mann,
een toonwerk, waarmede zoowel directeur als
Neen, noonk Delahaie heeft het duidelyk
tegen grampeer gezegdik heb het goed ver
staan, hoor, dat met de nieuwe maan de
rooie haan boven op het dak van den baron
zal kraaien.
Als door den donder getroffen, bleef Trinet
staan; het was of hare spraak plotseling be
lemmerd was, of zy geen geluid meer kon
gevenmet groote, wyd opengespalkte oogen
bleef zy het kind slechts aanstaren.
En wanneer komt de nieuwe maan? vroeg
de kleine weer.
Zy was niet in staat eenig antwoord te
geven; met loome, zware schreden waggelde
zy naar de stallen, het knaapje achterlatende
in stille bewondering voor den grooten haan,
die volgens zyne verbeelding straks zoo hoog
zoude vliegen.
Ook van de andere dienaren maakte zich
eene algemeene ontsteltenis meester.
Wat moet er gedaan worden? was natuur-
lyk de eerste vraag, welke allen zich stelden.
Moot de baron gewaarschuwd worden?
Allen meenden dat dit noodzakelyk was, maar
niemand durfde zich met die boodschap belasten.
Men besloot door het lot te laten beslissen,
aan wien deze verschrikkelyke taak zoudo
opgedragen worden. Angstig, met beklemd
gemoed, begaf de aangewezene zich tot zyn
PRIJS D&R ADVERTENTIEN:
Y»n 18 regel» 1.05. Iedere regel meer 9.171»
Grootere letten neer pUaternlmte. Voor bet In-
euaeeren bulten de eted wordt 0.1D berekend.
orkestleden zich van de gunstigste zyde deden
kennen en de meeste waardeering onder
vonden. Dit eerste avondconcert doet voor de-
volgende muziekuitvoeringen wederom hooge
verwachtingen koesteren.
De 36ste algemeene vergadering van het
„Nederlandsch Jongelingsverbond" werd gis
teren alhier gehouden in het gebouw der
Jongelingsvereeniging in de Janvossensteeg,
waar de punten, vroeger reeds door ons mede
gedeeld, werden besproken. Na afloop der
flink bezochte vergadering vereer.igde men
zich aan een gemeenschappeiyken maaltyd
in de Stadszaal om zich vervolgens te begeven
naar de Pièterskerk, waar te zes uren eene
openbare byeenkomst werd geopend met het
zingen van den lOOsten Psalm door allen,
zoowol door de in grooten getale aanwezige
jongelingen als door de belangstellenden, die
zich tegen betaling van tien cents in de ge
legenheid zagen de byeenkomst by te wonen.
Vooraf was het orgel op verdienstelyke wyze
bespeeld.
Ds. P. J. Moeton, van Haarlem, las daarop
Psalm 148 en ging voor in het gebed, waarna
der gemeente werd verzocht aan te heffen
Gezang 144 vers 1.
De heer H. Grelinger, van Zeist, sprak ver
volgons een inleidend woord. Hoewel onvoor
bereid, deed hy dit gaarne, gedachtig aan het
spreekwoord„Oude liefde roest niet." Hy
toch was vóór veertig jaren lid geworden
van eene Jongelingsvereeniging en daaraan
had hy hoofdzakelyk te danken wat hy thans
was. Hy noemde de Jongelingsvereenigingen
o. a. plaatsen, waar geesteiyk l^en gekweekt
wordt, schetste ze als in ons land niet be-
nydenswaardig door gomis aan de noodige
sympathie en vorgeleek ze by die in andere
landen, welke vergeiyking moest uitvallen ten
gunste der Jongelingsvereenigingen buiten ons
vaderland, die reeds tot zooveel in staat
zyn geweest. Men donke slechts aan het
uitzenden van zoovele boden des vredos naar
de heidenlanden 1
Toch mag ook ons land, zeide spr., zich
verheugen in don toenomenden bloei van het
toenemende aantal Jongelingsvereenigingen,
en zien op een grooten vooruitgang by vóór
35 jaren. Hy herinnerdo aan het schoone ge
bouw, te Amsterdam verrezen door het bren
gen van groote geldelyke offers. Ton slotte
wekte hy ouders op, hunne zonen aan te spo
ren om lid te worden van de eene of andere
Jongelingsvereeniging.
De leden der Leidsche Cbristelyke Zang-
vereeniging „Zingt den Heer" (dir. de heer
heer en deelde hem met bevende stem het
vernomene mede.
Reeds na de eerste woorden was do baron
van zyn zetel opgestaan om met driftige
schreden het ruime vertrek heen en weer te
looperr, terwyl hy telkens het angstzweet,
dat in talryke droppelen op hot voorhoofd
uitbrak, met zyn zakdoek afwischte.
Zoo, zoo willen die kerels, die ellendelin
gen den boel in brand steken, mompelde hy
tusschen zyne tanden door.
Wanneer is het nieuwe maan, vroeg hy
op eens.
Overmorgen, mynheer de baron.
Overmorgen 1 zoo mompelde hy steeds voort,
immer het vortrek doorloopend.
Plotseling bleef hy staan; hy bracht de
hand aan het hoofd, als had zich geheel
onverwacht eene gedachte van hem meester
gemaakt.
Overmorgen, maar dan is Warstra nog
niet hier, riep hy uit als verwachtte hy van
dozen de eenige redding en snel de secretairo
openrukkend sehreef hy op een stuk papier:
„Kom terstond over" en onderteekond „Baron
van Yilvoorde."
Nieuwe maan. Gefopt.
Wordt vervolgd.)