8375. "Woensdag 23 T^JCei. A0. 1889. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 21 Mei. Feuilleton. DE DELAHAIES. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.08. Met 1 Juni begint een nieuw kwartaal van het Leidsch Dagblad. Zij, die zich nu reeds op deze Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Ofllcieelo Kennisgevingen. Inschrijving Schutterij. Burgemeester en Wethouders van Leiden herinne ren bij dezen nogmaals den belanghebbenden (de ge borenen in 1864 en, voor zoover zij zich tusschentijds in de gemeento hebben gevestigd en alhier nog niet voor de Schutterij mochten zijn ingeschreven, ook de geborenen in 1855—1863) hunne verplichting om zich voor den Schutterlijken dienst te doen inschrijven. De gelegenheid bestaat daartoe dagelijks (Zon- en feestdagen uitgezonderd) ten Raadhuize, tusschen 10 en 4 uren, terwijl op den lsten Juni s. de registers van inschrgving worden gesloten en zy, die zich niet vóór dat tijdstip hebben doen inschrijven, bij ontdekking, ambtshalve ingeschreven en door den Schuttersraad tot eeno geldboete verw;-zen zul len worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 21 Mei 1889. E. KIST, Secretaris. Inenting tegen betaling. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis dat op Donderdag 23 Mei en Donderdag 30 Mei e. k., telkens des namiddags te 2 uren, in het Pare Vaccin o- g n e (Elieahethehof aan de Oude Vest) gelegenheid wordt gegeven tot inenting, tegen betaling van 1 per persoon. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 21 Mei 1889. E. KIST, Secretaris. De feestcommissie voor het congres en de jaarvergadering der Nederlandsche Maat schappij tot bevordering van Nijverheid, in de maand Juli alhier te houden, bestaat uit de heerenA. L. De Sturler, voorzitter, dr. D. De Loos, S. B. Ves, S. Crommeiin, Pierre Driessen, G. Gerlings, mr. E. Kist, S. J. Le Poole, jhr. C. C. Van der Wijck en Henri Van de Velde, secretaris. De tentoonstelling, tot welker bezoek alle leden der Maatschappij vrijen toegang hebben, wordt voorbereid en geregeld door eene com missie, bostaande uit de heerenL. M. De Laat de Kanter, burgemeester, eere-voorzitter; Felix Driessen, voorzitter; C. C. Tieleman,C. G. L. Van Wensen, C. A. Bader, mr. C. M. Dozy, J. Filippo Hzn., D. Van der Horst, W. C. Mulder, C. J. Q. Beinke en C. R. Van Ruijven, secretaris. De lijsten tot deelneming aan het diner op 12 Juli en den rijtoer op 13 Juli zullen ter algemeene vergadering in de Stadszaal ter teekening gereed liggen. De heer Willem Van Iperen heeft de openbare les van de leerlingen zijner Muziek school bepaald op Zaterdag den 22sten Juni, in de Stadszaal. Zelf zal hij den avond met eenige voordrachten aanvullen. In de 5de zitting van de Algemeene Synodale Commissie der Ned.-Herv. Kerk kwam in eene kennisgeving van dr. J. H. Gunning, kerkelijk hoogleeraar te Amsterdam, dat hy benoemd was tot hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de ryks universiteit te Leiden, en hy mitsdien voor zyne betrekking als kerkelyk hoogleeraar bedankte. Men verzekert dat de heer Gallois, alge meen secretaris van Nederlandsch-Indië, voor nemens zou wezen nog dit jaar zyn pensioen aan te vragen. De heer P. Kikkert Hzn., lid der Prov. Staten van Zuid-Holland en lid van het College voor de Zeevisscherüen, is te Vlaardingen op ruim 64 jarigen ouderdom overleden. Sedert tal van jaren chef van de firma H. Kikkert, wist hy de hoofdtakken van bedryf in die gemeente, de haringvisschery en haringhandel, tot eene groote hoogte op te voeren. Als lid van de Provinciale Staten en van het College voor de Zeevisscheryen bewees hy vele en gewichtige dienstenboven dien was hy bestuurslid van tal van philan- thropische inrichtingen. Een by het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië van 18 dezer bevat het bericht dat in Edi eene colonne op 10, 12 en 15 dezer in diverse richtin gen uitgerukt is zonder vyanden te ont moeten. Sts.-Ct De minister van Staat jhr. mr. Van Epsinga, lid van de Eerste Kamer, die sedert het laatst van het vorige jaar tot herstel van gezondheid buitenslands vertoefde, is hier te lande teruggekeerd. Beroepen is te Langer- en Korteraar (toez.) ds. J. G. Deur, te Leerbroek. Aangenomen is het beroep naar de doleerende gem. te Delft door ds. C. W. J. Van Lum mel, te Waarder. Bedankt is voor het beroep naar Boskoop door dr. L. Knappert, te Kwadyknaar Heer- jansdam door ds. J. Bolkestoin, te Langor en Korteraar. Tot de evangeliebediening in de dolee rende kerk is toegelaten de heer R. H. Pel, candidaat by de Vrye Universiteit. De officier van gezondheid 2de kl. P. A. Ziegeler wordt van het 4de regiment in fanterie te Haarlem overgeplaatst naar het 1ste regiment van het wapen te Groningen. Het stoomschip „Semarang", van Rot terdam naar Batavia, is 19 Mei te Southampton aangekomende „Celebes," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 20 Mei Pointo-Guia; de „P. Caland," van Amsterdam naar Nieuw- York, passeerde 20 Mei Lizardde „Rotter dam," van Nieuw-York naar Rotterdam, pas seerde 21 Mei Dover; de „Prins Frederik", van Amsterdam naar Batavia, is 21 Mei te Padang aangekomen.; de „Prins Frederik Hendrik", van Paramaribo naar Amsterdam, is 20 Mei te Havre aangekomen. Z. M. heeft benoemd by den provin cialen staf tot majoor, prov.-adj. in Groningen en Drente, den kapitein A. G. F. De Petit, van het reg. gren. en jagers; den luit.-kol. P. L. H. M. B. D. Kraal, prov. adj. in Gronin gen en Drente, zoomede den eersten luit. F. W. M. Coster, van het 1ste reg. huzaren, krachtens punt 4o. van art. 38 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad No. 128), op non activiteit gesteld. Met ingang van 1 Juni 1889, benoemd tot commies der posteryen van de 4de klasse H. L. Wychgel, S. Gaanderse, D. Van Jole, F. H. De Groot, P. C. Ising, J. J. Goedhart, A. I. J. Schmalhausen en H. Smit, thans surnumerairs der posteryen; en, met ingang van 1 Juli 1889, bevorderd: tot commies der posteryen 1ste kl. J. Ten Cate en C. C. Vrendenberg, thans 2de kl.tot commies der posteryen 2de kl. J. J. C. Van Leeuwen van Duivenbode, A. A. D. E. Van der Marck, T. De Groot en J. P. W. Caland, thans 3de kl., en tot commies der posteryen 3de kl. N. Mulder, G. J. Stellenboom, G. Van Grafhorst, P. B. A. Van der Voort Maarschalk, A. M. Lagerwey en M. L. Pleyte, thans 4de kl. Gemengd N ieuws. Heden kwamen aan de Stede- ïyke Gasfabriek alhier weder 50,000 kg. gas kolen uit de myn „General Von Blumenthal" aan. Een gunstig bewys er van dat het einde der algemeene werkstaking naby is en tevens daarvan, dat de aannemer-leverancier A. Zelle- kens, te Delft, niets onbeproefd heeft gelaten om aan zyne verplichting te voldoen. Een loos brandalarm bracht gisteravond zeer veel drukte teweeg in Don- kersteeg, op Haarlemmerstraat, Mare en in Klaresteeg en omstreken. Niet alleen bewogen zich menschen met grooten spoed, maar ook twee brandspuiten (eene van de weesburgers) werden naar de „plaats des onheils" vervoerd. PRIJS DER ADVERTENTEEN Ven 1—8 regel» 1.05. Iedtre regel meer ƒ0.171. Grootere letter* ns»r pUeterolmte. Voor bet in- o»»seeren buiten de sted wordt 0.10 berekend. Eene waarschuwing van een politie-agent, die te midden der drukte surveilleerde, dat er van brand geen sprake was, baatte niets, 's Mans welgemeende raad om al die drukte te staken, werd in den wind geslagen. Men ging in alleryi voorwaarts, om eindelyk tot de ontdekking te komen dat men werkeiyk tevergeefs had gedraafd. Bedelaars kunnen d i k w y 1 s las- tig zyn, maar ze kunnen gevaariyk worden als ze doen, goiyk een der gisteren voor de Haagsche rechtbank terechtstaande beklaag den, die, in December 1888 te Stompwijk, een ouden man, die hem weigerde geld te geven, met een mes dreigende, toevoegdeals je uit je huis komt, sny ik je de darmen uit 't lyf. Het O. M. noemde de feiten zeer brutaal bekl. bedreigde meer personen en vorderde 3 maanden gevangenisstraf, 1 dag hechtenis en opzending naar eene Rykswerkinrichting. Mr. Mazel achtte de bedreiging niet be wezen en vroeg te dien aanzien vryspraak, verzoekende bekl. niet op te zenden. Uitspraak over 8 dagen. De zaak van delandlooperste Stolwyk, die eene oude vrouw het leven be namen en deswege door de Rotterdamsche rechtbank veroordeeld zyn, zal behandeld worden voor 't Gerechtshof te 's-Hage op 13 Juni. De Haagsche politie zet haar onderzoek nog altyd voort in de quaestie der vlaggen ver wisseling op den Haagschen toren op 's Konings feest, en strekt dit zelfs tot ver buiten de residentie uit. O. a. is by verschil lende manufacturiers te Utrecht onderzocht, of zy doek hebben of verkocht hebben van de soort en de afmetingen, als voor de roode vlag op den toren te 's-Hage gebruikt is. Naar de „Haarl. Crt." verneemt, heeft de heer Balabréga, door het kantonge recht te Haarlem, wegens het dragen van verboden wapenen, tot 1 gulden boete veroor deeld, aan Z. M. den Koning een adres om gratie ingediend. Gedurende de laatste dagen hebben zich te Helder in verschillende ge zinnen vry ernstige verschynselen van ver giftiging voorgedaan, welke het gevolg moeten zyn van het gebruik van voor de gezondheid scbadelyke worst. Ook by een groot aantal soldaten der infanterie hebben zich dezelfde verschynselen geopenbaard, ten gevolge waar van hunne opneming in het hospitaal nood- zakelyk was. De vergiftigde worst moet van één slager afkomstig zyn. De politie doet onderzoek. Schets uit het Limburgsch Stroopersteven. 17) DOOR MR. CLOVIS. „Mé zeet geer neet bang, dat de struipers euren jong koad zulle doon had Trinet den vader wel eens gevraagd. En Warstra had hierop geantwoord: vooreerst weet niemand dat het myn kind is, maar al wisten alle stroopers en alle smokkelaars het wèl, dan zou ik nog niet de minste vrees hebben, want ik geloof niet dat er één mensch bestaat, zóó slecht, dat hy, om zich op den vader te wre ken, een onschuldig, weerloos kind zoude mishandelen. Laat hem dus maar rondloopen 't maakt hem sterk en groot. Verder en verder strekte de knaap inmid dels zyne tochten uit. Bleef hy in de eerste dagen steeds in de nabyheid van het door hem bewoond huisje, allengskens verwyderde hy zich daarvan meer en meer. Eiken dag ontwaarde hy nieuwe paden, nieuwe kleine wegen, welke hem overal henen voerden en die hem soms geheels einden van zyne woon plaats brachten. Hy kende reeds alle vogels van het woud; hy kon aan hun gekweel en gezang hen onderscheiden; hy had al menige poging in het werk gesteld om een eekhorentje te van gen, zonder hierin te hebben kunnen slagen. H(1 lag dikwyls een geheelen tyd voor een konynenhol, hopende het dier te kunnen gry- pen, zoo spoedig het zich vertoonde; in één woord, hy kende byna alle bewoners van het woud, zoowel de gevederde als de viervoetige. Eens echter deed hy eene nieuwe ontdek king ditmaal was het een prachtige vlinder, zooals hy te voren nog nooit had aanschouwd. Schielyk was dan ook de pet ter hand ge nomen en trachtte hy, zoo zacht mogelyk naderbysluipend, zich van het diertje mees ter te maken. Het beestje scheen echter den spot te wil len dryven met de pogingen van den jeugdi gen Nimrod, want telkenmale als deze in zyne nabyheid kwam en hy zich reeds zeker van zyne prooi waande, fladderde de kapel weg om elders een heel eind verder op een pas ontloken blaadje neer te stryken. De kleine liep dan weer zoo snel als zyne voeten dit gedoogden zyne prooi achterna, de oogen steeds in de lucht op den vlinder gericht. Hy zag niets om zich heen dan enkel dat fladde rend diertjehy yide altyd voort, door strui ken en heesters heen, zonder zich rekenschap er van te geven, waarheen de vlinder hem voerde. Plotseling stort de knaap voorover in het water; in zyn angst roept hy, zoo hard als hem dit mogelyk was, zyn vader ter hulpe. De vader is echter te ver verwyderd; hy hoort zyn kind niet, dat hem om redding smeekt, wel daarentegen eene vrouw, die, treurig en my merend, aan den anderen oever zit. By het hooren van dien kreet is zy echter plotseling opgestaan; het straks nog doffe oog verraadt op dit oogenblik eene heftige gemoedsaandoening. Zy staart naar de richting, van waar dio gil haar oor heeft bereikt; opeens werpt zy zich in den vyver en waadt naar de plaats, waar de drenkeling is gevallen. Zy heeft het geluk hem te grypen en het kind veilig en behouden aan den oever te brengen. Jubelend heft zy het schreiend wicht omhoog. „Ich hub em weer, ich hub hem weer," kryscht zy en, als ware zy beangst dat men haar den gevonden schat zoude ontnemen, houdt ze het jongske met beide armen om strengeld en yit zoo schielyk mogelyk naar haar huis. „Ich hub hem weer," gilt zy haren vader toe, „zeet datzelfde flessehaor, dezelfde krulle, dat is mien keend, miene jong. O, ich wis waal dat er zou terukkomrae oet dee wiejertich wis waal dat er neet veur good vort kos zien." Hoofdschuddend heeft de oude het kind zachtkens uit hare armen genomen en, op een stoel zittend, het tusschen zyne knieën ge plaatst. „Nein, Marianne, 't is dien keend neetda's doed," zegt hy langzaam, doch op vasten toon, „mé euze leeve Hier heet dich zeker dat geschik urn zien mooder te zien. Thans eerst slaat zy den kleine meer oplettend gade. 't Is dien keend neet, had de vader gezegd ja, 't was zoo hy had geiyk 't was haar kind niet. Dat was nie t zoo groot, niet zoo blank als dit knaapj e, maar toch datzelfde blonde haar, datzelfde blauwe oog haar kind niet maar dan toch een, wat de plaats er van moest inne men, waarvan zy moedor moest zyn. De oude Delahaie hoeft inmiddels den kleine van zyne kleederen ontdaan, dezen voor het vuur aan een touw te drogen gehangen en het jongske zelf op oen stoel voor den vlam- menden haard geplaatst. U Blond. Vijver. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1