als er personen zyn te kiezen (voor Leiden dus drie namen), of minder, in de stembus. Ten einde de opneming der stemmen te ver gemakkelijken, is het tvenschclijk dat de kiezers de namen der candidaten in alphabetische volgorde op kun stembiljet invullen. Het briefje mag niet worden onderteekend, en er mag geen ander briefje aan zyn vast gehecht of er in zyn vervat, alles op straffe van ongeldigheid. Een niet ingevuld briefje is ook ongeldig. 3o. Men lette er verder op dat het biljet van twee zegels of stempels zy voorzien, één van de gemeente waar men woont en één van de hoofdplaats van het kieskistrict waar toe men behoort. Ontbreekt één van beiden, dan is het biljet eveneens niet geldig. Voor Leiden, waar tevens do hoofdzetel is gevestigd, moeten zich dus twee Leidsche stempels op het biljet bevindendoch voor Zoeterwoude b. v., dat tot het district Leider dorp behoort, één stempel van Zoeterwoude en één van Leiderdorp. 4o. De namen der personen, die men wil gekozen hebben, moet men er duidelijk op schrijven, met de voorletters er b(j, want briefjes met namen van onduidelijk aange wezen personen zjjn ongeldig. Denk er om, dat velen met denzelfden familienaam in de gemeente wonen en dus aanduiding door voorletters of betrekking noodig is. 5o. Ook militairen, die kiezers zijn, mogen meestemmen. Maar alleen z(j mogen gewapend in de zaal, waar gestemd wordt, verschijnen. Aldaar houden de kiezers zich uitsluitend bezig met het stemmen over de te kiezen personen. De voorzitter van het stembureel (een der loden van den gemeenteraad) is belast met de handhaving der orde in de zaal. Bij wan orde kan het bureel maar ook dit alleen militaire of politiehulp laten komen en de verkiezing schorsen tot den volgenden dag. 60. Men mag de namen, welke men reeds op zijn briefje heeft geplaatst, doorhalen en door andere vervangen. 7o. Die z(jn briefje heeft verloren of er geen heeft ontvangen, ofschoon z(jn naam op de kiezerslijst staat, kan tor secretarie der gemeente (Raadhuis) er een krijgen, nog op den dag dat gestemd wordt 1 Gemengd Nieuws. Te 'sHage is eene vergadering gehouden van hotel- en restauratiebedienden, in welke vergadering besloten werd eene Ver- eeniging to stichten, die zich met uitsluiting van elk politiek of godsdienstig karakter, uitsluitend zou wijden aan de bevordering van de lotsverbetering van vakgenooten. De positieve beantwoording van do levendig gedebatteerde vraag van het verstrekken van hulp aan de leden der Vereeniging voor het geval van ziekte, zal in eene op 21 Mei te hou den algemeene vergadering worden gegeven. Voor de rechtbank te Haarlem heeft terechtgestaan M. Leeflang, uit Haar lemmormeer, oud 23 jaar, beschuldigd van meineed. De beklaagde had den 9den Februari II., toen 2 R(jks-veld wachters kwamen om proces-verbaal op te nemen wegens een ge pleegd jachtdelict, door hen gehoord wordende, verklaringen gedaan, welke verklaringen h(j op de terechtzitting van het kantongerecht te Haarlemmermeer verklaarde niet gedaan te hebben; omtrent de hoofdzaak zelf legde hij toen een ander getuigenis af. Het bleek in de instructie dat de eerste verklaring aan de Rijks-veldwachters gegeven onwaar was, doch dit nam niet weg dat hij dan toch als getuige niet mocht loochenen eerst die verklaring te hebben afgelegd. Het proces-verbaal der zitting, benevens de beide Rjjks veldwachters bevestigden, in verband met de erkentenis van den boklaagde, ten volle het teu laste gelegde. De beklaagde zeide echter ter terechtzitting de zaak niet begrepen te hebben. De subst.-officier van justitie, mr. E. M. Von Baumhauer, was van oordeel dat de feiten wettig en overtuigend waren bewezen, en hoewel hjj vond dat er verzachtende om standigheden aanwezig waren, 0. a. hierin, dat de beklaagde gevreesd had zijnen broeder, die de dader van het jachtdelict was, te be zwaren, meende Z.E.A. toch eene gevange nisstraf van G maanden voor dezen beklaagde te moeten requireeren. De toegevoegde verdediger, mr. S. J. H. Yan Walchren, wees op een arrest van het Hof van Leeuwarden van 13 Jan. '87 (Wbl. No. 53S7), waarbij werd beslist, dat, wanneer een getuige onder eode eene valsche ver klaring aflegde, die echter niet op het bewijs van de schuld of van de daad betrekking had, deze valsche verklaring niet kon geacht wor den deel uit te maken van zijn getuigenis, en bij alzoo hiervoor niet kon worden ge straft. Pleiter hoopte dat de rechtbank van hetzelfde gevoelen mocht zjjn. In zjjne repliek merkte de subst.-officier van justitie op, dat dit arrest dan toch door den Hoogen Raad was gecasseerd; waarop de verdediger, dupliceerende, deed opmerken dat dit gebeurd was om een gebrek in den vorm en dat de hoofdzaak niet door den Hoogen Raad was beslist, doch de zaak naar het Hof te Arnhem was verwezen, welks uitspraak nog niet bekend was. De uitspraak in deze zaak werd bepaald op over 8 dagen. Een jongen van 7 jaar te Rotter dam had in het laatst der vorige maand het ongeluk om te vallen met drie stoven, waarop bij stond, om iets van een schoorsteenmantel te krijgen. B(j dien val kwam hij in aanraking met een ketel kokend water en verkreeg daardoor brandwonden, waaraan hi) dezer dagen is bezweken. Eergistermorgen kregen twee manschappen van de aldaar gestationneerde kanonneerboot twist, ten gevolge waarvan de een den ander een steek toebracht. De gewonde, een onge huwd persoon, is aan de gevolgen bezweken de ander, vader van drie kinderen, werd in de boeien geslagen en zal voor den krijgsraad terechtstaan. Tegenover de bekende oplich ters, zoogenaamde koopers op krediet of flee- schentrekkers", pleegt de rechtbank te Rot terdam in den laatsten tijd een middel toe te passen, dat -door zijn groot nut op alge meene bekendheid aanspraak heeft. Bij fail lietverklaring maakt de rechtbank namelijk gebruik van hare bevoegdheid om te gelasten dat zulk een persoon in een huis van gijze ling in verzekerde bewaring zal worden ge steld. De leden van dit gildo weten het zóó aan te leggen, dat zjj door de mazen der strafwet heenkruipen; doch de lichtgoloovige slachtoffers hebben slechts de faillietverklaring dezer personen aan te vragen om de voldoe ning te smaken dat de handelsrechter hen door opsluiting onschadelijk maakt. Nog steeds heeft men geen en- kei spoor kunnen ontdekken van het vier jarig meisje Hendrika Blok, dat sedert nu reeds vier weken uit de ouderlijke woning in de Engolsche Steeg 21 te Amsterdam wordt vermist. Gelijk men zich herinnert, werd zjj vermoedelijk het laatst gezien met eene schippersvrouw, in de richting van de Haar lemmerpoort. In een brief uit Amsterdam aan de „Prov. Gron. Crt." lezen we het volgende De Tehuizen van dienstboden hebben in onze hoofdstad hunne schaduwzijde. Vroeger bleef eene dienstmaagd langer of zoo lang tot dat de verandering voor haar eene verbetering werd; iedere betrekking brengt haar eigen aardig leed mede. Maar nu zeggen zy maar dadelijk den dienst op, want, vinden zij niets naar haren zin, dan gaan z(j maar naar het Tehuis, vergetende, dat zy zoodoend interen. Die vele dienstboden zonder tehuis in eene groote stad is ook al weer een gevolg van die volksverhuizing, als ik het zoo eens noe men mag, dat gaan dienen en werken in de „groote steden," alsof daar alles goud is wat er blinkt. Bleef iedereen in de woonplaats zijner ouders dienen, dan werd het huiselijke leven niet verstoord en konden ouders en kinderen elkander tot steun zijn. Er is ook eene ziekelijke philanthropie, waardoor de ge vangenen het in de gevangenis honderdmaal beter hebben dan de fatsoenlijke arme, die zich zijner armoede schaamt, ja beter nog dan de soldaat. Men houdt zich zóó met de zieken bezig, dat men de behoeften der gezonden daardoor vergeet. Amsterdam had dezer dagen veel van Europa tijdens het Weener congres, toen het mijn en djjn der vorsten zoo tamelijk in de war was. Het huisraad van duizenden gezinnen wordt van de eene woning naar de andere vervoerd, en door de geburen bekeken en beoordeeld. De geheimen der binnenkameren worden open baar en menigeen verwondert zich, dat de menschen, die den meesten bluf slaan, soms zoo'n poveren inboedel bezitten. Het oude spreekwoord: „Veel verhuizen kost veel bed- stroo" is den meesten onbokend; men huurt eene woning met dezelfde lichtvaardigheid, waarmede zoo menig huwelijk wordt geslo ten; spoedig bl(jkt dat bewoner en woning in het een of ander opzicht niet bjj elkander passen; dan maar weer verhuisdI Het is een eigenaardig verschijnsel in den laatsten tijd, dat men de inboedels in het donker ziet in- of uitdragen; vroeger zou men zich daarvoor geschaamd en dit een verhuizen mot de noorderzon hebben genoemd. Hoe bil zulk kaarswerk ef nachtwerk de boel heel bljjft, zie, dat vat ik niet. De oud Am sterdammer liet eene flinke zolderschuit met een schuitenvoerder komen; als alles keurig gepakt stond, kwam de schuitenvoerdersbaas den boel eens opnemen, om de rechte schuit te zendenniet te groot, maar vooral niet te klein. -Uiterlijk primo April werden de kleeden opgenomen en begon de huismoedor te pakken met bergen hooi en papier, en beroemde zij er zich op, dat men de kisten wel kantelen kon zonder dat er iets brak. Alles werd genummerd en van een letter voor elke kamer voorzien. Kwam de gewichtige dag, dan arriveerde het personeel om 4 uren 's morgens, voor de helft timmerlieden en kruiers; de eersten wisten voorzichtiger met de meubels om te gaan, de laatsten beter aan te slaan. Terwijl alles afgelaten en door den schuitenvoerder netjes op zijn schuit werd gerangschikt op een mooien boel was hij zoo trotsch als een koning kookten de meid en de schoonmaakster een reusachtigen ketel koffiemelk en had moeder reeds een presenteerblad vol bollen gesmeerd. Om twaalf uren moest de huissleutel plechtig worden overgegeven de schuit zette zich in beweging en de werklieden lunchten op de schuit, terwjjl zij statig door Amstels veste voeren. Om zes of zeven uren was alles binnen en ontvingen de mannen hun fooi. Thans wordt soms eerst den dag te voren de boel gepakt door aannemers en dan op den verhuisdag in de wagens gestuwd: het staat muur vast, maar hoe het gladste hout er uit ziet, als het er uit komt, daarover zal ik liever maar zwijgen. Tusschen al die verhuiswagens, die de nieuwgebouwde huizen doen dreunen, rossen en rennen de huwelijks-staatsies: slepen van 5 a 6 rijtuigen, die rondrijden, dat hooren en zien je vergaat. Het gebeurt echter wel eens, dat een jaar na datum de rijtuigen nog niet betaald zijn 1 Een wrak door haaien omringd. De stoomboot „Claribel" heeft op hare laatste reis naar Nieuw-York een gedeelte van de bemanning der „Moulton" onder bijzondere omstandigheden gered. De „Moulton" kwam uit Jamaica en werd op omtrent 120 mijlen van Kaap Hatteras door een vreeseljjken storm overvallen. De eenige boot werd door de golven weggeslagen, evenals het stuurtuig. Kapitein Cole en een matroos, Thompson, werden overboord go- slagen. Men vond den stuurman met het hoofd in het tuig hangen, waarin hij door de golven was geworpeneene koord was om den hals van den armen kerel geslagen en hy was hierdoor langzamerhand verworgd. Weldra was het schip nog enkel een vlot tend wrak en vier dagen lang dreef het op zee. Byna al de matrozen waren gekwetst en hulpeloos. De zoetwatervaten waren ver dwenen en voor voedsel hadden zy niets dan een weinig beschuit, hetwelk zy in het zee water moesten doopen. Toen de „Claribel" het wrak ontmoette, had zyzelve door den storm veel te ïyden gehad en was insgelyks van al hare booten beroofd. Daarom voer de kapitein zoo dicht mogelyk by het dryvende wrak en wierp den ongelukkigen reddings boeien toe, aan koorden vastgemaakt. Aldus werden de overlevenden, 5 in getal, gered. De arme schipbreukelingen hadden reeds lang een vreeseiyken dood te gemoet gezien. Het dek, waarop zy uitgestrekt lagen, stak nog nauweiyks boven het water uit, en verscheidene hongerige haaien zwommen gedurig rondom. Nog twaalf uren langer en het ware met de ongeiukkigen gedaan ge weest. De „Claribel" zette de schipbreuke lingen op het eiland Fortuna aan land en van daar zyn zy met de Atlasboot „Alvena" naar Nieuw-York overgebracht. Te Triest is een komplot tot het ontduiken van de inkomende rechten ontdekt, waarby een vyftal ambtenaren en verscheidone kooplieden of winkeliers betrok ken zyn. Verscheidenen hunner zyn in hech tenis genomen. Gedurende de godsdienstoefe ning. Terwyi Zondag-middag halfvier in de kerk te Wickrath, by Dusseldorf, de schare aandachtig zat te luisteren naar de woorden van den predikant, sloeg plotseling de bliksem in den toren en van daar in de kerk. Eene vrouw werd getroffen en stierf. Ongeveer twintig personen werden min of meer verbrand, schoenen en kleederen van verscheidene toe hoorders gescheurd. De toren was ernstig beschadigd, zware eiken balken waren tot splinters geslagen, het dak en het orgel ver- bryzeld. Een begin van brand ontstond, doch werd in de geboorte verstikt. Trots de ver warring en den schrik, zyn ernstige verwon dingen niet voorgekomen, wat des te meer te verwonderen valt, daar splinters en kalk door het Godshuis werden geslingerd. Aan de viering van het eeuwfeest der Republiek van de Vereonigde Staten, namen ook de afstammelingen der Hollanders deel, onder anderen door een optocht, waarin zy gekleed waren in de dracht hunner voorva deren, die naar de Nieuwe Wereld overstaken. In Nieuw-York alleen wonen acht duizend Hollanders en in de omstreken nog veel meer. By deze gelegenheid werd ook de vraag ter sprake gebracht wat de Republiek by haar ontstaan aan de Hollanders verschuldigd is. De predikant ds. J. H. Suydam deelt daar omtrent het volgende mede: „In het Februari nommer van het magazyn van „American History" op bladzyde 117, vraagt ds. J. Howard Suydam als volgt: Be staat er eonig bewys voor de bewering, in Holland gedaan, door iemand, die eene rede voering hield over Kunsten en Wetenschappen dat de Hollanders veertien millioen dollars leenden aan het Amerikaansche Congres, ten einde onze revolutie te helpen bevorderen? Als dit waar is, laten wy dit feit dan aan halen, telkens wanneer wy met dankbaar heid gewagmaken van Kosciusko, Pulaski Von Steuben en Lafayette." „Het doet my groot genoegen," zoo zegt de heer Adriaan Van Helden, „in staat te zyn, om op boven genoemde vraag een bevestigend antwoord te geven. Het feit, dat aan de beoefenaars der Neder - landsche geschiedenis algemeen bekend is, maar dat door Amerikaansche geschied- schryvers verzwegen wordt, wordt officieel medegedeeld in het rapport der 10de alge meene volkstelling der Vereenigde Staten (1880), waar in boekdeel 7, op pagina's 396 tot 401, de twaalf Hollandsche leeningen, bedragende in haar geheel twee en dertig millioen vyf honderd duizend gulden, of dertien millioen dollars, elk afzonderlyk worden aan gegeven. Op sommige dezer leeningen was geen interest betaald gedurende een aantal jaren (zie 0. a. de correspondentie, dienaan gaande gevoerd in boekdeel 12, bladz. 494), welke onbetaalde interest, gevoegd by het kapitaal, eene som uitmaakt van veertien millioen dollars, waarop in bovenaangehaalde redevoering gedoeld wordt. Het laatste ge deelte der leening, eene som van tweehonderd en veertig duizend dollars, werd afbetaald in het jaar 1809. Elk Amerikaan, wiens karakter zyn land waardig is, zal met ons instemmen dat de Vereonigde Staten eene schuld met dankbaarheid verschuldigd zyn aan het kleine Holland, dat, ten gevolge van de hulp en de erkenning der nieuwe zuster-Republiek, nader hand in zulk een kostbaren oorlog met Enge land gewikkeld was." Lhérie kreeg te Parys twist met zyn collega Dufriche; hy gaf hem een klap in het gezicht, waarop Dufriche met een scheldwoord antwoordde. Lhérie zond hem daarop zyne getuigen, Yveling Ram Baud en Gaston Le Chevalier, maar Dufriche wei gerde te duelleeren. Verleden Zondag heeft te Car- bonnel, by Rodez (Aveyron, Frankryk) zekere Albenque, 19 jaar oud, zyne twee zusters, van 14 en 16 jaar, met revolverschoten en houweelslagen vermoord. Hy gaf zichzelven aan, verklarende de meisjes by ongeluk ge kwetst en voorts uit medelyden afgemaakt te hebben. Sommigen beweren dat de jonge ling niet wel by het hoofd is; anderen willen dat by mot voorbedachten rade uit jaloersch- heid over de voorkeur zyner ouders voor de arme kinderen gehandeld heeft. Te Kalamazoo, in Michigan, is eene locomotief in volle vaart gereden tegen een tramwagen, welke den spoorweg wilde oversteken. Het rytuig werd geheel vernield en zes vrouwen, die er in zaten, werden gedood, terwyl twee andere reizigers gewond werden. De reis naar Amerika wordt steeds korter. De „City of Paris" heeft 2855 Eng. mylen in 5 dagen, 23 uren en 7 minuten afgelegd, of 2 uren en 40 min. korter dan de reis der „Etruria". Door een vreeselykon brand is Morehead, eene voorstad van Chicago, byna geheel verwoest, waardoor 300 gezinnen zon der dak zyn. Naar gezegd wordt, is de brand veroorzaakt door eenige jongens, die brandende sigaretten tusschen brandbare stof wiergpn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 6