wel niet komen tot zulk een triomfdaarvoor
moet gewaakt, daarvoor moeten middelen be
raamd worden, middelen, waarover spr. niet
zou uitweiden, maar waaromtrent hy als zyn
gevoelen in de eerste plaats kenbaar maakte
dat aangedrongen moet worden op verandering
in de patentwet, en dat alle winkeliers, zijns
inziens, verstandig zouden doen geen krediet
te verleenon aan de leden van „Eigen Hulp",
welke leden kunnen gekend worden, ingevolge
de statuten dier vereeniging zelve.
Met de hoop dat zjjne woorden eenigen
weerklank b(j de aanwezigen mochten gevon
den hebben en enkele twijfelaars mochten
gebracht hebben tot overtuiging, als hebbende
hij dan zijn doel in allo mogelijke opzichten
bereikt, sloot de heer Lamberts Hurrelbrinck
zijne lezing, welke meermalen warm werd
toegejuicht.
Hem werd dank gebracht door den heer
J. P. Riedel, die gelegenheid gaf tot debat,
waarvan echter door niemand gebruik werd
gemaakt.
Op plechtige wijze is de bronzen medaille
voor twaalfjarigen trouwen dienst uitgereikt
aan den onderkapelmeester den. heer J. Ooste
laar, van het 4de regiment infanterie alhier.
Door den commissaris des Konings in de
provincie Noord Holland is bepaald, dat de
eind-examens der Hoogere Burgerscholen met
5 jarigen cursus zoowel als de vergaderingen
der commissie voor het afnemen dier eind
examens voor het jaar 1889 in die provincie,
zullon worden gehouden te Amsterdam, en
zyn voorts benoemdtot lid en voorzitter der
bovenbedoelde commissie de heer dr. J. Cam-
pert, directeur der H. B. S. met 5-j. cursus
te Amsterdam; tot leden de heeren dr. A. Van
Hennekeller en dr. R. A. Kollewyn, leeraren
aan diezelfde H. B.-S., mr. F. A. De Graaff,
L. Obermüller en C. Heyman, leeraren aan de
H. B. S met 5 j. cursus te Haarlem, dr. J. D.
Boeke, directeur van, en dr. D. A. Kerkhoff,
leeraar aan de Ryks Hoogere Burgerschool te
Alkmaar, A. Pelt, directeur van, en mr. J. H, L.
Van Oven, leeraar aan de H. B.-S. te Zaan
dam, dr. J. Myers en G. Welbergen, leeraren
aan de Hoogere Burgerschool te Hoorn, en
dr. Th. B. Van Wettum en C. J. Leendertz,
leeraren aan de H. B.-S. te Leiden.
Op 2 Mei had te Zoeterwoude de aanbe
steding plaats vanlo. het vervoer van grind
en 2o. het bestraten van het paardenpad in
den Vrouwen weg.
Voor het 1ste perceel was de laagste in
schrijver A. Slingerland voor 49'/, cent per
stère en voor het 2de perceel M. Witsenburg
voor de som van ƒ1722.
Aan beide inschrijvers is het werk gegund.
De Staatscourant van 3 Mei bevat het
volgende besluit.
(Staatsblad No. 43.) BESLUIT van de Staten-
Generaal in vereenigde vergadering, van
2 Mei 1889, krachtens art. 47 der Grondwet.
Do Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Qeneraal,
Overwegende dat de Staten Generaal heden
in vereenigde vergadering hebben genomen
het volgende besluit
„De Staten-Generaal in vereenigde ver-
„gadering verklaren, dat het in art. 38
„der Grondwet omschreven geval heeft
„opgehouden te bestaan."
Gezien art. 47 der Grondwet;
Gelast, dat dit besluit, door plaatsing dezes
in het Staatsblad, wordt afgekondigd.
's-Gravenhage, 2 Mei 1889.
De Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Genoraal,
W. A. A. J. ScHIMMELfENNINCK VAN DER OyE.
Uitgegeven den tweeden Mei 1889.
De Minister van Justitie,
Runs Van Bkerknbroek.
Onmiddellijk na de gisteren in de ver
eenigde vergadering der Staten-Generaal ge
vallen beslissing, werd door den minister van
oorlog een telegram aan Z. M. verzonden ter
aanbieding van de gelukwenschen van het
leger met de herstelling van 'e Konings ge
zondheid.
Z. M. heeft in antwoord op dat telegram,
waarvoor HD. zeer gevoelig was, den minister
opgedragen, Zr. Ms. innigen dank voor die
gelukwenschen aan het leger over te brengen.
In de synagoge van de Ned.-Isr. en Por-
tugeesch-Israëlietische gemeenten te 's Hage
zullen morgen dankgebeden worden gehouden
wegen3 het gelukkig herstel des Konings.
Uit het algemeen verslag der commissie
van rapporteurs uit de vereenigde vergadering
der Staten Generaal omtrent het voorstel der
Regeering, tot wederaanvaarding door Z. M.
den Koning van het koninklijk gezag, publiek
verschenen nadat de beslissing reeds genomen
was door de vereenigde vergadering, blykt
dat in de afdeelingen verschillende bedenkin
gen van vormeljjken aard waren gerezen,
welke bereids elders uitvoerig zyn uiteengezet.
Op grond dat een aanzienlijk aantal leden
de mededeeling van meer objectieve feiten
noodig achtte om een besluit te kunnen nemen,
heeft de commissie den minister van binnen-
landsche zaken uitgenoodigd in haar midden
te verschijnen, en uit het onderhoud met
dezen verkroeg z(j eenparig de overtuiging
dat op dit oogenblik voldoende reden aan
wezig was om de gevraagde verklaring af
te leggen.
In den aanvang van het onderzoek werd
de bede uitgesprokon dat het Gode behagen
moge, 's Konings dierbaar leven nog lang te
sparen voor het Koninklijk Huis en voor het
Vaderland.
Bjj het onderzoek werd door eenige leden
aangedrongen op de indiening van een wets
ontwerp tot voorziening in het Regentschap,
indien, hetgeen God verhoede, Z. M. weder
tijdelijk buiten staat mocht geraken de Regee
ring waar te nemen. Volgens hen verzet de
Grondwet zich tegen zoodanige regeling niet,
betgeen door andere loden werd betwijfeld.
Men meldt uit 's-Gravenhage:
Van alle departementen van algemeen be
stuur, en ook van de gebouwen der Kamers
werd gisternamiddag na het bekend worden
van het besluit dor Vereenigde Vergadering,
de nationale vlag uitgestoken.
Verschillende ingezetenen, ook van Scheve-
ningen, volgden gisteren en heden dit voor
beeld, enkelen bovendien met oranje-wimpel.
Naar men verneemt, zal nu door eene
illuminatie van het Voorhout met muziek
uitvoering en het ontsteken van een groot
vuurwerk in de Maliebaan, van gemeentewege
op 12 Mei de dag van 's Konings 40 jarige
Regeering feestelijk worden gevierd.
De feestcommissie, die in 1887 en 1888
bij gelegenheid van de Koningsfeesten te
's-Hage optrad, is togen heden ter vergade
ring bijeengeroepen.
Ook te "Wageningen besloot men reeds om
het veertigjarig Koningschap van Z. M. fees
telijk te vieren. Eene commissie van 17 leden
werd benoemd en door de gemeente eene
subsidie toegestaan. Men verwacht op 12
Mei optochten, vuurwerk, enz.
Het stoomschip „Prins Frederik," van
Amsterdam naar Batavia, is in het Suezkanaal
aan den grond geraakt, maar zal waarschijnlijk,
na een gedeelte der lading gelost te hebben,
met het volgende gety vlot komen.
Het stoomschip „Veendam" is S Mei
van Rotterdam te Nieuw-York aangekomen;
do „Zuid-Holland" is 3 Mei van Rotterdam
Ie Batavia aangekomen.
Gemengd Nieuws.
Evenals op zoo menigeplaats
buiten de grenzen van, maar onmiddellijk
by Leiden, evenals op zoovele andere singels,
verryzen ook op den Zoetorwoudschen Singel
nog maar steeds huizen, geheele ryen zelfs.
Voor de achtergevels van zoo'n in aan
bouw zynde ry, voor eenigen een verblydend
verschynsel, voor anderen oen doorn in het
oog, aan genoemden Singel, stond tot vóór
kwart voor twaalven hedenochtend een steiger
van eerbiedwaardige afmeting, zichtbaar van
den Hoogen Ryndyk.
Die steiger stortte op bovengenoemd tyd-
stip met veel gekraak in, hetgeen van nood
lottig gevolg was voor vyf van de zevon
werklieden, die er by de instorting op stonden.
Die personen werden min of meer gekwetst;
één helaas zeer ernstig. Geneeskundige hulp
was spoedig ter plaatse aanwezig. Het is te
hopen dat niemand door dit ongeluk, dat by
den heer R. K. geschiedde, broodeloos wordt.
Er is een begin van brand ont
staan in de bouwmanswoning van J. Y. te
Zegwaart. In een hoek op den stalzolder
waren eenige koedekken en andere voorwer
pen docr eene onverklaarbare oorzaak in brand
geraakt, waardoor een vry groot gat in het dak
is gebrand. Gelukkig kon het vuur nog intyds
worden gebluscht.
By A. L., te Hoofddorp, in de
Haarlemmermeer, zyn in den nacht van 1 op
2 dezer vyf kippen verdwenen, vermoedeiyk
door een hond medegevoerd.
De zoon van dewed. L. Van der
Zon, naby Hoofddorp, in de Haarlemmermeer,
had veertien dagen geleden het ongeluk mei
slootjospringen zyn kleinen toon te breken,
welke toon dezer dagen is afgezet moeten
worden.
Te Onderden dam is een acht-
jarig knaapje, dat, by het verhuizen zyner
ouders naar een naburig dorp, van den vol
geladen wagen viel, overreden en kort daarna
aan de gevolgen gestorven.
In het binnenland van Florida
is een ziektegeval, dat voor gele koorts wordt
aangezien, voorgekomen, zoodat voor eene
herhaling der ontzettende epidemie gevreesd
wordt. De overheid heeft voorzorgsmaat
regelen genomen.
De beraadslagingen der drie
katholieke congressen, welke te Madrid, Lissa
bon en Weonen worden gehouden, komen
vry wel met elkaar overeen.
Het Spaansche congres nam eone resolutie
aan, waarby wordt uitgesproken, dat de Paus
als scheidsrechter optrede by geschillen tus-
schen verschillende Staten, maar daartoe
wordt het herstel zyner wereldiyke macht
noodig geacht. Het Portugeesche congres
eindigde met het nemen van een besluit,
waarin dezelfde wensch werd uitgedrukt.
Het congres te Weenen nam een voorstel
aan ten gunste van de uitbreiding der Zon
dagsrust tot alle groote kerkelijke feestdagen
en eenzelfde motie werd te Madrid aange
nomen, waar men bovendien in een voorstel
den wensch uitsprak, dat, behalve lagere
scholen, ook de oprichting van kerkeiyke
middelbare schelen door den Staat zou worden
begunstigd.
Het Portugeesche congres benoemde vóór
het uiteenging een biyvend bestuur tot uit
voering der genomen besluiten. Het volgende
congres zal te Braga worden gehouden.
Het stoomschip „Arizone," Woens-
dag van Niouw-York te Queenstown aange
komen, bracht berichten mede van het sedert
lang vermiste Engelsche schip „Wandring
Minstrel" en de equipage daarvan. Het blykt
nu dat het schip twee jaar geleden by de
Midway Islands gestrand is, doch de kapitein
met vrouw en kinderen en de geheole equi
page op het eiland aan land kwamen, waar
zy sedert verbleven. Zy werden door de inboor
lingen vriendelyk behandeld.
De „Wandring Minstrel" was een schoener,
groot 362 ton, van Peterhead, en vertrok van
Hongkong in de maand Aug. 1887 en zou
met een jaar weder terugkeeren. Niets werd
er sedert dien tyd meer van vernomen, totdat
de 1ste stuurman is eene zeilboot den 21sten
April Honolulu bereikte en rapporteerde dat
de schoener twee jaar geleden in een hevigon
storm gezonken was. De eerste stuuurman
bereikte Honolulu in eene boot, welke aan
land gespoeld was. Op het vernemen van het
rapport, door den stuurman gedaan, werd
dadeiyk een vaartuig naar de Midway Islands
afgezonden en men twyfelt er niet aan of de
zich aldaar bevindende schipbreukelingen zul
len spoedig gered worden.
BUITENLAND.
Luxemburg.
De minister van staat heeft gisteren in de
Kamer mededeeling gedaan van eene by hem
ontvangen boodschap van den hertog van
Nassau.
De hertog verklaart dat hy op 27 April jl.,
na de verklaring van de geneesheeren, waarin
het herstel van den Koning-Groothertog wordt
gemeld, een brief aan Z. M. heeft gezonden,
waarin hy zyne ingenomenheid met dat her
stel te kennen gooft. De Koning Groothertog
is thans bekend met het feit, dat zyne ern
stige ziekte gedurende de laatste weken het
regentschap voor Nederland en acht dagen
later voor het groothertogdom noodzakeiyk
maakte. De gehechtheid, welke de regeering
en de bevolking ten opzichte van Z. M. koes
teren, kan eiken toets weerstaan.
„De staatsregeling van het groothertogdom
en de familie-verdragen", dus gaat de hertog
voort, „legden my den plicht op naar Luxem
burg te gaan, en na den eed van trouw aan
den Koning-Groothertog en op de Grondwet
te hebben afgelegd, moest ik het regentschap
aanvaarden. Thans, nu Z. M. in krachten is
hersteld, was myne eerste zorg te vragen, of
de Koning Groothertog de teugels van het
bewind weder wenschte te aanvaarden, dan
wel of het zyn wensch was, dat ik het regent
schap bleef waarnemen, totdat Z. M. anders
zou hebben beschikt. Gisteren ontving ik het
volgende antwoord:
„„Waarde oom en neefl Ik ontving met
levendige voldoening uw schryven van 27 April,
waarin U. H. my meldt, dat zy het regent
schap heeft moeten op zich nemen gedurende
myne ernstige ziekte en my vraagt wat thans
myne voornemens zyn.
,„U. H. aanvaarde de verzekering van myne
diepe erkentelykheid voor de aan het land
bewezen diensten.
„„Daar myne krachten zyn teruggekeerd,
ben ik besloten zelf de teugels van het be
wind in het groothertogdom te aanvaarden,
op deneelfden dag als in het koninkryk der
Nederlanden.
„„Ik verzoek U. H. de verzekering aan te
nemen van mijne onwrikbare genegenheid en
volkomen toewyding.""
De minister van staat zeide na de voorlezing
van dit schryven:
„Ik heb gemeend u onverwyid te moeten
bijeenroepen, om te verklaren dat de Koning-
Groothertog niet langer in de onmogeiykheid
verkeert de regeeringstaak waar te nemen, en
derhalve geene aanleiding meer bestaat tot
toepassing van art. 7 der constitutie en van
de artikelen 32 en 33 van het familieverdrag.
Ik noodig de Kamer uit, na onderzoek, de
noodige maatregelen te nemen. Wy brengen
onzen dank aan de Voorzienigheid, die den
Koning-Groothertog heeft gespaard voor de
toegenegenheid zyner trouwe onderdanen."
De Regeering heeft daarop de stukken aan
geboden, welke by de Nederlandsche Kamers
zyn ingediend.
Do voorzittor constatoordo dat do Kamer
met genoegen het bericht omtrent het herstel
van den Koning-Groothertog heeft ontvangen.
De Kamer is in hare afdeelingen byeenge-
komen om te beraadslagen over de wyze,
waarop het regentschap zal worden opgehe
ven en over de andere vraagstukken, welke
daarmede in verband staan.
Oo»tonr.-IIong.-Monarchle.
De Kamer van Afgevaardigden te Buda-
Pesth heeft de algemeene beraadslaging over
de Staatsbegrooting voortgezet.
De minister Weckerle zeide dat hy geen
nieuw finar.tiëel programma zou ontwikkelen,
maar de denkbeelden van den heer Tisza zou
toepassen. De finantiëele politiek strekt geens
zins om nieuwe belastingen in te voeren,
maar verbetering te brengen in de opbrengst
der bestaande belastingen. De minister hoopt
op deze wyze de inkomsten van den Staat
aanzieniyk te vermeerderen. Hy voegde er by
dat zich zekere omstandigheden kunnen voor
doen, waarin hy zelf gunstig zou worden ge
stemd voor eene belasting op de transactiën
maar dit denkbeeld moet rypelyk overwogen
worden, want men zou allicht schade kunnen
toebrengen aan den economischen toestand
des lands. Hy eindigde zyne rede met de
verklaring dat alle inkomsten des lands zyn
verbeterd, en dat de beschikbare middelen
volkomen toereikend zyn, indien men met
zuinigheid te werk gaat.
Telegrammen.
LONDEN, 2 Mei. In de heden door het
Lagerhuis gehouden zitting heeft de heer
Lewisham op eene vraag van den heerBirk-
beck geantwoord, dat, ten gevolge van ver-
toogen van het Landbouw-genootschap, de
Regeering gisteren besloten heeft, den vryen
invoer van Hollandsch vee van 1 Jur.i tot 1
September a. s. te schorsen.
Baron Henry De Worms deelde mede dat
geen voornemen bestond tot aanbieding eener
wet, waarby de invoer wordt verboden van
suikerbakkerswork en met suiker bereide eet
waren uit die landen, waar suikerpremiën
bestaan.
BERLIJN, 2 Mei. Het „Tageblatt" behelst
een brief van graaf Herbert Yon Bismarck,
die de juistheid van haar bericht over de
eerste vergadering der Samoa-Conferentie ont
kent. Het „Tageblatt" zegt dat soortgelyke
berichten in de Londensche bladen zyn voor
gekomen.
LONDEN, 2 Mei. (Hbl.) Lagerhuis. De heer
Birkbeck vroeg in de heden gehouden zitting
Heeft do „Royal Agricultural Society" het
regeeringsvoorstel aangenomen om in Neder
land te informeeren welke maatregelen <e
regeering aldaar tegen den uitvoer van be
smet vee nam Heeft het gouvernement den
wensch der Society opgevolgd en verlof tot
wederinvoer van Nederlandsch vee tot 1 Sept.
verdaagd
De heer Lewisham antwoordde dat boven
bedoelde wensch is overwogen en de invoer
tot 1 September uitgesteld.
De heer Medella vroegHeerscht in Neder
land besmetteiyke veeziekte? Is het verbod
van vee-invoer in overeenstemming met de
„cattle disease act?"
De heer Lewisham zeide dat dit eene vraag
voor debat was.
De heer Chaplin vroeg nog of niet vee
ziekte in Duitschland naby de Nederlandsche
grens heerscht, waarop de heer Lewisham
bevestigend antwoordde.