N°. 8960. Zaterdag 4 l^iei. A0. 1889-
§eze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 3 Mei.
Feuilleton.
De man met den blauwen mantel.
LEIDSCH 3§i- DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lei<l«n per 8 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
Aan den gemeenteraad wordt door B. en
Ws. overgelegd de voordracht van den districts
schoolopziener voor de benoeming van een
hoofd eener openbare school alhier. Aangezien
onlangs het hoofd der openbare school 4de
klasse No. 1 (de heer H. C. Van der Heyde), is
overgeplaatst naar de nieuwe school 3de kl.
No. 4, zal de benoeming moeten geschieden
voor eerstgenoemde school.
Voorgedragen worden de volgende 5 candi
dates die bO het gehouden vergelijkend examen
het hoogste aantal punten hebben behaald:
lo. J. Vreeburg, 1ste onderwijzer te 's Gra-
venhage2o. H. J. Delfgaauw, hoofd eencr
openbare school te Maastricht3o. B. Schelts
Van Kloosterhuis, plaatsvervangend hoofd te
's-Gravenhage4o. J. Jaspers Jr., onderwijzer
te Beverwijk; 5o. S. Hoeks, onderwijzer te
Leiderdorp.
De commissie van financiën heeft geene
bedenkingen tegen den ten fine van onder
zoek in hare handen gestelden suppletoiren
staat van begrootiDg van de Stedelijke Werk
inrichting alhier, voor het jaar 1888, sluitende
in ontvangst en uitgaaf tot een totaal bedrag
van f 296.615, weshalve zij den Raad voor
stelt dien goed te keuren.
Ter vervulling van eene vacature aan
de Meisjesschool 2de klasse is de volgende
voordracht opgemaakt in overleg met den
arrondissements schoolopziener, na ingewonnen
bericht van het hoofd der school, ter be
noeming van eene derde onderwijzeres op
eene jaarwedde van 550, alslo. Mej. J.
M. Janssen, thans tijdelijk met de waarneming
dier betrekking belast; 2o. mej. S. H. E
Prins en 3o. mej. C. A. Fischer, beiden
werkzaam als derde onderwijzeres aan de
school 3de klasse No. 3.
Ter vervulling van eene vacature aan de
school der 3de klasse No. 2 is de volgendo
voordracht opgemaakt ter benoeming van een
derden onderwijzer, op eene jaarwedde van
f 550, als: lo. H. J. Van den Berg, met de
tijdelijke waarneming der betrekking belast;
2o. A. Van der Jagt, en 3o. S. Broekhuizen,
beiden werkzaam aan openbare lagere scholen
in deze gemeente.
Door B. en Ws. wordt aan den ge
meenteraad overgelegd het Verslag van den
toestand der gemeente over 1888, hetwelk
wordt gedrukt en aan de leden zal worden
toegezonden.
Naar aanleiding van het desbetreffend
verzoek van de wed. H. K. Beuzemaker, geb.
Herinneringen uit den Franschen t{jd.
26) door A. J. RANK.
Terwijl Trouw met Van Westen op het
achterdek heen en weder wandelden, zagen
zij eene boot van wal steken, waarin een
gezelschap van beeren en dames gezeten was
en welke boot op hun vaartuig aanhield.
„Kfik," zei Trouw, „wat zouden die willen?
Als we op de Zeeuwsche stroomen zwierven,
zou ik zeggenKijk uit, daar komen ver
momde Douanen. Maar hier zondigen we niet
tegen de willekeur van den Franschen Mon
sieur."
„Weet ge wie dat zijn?" zei Van Western,
„dat is „mijnheer" en Piet en nog een heer,
die ik niet thuis kan wijzen. En daar zit zoo
waar Geertemoei en Juffrouw Rozetta met
nog eene dame, die zeker bij den vreemden
heer behoort."
Trouw schreeuwde het uit van pleizier en
het fluitje aan den mond brengende, floot hj]
„alle hens boven" en allen waren in een
oogenblik op het dek, waar zij met blijdschap
de komst der gasten wachtten.
Wubbe, deelen B. en Ws. den Raad mede dat
adressante met 13 April jl. haren zoon Henri
van de Hoogere Burgerschool heeft afge
nomen, terwyl tot dusverre het schoolgeld
werd betaald door zijn oom, den heer N. W.
Beuzemaker, die in Februari jl. is overleden.
Het komt B. en Ws. voor dat er op dien
grond wel termen bestaan het verschuldigd
schoolgeld niet voor het geheele schoolgeld
in te vorderen, zoodat zjj in overweging geven
aan adressante vrijstelling te verleenen van
de betaling van schoolgeld voor haren zoon
Henri, leerling der Hoogere Burgerschool, over
het laatste kwartaal van den cursus 1888/89
tot een bedrag van f 15.
Voldoende aan art. 9 der statuten, deelt
het bestuur der vereeniging „de Practische
Ambachtsschool" te Leiden, den Raad mede,
dat in de algemeene ledenvergadering, gehou
den op 11 April 1889, ter vervanging van de
heeren dr. J. M. Van Bemmelen en J. Brevée,
als leden van het Bestuur, omdat zij herkies
baar waren, de volgende tweetallen zijn opge
maakt: lo. ter vervanging van dr. J. M. Van
Bemmelen, de heerendr. J. M. Van Bem
melen en P. J. Groen, en 2o. van den heer
J. Brevée, de heeren J. Brevée en J. C. Bernard.
De Raad wordt beleefd uitgenoodigd uit
deze tweetallen eone keuze te doen.
In de vereeniging van de „Leidsche
Handelsvereeniging" behandelde de heer Lam
berts Hurrelbrinck, na het gisteren medege
deelde, de matige winst van „Eigen Hulp"
en deed deze bespreking vergezeld gaan van
becijferingen, waaruit o. a. bleek dat gewon
nen werd op den inkoopsprijs van 533.170
een bedrag van f 199.177, eene winst dus
van ruim 37'/, pet. Uit nog eene berekening
bleek dat gewonnen werd 190 pet. van het
kapitaal.
Natuurlijk, zeide spr., is met zulke gogevens
als het verslag der Haagsche coöperatieve
Vereeniging aanbiedt, gemakkelijk na te gaan,
dat de door „Eigen Hulp" verkochte artikelen
niet veel goedkoóper, dikwijls duurder moeten
zijn dan bij de gewone winkeliers. Dit ver
wijt is der veroeniging dan ook wel eens
gemaakt. Als roden voor het duurder zijn
van artikelen van gelijke qualiteit noemt
men dat die artikelen voor dezen of genen
magazijnhouder als reclame-artikelen dienst
doen en dan laag geprijsd worden om klanten
te lokken, die voor andere artikelen zooveel
meer winst te vergoeden hebben.
Als oorzaak dat „Eigen Hulp" in een kort
tijdsbestek zulk eene buitengewone uitbreiding
verkreeg, dat de vereoniging haar ledental
De touwladder (want eene statietrap had
men niet) werd nedergelaten, en spoedig was
het gezelschap aan boord.
't Is moeilijk het levendig tooneel te be
schrijven, dat nu op dat plompe vaartuig te
aanschouwen was. Hoeden werden gezwaaid,
handen gedrukt, welkomstkreten geslaakt.
Geertemoei was één on al verrukking. Trouw
was als boven de wolken; alle manschappen
dongen naar de eer van een handdruk van
„mijnheer" en de meisjes gingen rond bij die
kloeke gasten en toen er eindelijk een oogen
blik stilte was, zei Roosje tot die gebaarde
mannen: „U beschouw ik als oude vrienden.
Mijn vader roemt u allen zeer," en elk van
hen gaf zij nogmaals de hand. Een luid
„hoera" werd aangeheven en daarop bega
ven allen zich naar het vooronder, waar men,
hoewel het grooter was dan op de bom van
Jacob Noordkant, toch gepakt zat als haring
in eene ton.
De koffie, haastig klaargemaakt, werd uit
tinnen kroezen en grof aardewerk gedronken,
maar ze smaakte er niet te minder om, es
het ontbijt van lekker brood met lamsvleeech
en ham werd ook door de dames met graagte
gegeten. Do zeereis had hen goedgeóaan en
in geene jaren had een eenvoudig maaL zoo-
heerlijk gesmaakt.
zoozeer ziet toenemen (in 1888 2509), noemde
spr. voornamelijk de uitkeering der dividen
den, welke telken jare plaats heeft. Zoo is
in 1888 het uit te keeren dividend gesteld
op 16 pet. van de door de leden bestede
som, zijnde f 681,596, iets, dat zeer mooi
kliDkt, maar, volgens spr., op den keper be
schouwd, tot ander inzicht voert.
De vereeniging maakte eene winst van
37'/, pet. Neemt men daar af 16 pet., dan
blijft er over eene winst van 21'/2 pet., onge
rekend het renteverlies, dat de leden Hjden
door contante betaling. Spr. hield zich over
tuigd dat elke winkelier dezelfde en nog gun
stiger resultaten kan verkrijgen, indien het
stelsel van contante betaling ook bij hem
werd toegepast. De onkosten, door „Eigen
Hulp" te bestrijden, moeten uit den aard der
zaak geringer zijn en moesten zelfs nog veel
geringer wezen dan in werkelijkheid het geval
is. Art. 29 der statuten geeft daaromtrent
opheldering, luidende: „aan de gezamenlijke
bestuursleden wordt elk jaar als schadeloos
stelling toegekend eene som, waarvan het
getal guldens overeenkomt met het ledental
op den eersten Juli van het dienstjaar."
Het afgeloopen jaar is geëindigd met 2500
leden en er is dus f 2500 onder de be
stuursleden verdeeld. Behalve dit, komen er
nog meer honorariums b(j. Dit juist gaf den
heer Hurrelbrinck tevens aanleiding er op te
wijzen wie in het bestuur z(jn en dus b|j
hooge traktementen van Staatswege nog een
aardig inkomentje genieten, terwijl het ambte
naren van lagen rang en zelfs hun vrouwen
verboden is eene kleine nering te doen.
Maar er zijn, ging spr. voort, nog meer
onrechtvaardigheden, onbillijkheden aan een
zoodanig optreden verbonden en dat zoowel
direct als indirect.
Wat het directe betreft, gaf spr. een enkel
voorbeeld, aan de praktijk ontleend. Het feit
heeft onlangs plaats gegrepen dat de jongelui,
die het examen voor toelating op de Academies
te Breda en te Willemsoord hebben gedaan,
nog vóórdat de uitslag bekend was, reeds eene
circulaire van „Eigen Hulp", afdeeling zee- en
landmacht, ontvingen, met aanbod hun bij
slagen de uitrustingen zoo goedkoop mogelijk
te leveren. Zullen de winkeliers, de kleer
makers, die over het algemeen niet zulke
hooggeplaatste vrienden hebben als waarop
de bestuurders van „Eigen Hulp" kunnen
bogen, tegen zulke handelingen kunnen con-
curreeren?
Indirect. Hoewel wjj ons kunnen beroemen
een vrij, onafhankelijk volk te zijn, toch moet
„Mijnheer" stelde voor dat Piet en Jan een
roeitochtje zouden gaan maken met de dames
dan konden de overigen terwijl de zaken be
spreken. En zoo gebeurde het. Zelfs Geerte
moei zou van de party zyn. Ze had al zoo
lang heur Piet gemist, dat ze hem nu zoo
lang en zoo dikwyls mogeiyk zien wou.
„Wakkere mannen!" begon „mijnheer",
„mijnheer De Nys, die ik u heden nader wil
leeren kennen, was myn makelaar in Amster
dam, in goede en booze dagen. H(j is trouw
als goud, en evenals wü, een prinsman door
merg en nieren. Hy heeft, evenals gy allen,
de verbodene zaken, welke voor Amsterdam
bestemd waren, adres verleend, met een üver
en voorzichtigheid, welke boven myn lof ver
heven zyn. Maar evenals het zegennet lang
zaam maar zeker den kring vernauwt, waarin
de visch besloten is, tot ze onmogeiyk aan
bet want kan ontsnappen, werd de toestand
van onzen goeden De Nys overgevaariyk.
Maar evenals een klein vischje door de mazen
hoen weer in de ruimte komt, wist hy aan
de handen der rakkers te ontkomen. Zyne
bergplaats werd ontdekt en zyn huis omsin
geld. Door eene deur in zyn kelder kwam
by in dien van zijn buurman en terwyl men
alles doorzocht in het eene huis, verliet een
schoorsteenveger hst andere, ging op zijn
PRIJS DHR ADVERTENTIEN
V»n 1—6 regel» 1.05. led»» regel meer 0.174.
Ore o tere letter» n»»r pl»»tenxlmte. Voor het ia-
OM»eer*n buiten de »tad wordt 0.10 berekend.
men die vryheid, die onafhankelykheid niet
al te ver uitbreiden. Evenals in elke maat-
schappü, zijn ook by ons superieuren en infe-
rieuren, heeren en onderhoorigen, en onwille
keurig overal streven de laatsten om den eersten
welgevallig te zün. Zien zy hunne meesters
bescherming verleenen aan een bepaald indi
vidu of aan een bepaald lichaam, ook zy, de
minderen, trachten het hunne er toe by te
brengen om dat lichaam te bevoordeelen.
En hiermede was spr. gekomen tot den
derden factor, het contant betalen, een
zeer mooi principe, wanneer men er zich streng
aan vasthoudt, maar ongelukkigerwüze houden
zich de leden van „Eigen Hulp" hier ook niet
aan vast, hetgeen spr. met bewyzen staafde.
Het geval heoft zich zelfs meer dan eens
voorgedaan dat deurwaarders tot inning der
verschuldigde penningen moesten worden te
hulp geroepen.
Maar niet enkel de leden, ook het lichaam,
de Vereeniging is van krediet niet afkeerig,
hetgeen blykt uit art. 7 der statuten.
Spr. meende voldoelde aangetoond te hebben
dat het lid-zyn van „Eigen Hulp" geene be;
paalde voordeelen kan opleveren; hy ging
verder, oneindig verder en beweerde dat de
voorstanders van „Eigen Hulp" hun eigen
graf bezig zün te graven, dat, wanneer zy
werkeiyk hun voor oogen gesteld doel mochten
bereiken, wanneer zy den tusschenstand, den
winkelstand, door den heer Elias in zyne
brochure den stand der parasieten genoemd,
wanneer zy dezen stand in waarheid konden
doen verdwynen, dat zy daarmede ook hun
eigen doodvonnis hadden geteekend. Ook dezi
bewering staafde spr. met cyfers, betrekking
hebbende op patent en andere belastingen.
Volgens sprekers aan officiëele gegevens
ontleende berekeningen, betaalde de Leidsche
winkelstand aan patentrecht, gemeente- en
ryksbelasting f 105,500, zoodat Den Haag als
behoorende tot eene hoogere klasse met 3 af
gevaardigden, 8 maal zooveel moest opbrengen,
dus ƒ316,500. Wat betaalt „Eigen Hulp"
echter met al zyne winkels, welke de ge
heele winkelnering in handen willen nemen
Slechts f 1632. De grootste onbillykheid springt
vooral met het patent in het oog. De Leidsche
winkeliers moeten natuuriyk i e d e r voor zich
een patent hebben, terwyl „E. H." voor de
verschillende winkels slechts met één patent
kan volstaan, 's Ryks schatkist lydt dus ook een
niet onbelangryk nadeel.
Ten slotte wees spr. op de treurige gevol
gen, welke eene eventueele zege van „Eigen
Hulp" zou met zich brengen. Het mag oven
gemak het omsingelde huis voorby, stapte
by een vriend in huis, kwam er als matroos
uit en ging rechtstreeks naar de jaagschuit
met een pakje onder den arm. In Den Haag
trok hy zyne eigene kleederen weder aan,
en nu zyn we hier. Te Katwyk gingen wy
scheep; maar zóó scherp is het toezicht, dat
men zyn spoor toch gevonden had. We had
den maar oven den tyd om van wal te ste
ken. De rakkers waren ons op de hielen.
Waren wü te Scheveningen aan wal gestapt,
dan was hy voor de haaien geweest."
Trouw stond op en wenschte mynheer De
Nys geluk met zyne redding. „Indien ge,"
zeide hy, „trouwe vrienden zoekt, kykt dan
rondom u. Al wat ge hier ziet, is één in
wenschen en bedoelen. Ieder onzer is prins
man en ieder onzer werkt aan het herstel
onzer vryheid «aar de mate zyner krachten."
De Nys was in geene maanden zoo opge
wekt geweest. Hy gaf elk der visschers een
handdruk en wüzende op „münheer", zeide
hy„Dat is onze man. Dat is hy, wiens
leidende gedachte ons allen bestuurde, wiens
hoofd voor ons allen dacht en die, als een
wys man, de bakens gaat verzetten nu het
gety verloopen is."
Wordt vervolgd.)