Leiden, 13 April. Tot de meest begeerlijke dingen voor een leerling aan „M. S. G." behooren zeker de medailles. Het bostuur kon er dit jaar 14 uitreiken, en wel voor de beantwoording van de volgende prijsvraag: I. Bouwkunde: Het ontwerpen van een winkelpui, bestemd voor den boekhandel. Twee mededingers hadden zich aangemeld. De prijzen, hiervoor uitgeloofd, zijn kleine zilveren en groote bronzen medaille. Op voor stel der jury werd door het bestuur besloten aan J. Hongeveld den lsten en aan F. L. Th. Van Oosten den 2den prijs toe te kennen. II. Het opmeten en in teekening brengen van twee poortjes van hetStadhuis te Leiden, nl. die van het Politiebureel en der Schutters- hoofdwacht. De prijzen zijnkleine zilveren medaille en groote bronzen. Vier mededingers hadden zich hiervoor aangemeld. Twee der ingekomen antwoorden waren zóó uitnemend, dat moeilijk was om te beslissen wie den voorrang had. Muntte het antwoord van H. H. Verhulst uit vooral om het bouwkundig tee- konen, dat van F. L. Th. Van Oosten over trof het eerste in het handteekenen. Het bestuur heeft daarom aan b9ide inzenders de zilveren medaille toegekend. III. Het maken van een gedeelte eener spil trap op de helft der ware grootte. Vier ant woorden. Bekroond werd M. Van denBrandé met den lsten (groote bronzen med.) en P. Ver- schragen met den tweeden prijs (kleine bron zen med.) IV. Het maken van een hoek- en kilkeper op '/j der ware grootte. Vier antwoorden. Aan C. C. P. Huyg viel de 1ste prijs (kleine br. med.) en aan J. Valk de tweede prijs (een boekgeschenk) ten deel. V. Het maken van een gedeelte ijzeren drijfstang met spijen, volgens gegeven teeke ning. De prijzen hiervoor uitgeloofd, waren de groote bronzen en de kleine bronzen medaille, R. Van Oosten werd bekroond met den lsten en G. Kouw mot den tweeden prijs. VI. Voor het omamentteekenen was uitge schreven eene paneelvulling. De 1ste prijs, kleine zilveren medaille, werd toegekend aan M. Van den Brandé, terwijl C. C. P. Huyg en J. Fles beiden den 2den prijs ontvingen. VII. Voor hot boetseeren was opgegeven een fragment van eene pilasterversiering in Italiaanschen renaissancestijl. De 1ste prijs, kleine zilv. med., werd toegekend aan J. Fles en de groote bronzen med. aan J. C. Marks. De veorzitter wenschte hen allen geluk mot de behaalde zege, waarvan de waarde zoo verhoogd wordt, omdat ze eerlijk is ver diend. Geen voorspraak heeft hier gegolden, want het waren strenge meesters, die het werk beoordeelden. .Gelooft nu evenwel niet", aldus zeide spr., „dat uw geleverd werk volmaakt is. Bedenkt dat gij nog verre zijt van den maarschalks staf te hebben verworven gjj zjjt thans aan het beginlaat het een prikkel zyn om nog geruimen tjjd de lessen te blijven waarnemen want al heeft „M. S. G." reeds meer dan 10 kruisjes achter den rug, het geeft u tel kens wat nieuws, waardoor g(j met vasten voet uwe maatschappelijke loopbaan kunt be treden en u krachtig zult gevoelen in den strjjd om het bestaan." [Applaus.] Ook tot de niet bekroonden richtte spr. een woord van lof voor hun pogen. Het moet hen niet ontmoedigen, al waren ze ditmaal minder gelukkig. Dat van heden af de vaste wil by hen op den vóórgrond trede, om niet op te houden vóórdat ook zjj die medaille toonen kunnen aan hen, die belang in hen stellen. „Houdt goeden moed", riep spr. hun toe „want het pogen zelfs is grootsch." Do voorzitter eindigde zijne toespraak aldus „Ik kom aan het einde van mijne taak en weldra worden de deuren ontsloten der zalen, waarin gjj de vruchten zult aanschouwen van den arbeid onzer jongens en van die der jongere zuster de „Practische Am bachtsschool." Daar zult gij zien, wat een geoefend oog en hand vermag, doch vergeten wij niet, dat het werk is van jeugdige, voor waarts strevende beoefenaars. Wy laten het oordeel aan uzelven over. „Ik open thans de Tentoonstelling van beide inrichtingen, wier gemeenschappelijk streven is om hare leerlingen op te leiden tot nuttige leden der Maatschappij en ver zoek u allen, maar in de eerste plaats onze genoodigden, mij te vergezellen. Dus was door den hoer Kok de tentoon stelling der teekeningen en werkstukken van de leerlingen van „M. S. G." en dor Practische Ambachtsschool geopend verklaard en volgden hem het hoofd der gemeente, benevens de wethouders, vertegenwoordigers van ondor- scholdene vereenigingen enz., ten einde het werk der bedoelde leerlingen te aanschouwen. De muziek der schutterij, gezeteld op de galerij der groote zaal, deed het Volkslied hooren en de bezichtiging nam een aanvang. De schat van teekeningen en werkstuk ken, welke gisteravond reeds op veler waar deering mocht bogen, tentoongesteld in groote en kleine benedenzaal, galerij en bovenzaal (van de Practische Ambachtsschool), is een bezoek meer dan waard en strekt, het zy reeds dadelijk gezegd, zoowel onderwijzers als leerlingen tot eer. Die teekeningen z|n de welsprekende bewijzen van hetgeen onder wezen en van hetgeen geleerd en gekend wordt. Zoowel op het gebied van het bouwkundig of rechtlijnig teekenen (1307 teekeningen) als op dat van het handteekenen of teekenen naar pleisterafgietsels, het omamentteekenen, het letter- en dupuis-teekenen zijn schoone proeven van bekwaamheid geleverd. Met wel gevallen kan tevens het oog rusten op de stille-levens en niet het minst op het daarvan veel verschillende boetseerwerk, dat ook dit jaar weder op waardigo wijze is vertegen woordigd. Niet vergeten mogen worden de werkstuk ken, welke ook goed zijn vertegenwoordigd, en de uitnemende proeven van bekwaamheid, geleverd door de leerlingen der Practische Ambachtsschool op het gebied van schilderen of verven. De marmersoorten, de paneeltjes in verschillende stjjlen in het bijzonder, het ornament- en decoratie schilderen in het alge meen, do verschillende lettersoorten, ze kunnen niet dan met genoegen en met ingenomenheid voor het onderwijs aanschouwd worden, even als wat op het gebied van het smids en timmervak is tentoongesteld. Men late de gelegenheid, welke er hedenavond en morgenmiddag bestaat om dit alles, waar van we niet dan oppervlakkig alhier konden gewagen, dus niet ongebruikt voorbijgaan om eenige vruchten te gaan in oogenschouw nemen van het uitstekende onderwijs, dat gegeven wordt aan de talrijke leerlingen van het Genootschap „M. S. G." en van zijne veel jongere, doch zich steeds meer ontwikkelende zuster de „Practische Ambachtsschool", zooals ds heer Kok reeds zeide, beiden inrichtingen van onderwijs, waarop Leiden met recht trotsch kan zijn. De onderofficiers-vereeniging „Door vriend schap vereenigd" is voornemens op Zaterdag den 4den Mei a. s. eene uitvoering met intro ductie te geven in het lokaal „Vondelhoven," (Stationsweg). In de laatste buitengewone vergadering met dames van de Leidsche Afdeeling der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, op Dinsdag 23 April, 's avonds te halfacht in de zaal der Loge, zal als spreker optreden jhr. L. J. Quarles Van Ufl'ord, te 's Gravenhage en wel over ,de liefde voor Varens" en „het Terrarium". „Cryptogam" blijft dus aan zijn vaandel trouw. Semp Aan den heer C. J. M. Noorduyn, bur gemeester der gemeente Zwammordam, is door den commissaris des Konings dezer provincie by beschikking van 10 April j. 1. een verlof verleend om zich voor eene maand buiten de gemeente op te houden en zulks tot herstel van zijne gezondheid. Op de drie gesloten kiezerslijsten dor ge meente Zwammerdam komen voor 169 per sonen, waaronder twee lodgers. De Staatscourant van 13 dezer bevat het volgende: De opper-ceremoniemeester maakt bekend dat, ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin, in naam des Konings, het Hof den lichten rouw zal aannemen voor den tijd van zeven dagen, ingaande Zaterdag den 13den April 1889, wegens het overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Hertogin van Cambridge. Daartoe door den Raad van State, krach tens art. 45, 2o. der Grondwet, waarnemende heb koninklijk gezag, gemachtigd, heeft de minister van buitenlandsche zaken op 11 dezer in ontvangst genomen de terugroepingebrie- ven van den heer Mitilinéo als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. den Koning van Rumenië bij het Nederland sche Hof. By het vertrek van het stoomschip „Oranje-Nassau" naar West-Indië was gister morgen aan de De Ruyterkade te Amsterdam meer dan de gewone drukte. De reden daarvan was hoofdzakelijk dat de heer Scholten, een der directeuren van den „West.Indischen Maildienst," de reis mode maakt, ten einde persoonlijk de verschillende havenplaatsen, welke het schip in Zuid- en Noord-Amerika aandoet, te bezoeken. Een aantal vrienden en autoriteiten kwam op het uur van afvaart nog aan boord, om te getuigen van hunne belangstelling en om afscheid te nemen. Tot lid der Staten van Gelderland is ge kozen de heer V. M. Rjjckevorsel Van Kessel. De officier van gez. 1ste kl. by de zee macht A. F. Verschuur, dienende aan boord Zr. Ms. artillerie-iustructieschip „Het Loo," wordt met 21 dezer op non-activiteit gesteld en vervangen door den officier van gez. 1ste kl. by de zeemacht dr. C. T." Humme. In de „Figaro" komt een artikel voor van den bekenden Whist onder den titel .Emma en Adolf' of „de opvolging in Holland." Na de aanleiding tot het regentschap, zoowel in Nederland als in Luxemburg te hebben uiteengezet bespreekt de schryver het karakter der toekomstige Koningin-regentes. Hy zegt dan: „Het Nederlandsche volk houdt veel van haar. Beweren dat de regentes hoog vliegt, zou overdreven zynhaar veel gezond verstand toeschry ven, is de eenvoudige waar heid spreken. Men zegt dat zj] meer verstand heeft van Staatkunde, dan men zou meenen dat zy, eens aan 't bewind, r.öch links, nóch zwak zal biyken. Ik wensch haar genoeg vastheid en wil, om zich te verheffen boven den invloed van het Haagsche hof, dat veeltyds bekrompen en zelden populair is. Het was de grootheid van Willem III, dat hy dit kon; zyn streven was steeds een Nederland dat inwendig vry, naar buiton onafhankeiyk was; aan de regentes den zwaren plicht deze wyze traditie van haren echtgenoot te handhaven. En dat zou ze niet doen, zoo zy bleek bezield met het voornemen gelyk men beweert haar dochtertje, Nederlands toekomstige Konin gin, uit te huwen aan prins Willem van Pruisen, den oudsten zoon van prins Albrecht, regent van Brunswyk." Whist geeft daarna eenige opmerkingen over den hertog van Nassau en eindigt zyn opstel: „Indien ik met een woord den staat kundigen toestand van den toekomstigen groot hertog moest kenschetsen, zou ik zeggen: „Hy is geen Pruis, maar een Duitscher." En ik zou er by voegen, dat, als zoodanig, hy meer kon rekenen op den steun van Von Bismarck dan koning Willem III, die nóch het een, nóch het andere was. Hot stoomschip „Noord-Brabant" vertrok 11 April van Batavia naar Rotterdam; de „Zaandam", van Rotterdam naar Buenos- Ayres, is 12 April te Lissabon aangekomen; de „Zuid-Holland", van Rotterdam naar Java, vertrok 12 April van Suez; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 12 April van Adende „Celebes", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 12 April van Suez. Gemengd Nieuw». Wie by het onbestendige weder van April mocht twyfelen of de lente wer kelijk in het land is, bezoeke in de week voor Paschen de bloembollenstreek. Reeds sedert eenige dagen tooien de krokussen de velden met velerlei kleuren, maar nu ook de b yaclnten uitkomen, zijn de tuinen het schoonst. Intusschen, men wachte niet te lang, om de bloemen te gaan ziennu de Algemeene Ver- eeniging voor Bloembollenteelt hare maat regelen tegen den bloemenhandel heeft inge trokken, is het te verwachten dat duizenden kistjes met afgesneden bloemen naar het buitenland gezonden zullen worden. Na Paschen zyn de velden van hunne schoonste kleuren beroofd. Ook Bloemendaal en Overveen zoo wordt aan het „Hbl." van daar geschreven zyn in voorjaarsdo8. Het is de bloeityd der hyacin ten. Het is een bekoorlyke aanblik, die uit gestrekte hyacintenvelden, wier geur men van verre inademt; die honderden schakee ringen van blauw en lila en rose en geel en oranje, ineensmeltend» met helder wit; die bevallige kelkjes, zich verheffende uit het zachte groen. Nog pryken de zedige krokussen in haar levendig paars en oranje. Weldra zullen de tulpen hare kelken openen en het oog boeien door haar hellen gloed en bonten kleuren- rykdom, welke zoo schoon afwisselt met de zachte tinten der hyacinten. Het dichteriyk gemoed vermeit zich in dit heerlyk natuur schoon, dat slechts in deze uitverkoren streek zoo weelderig wil bloeien; het vaderlandsch hart verheugt zich in de vlyt en zorgvuldige teelt onzer kweekers, die een schouwspel en een bron van rykdom schiepen, waardoor Nederland éénig is. Komt een bezoek brengen aan Overveen, gy die klaagt dat de Holland scho natuur prozaïsch is en dat de vader- landsche tuinbouw zich niet kan handhaven op de wereldmarkt. Het is bedroevend, ter- wyi zooveel bollen naar het buitenland wor den uitgevoerd, dat in ons land de eigenaar» van tuinen en buitenplaatsen nog zoo onver schillig zyn voor dat gewas. Reeds aan den Zylweg, waar de van Haar lem komende reizigers langs moeten komen, kan men zyn oogen te goed doen. Laat dez» weken niet voorbygaan. Reeds bloeien de Paaschbloemen, straks komen de narcissen, de anemonen en de renonkels. Door den burgemeester van Haarlemmermeer is een bevelschrift uitge vaardigd dat de honden in die gemeente mui] korven moeten dragen van af 12 April tot 12 Augustus a. s. Ten huize van C. Vendrik op den Overtocht, onder Zwammerdam, heeft een binnenbrand plaats gehad, welke echter hèel spoedig geblu8cht werd. Te Haarlem is eene 20-jarigs dienstbode in verzekerde bewaring gesteld, die ten huize van haren meester een bedraj van byna honderd gulden had ontvreemd, welke som in haar bezit werd gevonden. Naar men verneemt, hebben B. en Ws. van 's Gravenhage besloten dat ge durende het badseizoen niet zal worden gespuid. Door de Rotterdamsche politie werd gisteren aan de Yisch markt een jongen gearresteerd, hetgeen van de zyde der visch- vrouwen zooveel verzet uitlokte, dat de politie genoodzaakt was van de sabel gebruik te maken. Op het zien van de blanke wapenen, stoven de vrouwen terug en behielden de agen ten hun arrestant. Een uur later waren de ge moederen nog niet tot bedaren gekomen. Het biykt thans dat het schot, door den zoon op zyn vad9r te Olfen, by Tilburg, gelost, aan een ongeluk is te wyten, daar het bewys geleverd is, dat hierby aan geen boosaardig opzet is te denken. De dader bevindt zich dan ook reeds op vrye voeten. De getroffene is aan de beterende hand, zoo dat men alle hoop heeft hem in het leven te behouden. By Ameland is gisteren gestrand de Belgische vischschoener „Yan Baelen", schipper Coopmans. Dertien opvarenden wer den gered. Sedert den val van het Parysche kopersyndicaat is veel gesproken over de kostbare schilderyenverzameling van den direc teur der „Société des Mótaux," den heer Secrétan, waarvan de waarde op 10,000,000 fr. geschat wordt. Volgens een der vele geruchten, zouden de schilderyen in 't openbaar worden verkocht volgens een ander zou de bekende baron Hirsch een bod hebben gedaan. Geen dezer geruchten is juist. De heer Secrétan heeft de schildoryen aan zyne verschillende schuld- eischers in pand gegeven met de bepaling, dat hy ze by betaling van het verschuldigde terugontvangt. In het tegenovergestelde geval mogen de crediteuren ze verkoopen. Op de Beurste Weenen en te Beriyn liep dezer dagen het gerucht, dat ver leden Zondag te Gatchina een aanslag beproefd was op het leven van czaar Alexander en zijne gemalin. Een officier der lyfwacht zou nl. eene bom geworpen hebben naar den keizer, waardoor deze gewond werd. Het gerucht komt echter over Bucharest en is nog niet bevestigd. Mejuffr. Marie Ledard, eene Fransche pianiste, gaf dezer dagen te Londen, een concert. Onder de toehoorders bevond zich ook een oud heer, die telkens teekenen van groot ongeduld gaf. Toen de dame een wals begon te spelen, geraakte 's mans ge duld ten einde. Hy haalde eene revolver uit den zak en loste twee schoten op de pianiste, die hy vry ernstig aan den schouder kwetste. Er ontstond eene groote verwarring in de zaal, waarvan de dader gebruik maakte om zich uit de voeten te maken. Te Parys heeftdezerdagende tweede officiëele lykverbranding plaats gehad. Het was 't stoffelyk overschot van dr. Bricon (directeur van het Bicëtre-museum), dat vol gens zijne uiterste wilsbeschikking dus ont bonden werd. De ïykoven was met zwart floers, met zilver geborduurd, behangen. De afgevaardigde Bourneville hield eene rede en toen de kist, na zeven kwartier aan eene hitte van 700 graden te zyn blootgesteld, weder uit den oven werd genomen, was niets overgebleven dan eenige handen vol gryze asch, welke in een urn aan de familie werd ter hand gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 6