K\ 8333. Maandag 1 April. A*. 1889. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 30 Maart. Feuilleton. Waarom niet naar den Circus? DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT! Toor Lelden per S maanden1.10. Franco per post1.40. Afeonderl^jke. Noinmers0.05. PRIJS DER ADVERTENTOBN: Tan 1—0 regela 1.05. Iedere regel meer/0.!T|. Grootere letters naar plaatsruimte. Toor het in» oasseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Onder de instellingen, door het departe ment der Maatschappij tot Nut van 't Alge meen alhier in het leven geroopen, is zeker 4e Spaarkas niet de minst nuttige. Hare strek king toch is om deD werkman in de gelegen heid te etellen godurende het zomerseizoen iets van z(jne verdiensten af te zonderen, om dat tegen den winter, met eene premie, terug te ontvangen, waardoor h(j zich in staat ziet gesteld te voorzien in behoeftod, welke het meer gure jaargetijde met zich brengen, wanneer ook de verdiensten afnemen en soms geheel ontbreken. Ofschoon menigeen reeds b(J erva- ring het nut dezer instelling heeft leeren kannen, mag eene opwekking tot oene ruimere deelneming niet ongepast geacht worden. Allen, die daarop eenigen invloed kunnen uitöefenen, mogen daarin medewerken. Blij kens eene in dit nommer voorkomende aan kondiging, zullen commissarissen weder weke lijks, te beginnen Dinsdag aanst., hunno zitting heuden. In de zitting van den Hoogen Raad heeft mr. J. J. Moll, wonende te 's-ïïage, den eed als advocaat en procureur afgelegd. In de algemeene vergadering van de Maat schappij „Zeobad-Loosduinen" is het dividend over het afgeloopon jaar bepaald op 15 per aandeel, of 1'/, pet. (2'/2 maandexploitatie). "Vb'Tts is besloten tot uitbreiding van het hotel en tevens benoemd tot directeur gérant van Hotel cn de baden, de heer M. P. C. Buys, thans verbonden aan het Kurhaus te Scheveningerl. In het volgende jaar zal het 300 jaar geleden z(jn, dat Breda door prins Maurits op de Spanjaarden veroverd werd. Men werpt daar thans het plan op er don prins door een standbeeld te vereeuwigen. In het naburige Crefeld is eene Neuer, landsche Vereeniging tot stand gekomen wolke bestaat uit de heoren P. Walbers, presi dent, (1. Mathijsen, secretaris, en Ph. H. Scuaap, penningmeester. De onderofficieren van de verschillende wapens, die gedetacheerd zijn by den gymnas tiekcursus van de Normaal Schietschool, keeren aanstaanden Maandag naar hunne garnizoenen terug. De nieuwe cursus, welke nu aan do Schietschool moest gehouden worden, is tot nadar uitgesteld. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 29 Maart, afd. onderwys, is dr. M. Snellen, directeur der afd. „Waarnemingen to land" van het Kon. Meteoro lógisch Instituut te Utrecht, toegelaten als Slot.) Naar het Fransch boor F. J. C. De dokter buigt zich juist over hem heen. Met een dof geluid valt zy naast den arts neder. Men verwydert haar niet van deze plaats. De weinigs toeschouwers begrypen dat zij een zeker recht moet kunnen doen gelden. „Willem, Willem," fluistert zjj aan zgn oor. Maar hg zwy'gt. Slechts de paarden doen hunne kettingen rinkelen en ze hinneken- Naast een gezadelden schimmel staat eene dame, In een dun, kort rijkostuum. De directeur wendt zich tot haar. „Komaan, vooruit!" Daarop treedt hy den circus binnen en deelt mede dat het slechts „eeno geringe verwon ding" is en dat met de voorstelling kan voort gegaan worden. De muzikanten beginnen een vluggon galop te spelen en in den circus rijdt de kunstenares, op haren dravenden schimmel staande, lustig privaat-docent in de faculteit der wis- en natuur kunde aan de rijks-universiteit aldaar, om onderwgs te geven in meteorologie en aard magnetisme.. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden dat te vervullen is de betrekking van leeraar in bet hand- en rechtlynig teekenen aan de Ryks hoogere burgerschool te Zwolle. Jaarwedde ƒ1500. Zy, die voor dezo betrekking in aanmer king wenschen te komen, gelieven zich vóór 11 April a. s. aan te melden by den inspec teur van het middelbaar onderwys dr. W. B. J. Van Eyk, te 's-Hage. In een vlugschrift, getiteld„Evenredige vertegenwoordiging", bestrydt de heer Jacob De Haas Jr. bet denkbeeld, dat, in het byzon- der, waar 't het Staatsbestuur betroft, de beste vorm van vertegenwoordiging, die zou zyn, waarby de verhouding tusschen de partyen in het Vertegenwoordigend Lichaam dezelfde is als onder de kiezers, net evenredigheids stolsel, meent schryver, moet in ieder geval een onbereikbaar ideaal biyken te zyn voor iedereen, die zich niet blind staart op enkele groote party-verschillon, maar een oog heeft voor do eindeloos gevarieerde werkeiykheid. Evenredige vertegenwoordiging beteekenteven redigheid ten aanzien van elk vraagstuk, dat voor de kiozers van gowicht is. En nu i-; het aanstonds duideiyk, dat, wanneer men do verhoudingen kent tusschen de opinies ten aanzien van eene bepaalde quaestie, en erin geslaagd is, de vertegenwoordiging naar even redigheid daarvan samen te stellen, de waar- schijniykheid oneindig klein is, dat men ook evenredigheid zal hebbon verkregen ten aanzien van andere punten. Allerlei andere vraagstukken, als: hoe liet kiezerscorps moet samongosteld wezen, be nevens of elk kiezer ten aanzien van de uit oefening van het stemrecht op geiyken voet behoort behandeld to worden, laat schryver, hoewel ze met de behandelde quaestie in nauw verband staan, terzyde, om zich alleen tot de samenstelling der Vertegenwoordiging te bepalen. De heer De H. zet hierop zeer duidelijk de gronden zyner bestrydlng uiteon, en toont in een paar voorbeelden de fouten der gewraaklo theorie. We kunnen de lezing van dit betoog ten zeerste aanbovelon. In de ambtenaarswereld bestaat groote verdeeldheid. Er zyn Flossianen en Peschianen-. De Flessianen zyn van meening, dat men verkeerd door, te tornen aan de thans voor gedragen pensioenregeling, daar anders wei- rond, terwyi zy bevallig naar alle zyden groet. Maar hot publiek 6chenkt haar zyne aan dacht niet meer. Langzaam verlaat het de houten tent. En terwyi de tonen der muziek luido schal len en het zweepgeknal van den pikeur daar- tusschen weerklinkt, buigt oen bleek meisje zich over een stervende heen en fluistert hem iets in hot oor. De dokter, die zijn hoofd ondersteunt, schudt op de vraag van den directeur, of er nog eenige hoop op behoud ie, het heefd. De stervende opent nog eenmaal deoogen. Hij echynt het meisje te herkennen, dat zich, doodsbenauwd, over hem heenbuigt; zy no lip pen bewegen, als wilden ze fluisteren: Mina! Daarop sluit hy voor immer de oogen, tor- wyl Mina bewusteloos by het l(jk nederzinkt. Zy zweefde langen tyd tusschen leven en dood. Eindeiyk genas ze. „Waartoe moest ik in het leven biy'ven?" vroeg zy zichzolve af. Men bracht haar zijne papieren. Daaruit was men te weten gekomen dat hy haar beminde geweest was. Zy had recht op die stukken. Daarin las zy zyne levensgeschiedenis. licht niets er van terecht komt en nog een aantal weduwen en weezon van ambtenaren onverzorgd zal biyven, alvorens eene beslis sing valt. De Peschianen daarentegen beweren, dat het zóó weinig moeite en geld kost en zóó uiterst billyk is, ook do weduwen enz. van reoda overleden ambtenaren op te nemen, dat het schreeuwend onrecht ware, andere te handelen. Van weerszijden worden somtyds vrü krasse uitdrukkingen gebezigd. Men maakt aanmer kingen op elkanders becyieringengelukkig, zegt het „Handelsblad," worden de goede bedoelingen niet in twyfel getrokken. Do heer Fles heeft een yverig bondgenoot gevonden in don heer P. J. Raaymakers, die welsprekend tal van opstellen aan d» pen sioenregeling heeft gewyd en nu opnieuw den he9r Van Pesch bestrydt on tegen alle veranderingen, die tot uitstel kunnen leiden, opkomt. Volgt een wederwoord van den heer Van Pescb. Bovendien verscheen een vlugschrift, waarin de heer Hora Siccama, ryksontvanger te Driebergen, zeor gewichtige redenen aanvoert ten gunste van de betrekkingen der overleden ambtenaren. Hy acht do belangen van alle ambtenaren solidair, en meent dat zy niet tevreden mogen zijn, zoolang niet allen, die hebben bygedragen en thans in nooddruft verkeeren, zyn gebolpon. Volgens zyn oor deel, komen de betrekkingen van toekomstige ambtenaren oc-rst in aanmerking, wanneor vooraf dio van de tegenwoordige, de gopen- sionneerde overleden ambtenaren zijn geholpen, omdat dio alleen tot het fonds hebbon bygo- dragen. Door Burg. en Weths. van Amsterdam wordt aan den Raad voorgesteld aan A. W. Krasnapolsky tot wederopzegger.s vergunning te verleenen tot bot plaatsen en hebben van motoorologischo- en annonconklokken op den openbaren weg, ten getale van hoogstens twintig, en wel legon eene jaariyksche retri butie van f 15 per centiare voor door hem ingenomen gomeentegrond. De Nederlandsche regeering heeft van Engeland den telegraafkabel tusschen Lowestoft en Zand voort gekocht. Evenals do lieer Chrispyn te Rotterdam, heeft de heer J. W. Van Munster te Utrecht een tooneelstuk geschreven, dat „Van Houtens Cacao" is getiteld, en wel een blijspel in één bodryf. In dit stuk wordt ook voor andere cacaofabrikanten reclame gemaakt. De Utrecht- sche toon6elverc-eiiiging „Van Lennop" zal het stuk eerstdaags vertoonen. Hij was de zoon van een vermogend groot- bandelaar. Hy leerde eene kunstrydster kennen en be minnen. Hy was jong en hartstochtelyk, maar edel, en verloofde zich met haar. De vader weigerde echter zijne toestemming on ver stiet hem. "Willem zwierf met zyne beminde rond. Om zyn brood te kunnen verdienen, werd hy paardrijder. Na verloop van korten tyd verliet zy hem. Zy had genoeg van hem. Hy waagde het niet tot zyn vader terug te keeren. Hy wist dat zoo iets niet het minst baten zou. Hy bleef in den circus. Zyne groote koelbloedigheid ging alles te boven. Hij werd acrobaat. Zyn leven was hem niets meer waard. Hy waagde hot engelooflyke. Spoedig was zijn naam gevestigd. Jaren gingen voorby. Zyn stervende vader riep hem toch zich. Er had eene verzooning plaats-. Willem was z(jne onge regelde levenswyze moede en wilde daarvan afzien. Dit had hij den stervende beloofd. Slechts bond hem nog een niet te verbro ken contract voor eene gastvoorstelling ge durende eenige maanden in een beroemden circus. Hy bood groote sommen om zich vry te koopen. De directeur stond er evenwel op dat hy zyne verbintenis zou nakomen en Wil Tweede Hamer. By het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot nadere regelipg van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop met beperkte snelheid wordt vervoerd, gaven vel» leden als hun gevoelen te kennen dat de wet- van 9 Augustus 1878 aan haar doel heeft beantwoord en op krachtige wyze heeft mede gewerkt tot vergemakkeiyking en verleven diging van het verkeer tusschen de verschil lende gedeelten van ons land. Bevestiging der in die wet nedergelegde beginselen scheen hun dan ook alleszins gewettigd. De opmerking werd voorts gemaakt, dat de gemeentebesturen eene behooriyke aan sluiting der iocaalspoorwegen aan de groot» spoorbanen wel eens door politie-maatrogelen belemmeren. De meening werd uitgesproken dat voor den aanlog van stoomtramwegen algemeen bindende voorschriften door den wetgever in het leven moeten geroepen worden, opdat oenerzyds de veiligheid van het gewoon ver- keor langs de wegen, waarop of waarnevens- tramwegen worden aangelegd, beter gewaar borgd zy en anderzyds de tegenwerking van of het gemis aan samenwerking tusschen de- provinciale, gemeente- en waterschapsbesturen, d!e thans de zaak op zeor verschillendo wyzo regelen, gebroken kunnen 'worden. Deze denkbeelden vonden van verschillende, zyden tegenspraak. Sommige leden meenden dal wettelyke voorziening in het belang der openbare veiligheid den aanlog van tram wegen nog moeiiyker zou maken. Andere leden wenschten wel eene wet- goving, b. v. zooals in Frankryk en België, ingevoerd te zien, maar onder uitdrukkelijk» voorwaarde, dat het recht van den beheerder van den weg om te beslissen over de vraag oj deze geschikt is om daarop eene stoomtram aan te leggen, zou worden gehandhaafd. Er waren ook leden, die meenden, dat van at- gomeene voorschriften omtrent den aanleg van tramwegen slechts dan sprake kan zijn, wanneer niet de baan door openbare besturen of byzondere personen by minnelijko over eenkomst ter beschikking van den ondernemer wordt gesteld. Eindeiyk waren verscheiden» leden, die algemeene voorschriften omtrent den aanleg van stoomtramwegen wenschelijk. achtten, van meening, dat het onderwerp niet afzonderiyk geregeld kon worden. In meerdere mate dan voor den aanleg van tramwegen werd door sommige leden voor den dienst der stoomtrammen eene al gemeene regeling noodig geacht. Verschillende leden wezen op de Ijiliykheid lem voegde zich naar hem. Toen leerde hij Mina kennen en liefhebben. Maar zyn gegeven woord riep hom nog eenmaal naar elders. Het was zyn verderf. Mina zit nog steods op dozelfde plaats en peinst. Vóór haar liggen de aanteekeningert en do brieven. Zy heeft die nogmaals te voor schijn gehaald. Daar komt Louis de kamer binnenstormen. Men komt uit het paardenspel terug. „O tante, het was zoo mooi I U hadt mee moeten gaan. Er was een kunstenaar „Louis, dat kunt ge morgen wel vertellen." Terwyi zy dit zegt, geeft Jeannette bare- zustor de hand en ziet haar aan met een smee kenden blik, waarmede zy vergiffenis voor haren zoon vraagt. Zy weet waaraan Mina denkt. De brieven, die brieven liggen nog op de tafel. En de beide zusters omhelzen elkander lang en teeder. En Louis staat er by en ziet dat er tranen blinken In de oogen der twee vrouwen. Het was toch zoo mooi in den circus en vooral zoo vroolyk Hy schudt het hoofd, want beiden weenen. Misschien zal hy later begrijpen waarom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 5