Bh 8932. Zaterdac: SO Maart. A0. 1889. fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 29 Maart* Feullleton. Wera Iwanowna Scntoff. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. HUJS JDfiBHB OOURAHTi Ttes? JMtm pat t nuandfln.1.10. F«->» per posi1.40. Ateaterigiw] PRIJS DHR ADVERTENTEBN: Tan 1—6 regel* ƒ1.03. Iedere regal meer 9.171. Grootara latten naar plaaternlmte. Toor het ia- bulten da atad wordt 0.10 berekend. Offloleele Kennlaeevlngen. Tive. de zitting van den militieraad. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien de artt. 86 en 92 der Wet van 19 Augustus 1861, betrekkelijk de nationale militie (Staatsblad No. 72;; Gelet op de missive van den luitenant-kolonel, Adjudant des Koniwgs i. b. d., militie-commissaris in bet 3do district der provincie Zuid-Holland; Brengen tor algemeone kennis: dat de tweede zit ting van don Militieraad, voor deze gemeente, wordt gehouden in een der vertrekken van bet Raadhuis, op Maandag 8 en Dinsdag 9 April 1889, op eerst- gcmelden dag des middags te twaalf ureD, tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken, op laatstgemelden dag des voor- middags te elf uren, tot het doen van uitspraak omtrent hen, die als plaatsvervanger of alsrmramer- verwisselaar verlangen op te treden; voorts, dat tot het opmaken der daartoe vereischte bewijsstukken, van beden af, ter secretarie dezer gomoente, van des voormiddag» negen tot des namiddags vier uren, de Zondag uitgezonderd, wordt gevaceerdwelke gelegen heid de belanghebbenden worden „vermaand zich ten nutte te maken, daar aan den Toweling, die reeds hij de militie is ingelijfd, overeenkomstig het bepaalde bij art. 70 der bovenaangehaalde Wet, door den Koning niet dan in bijzondere gevallen het stellen ran een plaatsvervanger kan worden vergund. Eindelijk wordt, ter voorkoming van misverstand, HO? opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de Militieraad in z\jno eerste zitting reeds uitspraak |i08ft gedaan, niet In de tweede zitting behoeft te V.6T3'.lijnen, ton ware hij daarin een plaatsvervanger of een nummerverwisselaar mocht willen voorstellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 29 Maart 1839. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van C. DUS OS WA, houdende vir- zoek om vergunning tot het plaatsen van een stoommachine en ketel van 2 paarden kracht in hot perceel Gortestraat No. 14a; Qelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek, met do} bijlagen, op do Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd iaalsmede dat op Trijdag den 12den April 1889, '8 voormiddags te elf uren, op bet Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 29 Maart 1889. E. KIST, Secretaris. Aan de universiteit alhier is het candidaats- oxamen in de rechtswetenschap met goed ge volg afgelegd door den heer D. L. Van Aalst. Naar w(j vernemen, zal Woensdag avond -3 April a. 6. de Volkszangschool, oene In stelling van de afd. Leiden der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen, in de Stadszaal eene openbare les geven. De commissie dezer srliool moent dat het tot bevordering van de instandhouding dezor nuttige instelling dien stig kan zyn, als zy door eene openbare les hare stadgenooten meer met deze bekend maakt. Dj school bestaat door eene subsidie uit do gemeentekas en door vrywillige by- Slot.) Naak nw Duiisch door F». J. C. Hy verwenschte zichzelren en zjjn week, al te gevoelig hart, dat zich te zeer had over gegeven aan een vruchteloos berouw nu dacht hy alleen nog maar aan zyno jonge vrouw en zon op middelen, welker aanwen ding zou kunnen strekken tot hare genezing. Toch werd zy niet beter. Het allermeest verontrustte haar de gedachte, dat de zelf- raoordonares, dat Wera Iwanowna Sentoff om harentwille de pijnen der hel moest verdu ren en geen smeeken, geen woord van innige liefde, geene bewyzen van teoderheid, noch iets, wat echtgenoot en moedor ze den of deden, was in staat deze verschrikkelyke gedachte uit haar krank brein te verbannen. De zwaarmoedigheid, welke zich van haren gesst had meester gemaakt, werd van jaar tot jaar groofer. dragen. De laatsten echter verminderon elk jaar, misschien wel, omdat men zoo weinig bemerkt van het bestaan der inrichting en van de vorderingen der leerlingen. Wel kan leder belangstellende de gewone lessen bezoeken, maar daartoe komt men niet zoo gemakkelyk. Eene openbare les geven in het schoolgebouw, waar de leerlingen onderwys ontvangen, kwam der commissie minder geschikt voor. Zy werd door milde gevers in staat gesteld daarvoor de Stadszaal te kunnen gebruiken. De com- missie zal tot bijwoning dezer openbare les, met de ouders der leerlingen eenige autori teiten uitnoodigen. Mocht er iemand zyn, die zulk eene uitnoodiging niet hoeft ontvangen en evenwel met de Yolkszangschool wil kennis maken, dan kan hy een bewys van toogang bekomen by de heeren Blankenberg en Co boekhandelaren op de Mare. De militaire apothekersbediende (adj.- onderoff.) W. Hackenberg te Leiden, wordt met 1 April a. s. geplaatst aan het militair hospitaal te Leeuwarden. De 1ste luit. A. J. C. De Bruyn, op zyn verzoek van het 3de by hot 4de rog. inf. overgeplaatst, wordt aldaar ingedeeld by de 4de comp. 1ste bat. te Delft. Men schryft ons uit Yoorschoten Woens dag werden alhier in het lokaal van het Ambachtshuis de teekeningen tentoongesteld, vervaardigd door do leerlingen van de Ambachts- teekenschool alhier, gedurende don afgeloopen winter. Er maakten 38 leerlingen gebruik van het onderwys, dat dezen winter voor hot oorst onder de leiding van den heer P. G. Lancol, uit Leiden, gegeven werd. Hunne teekeningen maakton oen zeer aan genamen indruk en strekken zoowel onder wijzer als leerlingen tot eer. Toen 's avonds, bij de prysuitdeeling aan de beste leerlingen, door don heer Arntzenius, voorzitter van de Nuts-commissie voor de tee konschool, den heer Lancel dank werd gebracht voor ztjn voortreffelijk onderwys, stemden dan ook alle aanwezigen ten volle in met dien welverdienden lof. Do minister van financiën maakt bekend dat ontvangon zyn wegens te weinig betaald successierecht: a. een postwissel uit Bode- grave, groot ƒ13 80; en b. een bedrag van 1.10 in postzegels by den betaalmeester te Rotterdam. Volgens berichten uit Luxemburg, wacht de regeering aldaar af wat in Nederland wordt beslist omtrent het tydeiyk regentschap. Wanneer, geljjk te verwachten is, hier de Staten-Generaal zich met het oordeel van den ministerraad voreonfgeo, zal ook wel volgens de grondwet van Liet grootheitogdom in het regentschap worden voorzien. Die Johannes had de hoop op eene herstelling reeds langen tyd opgegeven. Hy beminde haar nog altijdhaar, die hem dikwijls ternauwer- rood meer herkende; hy beminde haar met moederlyke liefde, met de zorg eener moeder, die haar kind langzaam ziet wegkwijnen; hy beminde haar met diep, grenzenloos mede lijden zy echter gevoelde niet meer dat hy haar beminde, zy evenwel was zich zyner liefde helaas niet meer bewust. Yan tyd tot tyd zag zij hem met eén zon derlingen, verwonderden blik aan, legde de hand nadenkend op het voorhoofd on schudde het hoofdHet had dan allen schyn alsof zy zich vervlogen dagen flauw herinnerde; tot het volle bewustzyn kwam zy echter niet ééne enkele maal terug. Johannes' vrienden rieden hem monigwerl aan dat hy zich van haar zou ontdoen door haar in een krankzinnigengesticht te besteden. Met ontzetting en beslistheid wees by dezen goed gemeenden raad evenwel van zich af. Zyn lief, schoon, stil kind onder stompe en wilde krankzinnigen, onder gekkenEn daaren boven - hoe haar aanblik hem ook benauwde grondwet roept alsdan evenals de onze den naasten vermoedelyken troonsopvolger tot die taak, en dat is de hertog Adolf van Nassau, tot 1806 hoofd van het toen by Pruisen ingeiyfd hertogdom en oom ran H. M. Koningin Emma. Het stoomschip „Edam," van de Plata- rivier naar Amsterdam, is 28 Maart te Lissa bon aangekomen; de „P. Caland," van Nieuw- York naar Amsterdam, passeerde 28 Maart Scilly; de „Schiodam," van de Plata rivier naar Rotterdam, vertrok 27 Maart van Mon tevideo; de „Celebes," van Batavia naar Am sterdam, vertrok 28 Maart van Colombo. Gemengd NUnws. Behalve de reeds door one ver melde personen, die te dezer stede de dupe zyn geworden van den „millioenenheer", is ook nog een tweede kleermaker alhier er in geloopen, dank zij don tact van liegen en bedriegen, welken de zoogenaamde jonkheer, naar thans telkens moer on meer blykt, bezat. In het einde der maand November des vorigen jaars vereorde de „schatryke" gemelden kleermaker met een bezoek. Laatstgenoemde kende den heer; by had hem jarenlang be diend en was steeds door hem betaald. Toen, in slachtmaand, had B. den kleermakor ech ter een voorstel te doen. ZEd. had namelyk veel kleedingstukken noodig, daar hy tegen 1 Januari dezes jaars benoemd was als ront- meoster by eene familie te Amsterdam. Yeel werd er door den lieer uitgezocht; zelfs moesten er eenige artikelen uit'Enge land komen, n. 1. zware zyden vesten. De schitterende carrière beviel den kleer maker evenwel niet byzonderhy ging daarom nog niet over tot het uitvoeren der bestellingen. In Decembor ontving de kleermaker eenige brieven, welke hem hoofdzakeiyk er van ver wittigden dat de toekomstige rentmoestor hot te Utrecht koud had, om welke reden hy zich eeno winterjas wenschte toegezonden te zien. Dringend verzocht de aanstaande geld beheerder dat de tailleur naar het middel punt des lands zou komen, aan welk ver zoek de ontbodene voldeed. Hy begaf zich naar het huis van deri heer Brinkgreve, Tol- stoegsingel, by wien de 3. s. millioenenheer woonde. (In werkeiykheid was deze te Utrecht winkelbediende tegen een gering salaris). Aldaar werd do tailleur te woord gestaan door mevrouw Brinkgreve, zuster van den heer, wien de reis gold. Tot hare groote spyt moest mevrouw den kleermaker mededeelon dat zjjne reis vruchteloos was geweest, daar mijnheer zich reeds naar Leiden had begeven. De schatryke dame te Amsterdam was den vorigen dag overleden on mynheer erfgenaam van het vermogen dier dame geworden. hy had toch geen afstand van haar kunnen doen, hy had haar toch niet kunnen, niet willen missen. Francesca was wel is waar slechts de schaduw van weleer, de schaduw van een kort, schoon, vervlogen geluk, maar ook zelfs op de veranderdo gelaatstrekken las hy de herinnering aan den 6choonsten tyd zyn3 lo vens. Hij wilde de arme schaduw trouw beschermen, verzorgen en bewaren als zyn hoogst en heiligst goed. Aan dat alles dacht hy; daarover peinsde hy, wanneer hy, door Francesca's moeder al leen gelaten, in het donker zat en het verle dens uit zyn graf deed opdoemen. Als kunstenaar was hy In de laatste jaren hard vooruitgegaan; zyn naam werd met eere geDoemd, de kunstenaarswereld huldigde hem op de loffelykste wyze. O schoons jongelings jaren, waarin men nog hoop koestert en strydt en wonscht en streeft naar vooruitgang In zyce donkere haarlokken vertoonden zich uu de eerste zilveren dradenby was ernstig en stil, byna oud geworden.... Buitenshuis eerbewyzen, roem en lauwer kransen, binnenehuis steeds voortdurende Mevrouw Brinkgreve liet onmiddellfik een rijtuig voorkomen, waarmede de kleermaker fluks naar het spoorwegstation reed. B(J zyne thuiskomst te Leidon vernam deze dat de heer inderdaad aan zyne woning was geweest. Ton huize zyner alhier woonachtige moeder bestelde de „millionnair" daarna de goederen voor den zwareD rouw, waarin hy zoo plot seling gedompeld was. Maarer was natuuriyk haast by het werk 1 Van alle kanton kwamen den kleermaker berichten ter ooren van den verbazenden ryk- dom van zyn klant, waardoor alle wantrouwen, dat hy eerst koesterde, weldra week. En al kon de kleermaker eerst niet denken dat iemand met een voorkomen als „de heer'" rentmeester kon worden, wèl meende hy dat iemand met een gelaat als hy erfgenaam kon wezen. ZEd. toch was diep, diep bedroefd. In zijne oogen blonken telkens tranen. Gerustgesteld door de informatiën, inge wonnen by de naaste bloedverwanten van den „rykaard", zou do kleermaker alles af leveren en bestellen op den trein, waarmee do heer mot hot hem dierbaar stoffelyk over schot hot station Leiden zou passeeren en daar halthoudon. Op een der waggons zou hy wel het woord „ïyk" zien staan. Dit lyk toch moest in een grafkelder te 's-Hage worden hygezet. Een uur vóór de aankomst van den trein evenwel, kwam hot rytuig van den „ryken" man reeds by den kleermaker voor en nam hy zelf een en ander in ontvangst. De leveran cier bracht het „natuuriyk" persoonlyk in het rytuig en boog zoo diep mógelyk, zich verder in de gunst en recommandatie aanbevelende.. De heer zou hem uit goedertierenheid voor het vroeger laten wachten op betaling voor immer de klandizie gunnen, wat hy na dien tyd dan ook werkeiyk schynt gedaan te hebbon. De kleermakor, aan wiens mededeelingen wjj. het bovenstaande grootendeels te danken heb ben, hoeft van deze „rouwzaak" geen voor deel. Een achtste aan waarde heeft hy nage noeg terug van het geleverde. Yerder meldt men on3 nog het volgende Menig onderwyzer der jongensschool tweede klasse alhier zal den „millioenenheer" zeer goed kennen. Zyn molancholisch uiterlyk, zyn bleek gelaat zal ook zyn medeleerlingen, the hem wegens zijne afgemetenheid een voor hem. eigenaardigen naam gegoven hadden, nog wel duidelyk voor den geest staan. Weinigen dezer medescholieren mocht hy zyne vriendon noe men. Hy trok in zijne schooljaren reeds scherpe lynon tusschen standen en geboorte, had steeds den mond vol van zjjne aristocratische afkomst en sprak gaarne over de middelen, waarover zyne familie vroeger beschikte, middelen, door speculatie verdwenen, ten minste volgens hem-. droefheid, eene droefheid, door niets te be zweren, door niets en niemand te bannen. In 'sHemels naam! De tyd van wrok, de periode van morren lag achter hem; hy had zich vereenigd met, geschikt in zyn hard let; hy vroeg niet meer toornig: Waarom hen juist ik zoo streng gestraft? Waarom gaan zoovele schurken ongestraft daarheenwaarom, is de Voorzienigheid alleen onverzoeniyk met rechtschapen menschen, wanneer dezen een maal van het rechte pad afwyken? Neen, hy vroeg niet meer alzoo; hy morde niet meer; hy berustte in zyn lot. En met een diep medelyden in het harte, met teedere erbarming in de oogen en met eone uitdrukking van weldadige goedheid en vriendelykheid op het gelaat, ging hü naau de deur van het atelier om zich te begeven naar de kamer, waar do arme schaduw van zyn geluk, het treurig overblyfsel der scboone, frissche bloem van weleer bewusteloos lag te sluimeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1