geze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
I Het Ncderl. Werkliedenfonds.
I dom, niet meer in staat is to werken. Eigen
r middelen heeft hij niet om dan in zyn onder-
f houd te voorzien. Wel heeft htj gedurende
vele weken ruime verdiensten, maar daar
staat niet zelden een vrij lange tyd tegenover,
•waarin hy ternauwernood de helft kan ver-
i dienen, otadat er minder werk aan den winkel
I is. Natuurlijk ziet zijn patroon zich dan wel
I genoodzaakt hem minder uren uit te betalen.
t Er schijnen er evenwel te zijn, die meenen
I dat deze hem niettemin voor minder uren
een even groot weekgeld kan uitbetalen, maar
dezulken vergeten, dat hy ook niet zooveel
I in rekening kan brengen. Uit zijn eigen zak
zooveel bjj te passen, opdat het loon gedu
rende dien slappen tijd weinig of geene vor-
andering onderga, welke werkgever kan dat
doen?
Leiden, 23 Maart.
Wcra Iwanowna Scntofï'.
M°. 8927. JVIaandag; ]&£aa**t. A\ 1889.
LEIDSCH g§i DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Aizonderiyke Nommer»0.05.
De werkman verheelt het niet, dat «yne
E toekomst donker is, als hjj, wegens ouder-
Eeno andere vraag is, of menigeen, by li6t
verminderen der werkzaamheden, niet in staat
zou zijn eenig werk te laten verrichten.
Het eenigen goeden wil zal ieder, die laat
werken, wel iets ten bate van don handwer
kersstand kunnen doen! Hem daaitoe te ver
plichten of maatregelen te nemen, dat hy
daartoe verplicht wordt, en dat zouden som
migen ook al willen, is niet uitvoerbaar.
Een beroep op de welwillendheid van hen,
die werk kunnen verschaffen, en een goed
voorgaan van besturen of vereenigingen, om
alsdan oen deel van de werken ten uitvoer te
i brongen, kortom op die wijze ten bate van
den ambachtsman werkzaam te zijn, daarvan
verwachten wy heil, niet van dwang, waartoe
zij allicht zouden overgaan, die zich niet ontzien
geweld te prediken, ton einde de arbeiders
klasse ter bereiking hunner eigene oogmerken
tot verzet te verleiden.
Indien wy den werkman aanbevelen om
ih den tyd, waarin hy ruim9 verdiensten heeft,
iets te besparen, roepen zij, die voorgeven zyn
"belang te bedoelen, dadelykuit: Wat sparen?
Dat gaat niet." Veel te besparen, wy erken
nen het gaarne, is ook niet mogelyk, maar toch
kan ook de werkman zich bezuinigen op uit
gaven, die voor levensonderhoud niet vereischt
worden. Wie kent ze niet, zonder dat wij ze
bepaaldelijk aanduiden?
Vry algemeen worden de accijnzen op de
eerste levensbehoeften, die het meest op den
minderen man drukken, veroordeeld en
wie zal zo in bescherming nemen? maar
toch dient de vraag gedaan waarvoor m it-t
aan belasting vry willig meer opgebracht wor
den dan strikt noodzakelijk is? Toch doet hij
het, die dagelyks minstens een paar borrels
gebruikt. Maakt dat in een jaar niet een aar
dig sommetje uit, dat nuttiger kan besteed
of wel bespaard worden? Hoe goed komen
de spaarpenningen by ziekte te pas! Veel
moge wy herhalen 't een werkman niet
kunnen overhouden, hy kan, door byv. de
kroeg den rug te keeren, menig dubbeltje be
houden. De accyns op het gedistilleerd mogo
minder opbrengen, dat zou geen ongelukkig
verschynsel zyn, terwyl het een verblijdend
toeken zou wezen, indien de ingebrachte pen
ningen in de Rijkspostspaarbank in gelyke
mate toenamen. By langdurige ziekte zouden
die spaarpenningen wel niet toereikend zyn,
maar zou in dat geval niet kunnen voorzien
worden door de oprichting van een uilkeerings-
fonds by ziekte, gelyk reeds sedert lang
op sommige fabrieken of andore groote werk
plaatsen bestaat, waar ieder werkman weke-
lyks daarvoor eene kleine bydrage afzondert
Door den geldelyken steun, dien de fabrikant
of werkgever aan zoodanig fonds versohaft,
wordt het bestaan er van verzekerd. Is daar
aan een ziekenfonds tegelyk verbonden, des
te beter, wyl de werkman dan niet afzonderiyk
ia een zoodanig fonds behoeft te gaan, en
wordt het beheer door den patroon met eene
commissie uit de werklieden gevoerd, dan zijn
de kosten, er aan verbonden, ook niet groot.
Wordt op die wyze in het belang van den
werkman gehandeld en werkt deze zelf ook
krachtig medo door spaarzaam te zyn en zich
geene uitgaven, die voor levensonderhoud niet
strikt noodzakelyk zyn, te veroorloven, dan
wordt zyn toestand veel verbeterdmaar toch
kunnen wy het ons begrypon, dat hy dikwyls
met zorg aan den tijd denkt, waarin hy te oud
zal zyn om te werken. Wie toch heeft niet te
veel eergovool om op zyn ouden dag hot
armenbrood te eten Wy kunnen dat niet mis
pryzen, en gelooven dat menig werkman zich
verheugen zou alsdan in de gelegenheid te
zijn van een pensioentje te leven.
Dat heeft de Nederlandsche pensioonveree-
niging voor werklieden, als rechtspersoon
by Koninkiyk Besluit van 24 April 1883,
No. 13, e-kend, mogelyk gemaakt. Zij is door
samenwerking van de Vereeniging tot bevor
dering van fabrieks- en handwerksnij verheid
in Nederland, de Maatschappij tot Nut van
het Algemeen, de Maatscbappy tot bevorde
ring der nijverheid en het Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond tot stand ge
komen. Het hoofdbestuur bestaat uit de boe
ren Jhr. mr. W. H. De Beaufort, te Leusden,
president, G. Emants, t9 's-Hage, secretaris,
mr. D. Wicherlink, te Zwolle, penningmees
ter, en A. Sassen en B. H. Heldt, te Am
sterdam.
Door die Vereeniging zijn opgericht
a. het Nederlandsch Werkliedenfonds en
b. het Waarborgfonds van het Nodorlandsch
Werklieden fonds.
Het Nederlandsch Werklieden fonds heeft
ten doel aan werklieden of aan anderen voor
hen de gelegenheid te geven, voor hun ouden
dag en voor hunne nagelaten betrekkingen
te zorgen.
Hét maximum van hot pensioen, dat aan
één werkman verzekerd kan worden, is 14
per week; dat der uitkeering by overlyden
f 1000. By overlyden van kinderen beneden
12 jaar, wordt, naar gelang van den leeftijd,
hoogstens van f 8 tot f 40 uitgekoerd.
De verzekerde is bevoegd den ingang van
zyn pensioen één of meer jaren to verschui
ven, waardoor het bedrag daarvan verhoogd
wordt. Hy kan ook het verzekerd pensioen
doen verminderen, ten einde dat na zijn dood
geheel of ten deele op zyne echtgenoote te
doen overgaan.
Het Waarborgfonds van het Nederlandsch
Werkliedenfonds waarvan Z. M. de Koning
Beschermheer en de minister van financiön
Eerelid is hoeft ten doel
lo. de verbintenissen, door het Werklieden
fonds aangegaan, te waarborgen
2o. de pensioenen, waarvoor de verzeker
den zeiven hebben deelgenomen, te verlioogen
3o. bydragen in de administratiekosten van
het Werkliedenfonds te geven.
Lid van het Waarborgfonds zijn: a. die
minstens f 5 jaarlyks bydragenb. die min
stens f 50 ineens bydragen; c. die minstens
van één aandeel van ƒ100 houder zyn <1. die
zich minstens voor f 100 nominaal op een der
Grootboeken van de N. W. S. hebben doen
inschryven.
Donateurs zyn zy, die voor lager bedrag
deelnemen.
De aandeolen on inschrijvingen op de Groot
boeken vormen het eigenlyke Waarborgka
pitaal.
Belangstellenden in de pensionneering van
den werkman kunnen hunne bydrage of gift
uitsluitend voor verwaarborging of uitsluitend
voor verhooging van pensioenen bestemmen.
Het Waarborgfonds dient tot gelyken waar
borg van alle door het Werkliedenfonds inge
schreven verzekeringen en staat onder toe
zicht van het hoofdbestuur der Nederlandsche
van oenigen invloed op ons geluk zyn?"
„Ja, zoo God haar van de aarde genomen,
zoo Hij haar tot zich opgeroepen had," zeido
hy en liet het hoofd op de borst zinken.
„Dat is evenwel niet het geval. Zy heeft
zichzelve het leven benomen."
Francesca legde hare hand op hot hart.
„Zichzelve het leven benomen!" sprak zij.
„O, Johannes! Dat hoeft zy gedaan, omdat zy
niet aan God geloofdeniet echter.Zy
hield op en verborg het gelaat aan zyne borst.
„Wa moeten elkander niet zoeken te bo
driegen," zeide hy. Zijne stem klonk hard en
onverbiddelijk. „Zy stierf niet, omdat zij er
geen godsdienst or nahield. Dien heeft zy
nooit gehad. Wyn verraad heeft haar tot de
misdaad vervoerd."
Francesca maakte een afwerend gebaar met
de hauden. „Neen, neen, zeg dat niet, Johan
nes! Ik ben bang, bevreesd voor haar, voor
haren vloek.eene zelfmoordenares, eene
door God vorstootene, en dat door onze schuld.
O neen, dat moogt gij niot veronderstellen."
Zij omhelsde hem en zag hem angstig aan.
„Mag ik dat niet deuken?" vroeg hy met
sterke stem. „Je denkt het toch zelve ook
Waarom zouden wy elkander misleiden omtrent
hetgeen er in ons beiden omgaat?"
Zy gaf op deze vraag geen antwoord. Zwy-
PRIJS EER ADYERTENTIEN:
Van 1—6 regelB 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het tm-
casseeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
pensioenvereeniging voor werklieden. In over
leg met dat hoofdbestuur geschiedt de geld
belegging en de tegeldemaking van de gelds
waardige papieren en eigendommen.
Alle geldswaardige papieren van het Waar
borgfonds worden by de Nederlandsche Bank
in bewaring gegeven.
Volgaarne geeft de directeur, de heer J. H.
Schuylenburg te 's-Hage (Dennenweg 70), alle
gewenschte inlichtingen aan hen, die, hetzy
voor een weekpensioen, hetzy voor eene uit
keering ineens by overlyden willen deelnomen
in de Nederlandsche pensioenvereeniging voor
werklieden.
Moge menig werkman, die tot nog toe niet
is toegetreden tot die zoo nuttigo Vereeniging,
daarvan deelnemer worden en op die wyze
zyne toekomst verhelderen! Moge menig ryk
gezegende, die zich nog niet als lid van het
Waarborgfonds heeft doen inschryven, daar
mee niet langer wachten en het Nederlandsch
Werkliedenfonds in zyn lofwaardig streven
steunen! Mogen aan dat fonds vele legaten
vermaakt worden als zoovele blyken van
groote, belangstelling in het toekomstig lot
van den werkman! Er zou uit die schenkin
gen een supplotiefonds kunnen gevormd wor
den, om het pensioen, waarvoor een werkman
bygedragon heeft, nog te verhoogen.
Van heeler harte wenschen wy het Neder
landsch Werkliedenfonds allen voorspoed en
aller steun toe, opdat do verzekerde werk
man op zyn ouden dag of zyne echtgenoote,
als deze hem overleeft, een onbekrompen
bestaan geniete.
De luitenant-kolonel Bloem, in het gar
nizoen alhier teruggokeerd, heeft het bevel
over het 2de bataljon infanterie weder aan
vaard.
Het examen voor de twoede afdeeling
dor krygsschool, hetwelk te 's-Hago zal wor
den afgenomen, zal den léden April a. s.
plaats hebben.
Naar men mededeelt is te 's-Hago eene
Maatschappy tot stand gekomen onder den
naam van „'s-Gravenhaagsche Woning-Maat-
schappy," waarvan do bouwplannen bereide
aan de goedkeuring van het gemeentebestuur
zijn aangeboden, ten doel hebbende het bou
wen van ongeveer 100 arbeiderswoningen,
elk voor 2 gezinnen, op een terrein naby de
Hoefkade en onmiddellyk grenzende aan een
fraai aan te leggen plantsoen, omringd door
flinke breede straten.
Het onderscheid tusschen deze Maatschappij
gend, in diep gepeins verzonken, stonden z.j
tegenovor elkander.
„Wat zul je doen?" vroeg Francesca, na
lang gezwegen te hebben.
„Ik zal naar Rusland gaan en mij gaa.i
overtuigen van den stand van zaken," zeide
Johannes. „Ik moet met zekerheid te weten
komen of zy om mynent wil den misdadlgen stap
heeft gedaanzoo niet, dan kan ik myne verdere
levensdagen met gerustheid doorbrengen."
„En ik?" vroeg Francesca angstig.
„Je blyft hier onder toezicht en bescherming
van je moeder."
„Zy schudde het donkorgelokte hoofd. „Neen,
Johannes, neen, liefste, ik hlyf niet hier. Wilde
je daar, in het koude Rusland, alleen zyn
met je treurige gedachten? Die Fedor Iwa-
nowitsch is een boosaardig mensch, die je
haat.hy zal alles in het werk stellen om
je te kwellen en zich op jou te wreken. Neem
mij met je mede!" smeekte zy snikkende.
„Hoe zou je zoo'n verre rois kunnen doen?"
„Tegen de reis zie ik niets op," antwoordde
z(j. „Ik ben sterker dan je denkt. Eén ding
zou my den dood kunnen aandoeneene lange
scheiding van jou! Ik zou van angst voor jou
sterven.zeg toch niet „neen", Johannes, en
neem me met je meel"
(Wordt venol'jd.)
Feuilleton.
24) jJaatc het Düitsch noon
P. -I. C.
Eenmaal werd deze stem in zyn binnenste
zóó pynigend, zóó kwellend, dat hy het besluit
nam Wera een tweeden brief te zenden. Dit
schrijven bleef onbeantwoord. Week aan weok,
maaid aan maand verstreek zonder dat er
bericht uit Rusland kwam. Francesca, wie
7.y'ne kwalyk verborgen onrust niet ontging
en door wiei* kussen hy spoedig tot het mede-
deelen kwam van de oorzaak daarvan, trachtte
hem te troosten.
„Zij heeft je reeds lang vergeten," zeide ze.
„Denk jij ook niet meer aan haar."
Hij geloofde haar, omdat by haar maar al
te gaarne geloofde
Wekenlang had hij geen enkelen keer aan
AVera gedacht, toen hem op zekeren morgen
hij arbeidde alleen in zijn atelier een
brief uit Rusland overhandigd werd. Die brief
was voorzien van een rouwrand. Het adres
was door eene hem onbekende hand geschre
ven. Een niet te beschrijven gevoel van angst
en onrust sloeg hom om het hart. Haastig
maakte hy de enveloppe open.De brief
bevatte slechts een paar woorden.
Ik deel u bij dezen mede, stond daarin, dat
Wera Iioanotcna zich gisteren door middel
van vergif van het lenen heeft beroofd, Fedor
Sentoff.
Hy maakte geen groot misbaar, liet het
blad papier ook niet vallen - maar werd yskoud.
Langzaam stak hij den brief by zich en begaf
zich naar de kamer van Francesca. Deze zat
aan het raam, aan oen werktafeltje, en was
bezig met een handwerkje.
„Ben je al klaar?" vroeg zy hem, slond
echter eensklaps op en snelde naar hem toe,
uitroepende: „In 'sHemels naam, wat is er
gebeurd, Johannes!?''
Hy poogde te lachen. „Iets onvoorziens
is er gebeurd," antwoordde hy op gedempten
toon. „Wij zyn te gelukkig geweest, Fran
cesca, al te gelukkig, en hadden, naar liet
my voorkomt, geon recht op dat geluk. Wera
Iwanowna is dood."
Zy trad achteruit én bracht de handen aan
het hoofd. In hare oogen waren schrik en
ontzetting te lezen.
„Al weder zy 1" heette het toen uit harén
mond. „Zal zij ons dan nimmer met rust
laten Hebben wij of heeft God haar van de
aarde weggenomen? Waaroip zou haar dood