N°. 8921.
Maandag; IK Maart.
A*. 1889.
$eze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
[Dit nommcr bestaat uit DRIE
Bladen.
JKikeriki.
Leiden, 16 Maart.
Feuilleton.
Wera Iwanowna Sentoff.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afoonderlgke Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIHN:
Van 1—0 regels 1.06. Iedere regel meer/0.17|«
Groofcere letters naar plaatsmlmte. Voor het in-
oasseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Aan de Abonné's daarop, wordt bij dit
nommer verzonden No. 25 van Kikeriki.
Het Ryks-Ethnographisch Museum, afd.
Nederl. Oost-Indië (Hoogewoerd 108) zal op
Zondag 24 Maart, van twaalf tot vier uren,
weder voor het publiek opengesteld zijn.
Het examen voor de akte in de nuttige
handwerken is te Utrecht met goeden uitslag
afgelegd door mej. H. M. Pel, van Leiden.
De „Oranjevaan" vernoemt dat dr. Bavinck,
docent aan de theologische school te Kampen,
op een viertal staat ter benoeming van een
hoogleeraar aan de Leidsche universiteit, in
3 plaats van wijlen prof. Rauwenhoff.
Bij het wapen der veld-artillerie worden
op 15 April a. s., de volgende 2de luitenants
der vestingartillerie gedetacheerdH. A.
Ruijsch Lehman de Lensfeld en J. C. A.
Drabbe, van het 1ste reg. bij het 1ste reg.
veld artillerie, H. J. G. Furstner van het 3de
en P. J. H. Joosten van het 4de reg. bij
het 2de reg. veld-artillerie, P. J. Romein van
het 4de on A. L. Van Affolen van Saems-
foort van het 3de reg. veld-artillerie.
Aan de besturen der afdeelingen en aan
de leden der Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur is verzonden de beschrij
vingsbrief voor de 71ste algemeene vergade
ring, te houdon op Dinsdag den 26ston Maart,
des voormiddags te elf uren, op de bovenzaal
der Sociëteit „Vereeniging", in de Lange Be
gijnenstraat te Haarlem.
Op de vergadering zal o. a. het verslag van
den algemeenen secretaris over het jaar 1888
worden uitgebracht.
Voorts zullen mededeelingen worden gedaan
omtrent de genomen maatregelen in zake den
handel in afgesneden bloemen en van de be
richten, ingekomen van de afdeelingen in
antwoord op de circulaire van het hoofdbestuur
van 12 Februari jl.
De afdeeling Uitgeest geeft in overweging
om de bepalingen, „den handel in bollen be
treffende", geheel te laten vervallen en wenscht
dat ieder zich vrijwillig verbinde om geene
afgesneden bloemen als handelsartikel te ver
zenden.
De afdeeling Sandpoort.„om de vastgestelde
maatregelen, als op den duur onuitvoerbaar,
in te trekken".
De afdeeling Sassenheim Voorhout: „Om
te besluiten tot opheffing van alle in dezen
genomen maatregelen".
De afdeeling Hillegom stelt voor „zich thans
tot de Regeering te wenden, ten einde uit
voerrechten te verkrijgen op afgesneden bloe
men, doch alléén op bloemen, ons vak betref
fende".
Het hoofdbestuur zal mededeelingen doen
omtrent hetgeen geschied is ten behoeve van
de in 1890 te Haarlem te houden vqfjaariyk-
sche tentoonstelling; voorts van de berichten
der afdeelingen, ingekomen in antwoord op do
circulaire van het hoofdbestuur van 11 Febr.
jl., en in verband hiermede het volgende voor
stel aan de orde stellen:
„Het hoofdbestuur, kennis genomen heb
bende van de offervaardigheid van enkele af
deelingen om de aanstaande tentoonstelling
door geldelijke bijdragen of door het uitloven
van medailles te steunen en bereid om reke
ning te houden met den van verschillende
zijden geuiten wensch om ook voor de a. s.
tentoonstelling medailles te zien uitgeloofd,
stelt voorwaardelijk voor, ook daartoe voor
de tentoonstelling van 1890 over te gaan,
indien het blijkt, dat de toegezegdo bijdragen
dit mogelijk maken."
Het hoofdbestuur stelt zich voor, ingeval de
uitloving van medailles voor de a. s. tentoon
stelling door de toogezegde bijdragen mogelijk
wordt gemaakt, hot programma van 1885 tot
leiddraad te nemen en dit, waar het kan, voor
zoover noodig, in te krimpen, en vraagt mach
tiging, dat programma ook zonder verdere
raadpleging met de afdeelingen vast te stellen.
Ten slotte zal eene voorloopige bespreking
omtrent de herziening der statuten plaats heb
ben, naar aanleiding van de wijzigingen, die
tot nu toe door de afdeelingen zijn voorgesteld
en in overweging gegeven.
Aan den beschrijvingsbrief ia toegevoegd
een inschrijvingsbiljet voor het schenken van
gouden medailles a ƒ50, van zilveren vergulde
a 15, van zilveren a 10 en van bronzen
medailles a 5, hetwelk men wordt verzocht
in te zenden vóór 26 Maart 1889 aan den
algemeenen secretaris der Vereeniging, den
heer D. Bakker, te Haarlem.
Onder het opschrift„Een curieus geval,"
schrijft de „Haagsche Crt." het volgende:
Mr. C. W. Hubrecht, lid der Prov. Staten
van Zuid-Holland, die den 4den Maart jl. over
leed, had dit jaar moeten aftreden. Op Dinsdag
14 Mei moesten de kiezers van het district
Leiderdorp dus in die periodieke vacature voor
de jaren 1889 95 voorzien.
Art. 6 der wet van 6 Juli 1850 bepaalt
echter, dat by overiyden van een lid der
Staten binnen twee maanden de nieuwe
verkiezing moet plaats hebben; in dit geval
eischte de wet dus, dat zy vóór 4 Mei zou
worden gehoudende wet verbood stellig, tot
14 Mei te wachten.
Godoputeerden dan hebben nu de verkiezing
heel vernuftig uitgeschreven, nl. tegen 30 April,
waardoor althans de herstemming, zoo noodig,
met de periodieke verkiezing van 14 Mei
samenvalt.
Maar het curieuse geval doet zich nu voor,
dat die verkiezing van den 14den in Leider
dorp zal worden uitgeschreven ter vervanging
van niemand weet wien, van den heer
Hubrecht niet meer en van zqn onbekenden
opvolger nog niet.
Alsook dat feiteiyk van die verkiezing op
30 April twee malen zal kunnen geappel
leerd worden op de kiezers: eerst den 14den
Mei en daarna nog eens den 28sten.
Het getal kinderen, tusschen zes en
twaalf jaar, dat in de gemeente Valkenburg
op 1 Jan. 1889 geen lager onderwqs genoot,
bedraagt zes. Hieronder zyn begrepen drie
schipperskinderen, benevens één kind, waar
voor thans plaatsing op de openb. school is
aangevraagd.
Tweede Kamer. De heeren De Savornin
Lohman en Heemskerk hebben voorgesteld
van de arbeidswet art. 13, eerste lid (luidende:
„overtreding van eene der bepalingen dezer
wet, behalve die van art. 16 verplichting
tot geheimhouding door de ambtenaren, be
last met het opsporen der overtredingen
of van eene der bepalingen van de algemeene
maatregelen van bestuur, overeenkomstig art.
4, art. 5 of art. 8 dezer wet betrekking
hebbende tot dispensatiën of vrystellingen
uitgevaardigd, wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste 14 dagen of geldboete van
ten hoogste 75") te vervangen door de vol
gende bepalingen
„Voor de overtreding van eene der bepalin
gen enz., zyn by uitsluiting aansprakeiyk de
hoofden of de bestuurders van de by deze
wet bedoelde bedryven of ondernemingen.
„Overtreding van eene der in het voorgaande
lid bedoelde bepalingen wordt gestraft enz."
(gelyk hierboven).
Het prov. kerkbestuur van Groningen
heeft aan den heer J. U. H. Sypkes, pred.
te Stellingen, met ingang van 1 Aug. a. s.,
eervol emeritaat verleend.
De directeur der Heldringgestichten te
Zetten heeft van wylen den heer H. S. eene
gift ontvangen, groot 2000, voor de inrich
ting Steonbeek aldaar.
Ds. J. H. Heiwig, te 's-Hage, heeft het
beroep naar de Evang.-Luth. gemeente te
Amsterdam aangenomen.
In de „Staatscourant" van 16 Maart is
opgenomen de aanvang van een verslag vaji
dr. P. J. Blok, hoogleeraar aan de Rqks-
universitoit te Groningen, omtrent eene reis,
door hem gemaakt tot onderzoek van archie
ven en bibliotheken in Duitschland en Oosten-
ryk, in Juli-Oct. 1888. Dit gedeelte van zun
verslag heeft betrekking op Emden.
De Raad van Utrecht heeft een voorstel,
om een laboratorium tot keuring van voedings
middelen op te richten, mot 20 tegen 9
stemmen verworpen.
Do Coöperatieve Winkelvoroeniging „Eigen
Hulp" te Breda neemt steeds in bloei toe. In
1888 had zq een debiet van 83,000, dat is
11,000 meer dan het vorig jaar. Erisdaar-
mode eene winst behaald van 6000, zoodat
aan de leden van heigeen door hen in het
afgeloopen jaar was aangekocht, een dividend
van 9 pet. kan worden toegekend, terwijl aan
het bedienend personeel, te zyner aanmoe
diging, 5 pet. boven hunne verdiensten zal wor
den uitgekeerd.
Ook de afdeeling „Begrafenissen" had goede
uitkomsten opgeleverd, dewql door die afdee
ling, zeer tot genoegen der betrekkingen,
twintig begrafenissen waren geregeld.
Volgens de „N. R. Crt.", hebben de
Engelsche autoriteiten te Deptford plotseling
eon os en een kalf uit eene Hollandsche vee-
lading speciaal laten onderzoeken. Naar het
heette, hadden zy vermoeden dat die boesten
lydende waren aan eene besmetteiyke ziekte.
Die argwaan bleek ongegrond, maar het geval
toont helder aan, hoe omzichtig men in Hol
land in deze moet te werk gaan. By het
minste spoor van ziekte zou, tot groete
vreugde der tegenstanders, het verbod op
den invoer van levend vee uit Nederland
weder in kracht treden. Men zü dus op
zyne hoede 1
In het seminarium „Hageveld" had eene
opvoering plaats van Vondels „Lucifer." Prof.
Calliér had de leiding op zich genomen en
volgens de „Maasbode" slaagde de opvoering
zeer goed.
By koninkiyk besluit van 9 dezer (op
genomen in do Staatscourant van heden) is
aan J. N. Beckers, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend als burgemeester van Nuth,
met dankbetuiging voor de door hem in die
betrekking langdurig bewezen diensten.
16)
Naar het Dottsch door
I». J. C.
„Zie eens!" riep Johannes vol geestdrift.
„Aanvankelijk was het slechts spel, nu ech
ter heeft de heiligheid van het kruis haren
invloed op hen uitgeoefend; zy zyn het ver
geten dat zq het zeiven, onder hun spel, ver
vaardigd en opgericht hebben en zien nu slechts
een kruis, dat, als uit den grond verrezen,
voor hen staat, en zy aanbidden het.Zoo
iets eigenaardigs, treffends en kinderiyk vrooms
kan alleen in het eenige Italië aangetroffen
worden. Wera, lieve Wera, dit schoonebeeld
moet ik vasthouden!"
En haastig haalde hij zyn schetsboek voor
den dag on begon de omtrekken der biddende
kinderen te teekenon.
„Ik moet my van hon verzekeren," zeide
hy, beurtelings op het papier en naar de kin
deren ziende. „Zjj moeten voor my poseeren....
Ik wil twee genrebeeldjos van hen vervaar
digeu, óén, waarop men do kinderen spelende
het kruis ziet samenstellen en een ander,
waarop dezelfde kinderen, indachtig aan het
symbool des kruises, hiervoor nederknielen
en een gebed ten hemel zenden."
De kinderen maakten het teeken des krui-
ses en hadden hun Cost siat uitgesproken.
Johannes trad naar hen toe, nam het meisje
op den arm en bedekte het gezichtje van het
verschrikte kind met kussen. Zy begreep niet,
wat hy van haar verlangde; toen hy haar
verzocht hem naar hare moeder te brengen,
verklaarde zy zich daartoe bereid. De kleine
jongen trok eerst het kruis voorzichtig uit den
grond en liep daarna vooruit. Johannes volgde
hem, met het meiaje aan de hand. Hy vergat
Wera geheel; zwqgend volgde zy op hare
beurt het drietal.
De moeder der kinderen was eene arme
waschvrouw, die, toen zy vernam dat bare
kinderen zouden geportretteerd worden, in
geestdrift geraakte.
„Waar woont gy, Signor?' vroeg zy den
jongen kunstenaar Hy schreef zqn adres op
en gaf het haar. Z(j kreeg eene kleur - wel
licht kon zjj met lezen en zei„Sitrnorina
Francesca zal de kinderen by u brengen. 8ig
nor mio. Zelve ontbreekt my de tijd daartoe.
Signorina Francesr-a woont by on- en is e- n
lief meisje; zij zal mij mijn verzoek niet wei
goren; dat weet ik. Morgen zullen de kinderen
stellig by u fcomei
Hy sprak eenige woorden van dank, kuste
de kinderen en verliet met Wera het huis.
In zqne gedachten was hy reeds geheel bezig
met het voorgenomen werk en hy dacht er
niet aan tot zyne zwygende gezellin te spre
ken. Zonder ook maar één woord te zeggen,
gingen zy huiswaarts.
Tehuisgekomen begaf hy zich onmiddellyk
naar,zyn atelier om de eerste schets voorde
kinderschilderq te vervaardigen en het met
zichzelven eens te worden over de grootte en
de indeeling daarvan. Wera ging naar hare
kamer.
„Wat is zy toch onverschillig 1" moest hy
denken. „Zy heeft die lieve, engelachtige kin
deren ternauwernood gadegeslagen." Dat zy
misschien jaloersch kon zyn op zyne kunst,
welke i em zoo van top tot teen vervulde,
dat kwam haar niet in de gedachte. Sedert
hy beroemd geworden was, en het kunstlie
vende Rome hem als bestormde, was de band
tusschen hem en Wera merkelqk losser ge
worden. Hij kon haar slechts weinig tyd wy
denbezoekers, arbeid en tallooze uitnoodigin-
gen namen zooveel uren in beslag, dat Wera
hem dikwyis halve dagen lang niet eens zag.
O den vooravond van den dag, waarop
tie' in - i weetal voor de eerste maal zyne
o on. betreden, had er tusschen hem en
Wera een gesprek plaats, waaraan by in vol
gende dagen meermalen moest denken. Zon
der eenige aanleiding vroeg zy hem: „Hoe
lang zullen we nog in Italië blyven?" Met
bevreemding staarde by haar aan. Italië te
verlaten scheen hem meer angst in te boeze
men dan de naderende dood hem had kunnen
veroorzaken.
„O 1 nog tal van jaren," hernam hy, met zon
der opgewondenheid. Ik hoop zoolang ik leef."
Zy zag hem eene wyie zwijgend aan en
keek daarna onbestemd voor zich uit.
„Ik weet het dat je niet begrypen kunt
waarom ik zoo met dit land dweep," ging yy,
steeds meer opgewonden, voort; „ik weet het
dat je mijne gevoelens voor dit schoone land
niot deelt en dal ik het je zeer lastig maak met
myne kinderachtige opgewondenheid, zonale jy
myne verrukking noomt, maar ik kan er niets
aan doen. Hier wil ik leven, bier wil ik ster
ven elders kan ik geene vrooiyke ure meer
hebben; ik zou sterven aan het heimwee
naar Italië's goddeiykeri hemel."
„En toch is dit Italië, hot moge dan nóg
zoo schoon wezen, je vaderland niet," merkte
Wera- kalm op.
„Het is hetvaderland van het schoone; dat
zegt veel meer," luidde zijn met vuur geuit
antwoord. Wwdt vervolgd.')