8920. gïA,tfti»d ag ÏO Maart. A*. 1889. Bit nommer bestaat nit TWEE Bladen. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 15 Maart. Feuilleton. Wera Iwanowna Sentoff. PRIJS DEZER COURANT: 'AsJfafr Loiden per 3 maanden1.10. a Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. OfHoieole Eennlageringen. Heziialingsonderwijs. Burgemeester en wethouders van Leiden, Gezien art. 3 der Verordening van den 12den Januari 1882, tot regeling van het Herhalingsonder- wijs in de gemeente Leiden (Gemoenteblad No. 11 Brengen ter kennis van belanghebbenden dat do inschrijving van leerlingen voor het Herhalings onder wijs zal plaats "hebben van den 18den tot en met den 23sten Maart a. s., voor meisjes in het schoollokaal in de Van-der-Weristraat, voor jongens in dat aan do Korte Mare, telken dage des namid dags van zeven tot acht uren. Tot het Herlialingsonderwijs kunnen worden toe gelaten lo. de leerlingen van de scholen der 3de en 4de klasse, die verkregen hebben het getuigeclirift, be doeld bij art. 18 2 der Verordening van 11 November 1880 (Gemeenteblad vaD 1881 No. 4); 2o. Zij, die bij een af te leggen examen, blijken geven aan de daarvoor gestelde verdachten te kun nen voldoen. Burgomeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 15 Maart 1889. E. KIST, Secretaris. De hoogleeraar dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen alhier is door den koning van Pruisen benoemd tot commandeur der Kroon orde. Door den gemeenteraad werd in de zitting van gisternamiddag ook behandeld het ver zoek van hot bestuur van het departement Leiden der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van Nijverheid om van 1 tot 20 Juli a. s. het gymnastieklokaal op de Pieters kerkgracht te mogen gebruiken ten behoeve van de tentoonstelling van producten der Leidsche nijverheid, ter gelegenheid van de alsdan hier te houden algemeene vergadering en het congres van genoemde Maatschappij. B. en Ws. hadden voorgesteld de gevraagde vergunning te verleenen, onder bepaling dat alle schade, welke eventueel aan gebouw of meubilair mocht worden toegebracht, door adressant aan de gemeente worde vergoed. Toen nu dit punt aan de orde kwam, merkte de heer Schneithor op dat adressant zich by het doen van het verzoek tevens bereid had verklaard eene billijke vergoeding voor het gebruik van het lokaal te betalen, doch dat hij daarvan in het voorstel van B. en Ws. niets vond. De voorzitter antwoordde hierop dat het aan het college van Dagolijksch Bestuur niot noodig voorkwam voor het gebruik gedurende zulk een korten tijd eene vergoeding te vragen. De Raad vereenigde zich hiermede, want het verzoek werd zonder hoofdelijke stem ming toegestaan. Door toevallige, onverhoopte omstandig heden waren wij gisteren niet in staat onzen lezers een verslag te geven van de eerste soirée, ons eergisteren door de uit haar ass'che verrezen Leidsche afdeeling van de Hollandsche Maatschappij van fraaie kunsten en weten schappen bereid. Wij zullen trachten dit ver zuim thans nog te herstellen. De kleine zaal in het gebouw van het Nut voor het Algemeen, voor deze gelegenheid sierlijk en smaakvol met groen getooid, was weldra gevuld met eene talrijke scharo van belangstellenden, die in een kort inleidend woord door den voorzitter der afdeeling, onzen hoogleeraar dr. Jan Ten Brink, welkom wer den goheeten. Spreker schetste ons vervol gens het voor oogen gestelde doel om tevens met vreugde do getuigenis te kunnen afleg gen dat de door hem in het werk gestelde poging tot behoud dezer afdeeling zich in veler steun en bijstand heeft mogen verheu gen. Reeds een zeventigtal kunstlievende ingezetenen hebben aan de tot hen gerichte uitnoodiging gehoor gegeven. Door het geven van een viertal soirées, aan letterkunde, toon- en schilderkunst gewijd, hoopt het bestuur aan de gestelde verwach tingen te kunnen voldoen. Mocht dit niet het geval zijn, mocht ook deze nieuw opgerichte afdeeling, niettegenstaande alle in het werk gestelde pogingen, na eenigen tijd den dood tegemoet zien, dan zullen echter hare oprich ters kunnen uitroepennous avons bien mérité de la patrie. Deze woorden werden met luide toejuichin gen begroet. Vervolgens betraden mejuffrouw Van Baaten en de heeren Wetrens en Van Praag de kleine verhevenheid om het „Trio D-mineur" van Schumann, niettegenstaande de zware tech nische moeilijkheden, vlekkeloos weer te geven. De voorzitter der afdeeling, de heer Ten Brink, bracht wijders in eene bepaald boeiende causerie een viertal vertellingen van Alphonse Daudet ten gehoore, na vooraf ons een levens schets van dezen auteur gegeven te hebben. Hot eerst van hem hoorden wjj „Le sous- préfet," oen natuurtafereeltje, „un riem', zoo als de declamator zelf zeide, maar toch door de boeiende, geheel natuurlijke voordracht kroeg dat rien, dat niets, levon en kleur; wijders worden wjj vergast op „De laatste les", eene eenvoudige, maar gevoelvolle schets van den ouden schoolmeester in een dorpje van don Elzas, die in 1871, na den voor Prankrjjk rampspoedigen oorlog, zijn dorp, zjjno leerlingen en alles wat hem hier lief en daar- baar is, gaat verlaten, om het juk van den gehaten vijand niet te behoeven te torsen, om in Frankrijk te gaan loven, als Franschman te sterven. Na de pauze typeerde hy ons nog op gees tige wijze den aan te veel verbeeldingskracht lijdenden mijnheer Joyeuse, ontleend aan de roman „Le Nabab", om te eindigen met de ongelukkige, rampzalige Desirée Delobelle uit het beroemde werk „Fromont le jeune et Risleraine" van den Franschen meester. Men heeft den spreker met ingehouden adem ge volgd, men heeft zijne kleine schetsen luide toegejuicht en ongetwijfeld zjjn allen bezield met de hoop dat het niet de laatste maal moge zijn dat wij hem dezen winter zullen hooren. Het voortbestaan der afdeeling is daarmede verzekerd; ongetwijfeld zullen meerdere leden toetreden, nieuwe krachten hunnen steun toe zeggen een lang bloeiend leven staat voor ons. La patrie n'est pas en danger. Tot vice-voorzitters van de faculteiten uit het Leidsche Studentencorps zijn ver kozen voor de theologische faculteit de heer P. Eldering, voor de literarische de heer J. H. Kern, voor de medische de heer A. C. "Wittenrood, voor de juridische de heer A. J. Blok en voor de philosophische de heer W. Van Bemmelen. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken, van 14 dezer, is, voor hot tijdvak van heden tot en met 31 Dec. 1889, benoemd tot assistent voor de patho logie en hygiéne aan de Rijksuniversiteit te Leiden, de heer D. J. Blok, arts, off. van gez. 2de kl. van het Nederlandsch-Indisch leger, thans met verlof te Leiden. Onder den naam van „Leidsche Handels vereeniging" heeft zich gisteravond de afdeeling Leiden van den Bond „Maatschappelijk Belang" geconstitueerd. De navolgende heeren zjjn tot leden van hot bestuur gekozen mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck, voorz.C. Goekoop Az., vice-voorzitter; S. De Boer Az., secretaris; J. P. Riedel, tweede secretaris; J. K. Emeis, penningmeester; N. Meerburg, A. Reimeringer, J. Roodenburg en L. Sillevis, te Leiderdorp, commissarissen. De aandacht dor leden van de[Coöpera tieve Winkelvereeniging „Door volharding ver krogen", wordt gevestigd op eone in dit nommer voorkomende advertentie. Voor boven genoemde leden zal a. s. Dinsdag-avond in het lokaal Ephraïm eone vergadering worden gehouden. PRIJS DER ^VERTENTTEN: 1 meer 0.171. V.n 1—6 regel, 1.05. Iedore reg». Grootere letter. nA»r pU»t«ruimte. Voor be* ce.Beeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Op het zevende „Diligentia-Concert" te 's-Hage werden, onder leiding van den com ponist zelf, uitgevoerd „Fragmenten" uit de onvoltooide opera „Melaenis" van den heer J. G. H. Mann, den Leidschen kapelmeester van 't vierde regiment. Vier nummers„Prélude", „Cortége et Béné- diction nuptiale" en twee „Danses romaines" vormden den inhoud, en bezorgden, zegt het „Haagsche Dbl.", den componist reeds by zjjn optreden beleefd ontvangen groot succes. Het is echte opera muziek, bevallig en dank baar geschreven, geschikt en met zaakkennis, wel eens wat te zoet geïnstrumenteerd, maar steeds een aangenamen indruk makende door goeden klank en welluidendheid. Het derde nummer met den clarinot- en viool solo (de heeren Becht en Bayer) begint heel origineel. Zjj worden netjes gespeeld, de vier nummers, en de heer Mann werd tweemalen voorgeroepen en door publiek en orkest luide toegejuicht. Den 2den Mei a. s. zal het 25 jaar ge leden zjjn, dat het eerste nommer van het studentenweekblad „Vox Studiosorum" ver scheen. De eerste redacteuren voor Leiden waren de studenten: Van Gelein Vitringa, nu advocaat te Arnhem, Le Roy, nu predi kant te Venloo, en Hattink, nu advocaat te Almelooen voor Utrecht de studenten: Van Doorninck, nu archivaris te Zwolle, Wesso- link, nu predikant te Oudescheot, en Ver loren, nu rechter te Zutfen. Voor de Ned.-Herv. gemeente te Zoeter- woude zal a. s. Zondag morgen te tien uren optreden de heer Gann Dun, em.-predikant te Rjjswjjk. Het was gisteren 50 jaren geleden dat de minister van Staat, mr. J. Heemskerk Azn., thans lid van den Raad van State, aan eene van Neerlands hoogescholen promoveerde. Zeer velen uit het land en uit Den Haag hebben den staatsman van hunne belangstel ling met dezen gedenkwaardigen dag doen bljjken. Collega's, oud-ambtgenooten en juristen boden hem ten zjjnen huize hunne gelukwen- schen met dit feest aan, bjj welke gelegen heid door den jubilaris een diner werd gegeven. Voor den Hoogen Raad heeft heden mr. J. J. I. Harte den eed afgelegd als advocaat en procureur. Genoemde heer, lid der Tweede Kamer voor 't district Grave, laatstelijk wonende te Am sterdam, zal zich te 's Hage metterwoon vestigen. Met leedwezen verneemt men, dat het Kamerlid mr. Greeve, kantonrechter te 's-Hage, 15) Naar het Duitsch door P. J. O. En altjjd weer ben ik tot mjjne eenzaamheid teruggekeerd en heb in strenge afzondering nagedacht over de ondoelmatigheid van mijn leven in het bjjzonder en van het leven in het algemeen en daardoor ben ik ernstig en weemoedig geworden." Hjj had de oogen gesloten, het gelaat in haren schoot verborgen en luisterde naar haar. Hjj was zoo levenslustig, zoo jong, zoo met hoop vervuldwelk noodlo' bad hem dit voor hem zoo vreemde wezen tegemoet gevoerd? Och, had hy deze vrouw toch nooit gezien! Z(jn hart begon luide te klopi «n.Hoe kon hij zoo liefdeloos, zoo ond.i. shear zjjn en tot zulk een wensch komen! M leze gedachte had zich nu eenmaal in zii- gedachte zette zich m „En wat ben ik somberen toon. „Jjj?" Zjj sloeg mei op zjjn hoofd. „Je beni •«in genesteld, deze est in zjjn hoofd, ui?" vroeg by op bkke hand even nuin groot kind, dat mjj verzoent met de gedachte dat ik leef; ja, nog meerdat mjj het leven doet voorkomen als schoon en vriendelijk." Deze woorden verlichtten den druk, welke zjjne ziel bezwaard had. De leeljjke gedachte trad op den achtergrond om eindelijk geheel te verdwijnen. „En ga nu uit en bekommer je niet meer om mjj," zeide "Wera ten slotte. „Ik zal in middels aan Fedor schrijven. Ik ben er onge rust over, dat by in zoo langen tjjd nog niets van zich heeft laten hooren. Toen Johannes des avonds laat weder tehuis kwam, vond hij "Wera, met een licht in de hand, in het atelior staan voor hot halfvol tooide Madonnabeeld. „Hoe schoon belooft het te zullen worden," sprak zij bijwijze van groet tot hem. „Zie eens hoe vriendelijk het lacht, dat wonderbare gelaat! Het is alsof er leven in zit." Aangedaan en verheugd ging hy naast haar staan, omvatte haar middel mot den rechterarm en beschouwde alzoo met baar de beeltenis, het lieflijke, vriendelijke gelaal. „Waar ben je geweest?" vroeg zjj hem zachtjes en logde het hoofd op zijn schouder. Hjj zeide het haar en beschreef haar al het schooiie, dat hjj «p zijne groote wandeling gezien had. M«t h alfeesloten oogen en een glimlach om de lippen hoorde zij hem asn. Thans was zy ontegenzeggeiyk schoon. „Myn groote kunstenaar!" riep ze plotse ling uit, zette het licht neder en omhelsde hem. „Ik dank er je voor dat je my een wei nig bemint!" O, deze woorden van dank, welke uit het diepste van haar gemoed kwamen, deze woor den hadden zyne aandacht moeten vestigen op datgene, waarop hy eerst lette en wat hy eerst leerde verstaan, toen het te laat geworden was. VII. Trots dit alles, waren dat toch aangename dagen. Op zekeren morgen ontwaakte hy en was beroemd hy wist zelf niet waardoor. Zyn Madonnabeeld, dat hy naar München ge zonden had, was daarvan de oorzaak. Brieven vol lof stroomden hem toe; zyn atelier was steeds vol van kunstenaars en van vereerders, vrienden der schilderkunst. Hy arbeidde en arbeidde al door en was gelukkig. „Dat is het voordeel, dat Italië afwerpt 1" riep by uit. „Ik heb het altyd wel gezegd naar Italië moest ik gaan om datgene, wat als in een chaos by my aanwezig was, eene gestalte te doen verkregen en om iets goeds tot stand te brengen. God zogene u, betooverend land!" O, lente te Rome! Hy begreep nu maar niet dat hy eertyds vrooiyk had kunnen zyn. Eens gingen Wera en hy buiten Rome's poorten wandelen en zagen zy daar twee kinderen, die, in hun eenvoudig spel, twee stukjes hout over elkan der legden, aldus een kruis samenstelden en ten slotte met zorg een rood lint daaromheen vlochton. Zy zagen naar dat spel, bewonderden de bevalligheid, waarmede dat alles werd uitge voerd en schiepen behagen in de schoonheid der beide kleinen.en dezen lachten hen toe, staken het kruis in de losse aarde, lie pen er omheen en waren er zichtbaar trotsch op dat het kruis omviel noch zelfs wankelde. Opeens echter werd het gelaat van het meisje ernstig en nam het eene nadenkende uitdruk king aan; het kind boog de knieën, vouwde de handen en begon te bidden. De knaap, die het meisje met steeds meer aandacht had gadegeslagen, deed nu hetzelfde en weldra klonk het uit der kinderen mond: „Tisaluto, Maria, piena di grazie. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 5