•e Leldschi; dnftreieldheden
kwamen gis^ren, gel ijk we reeds meldden,
in de T'^eede Kamer ter Bprake.
heer Domela Nieuwenhuia nl., eerst
«liet ter vergadering aanwezig, was later in
don namiddag, toen de zitting bijna was af-
geloopen, verschenen en liet dadelijk van zijne
aanwezigheid blijken, door het vragen van
verlof tot het houden van eene interpellatie
over het hier voorgevallene, waarbij de sociaal
democraten, vooral de tapper Pierlot, in het
gedrang waren gekomen.
Fluks stond de minister van justitie op,
om te verklaren dat hij bereid was als de
Kamer het gevraagde verlof verleende, onmid
dellijk te antwoorden.
De Kamer verleende het verlof, en de heer
Domela Nieuwenhuis zette zijne grieven uit
een. Hjj meende dat de politie te Leiden ge
weigerd had ter assistentie te verschijnen,
omdat de beleedigde party de socialisten waren,
terwyi zelfs op de aanvrage om hulp door
een inspecteur zou gezegd zyn„laat ze den
boel maar weer stukslaan als verleden jaar."
De minister van justitie antwoordde dat hy
onmiddeliyk, na kennis bekomen te hebben
van de ongeregeldheden te Leiden, een onder
zoek heeft gelast. Voor zooveel dit van de
justitie afhing, is het onderzoek nog niet
afgeloopen en daaromtrent kan de minister
dus geene mededeelingen doen. Ton aanzien
van het onderzoek der politie is hot volgende
moe te doelen
Op Zaterdag 23 Februari werd een venter
van het blad „Recht voor Allen" op het
drukste gedeelte van de Haarlemmerstraat
bemoeiiykt. Om hem te beschermen, nam de
politie hem mede en hij bleef eenigen tyd in
hot bureel. Don volgenden dag zou er eene
vergadering plaats hebben in de herberg van
Pierlot, eeft zeer beperkt lokaal, op de Lange-
gracht. Van der Stadt zou dan als spreker op
treden. Lang te voren hadden zich tal van kna
pen voor het huis verzameld, die sneeuwballen
gooiden. Do bewoner kwam daarop naar buiten
en zei: „Daar moet een kogeltje doorheen",
waarop zyne vrouw antwoordde: „Ja." Een
voorbyganger, die dit hoorde, maakte er aan
merking op en zoo ontstonden er ongeregeld
heden, waarby het gooien van sneeuwballen
overging in het werpen met steenen, waar
door ruiten werden verbryzeld.
Dio daad acht de minister niet te verde
digen; hetzu zy door knapen of door wien
ook is gepleegd, zy is zeer laakbaar, straf
waardig en als hot der justitie gelukken mocht
de schuldigen te ontdekken, zal eene voor
beeldige straf niet uitbiyven.
Intusschen bestond er op dat oogenblik
nog geene aanleiding, om naar het huis van
Piorlot te gaan. Zoodra assistentie was ge
vraagd, is die vorleond. Of daarby eenige tyd
is verloopen en hoeveol, is niet met zekerheid
geconstateerd. Maar de minister ontkent ten
sterkste dat de politie van hot oogonblik,
waarop zy kennis droeg van 't gebeurde, niet
alles heeft gedaan, om verdere molest te voor
komen. Do vergadering by Pierlot had dien
avond geen plaats. De agent van politie
Koolhaas raadde de verzamelden, waaronder
v. d. Stadt, aan, het huis te verlaten. Daaraan
is, ook door de huisgenooten, voldaan.
Den volgenden Maandag avond begaven zich
per trein van 8u. 23 m. verschillende sociaal-de
mocraten uit Den Haag naar Leiden, om, pas
uit het station gekomen, „Rocht voor Allen"
rond te venten. Daar was toon geen politie
aanwezig. Onmiddeliyk werden de venters om
ringd en achtervolgd door eene menigte van
volwassenen on kinderen, die eene dreigende
houding aannamen, zóó dreigend, dat de po
litie, toen de menigte op de Breestraat was
gekomen, zich met do zaak bemoeide en om
de venters in bescherming te nemen, hun
verzocht in 't politiebureel te komen.
Want de politie ware niet in staat geweest
hen tegen de volkswoede te beschermen. Van
de vier in do wacht opgenomenen, waren er
3 uit Don Haag, allen gewapend met stokken
met loodon punten en knoppen en een (on
geladen) revolver, één met een schoenmakers-
haak. Zy wilden zich daarmee, dos gevorderd,
verdedigen en waren opzettelijk van Den Haag
gekomen, om 't blad te verkoopen.
Op Vrydag 1 Maart, deu dag van hetstuden-
tenfeestte Leiden, was 't zeer druk en ander
maal liep een troep van 50, 60 jongens door de
straten, het bekendo straatlied„Weg met
de socialen!" zingende en bij die gelegenheid
werd van 't huis van Pierlot, dat zeer ont
redder d was, een plank afgerukt.
Do politie heeft dit toen onmiddeliyk belet,
evenals deu volgenden door maatregelen werd
Voorkomen dat het hnis van den kruidenier
Lips tot mikpunt werd gemaakt.
Toch had er, te halftwaalf «ieha vecht-
party voor die woning pl^ts, waarby een
ruit werd Ingeworpen, Set Is niet gelukt te
consthteeren wie daaraan schuldig was, maar
don volgenden dag is 't huis weder bewaakt;
de politie is dus voortdurend waakzaam ge
weest en met energie opgetreden. Dit belette
niet, dat zich langzamerhand toch weer eene
groote menigte verzamelde, die zelfs met de
blanke sabel moest worden uiteengejaagd. Op
de Heerengracht werd weer een ruit stuk ge
slagen. Doch daarby bleef het en sedert is
alles rustig gebleven.
Uit de rapporten blykt, dat te Leiden, gelyk
elders, de politie, onverschillig door of tegen
wie de ongeregeldheden ook zyn gepleegd,
zonder aanzien des persoons tot herstel der
rust is opgetreden. Voor de Regeering bestaat
er alzoo geen aanleiding tot eenige bemer
king, of om tusschenbeide te treden.
Maar eene andere vraag is, aan wie de on
geregeldheden te wyten zyn, wie ze plegen?
En dan wil de minister niet ontveinzen, dat
afgezien van 't op dien Zondag avond gebeurde,
waarover hy zyne afkeuring herhaalt de
rondventers van „Recht voor Allen'' zeiven,
zij, die te Leiden kwamen, om een blad te
verkoopen, waarvan niemand daar gediend is,
noch do arbeidende klasse, noch de welge
stelde, burger de schuldigen zyn.
Want het is niet te verwonderen, dat ook
de arbeidersstand afkeerig is van wat in
bedoeld blad op elk gebied wordt geschreven.
Hy wyst op de nummers van 28 Febr. en
19 Jan. jl., op de hoofdartikelen over 's Konings
overlyden onder het hoofd„aanstaande cou
rantenberichten."
Deze beide artikelen, die ieder, die hecht aan
alles wat Nederland dierbaar is, die hecht aan
ons Kon. Huis, diep in do ziel hebben gegriefd
en geschokt, ze verschenen op een oogenblik,
dat ons gansche volk met weemoed den blik
wendt naar 't Loo, waar Z. M. onze geëer
biedigde Koning ten prooi is aan't smartelykst
ïyden, om te zien of er nog hoop is op herstel.
Wanneer op dergelyk oogenblik zulke bladen
worden gebracht onder 't oog van hot volk,
dan is het niet meer dan natuurlyk dat zy,
die dit doen, zich zien blootgesteld aan den
weerzin, aan de verachting van dat volk en
dat de politie zelfs op een gegeven oogenblik
buiten staat is hen tegen de woede der me
nigte te beschermen. De minister wil daarover
geen woord van verdediging doen hooren,
maar wel van verontschuldiging.
De heer Domela Nieuwenhuis repliceert.
Hy laat do aanleiding tot de rustverstoring
daar; de oorzaak is de vraag of de politie in
verzuim ia geweest. Dit ontkent de minister,
maar geen wonder, hy gaat op de rapporten
van de politie af. Spr. heeft echter by onpar-
tydigen, by de buren van Piorlot, inlichting
ingewonnen. Hem is gebleken dat er iemand
naar de politie is gezonden en dat hy ton
antwoord kreeg: „Laat ze don boel maar
stuk slaan gelyk voor twee jaren. Wy be
moeien ons er niet meel" Dat dient onder
zocht te worden.
Waarom beschermt men de sociaal demo
craten niet als zy vergaderen, gelyk't Heils
leger? Men zegt, dat de venters van „R.
v. A." om hun bestwil zyn meegenomen;
maar 't publiek gelooft er niet aan; zy zyn
meegenomen en gehouden tegen hun zin.
Waarom? Omdat zy een blad verkoopen, wat
nog niet strafbaar ia gesteld. De bescherming
tegen 't volk zou onnoodig zyn, als de politie
't volk niet tegen de sociaal-democraten op
zette en door hen niet te beschermen, den
indruk niet gaf, dat de socialisten buiten de
wet staan.
Spr. blijft dus ontkennen, dat de politie
waakzaam en met energie is opgetreden en hy
is niet overtuigd dat zonder aanzien des per
soons wordt gehandeld. Daarom is de politie
dan ook impopulair.
Men weet nu echter, dat de Regeering de
houding dor politie goedkeurt.
Wat de aanleiding tot de ongeregeldheden
betreft, dat zyn natuurlyk altyd de socialisten
al worden zy aangevallen, zy' moeten de
zondebok zyn, dat is het gemakkelykst.
De minister beweerde, dat men niet ge
diend is van „R. v. A." Dat is een zaak
van appreciatie. Maar als 't zoo ware. incest
men zich niet zoo druk over den verkoop
maken. L elk geval hoopt spr. echter, dat
do minister by tie overheid het denkbeeld
zal overbrengen, dat zy, ook tegenover soci
aal-democraten, heeft te handelen zonder aai -
zien des persoons.
Het standpunt der politie tegenover de
Socialisten werd op duidelyke wyze door den
beer Kerdyk teruggeven.
Deze afgevaardigde erkent, dat de politie door
de schuld der sociaal-democraten in eene moei-
lyke positie is; door do sociaal-democraten
gesmaad, getergd en gehoond, gelyk alle gezag
en overheid, heeft de politie tevens tot taak die
zelfde soc.-dem. nog te beschermen tegen de
uitbarstingen der volkswoede. Dat is een harde
taak, maar de politie heeft haar te vervullen.
Wordt de politie verrast of treedt zy han
delend op, doch blykt zy niet in staat voldoende
kracht te ontwikkelen men kan haar niets
verwyten. Maar de vraag is, of de politie
werkelyk altyd handelt zoodra en zoo goed
zy kan?
En nu heeft de interpellant twee beschul
digingen geuit: lo. dat de politie te Leiden,
na gewaarschuwd te zyn, anderhalf uur is
weggebleven; 2o. dat, toen hulp werd ge
vraagd, is geantwoord„Laat ze den boel maar
stuk slaan."
Kan de minister op de tweede beschuldiging
antwoorden? Op de eerste was zyn repliek
ietwat weifelend. Het stond niet vast, hoeveel
tyd er is verloopen. Welnu, daarop komt het
aan. De minister moet van de geuite zeer
stellige beschuldigingen ernstig nota nemen
en ze nader doen onderzoeken. Zyn de be
schuldigingen onjuist, dat de minister ze dan
met zyn gezag tegenspreke, zyn ze juist
dat de minister dan ook naar recht en billyk-
heid handele.
De minister herhaalt dat het onderzoek der
justitie nog niet is afgeloopen; daarby zyn
de twee aangehaalde punten niet uit het oog
verloren en de minister geeft de verzekering,
dat, indien de politie blykt niet te hebben ge
handeld golyk het behoort, zy' daarvan reken
schap zal hebben te geven en dat zoo hare hou
ding afkeurenswaardig is, de afkeuring niet zal
uitbiyven.
De voorzitter dankte den minister voor de
gegeven inlichtingen, waarna de interpellatie
word gesloten.
Het „Haagsche Dbl." teekent in zyn Kamer
overzicht op dit debat het volgende aan
Met volkomen instemming hoorden wy
's ministers rede, en wanneer wy daarop ééne
aanmerking hadden, dan zou het deze zyn,
dat de minister de vraag ook wel eens mocht
overwegen, of inderdaad de mannen, door den
Schoterlandschen afgevaardigde in bescher
ming genomen, niet zichzelven buiten de wet
stellen door alles te doen wat in hunne
macht is, om de bestaande maatschappelyke
orde gewelddadig te vernietigen.
Zeker verdienen daden, als te Leiden zyn
gepleegd, geene verdediging, maar te veront
schuldigen zyn zy zeker, waar zy geprovoceerd
worden door handelingen, die het dierbaarste
aantasten wat ieder rechtgeaard vaderlander
als Staatsburger hoog stelt.
BUITENLAND
Frsnkryk.
By arrest van het hof van appel te Parys
is verklaard dat de Panama-kanaalmaatschappy
een civiel rechteriyk karakter draagt.
De vice president der Argentijnsche
Republiek, Carlos Perigrini, wordt te Parys
verwacht; hy zal daar geruimen tyd blyven.
Den 17den dezer zal Boulanger te Tours
aanzitten aan een te zyner eere te geven groot
banket en daarby eene redevoering uitspreken.
Uit Rome wordt gemeld dat in politieke
kringen aldaar wordt verzekerd, dat onderhan
delingen zyn opgevat ter hernieuwing van
het handelsverdrag met Frankryk.
Boulanger schreef aan een Italiaansch
blad, dat wanneer hy aan het roer komt, hy
aan Italië nooit den oorlog zal verklaren.
Beide volken moeten naast elkander gaan.
Ovltaoklud.
Heden, 9 Maart, zal men in Duitschland
den sterfdag van keizer Wilhelm I herdenken.
De Kamers komen dan niet byeen en in de
scholen en door byzondere vereenigingen van
allerlei aard wordt deze dag op plechtige
wyze herdacht.
Do Beiersche schatkist wyst over 1888
een overschot van 12,000,000 mark aan.
Het aantal landverhuizers over Hamburg
bedroeg in de maand Februari 3537.
De Beurs te Berlyn opende gisteren
flauw, maar herstelde zich op do ontvangst
van geruststellende berichten omtrent het
„Comptoir d'Escompte" te Parys.
L>e Engelsche ambassadeur te Beriyn is
naar Londen ontboden om inatructiën te ont
vangen voor de Samoa Conferentie, welke te
Borlyn in de volgende week heropend zal worden.
De Duitschera, die onlangs in den zen-
dingspost te Dar-es-Salaam aangevallen en
gevangengenomen werden, zyn aan boord
van een Arabisch vaartuig to Zanzibar aan
gekomen.
Zwitserland.
In Tessino is de orde hersteld. Toch heeft
de Bondscommissaris Borel het noodig geacht
het regiment soldaten, hetwelk te Zurich ge
reed atond, naar Bellizona te ontbieden. Ook
heeft de Italiaansche regeering eene afdeeling
soldaten naar de grens gezonden, ten einde
te voorkomen, dat het verkeer met den spoor
weg soms mocht gehinderd worden.
Maandag a. s. komt do nieuw gekozen
groote raad byeen. Den Bondscommissaris is
opgedragen te zorgen, dat de orde niet worde
gestoord.
Oroot-Brltaunlë.
De heer Cambden heeft gisteren in het
Lagerhuis aangekondigd dat hy het wets
ontwerp tot versterking der oorlogsvloot zal
bestryden door middel eener motie, waarin
hy verklaart zyne toestemming te weigeren
zoolang de regeering niet een algemeen plan
der landsverdediging heeft aangeboden op den
grondslag van do medewerking van alle bur
gers en van de versterking dor kusten.
Het Lagerhuis nam, zooals men weet,
het adres van antwoord op de Troonrede aan.
Te voren had het met 220 tegen 92 stemmen
een amendement van Cunninghame Graham
verworpen, strekkende om in het adres een
paragraaf op te nemen botreffendo den toestand
en de eischen der werklieden.
Men denkt dat de „Times" tot 200,000
pd. st. schadevergoeding wegens laster aan
de Iersche afgevaardigden zal worden ver
oordeeld.
Rualand.
De gisteren verschenen keizerlyke ukase
beveelt dat tot inkoop der 5 pCts. geconso
lideerde Russische spoorweg-obligatiën van
1870, 1871, 1872, 1873 en 1884, in de eerste
plaats echter van die van 1871, eene eerste
serie van soortgelyke 4 pCts. obligatiën tot
een nominaal bedrag van 175 millioen goud
roebels wordt uitgegeven. Het in byzonder-
heden tredende prospectus zal worden open
baar gemaakt door do credietinstellingen, aan
welke deze operatie wordt toevertrouwd.
Servië.
De regenten verklaren in bunno proclamatie,
dat zy den troonsafstand betreuren, en dat de
kroon, krachtens do grondwet, toekomt aan
prins Alexander, wiens gezag zal worden uit
geoefend door het regentschap, dat door vorst
Milan is aangewezen. De regenten verbinden
zich den eed van trouw aan koning Alexander
te houden en naar do grondwet te regeeren.
Zy rekenen op de medewerking der natie,
tot verzekering van den vreedzamen vooruit
gang des lands; zy zullen de vnendschappe-
lyke betrekkingen met het buitenland hand
haven en bevestigen. Ten slotte verklaren zy,
hunne beste pogingen te zullen aanwenden
tot behoud der binnenlandsche orde en van
den vrede met het buitenland, en tot het voe
ren van een zuinig beheer der financiën. Ten
einde deze beide beloften te bekrachtigen, zal
het regentschap by de byeon te roepen
Skoeptschina een wetsontwerp indienen, waar
by het Servische leger tot op de helft ver
minderd wordt, totdat op do staatsbegrooting
het evenwicht hersteld zal zyn.
De Oostenryksche regeering heeft haren
gezant te Belgrado teruggeroepen.
De verslaggever der „Times" te Weenen,
die in 1887 een onderhoud met den gewezen
koning Milan gehad hoeft, seint thans aan
zyn blad dat de koning reeds destyds zyn
aftreden onvermydelijk achtto. De koning
herinnerde daarby aan het lot van andere
vorsten der kleine Balkan-Staten, die vermoord
of weggejaagd werden. Milan zeide dat een
onafhankeiyk Servië tusschen Oostenryk en
Rusland hem onbestaanbaar toescheen.
Het Servische regentschap stelt voor, aan
Milan een jaariyksch pensioen toe te kennen
van 20,000 pd. st. De regenten hebben den
afgezetten Panslavistischen metropolitaan
Michaël teruggeroepen, en hem herstel in het
genot zyner jaarwedde aangeboden.
Naar de „Daily News" uit Belgrado verneemt,
heeft de ex-koning Milan aan den Russischen
gezant medegedeeld dat hy in de volgende
week naar "Weenen gaat om, nu een kort
verbiyf aldaar, verder te gaan naar Abazzia
en eene langdurige reis naar Syrië te onder
nemen. Koningin Nathalia komt na het ver
trek van Milan spoedig te Belgrado.