N#. 8914. Zaterdag O Maart. k\ 1889. (§-sz8 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 8 Maart. Feuilleton. Wera Iwanowna Sentoff. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Yan 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het in- oasseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Ofüoieele KennltigeTingen, Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van W. H. DEN DOPPER, hou dende verzoek om vergunning tot het plaatsen van cene dr oogkast voor lakwerk in het percod in de Spijkcrboorstceg No. 12; Gelet op de artt. C en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd isalsmede dat op Vrijdag den 22sten Maart 1889, 's voormiddngs te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren togen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. Maart 1889. E. KIST, Secretaris. Op het a. s. Diligentia-Concert te 's-Hage (13 Maart) zullen, onder leiding van den com ponist, de ook hior ter stede uitgevoerde frag menten voor orkest uitMann's opera „Melaenis" worden ten gohoore gebracht. Dit feit is van niet geringe beteokenis voor den hoer Mann, daar, zooals men weet, de Diligentia concerten ongetwijfeld de eerste concerten hier te lande zyn, en ook vooral omdat, voor zoover wij ons herinneren, in de laatste vyftien of twintig jaren, le'ialve oen enkelen keer een werk van Verhulst en Ho), den vroegoren en tegenwoor- digen directeur, nooit eene compositie van een Ne-'.orlandsch meester op Diligentia werd uitgevoerd. Op het 11. Zaterdag te Utrecht gegeven stads concert werden dezelfde fragmenten, insgelijks door den componist geleid, met grooten bijval uitgevoerd. Omtrent den toestand des Konings ont vingen we hedenmorgen van het Loo het volgende telegram „De dag van gisteren is kalm afgeloopen, de daaropvolgende nacht was rustig. Heden ochtend was Z. M. zeer kalm. De voedsel- opneming blijft ochter slecht." Het paleis-bulletin luidde heden „De toestand des Konings blijft over het geheel onveranderd. De laatste dagen waren rustiger." Te Utrecht is mejuffrouw A. F. Honing, van Leiden, geslaagd bij het examen in de <- nuttige handwerken. fc De aanbieding van een getuigschrift en herinneringsgeschenk aan J. Van der Sluis, overman der boomsnoeiers, in dienst der ge- meente Leiden, vanwoge do afdeeling Loiden en omstreken der Nedorlandsche Maatschappij -- voor tuinbouw en plantkunde, zal plaats heb ben in de gewone afdeelingsvergadering op Dinsdag 12 Maart a. s., in de „Loge", alhier. Dien dag zal het juist vijftig jaren geleden zijn dat J. Van der Sluis als boomsnoeier in dienst der gemeente trad. In de laatste dezer dagen verschenen aflevering van het „Theologisch Tijdschrift" komt van de hand van dr. A. Kuenen een „In memoriam" voor, gewjjd aan dr. L. W. E. Rauwenhoff. Van de stichting van genoemd Tijdschrift af 1 Jan. '67 waren beiden onafgebroken als redacteuren werkzaam ge weest. Behalve meer dan ééno belangrijke boekbeoordeeling en de keurige opstellen op kerkhistorisch gebied „De kerk van Schot land" en „Kracht of zwakheid?" weiden door Rauwenhoff de uitnemende verhandelingen geschreven over „Empirisme en Idealisme vol gens Hoekstra", „het Spinozisme van Les sing", „Het oude en nieuwe geloof van D. F. Strauss", „Matthew Arnold", „J. Stuart Mill"-, „De Ethische richting" en in de voorlaatste aflevering „Normen en Waarden" naar aan leiding van Windelbauds „Praludien." Als een blijvend monument van zjjne werkzaamheid der laatste jaren schrijft dr. A. K. liet Rauwenhoff ons zjjne „Wijsbegeerte van den Godsdienst" na. Met weemoed herinnert K. dat reeds twee hoofdstukken over Kant en Fichte voor het tweede historische deel voor do pers gereed lagen. Ook zijne studie naar aanleiding van Windelbaud heeft hjj niet mogen voltooien. Op welke wijze Rauwonhoff over zijn vak „de wflsbogoerte van den godsdienst" aan de Leidsche universiteit college gaf, licht Kuenen toe met de zoo waardeerende getui genis van oenen van diens leerlingen: wat waren zjjne lessen onvergetelijk schoont Hy sprak en improviseerde even onberispelijk van vorm, even helder en boeiend als hjj schreef. Het was een kunstgenot, hem aldus de religionsphilosophische ideeën in Lessings „Nathan" te hooren verklaren. En toen hjj na lange en ingespannen studie don grooten Kant zóó kende en doorgrondde, als hij dien kennen wilde, eer hjj zijn leerlingen voorging op de donkere wegen, door dezen reus der abstractie ontdekt toen viel het klimmen en zoeken aan zjjne volgelingen niet zwaar, en werd de inspanning ruim beloond door alles, wat hij ons deed vinden en deed zien. Heldor in zjjn betoog, scherp vooral in het bepalen van wat hem van enkele geest verwanten onderscheidde, geestig, soms iro nisch, maar altjjd humaan in de polemiek, wist hjj bjj velen liefde te wekken voor het vak, dat hij liefhad en zeker allen te doen beseffen, wat grootsche roeping de gods dienstwetenschap in onze dagen heeft." In de heden, onder voorzitterschap van den Commissaris des Konings, mr. C. Fock, gehouden vergadering der Prov. Staten van Zuid-Holland, herdacht de voorzittor het sedert de vorige bijeenkomst overleden medelid, mr. C. W. Hubrecht, een der oudste leden der Staten, die gedurende geruimen tjjd lid van het college van Ged, Staten is geweest en in Juli jl. die betrokking had nedergelegd. Weinig zeide de voorzitter kon men de vorige week vermoeden dat wjj voor de laatste maal de hand drukten van den man, die in z(jne verschillende betrekkingen steeds met den meesten ijver de hem opgedragen belangen heeft voorgestaan. Zjjne nagedachtenis zal bjj ons in eere blijven. Do vergadering gaf algemeens blijken van instemming, terwijl Ged. Staten de ontvangen mededeeling reeds met een brief van rouwbe klag hadden beantwoord. Alsnu werd het ingekomen rapport van Gedep. Staten over het Regeeringsvoorstel tot wijziging der Provinciale kiestabel, naar de afdeelingen verzonden, evenzeer als een adres van de kiesvereeniging te Sliedrecht, waar in de wenscheljjkheid werd uiteengezet van splitsing van het voorgostelde hoofdkiesdistrict in twee deelen, ieder ter verkiezing van 2 leden. Op voorstel des Voorzitters werd besloten heden te halftwee in de afdeelingen het onder zoek te doen plaats hebben, terwjjl, mede op zjjn voorstel, werd besloten na korte ge- dachtenwisseling Dinsdag 19 Maart, te 12 uren, weder bjjeen te komen ter openbare behandeling van het rapport der afdeelingen. Tot dien tijd werd de vergadering gesloten. Een onzer handelsvrienden in Amerika deelt ons mede dat de Republikeinsche party, welke 4 Maart jl. de regeering heeft aan vaard, voornemens is het ontzettend hooge inkomend recht (20 pet.) af te schaffen op alle andere dan in de Engelsche taal gedrukte boeken. Wanneer dit bericht geene jjdele ver kiezingsbelofte is, maar op waarheid gegrond, dan zou dit voor onze Nederlandsche uitgevers eene heuglijke tijding zjjn. Een ieder, die be kend is met de formaliteiten, welke aan de Amerikaansche consulaten te Rotterdam en te Amsterdam tot zelfs voor het kleinste kistje boeken worden vereischt, zal dat moeten toe geven. De invloedrijke Nederlandsche Vereeni- ging te Nieuw York zou ook aan onze in Amerika gevestigde landgenooten geen gerin gen dienst bewjjzen als zjj dat plan kracht dadig ondersteunde. Het debiet van Holland- sche boeken in Amerika, dat nu door het hooge inkomend recht belemmerd wordt, zou daardoor niet weinig toenemen. Men verhaalt dat de officier van het Indisch leger, die zonder zjjne aanstaande echtgenoote naar Indië moest vertrekken, omdat hem, onafhankelijk van zjjn wil, de huwelijks „vergunning" nog niet kon worden uitgereikt,eene vorderingtot schadevergoeding wegens de gemaakte kosten tegen het Rjjk zal instellen. Of, waar de toestemming ver leend, maar ook geweigerd kan worden, zoo danige actie grond heeft, zal de rechter hebben ts beslissen. De kapitein J. R. Naeff is aangewozen om tijdens de ziekte van den luit.-kolonel, militie commissaris in hot 4de district van Zuid-Holland, diens dienst waar te nemen. Naar men aan de „Haagsche Crt." meldt, heeft ook de minister Keuchenius thans, na inzage te hebben genomen van de uit Indië opgevraagde en dezer dagen hier te lande aangekomen stukken in de zaak-Willink Ketjen, geweigerd, die papieren aan genoemden heer af te geven. Het stoomschip „Batavia", van Rotter dam naar Java, vertrok 7 Maart van Mar seille; de „Burgemeester Den Tex", van Am sterdam naar Batavia, vertrok 7 Maart van Suez; de „Drente", van Java naar Rotterdam, is 7 Maart te Suez aangekomen; de „Zaan dam", van Plata rivier naar Rotterdam, is 7 Maart te Duinkerken aangekomen. Gamangd Nlaavra Hedennacht heeft zich eender gevangenen in het militair detontiehuis, buiten de Morschpoort alhier, door ophanging van het leven beroofd. Sedert eonigen tjjd heeftzich zeker menig reiziger op de Noord- en Zuid- Hollandsche stoomtram afgevraagd, waarom gedurende don goheelen rit van Leiden tot Haarlem voortdurend de schol wordt geluid. Naar men mededeelt, is de zaak deze. Langs den tramweg van Lelden tot Haar lem bevinden zich meer dan 600 waarschu- wings-punten, waarvoor de machinist, zoo wel vóór als na het passeeren, de bandschei moest in beweging brengen. De machinist was daardoor als het ware verplicht om bjjna gedurende het geheels traject met de hand aan de schel te staan. Do directie van de stoomtram heeft daarin eene verandering ge bracht; zjj heeft nameljjk den stoom van de machine in verbinding gebracht met de schel en er alzoo eene stoomscbel van gemaakt. 7) Naar het Duitsch door F». »T- O. Zjj bezochten den «chouwburg of de con certzaal of deden eene wandeling; daarna zaten zjj bjj olkander in eene kamer van het hoteldaar stond de samovar op de tafel dan zette Wera thee en vergaten zjj gewoon lijk dat zjj zich bevonden in de chambre garnie van een hotel zóó gezellig en huiselijk was hun samenzijn. Wera en haar oom spraken meestal niet veel; gemakkelijk in den rug eener sofa ge doken, met de voeten rustende op een voe tenbankje, rookte zy sigaretten en keek den kunstenaar met half geopende oogen aan. Fedor Iwanowitsch zat tegenover haar, eveneens in gemakkelijke houding ook sigaretten roo- kende, zag öf strak vóór zich óf naar Wera en opende den mond ah- tan, wanneer men onmiddellpk tot hem 1 woord gericht had. Johannes was roeds g- .11 geraakt aan de terughoudendheid en i/.wjjgendheid van den Ru- Onbeleefd beh-mdolde Fedor hem in geenen it-ele en meer dan beleefdheid kon Johannes niet van hom vergen. Wat hem hierheen lokte en hem als het ware ketende aan deze plaats, was eenig en alleen de blonde, bleeke vrouw, die eene zekere macht op hem uitoefende, waaraan hjj zich, na een zwakken tegenstand, had onderworpen. Hy kende ze slechts oppervlakkig, die blonde, bleeke vrouw. Zelden en ongaarne sprak ze over zichzelve en ze deed eens zelfs de opmerking dat het der moeite niet waard was omtrent haar ver leden modedeelingen te doen; dit had niets vermeldenswaardigs opgeleverd. Maar haar strak, treurig, koud gelaat verried dat zy veel droevigs moest ondervonden hebben.... Johannes waagde bet niet, veel van haar te vragen. Wie wist ook wat zjj ondervonden had en of het raadzaam ware daarnaar te vis- schenZy was beschaafder dan de meeste vrou wen, die hy kende, had veel gelezen, meer nog nauwkeurig gadegeslagen en over alles nagedacht. Eene zekere troostlooze philosophie, eene onderwerping zonder nederigheid, die onderwerping der in verval geraakten, die den stryd opgeven, was de hare geworden en onver holen kwam zy er voor uit dat haar leven haar onverschillig was. Zoo zy eenmaal geloof had bezeten, zjj had hot sedert, langen tyd verlo ren. „Ik kan mn niet herinneren ooit gebeden te hebben," z.eido zij eens. „Mijne moedor heeft het my niet geleerd en toen men op lateren leeftijd pogingen aanwendde om het my aan te leeren, hechtte ik er geene be teokenis meer aan." Zy was eene echte Russin. Johannes be schouwde haar als eene donkere zee, waarin hy wel ondiepten vermoedde, maar welke hy dacht nooit te zullen kunnen peilen. Hoeveel gemakkelyker viel het haar een blik te slaan tot in de diepste schuilhoeken zijner zielDeze zonnige kunstenaarsnatuur was niet moeiiyk te doorgronden. Wat in hem omging, las zy in zyne licht veranderende gelaatstrekken; hy was open en zonder valschlieid als het eeriyke zonnelicht. Hy had er inderdaad be hoefte aan zich by de menschen aan te sluiten hy stelde vertrouwen in hen en dacht er weinig over na of zy dat vertrouwen verdienden. Hy kon gemakkeiyk in toorn ontsteken, maar was door een zacht woord ook even gemak keiyk weder tot kalmte te brengen, leefde slechts by hot oogenblik en, was dit gunstig voor hem, dan vergat hy alles, wat hem oerst tot treurigheid gestemd of zwaar gedrukt had. Wera noemde hem niet zelden een groot kind en hy was dan ook kind geble ven de harde school des levens had aan zijne ziel hare jeugd niet kunnen ontnemen. Hy gaf gaarne en wanneer een zyner vrienden zich in neteligen toestand bevond en hy tot helpen in staat was, overlegde hjj geen omme zien, dacht niet aan de toekomst en gaf tot hy volstrekt niet meer geven kon. Dat vrou wengunst hem verwend had, wist hy ternau wernood. Hy was het gewoon gunst te verwerven, zonder daardoor ydel te zyn ge worden. Maar hot deed hem genoegen te weten dat hy omringd werd door liefde en deelneming. Hy was gomakkelyk teleur te stellen of uit zyn humeur te brengen, gemakkelyker evenwel nog tot verzoening te bewegen en licht tot blydschap te stemmen.De kleinste oplet tendheid, jegens hem betoond, maakte hem gelukkig. Hy was teergevoelig van aard. maar de armoede boezemde hem weerzin in van de armen had hy een afkeer, omdat hunne ruwheid, hunne lompen, hun onaangenaam uiterlyk zyn naar schoonheid zoekend oog kwetsten. „Ik kan daaraan niets doen," zeide hy tot Wera, die hem dien afkeer verweet. „Ik haat alles wat niet schoon is." De kunst ging by hem boven alles.en niet de kunst alleenook hen, die in haren dienst werkzaam waren, schatte hy hoog. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1