wego, dank zy den krachtigen, gisteren door ons medegedeelden maatregelen, daartoe ge nomen. Alles bleef nu aan hot station kalm. Kiemand der passagiers werd er gemoles teerd. De aanwezige manschappen van de infanterie, artillerie (te voet), de Leidsche en Oegstgeestsche politie, de rijksveldwachters, met hunne karabijnen gewapend, het personeel der Hollandsche Spoorwegmaatschappij, in grooton getale aanwezig, hadden niets te doen. Geen der gekostumeerden meldde zich bij den afgesloten ingang aan. Slechts één ver sierd rijtuig reed met hen den Stationsweg op, het Terweo-park door, kort daarna weer terug, en daarbij bleef het. Ook op den Burg die nu volgens het algemeen gerucht eigenaardig voor de bestor ming was aangewezen bleef het vrij kalm, want na hot eerste daaraan gebrachte bezoek door een gedeelte der deelnemers aan de ry- jool, werd het naar aanleiding daarvan beter geoordeeld het hek maar te sluiten. Ten gevolge van het ovorljjden van prof. Rauwenhoff heeft het diner der professoren in het hotel VerhaafF niet plaats, ton gevolge waarvan dus ook de aan hen te brengen serenade ditmaal is vervallen. Door mevrouw W. H. baronesse Van Reede Van Oudshoorn, weduwe van mr. Hendrik Jochems, onlangs te "Wassenaar overle den, is aan de diaconessen-inrichting te 's-Hage gelegateerd de som van ƒ3000, vrij van successierechten. Het stoomschip „Noord-Brabrant," van Penarth naar Java, arriveerde 7 Febr. te Port-Said; de „Zeeland," van Rotterdam naar Java, vertrok 6 Febr. van Adende „Noord- Holland," van Rotterdam naar Batavia, ver trok 7 Febr. van Marseille; de „Prins Willem P' arriveerde 30 Jan. van Amsterdam te Para maribo en is 7 Febr. van daar te Trinidad aangekomen. Oam*a(4 Nleawa. Te Katwijk aan Zee bosomden gisteren twee Katwijker schuiten 30 en 34. Eene Scheveninger schuit, welke gis termiddag aldaar aankwam, besomde in pu- blieken afslag 127. Vanmorgen is de laatste Katwijker schuit, welke in zee was, aangekomen. De schuiten, welke in IJmulden binnen geweest zijn, zyn in het gezicht. Reeds telt men 17 dooden, ten gevolge van het spoorwegongeluk bij Groe- nendaal. Bjj Canajahorle (Nleuw-York) zakten 17 menschen door het jjs op de Mohawk-rivier en verdronken. Te Darmstadt had den 5den dezer op het esercitio-veld een hoogst treurig ongeluk plaats. Eene afdeeling van het lijf- garde-infanterie-regimont hield aldaar schiet oefeningen. Daarbij ging één der militairen zóó onhandig te werk, dat het schot, dat hij uit zijn geweer loste, den onmiddellijk voor hem staanden eenjarig-vrijwilliger Wünzer, den zoon van den directeur van het hoftheater, door het hoofd ging. Den volgenden dag is deze jongeling gestorven. De onhandige schut ter, ook een oonjarig-vrywilliger, Haas ge naamd, is door het ongeluk als wanhopend. De werkstaking der trambeamb ten te Nieuw-York Is geéindigd en op alle lijnen is de dienst hersteld. De werkstakers moesten toegeven. Op een der westelijke boulevards wierpen een aantal mannen verleden Dinsdag een wagen met steenen, waarop een meerijdend politie-agent eene revolver op den troep af vuurde en een der rustverstoorders op de plaats doodschoot. De dood van kroonprins Rudolf. Gelijk reeds is medegedeeld, begint te Weenen de meening veld te winnen, dat de dood van kroonprins Rudolf in onmiddellijk verband staat met het verdwijnen der barones Vetsera. Van een bijzonderen correspondent ontvangt het „Hbl." hierover uit Parijs de volgende bijzonderheden, waaruit blijkt dat het drama te Meyerling zich werkelijk anders heeft toe gedragen dan door de regeering is gemeld. Zelfs hooggeplaatste personen durven het niet meer tegenspreken. De correspondent schrijft „Het geheim, waarin de dood van den Oos- tenrykschen kroonpnns nog gehuld was, is nu geheel bekend. De kroonprins heeft met eigen hand aan zjjn leven een einde gemaakt, en wel onder omstandigheden, welke zóó bui tengewoon zón, dat zelfs de meest overprik kelde verbeeldingskracht ze niet vroeselijkor zou kunnen schilderen. In het eenzame jacht slot te Meyerling is op den 30sten Januari een liefdesdrama afgespeeld, hetwelk In hooge kringen zeker nog nooit is voorgekomen en zelfs in de geschiedenis geon voorbeeld heeft. De kroonprins heeft niet alleen zichzelven het leven benomen, maar het wapen, waar- medo de prins zich doodde, had eerst nog een ander jeugdig leven vernietigd, nl. dat der barones Mary Vetsera, een jeugdig, allerbe- kooriykst meisje, hetwelk sedert eenigen tijd diepen indruk had gemaakt op Rudolfs hart. „Den 30sten Januari werden in het slot te Meyerling, in plaats van één, twee l(jken ge vonden. Terwjjl graaf Hoyos naar "Weenen yido om de tyding van Rudolfs dood aan den keizer over te brengen, werd het jonge meisje overgebracht naar het klooster Heiligenkreuz, hetwelk in de nabyheid van Meyerling ligt. Nog op den avond van denzelfden dag werd het ïyk daar voorloopig bijgezet. Het schot, dat aan het loven der barones een einde maakte, was eveneens tegen het hoofd gericht en heeft ongetwyfeld ook onmiddeliyk den dood ten gevolge gehad. „Sedert hoelang de betrekkingen tusschsn den kroonprins en do barones een zoo ver- trouweiyk karakter bobben aangenomen, is moeiiyk te bepalen. Dat de kroonprins levendig belangstelde in de barones, die tot de meest bekende schoonheden der "Weener aristocratie behoorde, was voor volen geen geheim. De prins bewees der barones herhaaldelyk be leefdheden, zelfs in het openbaar, wanneer zy elkander by wedrennen of andere ver- makeiykheden ontmoetten. Daar echter de beminneiykheid van den jongen prins in den omgang met iedereen bekend en zelfs spreek- woordeiyk was geworden, verwonderde dit niemand byzonder en kwam men niet op de gedachte, achter deze beleefdheden de ont wikkeling van een zoo treffenden liefdesroman te zoeken. „Welke omstandigheden tot deze verschrik- keiyke ontknooping van dit drama aanleiding hebben gegeven, zal wellicht nooit aan het licht komen, daar de mond van de oenige per sonen, die het weten, voorgoed is gesloten. Dit is echter zeker, dat de daad met zorg en voorbedachten rade is voorbereid en afge sproken. Ten minste, barones Vetsera liet, toon zp Weenen verliet, een brief achter, waarin zy hare familie mededeelde, dat zy een einde aan haar leven moest maken. Dinsdagochtend reed het meisje met eene harer kameniers naar een winkel, ten einde eenige inkoopen te doen. Terwyi de kamenier het rytuig aan den eenen kant verliet om den winkel binnen te gaan, stapte de barones vlug aan den anderen kant uit. Van dit oogenblik af heeft men de barones niet meer teruggezien. Hare ontstelde moeder las in het briefje, hetwelk zy had achtergelaten, het verschrikkeiyk be sluit harer dochter om zich het loven te be nemen. Terstond werd de politie te hulp ge roepen, maar de nasporingen bleven natuuriyk vruchteloos, daar de barones, die gezegd had zich te zullen verdrinken, hen opzettelyk op oen verkeerd spoor had gebracht. Eerst Woens dagmiddag vernam de familie Vetsera hetgeen te Meyerling was gebeurd en werd haar hot lot der jonge vrouw bekend. „Barones Mary Vetsera was de jongste der beide dochters van de weduwe barones Vet sera. Baron Vetsera, de vader van het jonge meisje, was gezantschapssecretaris te Kon- stantinopel en na zyn dood vestigde de familie zich voorgoed te Weenen metterwoon. Of schoon de Vetsera's van lageren adel zyn en geen vermogen hebben, dat strookte met de kringen, waarin zy verkeerden (men berekent het vermogen der barones hoogstens op 2,000,000 gulden), had de familie toch toogang tot de hoogste aristocratische gezelschappen.'* Of prins Rudolf inderdaad van zyne gemalin wilde scheiden, maar tegenstand vond by zjjn vader, is het geheim van keizer Frans Jozef. Het is zeker, dat de kroonprins In den laat- sten tyd zeer opgewonden was, wat onder dergeiyke omstandigheden is te begrypen. Nu zou, beweren anderen, Dinsdag middag eene dame in rouwgewaad het slot Meyerling be zocht en met den aartshertog een langdurig gesprek gevoerd hebben. De prins was nameiyk naar Breitenfurt gereden, waar zy hem opwachtte. Na een paar uren samen gewandeld te hebben, ont beet hot paar in eene restauratie, om ver volgens samen naar Meyerling terug te rpaen, waar zy vrij laat aankwamen en in gezel schap van graaf Hoyos dineerden. Aan het diner ging het zeer vroolyk toe; na afloop trokken de gelieven zich in 's prinsen kamer toiug. Sedert is zy vordwonen. Volgens den één heeft men haar in rouwkleoding het jachtslot zien verlaton. en werd den volgenden -"-v. - r •- ochtend haar lyk m een naburig bosch ge vonden; volgens den ander vond men haar lyk in 's prinsen kamer, naast dat van Rudolf, den rug doorboord met een kogel. Tegen zes uren 's ochtends toch meende de kamerdienaar in de slaapkamer van den kroonprins een revolverschot te hooren, het welk spoedig door een tweede gevolgd werd. Eerst door schrik aan den grond als vast genageld, besloot hy toch, toon by verder niets meer hoorde, graaf Hoyos en der. prins van Coburg mededeeling te doen van zyne vermoedens. De kamer binnentredende, zagen deze hoeren aanstonds wat er gebeurd was: de kroonprins en barones Vetsera waren beiden dood. Uit do doodeiyke wonde dezer laatste, in den rug, moest worden afgeleid, dat de prins eerst haar en daarna zichzelvon gedood heeftdit wordt hierdoor verklaard, dat Of de barones, door angst bevangen, hulp wilde gaan halen, omdat de kroonprins uitvoering wilde geven aan het uitgedrukte voornemen om zich van kant te maken, en zp toen door den kogel, dien de prins voor zichzelvon be stemd had, is neergeveld; öf dat de barones, na eveneens het besluit van zelfmoord te heb ben opgevat, op hot laatste oogenblik is terug gedeinsd en heeft willen vluchten. Op het lyk der jonge vrouw waren bloemen gestrooid. Zonder twyfel kennen de vrienden van den prins, graaf Hoyos en de prins van Coburg Cohary, het geheimzy moeten het kennen als de onmiddeliyke aanleiding tot de noodlottige daad, welke eerst op het jachtslot zich voordeed. Dat dit het geval is geweest en de kroonprins niet met de gedachte aan zelf moord naar Meyerling is gegaan, kan daaruit blyken, dat hy graaf Karoly uit Pesth tot een bezoek uitnoodigde op een dag, waarop deze hem niet meer in leven vond. Eene andere reeks van geruchten sprak vroe ger van eene tweede dame, de prinses Aglaja Auersperg, de vriendin van de aartshertogin Maria Valeria. Beide lezingen stemmen daarin overeen, dat de kroonprins een zeer ongelukkig huise- ïyk leven had. Het was trouwens bekend, dat hy en prinses Stéphanie elkander slechts zelden zagen. Mon zeide dat zy aan eene kwaal leed, welke haar humeur en daarmede het huweiyk verbitterde. Door „Havas" wordt nog verzekerd dat des Zondags vóór het ongeval eene hevige woor denwisseling tusschen den kroonprins en den keizer heeft plaats gehad. De prins van Coburg, van wien in dit drama telkens sprake is, is gehuwd met de oudste dochter van den koning van België, en is dus de zwager van kroonprinses Stéphanie. Zoo min voor deze laatste als voor de schoonouders, het Belgische koningspaar, is het, dunkt ons, aangenaam te woten, dat de tweede schoon zoon van de liaison van prins Rudolf op do hoogte was. De gravin Larisch, van wie gisteren reeds melding is gemaakt, is eene natuuriyke doch ter van hertog Lodowyk van Beieren. Tn haar huis is het verkeer van Rudolf met barones Vetsera begonnen. Naar het heet, drong koning Leopold er ten sterkste by kelzor Frans Jozef op aan, de geheele waarheid openbaar te maken, en zou diarover gisteren ten paleize een familieraad worden belegd, waarvan de uitslag echter geheim zal worden gehouden. Volgens een te Pesth verschijnend blad, verkeert de aartshertogin Stéphanie in belang- wekkenden toestand, zoodat ten opzichte der troonopvolging werkeiyk nog niets met zeker heid kan worden bepaald. Do keizer moet sedert de vorige week wel tien jaar verouderd zyn. Liever, zoo zou hy in wanhoop hebben uitgeroepen, had hy erene provincie van zyn ryk verloren, dan dat zulk eene schande over zyn stamhuis moest komen. Het „Neues Wiener Tageblatt" brengt het feit in herinnering, dat byna alle Rudolfs uit het Hamburgsche huis een ontydigen dood gestorven zyn. Na een tydperk van 500 jaren was de thans overleden kroonprins de eerste Habsburger, die weder den naam van Rudolf droeg. Zyn jongste voorvader van dien naam was Rudolf IV,die „de schoone" en „de geleerde" genoemd werd. Deze Rudolf was een van de meest beschaafde vorston van zyn tyd, een beschermer van kunst en wetenschap, de stichter der huogeschool te Weenen, en stierf op 2G-jarigen ouderdom te Milaan. Rudolf, de zoon van den eersten Habsbur ger, die bestemd was den Duitschen keizers troon te beklimmen, overleed plotseling in 1290, torwyi eon andere Rudolf, de zoon van keizer Albrecht, hertog Rudolf III van Oost- tenryk, op 27-jarigen leeftijd, kort na zijne troonsbestyging stierf. Nog een ander, (I Rudolf II, die door eene roemryke regtl de bewondering en de liefde zyner tijdgl ten en onderdanen verwierf, werd in otl stand van krankzinnigheid ton grave ges» BUITENLAND. Frankrjlk, De Parysche bladen deelen de volg» dagorder mede, welko de overste Senartl het 90ste regiment infanterie te Cbateaul moet hebben uitgevaardigd. Met diepe en innige droefheid deelt del. velhebber het regiment het treurige vel medo, dat de geneesheer Eude van den I geleden heeft in de persoon zyner mo«M die te Straatsburg overleden is. De sta van dokter Eude is des te grooter, I zyne moeder, die vyf .jaren lang op steil lag, naar hem verlangde, en daar, trots smeeken van den zoon, die verzocht van il moeder, te mogen gaan afscheid nemecE weerwil van de vormeiyke machtiging! Straatsburgsche politie, en ondanks de K zekering van het eerewoord onmiddeliyk tel te zullen keeren, de Duitsche ambassade h» op onmenschelyke wyze, het verzochte vet weigerde. Ze ging zóó ver, dr. Eude te klaren dat men hem in hechtenis zou nen| zoo hy poogde de grens over te komen. i. gedragen de Duitschers zich tegenover i Fransch officier! Zyn zulke daden een schaafd land waardig? De bevelhebber bl daarby niet stilstaan, maar bovenstaande dk order moet in iedere compagnie b;j appèl i lezen worden, torwyi do chefs dor conlg gnieön haar aan hunne onderhoorigen heb» to verklaren om hen diep te doordringen il.: datgene, wat ieder Fransch soldaat jeg«j Duitschland moet gevoelen. De „Admiraal Baudin", een pantserscb eerste klasse, is naar Toulon vertrokken t versterking van het eskader in de Middollar tche Zee. - Daar de Britsche regeering genera) Legitime heeft erkend als president der reptó bliek Haïti, heeft het Fransche gonvemeffiei besloten dit voorbeeld te volgen. Doltaoklsnd. By de behandeling der staatebegrooting f den Ryksdag kwam gisteren ter sprake h| voorstel van den heer Mirbach, om do regel ringen uit te noodigen tot gemeenschappelir handelen met Engeland, indien deze mogen! heid het initiatief mocht nemen tot invoorirl van den zilveren standaard. Do minister van financiën verklaarde d,4 de gevoelens verschillen ten opzichte van <1 vraag, of Duitschland juist deed toen het dei gouden standaard aannam. Terecht hebbel de verschillende regeoringen steeds eene s;K wachtende houding aangenomen, en de toil stand van het muntwezen in' Duitschlar,» geeft geene aanleiding dit standpunt te veil laten. Een gemeenschappelyk optreden mefr -andere mogendheden is slechts dan mogelykj wanneer hare maatregelen voldoende zeker heid bieden, dat zy hét by haar geldendep stelsel zullen verlaten. Eerst wanneer daar!} omtrent een besluit zal zyn genomen, kan dij weg worden vastgesteld, welke zal worde: ingeslagen. De heer Von Bennigsen was tegen he voorstel, dat hyzelf beschouwde als een- bemoeiing met de inwendige aangelegenheden van Engeland. De heer Kardorff 'had van den minister eei meer afdoend antwoord verwacht, doch trok onder de bestaande omstandigheden het eok door hem geteekende voorstel in. Oostenr.-Hoii{;.-91onarchle. Over de teraardebestelling van den kroon prins bevatten de Weener bladen nog éenige byzonderheden. Keizer Frans Jozef, die den slag, welke hem trof, met buitengewone geestkracht heeft gedragen, verloor tydens de teraardebestelling slechts één oogenblik zyne zelfbeheersching, nl. toen hy afdaalde in den grafkelder. Nadat kardinaal Ganglbauer het lyk nog eens had ingezegend, knielde de keizer naast de lyk- baar en liet zyn tranen een oogenblik den vryen loop. Lang duurde dit echter niet, want onmiddeliyk herwon de diepgetroffen vader zyne zelf beheersching, drukte zyne lippen tot laatst afscheid op de baar, welko het stoffeiyk overschot van zijn eenigen zoon bevatte, en verliet den grafkelder. Gisteren werden allo kransen en bloemen, welke gezonden waren, uit de hofkapel naai den grafkelder overgebracht. Er waren 835 kransen, welke alh op de lykkist werden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 2