N°. 8879. IMaaiicIajg 28 Januari. A0. 1889.
(gsze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
[Dit ïiomincr bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
Kikeriki.
Losse opmerkingen.
Feuilleton.
KAREN.
LEIDSCH ]gg$ DAGBLAD.
PRIJB DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Groolere letter» naar plaatsruimte. Voor het in*
caaaeeren buiten de etad wordt 0.10 bereliend.
aan tie werkgevers, misschien in overleg met het
arbeidereporsoneel, kan worden overgelaten,
wordt door velen toestemmend beantwoord.
Zy zien in dat voorschrift iets kleingeestigs,
on meenen dat elk werkgever wel begrijpen
zal, dat eene gepaste verpoozing noodig is om
te voorkomen dat men vermoeid, lusteloos en
met halve krachten gedurende de laatste werk
uren onvoldoenden arbeid levert. De aanwijzing
en verdeeling van dien rusttijd zal wel weer
afhangen van verschillende omstandigheden,
dio de wetgever niet kent, die geene enquête
hem zullen leeren kennen, en waarmee hij dus
onmogelijk rekening kan houden.
Dan is er in hetzelfde art. 5, waarin deze
bepaling voorkomt, nog eene alinea, die den
patroon oplegt te waken, dat gedurende den
middagrusttijd geene jongelieden en vrouwen
verblijven op eene plaats voor den arbeid bo-
stemd. Of zy misschien drie kwartier van de
fabriek wonen, en dus juist tjjd zouden hebben
om, als er geen brug door eene poging tot
doorvaren eener hooischuit in het ongoreede
is geraakt, hoen en weer te loopen, reden
waarom hun gewoonlijk het middagmaal aan
de werkplaats wordt gebracht, dat doet er
niet toe, zjj moeten er uit. Het oenige wat
zij dan kunnen doen is, op de straat voor de
fabriek een geschikt plekje opzoeken, om daar
te dineeren, wat vooral uiterst gezellig zal
zijn wanneer het stortregent, om van oven-
tueelo sneeuwstormen niet te sproken. By
mooi weer, dan is 't wat andersdan zullen
de voedingsmiddelen spoedig genoeg gean
nexeerd zijn om do liove'jeugd nog tijd te
laten voor gepaste amusementen, waarbij
by voorbaat de vrouwen beklagen die or by
moeten zyn, omdat zy niet, gelijk de mannen,
dank zjj de bescherming haar door de Wet
verleend, het voorrecht hebben nog oen half
uurtje in het werklokaal te mogen uitrusten
In de nabyheid van groote fabrieken zal men
wol een paar politie-agenten op dat uur mogen
posteoron, van buitengewone volmachten voor
zien; want we vreezen, dat er somtijds too-
neeltjes zullen plaats hebben waarbij Bet
„Jugend hat keine Tugend" den eerzamen
voorbijganger op de lippen zal zweven.
Arbeid op Zondag is jongelieden en vrou
wen onvoorwaardeiyk verbodenten aanzien
van de Israëlieten zal een maatregel van in
wendig bestuur onder zekere voorwaarden
vrijstelling verleenon. Nu zijn wij besliste
voorstanders van Zondagsrust: maar er zijn
gevallen, waarin men deze onmogelijk voor
allen kan handhaven, zoodat men zijn oisch
moet wijzigen in dien zin, dat één van de
zeven dagen wordt vrijgegeven. Zoo dit geldt
voor de volwassen mannelijke arbeiders, kan
het dan wel toejuiching vinden, en zal het
niet wederom tot veel moeielijkheden aanlei
ding geven, als men do jongelieden en vrouwen
alleen des Zondags laat thuis blijven, terwijl er
toch, vooral bij de groot-industrie gezamenlijk
moet gewerkt worden, zal alles zyn geregeld
beloop hebben? Kan stilstand van don arbeid
op Zondag gehandhaafd worden, dan is deze een
gebiedende noodzakelijkheid, die geldt voor alle
werklieden, van wat leeftijd of sexe ook en
wjj houden óns overtuigd dat de beweging
ten gunste dezer sociale hervorming reeds diep
genoeg doordringt om te verwachten, dat zjj
ook zonder een wettelgk voorschrift gelijk wij
bier aantreffen, door de werkgevers zal worden
geëerbiedigd. Yoor het overige vormt het
vraagstuk van do Zondagsrust eene quaestie
op zichzelve, die eene afzonderlijke wettelijke
regeling veroischt, waarop niet zoo maar
incidenteel kan worden ingegaan.
Artikel 10 geeft als controle-middel aan
het voorhanden hebben van kaarten. Niette
min zal de controle moeielijk zijn, als een
jongen „op karwei" isdo met het toezicht
belaste persoon zal hem niet op de werk
plaats aantreffen, ofschoon de werkgever hem
toch naar hartelust, ook op verboden uren,
by anderen kan laten arbeiden.
Over dat toezicht is reeds menig woordje
gewisseld. Het ontwerp draagt het op aan
de ambtenaren van Rijks-en gemeentepolitie,
de marechausseo, en de ambtenaren van het
geneeskundig Staatstoezicht. Dezen hebben
te allen tijden, zonder sehrifteiyken last be
halve wanneer de werkplaats tevens woning
is of slechts door een woning bereikt kan
worden, toegang. Mooi, zeggen de belang
hebbenden nu kan elk oogenblik een agent
zich aanmelden, om de geheele fabriek te
doorsnuffelen, al was het ook zesmaal op een
dag. Hebt ge een of ander fabrieksgeheim, dat
ge niet graag aan uw concurrent zaagt mede
gedeeld, zoolang die agent in zyne betrek
king is, verbiedt hem zyn ambtseed er melding
van te maken. Maar zoodra hij ontslagen is,
kan niemand hem beletten uw geheim te
brengen waar gij het liefst vandaan wilt
houden.
Toen in sommige vergaderingen, gehouden
naar aanleiding van de vroegere wetsontwer
pen van denzelfden aard, de aanstelling van
fabrieksinspecteurs wenscheiyk word geacht,
kwamen onderscheiden werkgevers daartegen
op. Alsjeblieft geen inspecteurs, riepen zjj;
zijn er nog geen ambtenaren genoeg in de
PRIJS DEZER COURANT:
Voor heulen per 5 muodeo.1.10.
i'ranee per pos».1,»0.
i£u>i>,ierliü»f Nommsr*.0.05.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommor verzonden No. 18 van Kikeriki.
Dat het uiterst moeilijk, zoo niet onmo-
gelyk is, het iedereen naar den zin te maken,
blykt misscbion het allermeest op het gebied
van de wetgeving; en de Ministor van Justitie,
die, niet afgeschrikt dooi het geringe succes
zjjner ambtsvoorgangers, den moed had een
ontwerp tot regeling van den arbeid van
jongelieden en vrouwen in te dienen, zal nu
reeds de ontdokking hebben gedaan dat het
gemakkeiyker valt zoo iets te vragen aan den
éénen kant en toe te zeggen aan den anderen,
dan den wenech te vervullen en de belofte
gestand te doen op eene wyze, welke alge
meen instemming vindt. In onderscheidene
kringen toch is de pasgorijpte vrucht van
het wetgevend vermogen der Regeering be
keken en gecritiseerden wilde de Minister
nota nemen van alles wat er op aangemerkt
wordt, er- zou niet veel meer van overbiyven
dan de titel en de „considerans": „Alzoo wy
in overweging genomen hebben enz.", waar
de natie toch ook bitter weinig mee gebaat
zou zjin. Kamers van Koophandel en Fabrie--
ken, Yereenigingen van industriëelen die
hetzelfde bedryf uitoefenen, dag- en week
bladen, ieder komt met zyne bezwaren
aandragen, en brengt die onder do aandacht
van het publiek of formuleert ze in oen adres
aan de Tweede Kanier.
Ook wy hebben de onze. Wy haddon ge
hoopt dat de tweede schredo op den weg,
door do wot van 19 September 1874, de
zoogenaamde wet-Van Houten, geopend,
zou zyn, uitbreiding van het arbeidsverbod
tot den dertienjarigen leeftyd, en toepasselyk-
verklaring ook op den veldarbeid. Daarmee
zou ontzagiyk veel zyn gewonnen, terwyl
inmiddels de arbeids-enquéte, hotzij door eene
parlementaire, hetzy door oeno staatscom
missie, kon worden voortgezet, om uit vol
ledige gegevens af to leiden wat er verder
moest voorgeschreven worden om, voor zoo
verre de werkgevers niet uit eigen beweging
maatregelen in het belang der jongelieden en
Kaar het Koorsch van Alexander Kielland,
door E. F.
Slot.)
Do herbergierster was geheol radelooswol
had zy toevallig opeens hare sleutels terug
gevonden, maar onmiddeliyk daarop was zy do
documenten van den deurwaarder onbegrype-
lijkerwijzo kwytgeraakt, en nu was de ge
heele herborg in rep en roer. Niemand had
gekregen, wat hy besteld hadallen riepen en
sehreeuwden om stryd; do handelsreizigers
zaten onophoudelyk met de tafelbel te luiden
de vischkoopers lachten, by het zien van den
haas met zyne vier pooten in de lucht, tot hun
de tranen langs de wangen stroomdenmaar de
angstige boer tikte de juffrouw met zyne kaars
op den schouder en scheen doodsbenauwd dat
hij te kort zou komen. En onder al die naam-
iooze verwarring was Karen nergens te vinden.
Anders, de postiljon, zat kant en klaar op
den bok, de stalknecht stond gereed om de
deuren van den stal te openen, do beide rei
zigers in den wagen begonnen ongeduldig te
worden, de paaiden evenzeer, hoewel hun nu
vrouwen namen, van overheidswege daartoe
de verplichting op te leggen.
Thans is eene omgekeerde richting gevolgd.
Was de aandrang tot uitbreiding der pasge
noemde wet de voornaamste reden, welke tot
het instellen der enquête heeft geleid, de
beslissing omtrent dit punt is verschoven tot
ver onder den staatkundigen horizon. Daaren
tegen biedt de Regeering. eene reeks van arti
kelen aan, welko tot verschillende opmerkin
gen aanleiding geven, waarvan wjj enkele
willen aanstippen.
Met de bepaling van een maximum-aantal
werkuren neemt men over het algemeen
vrede; maar waarom het begin en het einde
zoo precies voor alle bedryven aangegeven?
Het doel is, den nachtelyken arbeid tegen te
gaan; aan bet begrip „nacht" hecht men
evenwel niet overal dezelfde beteekenis. Zoo
het toeval u te Klundert brengt, loopt ge er
's avonds te negen uren op de teenen door de
straten, uit vrees dat anders het geluid uwer
voetstappen de bevolking uit haren slaap zal
doen opschrikken; te Rotterdam begint dan
eerst de drukte. Daarenboven vangt in alle
vakken de arbeid niet aan op denzelfden tyd, en
regel is toch dat de jongeren, vooral wanneer
zy tot assistentie van de volwassen gezellen
werkzaam zyn, gelyk mee aanpakken. De be
geerte, om in een wet alles over denzelfden
kam te scheren, zal ongetwyfeld moeilykhedon
doen ontstaan, waarvan de beschermde jeugd
zelve de nadeelen zal ondervinden. Werd een
voudig eenmaximum-werktyd aangegeven,
dan kon de patroon de zaken zoo regelen, dat
alle werkzaamheden aan den gang bleven,
ook al moest, gedurende een of twee uren,
do volwassen werkman do hulp van zyn
handlanger missen.
Dat maximum is: 12 uren in de zomer
maanden, 10 uren in de wintermaanden. Hé,
zeggen do werkgevers, het omgekeerde
ware vrijwat meer rationeel. In don zomer is
de arbeid, vooral in besloten ruimten, veel
vermoeiender; juist dan is het wenschelyk
dat jongelieden gelegenheid vinden in de open
lucht de krachten te herstellen. Daarentegen
kunnen zy in don winter best wat langer in
de werkplaats vertoeven, inzonderheid als deze
goed verwarmd en behoorlyk geventileerd is.
By een groot aariftil bedrijven is het niet zoo
zeer het vermoeiende van den arbeid, die grond
geeft tot beperking van den duur, als wel
het gemis van vrye beweging in de buiten
lucht, welk gemis zeker wel in het warme
jaargetyde het meest wordt gevoeld.
De vraag, of de bepaling van den rusttijd niet
juist zoo heel veel pleizierigs niet te wachten
etond, en de wind floot en gierde door den
tochtigen stal.
Eindelyk kwam do conducteur, op wien alles
wachtte. H(j droeg zyne jas over den arm,
toen hij op den wagen toetrad en zyn lang
wegblyven mot oen enkel woord verontschul
digde. De lantaarn scheen hem vlak in het ge
laat; hij zag er uit alsof hy het zeer warm
had, en dit zeide hy ook met eon glimlach,
terwyl hy zyne jas aantrok, en om af te koe
len naast den koetsier op den bok steeg.
De staldeuren vierden geopend en het zware
voertuig zette zich in beweging. Anders liet
het de paardjes maar op hun gemak afdoen,
want nu toch was er zooveel haast niet meer
by. Af en toe wierp hy tersluiks een blik op
den naast hem zittenden conducteur, die nog
steeds zat to glimlachen en den wind door
zyne lokken liet spelen.
Anders glimlachte ook op zijne manier; hy
begon lont te ruiken. t
De wind volgde den wagen tot den eersten
draai van den weg, wierp zich daarna opnieuw
over de vlakte, en zuchtte en klaagde zoo
wonderlyk tusschen de droge heidestruiken.
De vos lag op zyn post; hy had zyne bere
kening zeer nauwkeurig gemaakt; de haas
moest weldra in zyne macht zyn.
In de herberg was Karen eindelyk weer
te voorschijn gekomen, en met haar kwam
als door een tooverslag ook een einde aan do
algemeene verwarring. De benauwde boer werd
van zyne kaars verlost en kreeg in de plaats
daarvan het hem toekomende pasgeld, en do
handelsreizigers waren druk bezig met hun
avondeten.
De vrouw van don kastelein bromde wel
een weinig, maar was toch niet ruw tegen
over Karengeen mensch ter wereld had het
over zich kunnen verkrijgen tegenover dit kind
ruw te zyn.
Bedaard en met haar gewoon overleg ver
richtte zy opnieuw hare taak, en het welbe-
haagiyke gevoel van op zyn gemak te zijn,
dat men in haar byzyn steeds ondervond, ver
spreidde zich opnieuw over de gezellige, flauw
verlichte gelagkamer. Maar de beide visch
koopers, die nu zelfs aan het tweede glaasje
cognac by hunne koffie bezig waren, konden de
oogen niet meer van haar afhouden.
Er was een blosje op hare wangen geko
men en een lichte, half verscholen glimlach,
en wanneer zy eene enkele maal de oogen
opsloeg, werd het hun geheel warm om hot hart.
Maar toen zy gevoelde dat hunne blikken
te lang op haar bleven rusten, ging zy naar
het vertrekje, waar de handelsreizigers zaten
te eten, en begon er in het buffot de lepeltjes
op to poetsen.
„Hob je zooeven op dien conducteur gelet?"
vroeg een der reizigers.
„Neenik heb hem wol zien binnenkomen,
maar hy is direct de kamer weer uitgogaan,"
antwoordde do andere met een vollen mond.
„Een weergaasch knappe kerelik heb inder-
tyd nog heel toevallig op zyne bruiloft gedanst."
„Zoo, dus hy is getrouwd?"
„Ja, zeker; hy heeft al twoe kindoren. Zijne
vrouw is eene dochter van den herbergier te
Lemvig, je woet wel, waar ik toevallig juist
op den avond van de bruiloft afstapte. Een prct-
tigen nacht meegemaaktdaar kun je op aan."
Karen liet de theelepeltjes uit de handen
vallen en verliet het vertrek. Zy hoorde niet
wat haar in de gelagkamer toegeroepen werd
zy liep de plaats over, de trap op naar haar
kamertje, en begon half werktuigiyk het bed
op te maken. Hare oogen staarden strak in
de duisternis; zij greep naar haar hoofd, naar
hare borstzij kreunde, zy begroep niet.
Maar toen zy haar meester op een jamme
renden toon„Karen, och, Karen 1" hoorde
roepen, toen schrikte zy op, liep haastig de
trap af, aan de achlerzyde het huis uit en
snelde do heide op.
In het schomerachtig licht slinge-do zich