N°. 8855. Zaterdag SO December. A*. 1888. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Bericht. Onzen Abonné's zy medege deeld dat lieden wederom de gelieele voorraad PREMIEPLA TEN is uitverkocht. Er zijn dus ten onzen Bureele geene Premieplaten meer te bekomen. NIEUWJAARSWENSCHEN, Leiden, 28 December. Vergadering van Bouwkunst. Feuilleton. DE ROODE STER. PRIJS DEZER COURANT: Toor Leiden.per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- easseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Evenals vorige jaren zal in ons op Oudejaarsavond verschijnend num mer de gelegenheid opengesteld wor den tot plaatsing van naar gelang van ieders maatschap pelijke betrekking, ad 50 cents per advertentie, mits men ze ons doe toekomen uiterlijk op Maandag 31 Dec. a. s., te halfdrie des namiddags. Zij, die zich nu abonneeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 Januari verschijnende nummers gr atis. Yan het kwartaal December, Jan. en Febr. worden dan alleen de beide laatste maanden (ad74Cts. voor Abonné's binnen de stad en ad 94 Cents voor die buiten de stad woon achtig zijn) in rekening gebracht. Ofllcieole Ken»i»jfevlu|fea. DBAMWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene keunis dat door HENDRIK JOIïANNËS 8LEWEN en HEINRICH HÜNNEKENS verzoek schriften zijn ingediend om vorganning voor den ver koop van sterken drank in hot klein, resp. in de perceelen Hoogewoerd No. 1G8 en Beestenmarkt No. 89. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 27 Dec. 1888. E. KIST, Secretaris. Inkomstenbelasting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen in herinnering dat op 31 Dec. a. s. de achtste termijn is vervallen van den aanslag op het kohier, dienst 1888, zoodat vóór of op dien dag do geheele aanslag moet zijn voldaan. Zij noodigen daarom belanghebbenden uit, om, tor voorkoming van de vervolgingskosten, tot de betaling van het verschuldigde ten kantore van den gemeente ontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 20 Dec. 1888. E. KIST, Secretaris. Tot leden der garnizoens-voedingscom- missie over 1889 zyn benoemdde majoor der cavalerie Van Tienhoven, de kapiteins Yieweg en baron Taets Van Amerongen, de paarden arts 1ste kl. Stikkel Schoemaker en de 1ste luitenant der cavalerie Schreuder Van de Coolwyk. By de Ned. Ger. gemeente te Leiden is beroepen de heer G. H. Van Kasteel te Kollum. Door den heer geheimraad prof. dr. A. Bastian, directeur van het Koninklyk „Museum für Völkerkunde" te Berlijn, is aan 's Ryks Ethnographisch Museum te Leiden ten ge schenke gegeven, het werk I. „Amerika's Nordwestküste." Neueste Ergobnisse ethnologischer Reisen. Aus den Sammlungen der Küniglichen Museen zu Berlin, herausgegeben von der Direction derethnologischen Abtheilung. Berlin 1883. Fol. II. Idem. Neue Folge. Berlin 1884. Fol. Dit werk geeft een overzicht van de ver rassende resultaten op volkenkundig gebied, die het gevolg zyn geweest van de reis, die door kapt. Jacobsen voor rekening van hot „Etimo- logische Hülfscomitó te Berlijn", werd gqdaan onder de Indianenstammen ter Noordwestkust van Amerika in het gebied der vroegere Rus sische bezittingen. Deel I bevat 13 platen, waarvan 5 in chromo- lithographie en de overigen in lichtdrukallen begeleid van eene beschry ving der afgebeelde voorwerpen, die voorafgegaan wordt door eene inleiding, bevattende algemeene beschouwin gen over ethnologische onderzoekingen. Deel II bevat 11 platen in lichtdruk, even eens allen begeleid van een bescbryvenden tekst en voorafgegaan door eene inleiding, be vattende eene schets der rassenverdeeling in het onderzochte gebied, die door eene byge- voegde kaart wordt verduideiykt. Aan den schenker i9 de dankbetuiging der Regeering aangeboden. Tot predikant by de Ned.-Herv. gemeente te Boskoop is beroepen ds. Menzel te Zoelen. In den ouderdom van 79 jaar is te Haarlem overleden de heer J. W. Copes Van Hasselt, oud-kolonel commandant van het 4de regiment dragonders. In 1864 werd de heer Van Hasselt als zoodanig gepensionneerd. Hy was ridder in de orde van de Eikekroon. In den ouderdom van 67 jaren is te Laren (Gooi) gestorven dr. Del Baere. By de Hollandsche Opera te Amsterdam is thans in studie „Ada van Holland," muziek van Beyerle, tekst van Boelen. Vanwege prinses Wilhelmina is wederom de jaariyksche schenking ad f 50 by de maat- schappy „Het Diamantwerkers Weezen-fonds" te Amsterdam ingekomen. Het stoomschip „Koningin Emma," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 27 Dec. Perim; de „P. Caland," van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 27 Dec. Dover; de „Timor" arriveerde 27 Dec. van Amsterdam te Batavia; de „Prins Alexander," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 27 Dec. St.-Vin cent; de „Prinses Wilhelmina," van Amster dam naar Batavia, vertrok 27 Dec. van Suez. Z. M. heeft pensioen verleend aanjhr. mr. J. M. B. J. Van der Does de Willebois, president van het gerechtshof t e 's-Hertogen- bosch, f 3334; jhr. mr. F. J. J. Van Eysinga, raadsheer in het gerechtshof te Leeuwarden, f 2667L. Haanstra, gewezen bewaarder 2de klasse by de Rykswerkinrichting to Hoorn, f 233 's jaarsaan jhr. N. A. Steengracht van Moyland, te 's-Gravenhage, den titel ver leend van baron, overgaande op zyne wettige manuelyke afstammelingen by recht van eerstgeboorte; benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Zutfen, mr. H. Van Loghem de Josselin de Jong, advo caat en procureur te Zutfen met ingang van 1 Jan. 1889 benoemd tot kantonrechter te Zaandam, mr. P. Dwars, thans griffier by het kantongerecht aldaar; aan W. Horst mans, op zp'n verzoek, eervol ontslag ver leend als burgemeester van Hoensbroek; benoemd mr. C. A. Römer, te Leeuwarden, met ingang van 1 Januari 1889, tot school opziener in het arrondissement Veenwonden benoemd tot burgemeester van Ellemeet A. v. d. Weyde, en tot id. van Eikerzee J. v. d. Bout; met ingang van 1 Febr. 1889 tot burgemeester der gemeente Opsterland be noemd A. G. Smyter, burgem. van Utingera- deei, met toekenning van eervol ontslag uit laatstgemelde betrekking. Na do kunstbeschouwing van het door den heer P. G. Lancel beschikbaar gestelde schoone plaatwerk „Décorations peintes" de César Daly, waarvoor den secretaris werd dankge zegd, na het voorlezen en goedkeuren der notulen der 154ste vergadering, ging de heer W. C. Mulder ter 155ste vergadering der afd. Leiden en omstreken der Maatschappy tot bevordering der Bouwkunst gisteravond over tot het houden eener uitvoerige voordracht over „Verwarming en Lnchtverversching," een onderwerp, waarover, volgens spr., iedereen wil meepraten, waaromtrent ieder zyne mee ning heeft en afdoende middelen weet aan te wijzen om een volmaakten toestand te scheppen, maar dat toch, biykens de resul taten, inderdaad veel te moeilyk is ora zonder eonige studie zoo maar dadeiyk tot oplossing te brengen, een onderwerp dus van groot belang. Is er sprake van verwarming, dan moot ook daarmede de luchtverversching als verbonden worden beschouwd. Die zaak wordt helaas dikwyis van weinig of geen gewicht geacht en toch, indien iedereen wist hoeveel ziekten en kwalen ontstaan en voortwoekeren door het inademen van slechte lucht, er zou eene beweging ontstaan onder de menscben, groo- ter dan nog ooit eene revolutie heeft teweeg gebracht. De lucht, waarin de mensch leeft, moet zuiver zyn. Zuivere lucht bestaat uit zuur stof en stikstof, benovens uit eene hoogst geringe hoeveelheid koolzuur. De zuurstof heeft de mensch noodig om te levendoor de ademhaling wordt die zuur stof uit de lucht opgebruikt en daarvoor in hoofdzaak koolzuur teruggegeven. Evenzoo behoeft de verwarming en ver lichting der vertrekken zuurstof om in werking te biyven, waarvoor dan oveneens koolzuur in de plaats treedt. Dit koolzuur bederft de lucht en doet ook eene kachel slecht trekken of uitgaan, terwyl het dikwyis oorzaak is van het slecht branden van licht. Buitenshuis is gewooniyk genoeg verscho luchtbinnenshuis is dat gewooniyk, vooral 's winters, niet het geval. Des winters zorge men dus vooral voor zuivere lucht binnens huis; dan worde er lucht van buiten inge voerd en daarmede ontstaat juist de klip, waarop de meeste schepen stranden. Getrouw aan het programma, oesprak de heer Mulder eerst verwarming en daarna luchtverversching, aantoonende het nauwe verband, daartusscben bestaande. Hy besprak daartoe de wyzen om de win terkoude te neutraliseeren door kunstmatige verwarming, beginnende de aandacht te be palen tot een goed vertrek uit de 17de eeuw met een lioogen schouw of schoorsteen en een open muur op eene yzeren grondplaat met eene dito plaat, rondom met tegels om geven, daarachter, om later by het ontstaan der kachels stil te staan, welke eerst hoogst onvolledig waren, later steeds meer verbe terd zyn. Behalve de kachels, welke als warmtebron VIT HET DAGBOEK VAN EEN BEKLIJNSCIIEN 8) IiECIITSBEAMBTE. Ik weet. het nog zoo goed alsof het heden gebeurde, dat deze vragen my in dien tyd vele slapelooze nachten hebben berokkend. Eindelyk werd ik het met de volgende com binatie eens: Ebermann had, volgens de door Schaal afgelegde getuigenis, den houtvester by Oraniénburg neergeschoten. Zyn hoofd stond op het spel en het was voor hem van groot gewicht, zich onkenbaar te maken en zyn spoor uit te wisschen, en daardoor zyne vervolging te bemoeilyken. Waarom zou men niet aann men, dat Ebermann op de plaats, waar de moord begaan was, een rondslen- terenden L.ndlooper aangetroffen had en met hem was overeengekomen van kleeren te ver wisselen? De kleeding van Ebermann zag er nog tamelyk goed uit, en voor iemand, die sjechtere kleeren had, was de ruil zeer aan- nemelyk. Nadat de ruiling geschied was, had Ebermann waarschynlyk den handelsvriend neergeslagen, had hem zyne legitimatiepapieren in den zak gestoken om de rechtbank in het geloof te brengen, dat de vermoorde Ebermann zelf was. Het byna onweerlegbare bewys vopr deze veronderstelling leverde vooral de ver minking van het afgesneden hoofd. Men moest niet kunnen ontdekken wiens hoofd het was en in het geloof verkeeren, dat de vermoorde Ebermann was. Zooals uit hetgeen reeds ver haald is blykt, was Ebermann de list gelukt. Men had hem eenige maanden tyd gegeven, had in dien tyd een ander gevangengenomen, en in het geheel niet naar Ebermann gezocht. Het vooruitzicht om zich van hem meester te maken was dus zeer gering. En toch was het van groot gewicht, wanneer de zaak zich had toegedragen zooals het my voorkwam, Ebermann te vattenniet alleen om hem voor de dubbele bloedschuld te doen boeten, maar ook om Schaal geheel van verdenking te zuiveren. Tot myne vreugde werd deze combinatie by het grootste gedeelte myner collega's en ook by de superieuren zeer aannemeiyk ge acht en nu gold slechts de vraaghoe het spoor van Ebermann uit te vorschen?Hy, die rechercheur is, weet wat bet zegt, zich met het zoeken van een spoor bezig te houden, dat vele maanden oud en byna geboet uitge- wischt is. De eerste vraag, welke wij stelden, was: of EbermaDn geld by zich gehad hal, toen hy van Schaal afscheid had genomen. Schaal kon daarover geene voldoende inlichting geven, maar hy dacht dat Ebermann naar zyne meening in het bezit van de middelen geweest was, welke't hem mogelijk maakten, het buitenland te bereiken. Evenwel had hy niet zoovee! bezeten om naar het Eldorado van alle booswichten, naar Amerika te kunnen gaan. Naar welk land was Ebermann nu ge trokken, wanneer zich de meening van Schaal bevestigde? Het zekersto was wel aan te ne men, dat Ebermann van een station achter Spandau gebruik gemaakt had om onmid- deliyk na den moord met den trein weg te komen. Deze beschouwing steunde aanvanke- lyk op geen enkelen grondslag, maar toch lag het voor de hand, dat de moordenaar zich niet naar Beriyn terugbegeven zou hebben, om van daar uit eene andere route te volgen. Melzert had voor zyne verklaring van de bloedverwanten van vrouw Schaal een be hoorlijk geschenk in geld ontvangen en scheen er plotseling oen groot behagen in te scheppen, in plaats van voor booswicht, voor rechercheur te spelen. Dit gebeurt evenwel meermalen in de wereld der misdadigers en het is bekend, dat de grootste booswichten dikwyis de beste detectives worden. Zoo word ik dan ook niet zoo buitengewoon verrast, toen Melzert op zekeren dag by my kwam en my geheim zinnig mededeelde dat hy een zeer gewichtig bericht had. In het eerste oogenblik vertrouwde ik hem niet recht, maar werd toch opmerkzaam, toen hy my vertelde er achter gekomen te zyn, dat eone vroegere beminde van Ebermann te Charlottenburg woonde. Het was eene niet zoo heel jonge vrouw meer, waarmede Ebermann jarenlang in betrekking gestaan had, doch die nu op eene eerlyko manier door voor anderen te wasschen en door andere werkzaamheden, in haar onderhoud voorzag. Melzert wees er op dat het niet onmogelyk was, dat deze vrouw, die zich Gericke noemde, wist, waar Ebermann zich bevond. Byna twee jaren waren sedert de vlucht verloopenEber mann wist in alle geval uit de couranten, dat men bet gevonden ïyk voor het zyne gehou den had en moest zich nu tamelyk veilig gevoelen, zoodat de mogeiykheid niot uitge sloten was, dat hy in den loop der tyden der vrouw eenig bericht had doen toekomen, dat hy nog leefde en waar hy zich ophield. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1