Leiden, 24 December.
Bliksemafleiders.
In verband met de discussiën by de behan
deling van de begrooting voor 1889 omtrent
de inrichting der bliksemafleiders, leggen B. en
Ws. thans aan den gemeenteraad over een
hoogst belangrijk: rapport van dr. B. J. Goos
sens alhier.
By de behandeling van genoemde begrooting
toch is door den heer De Sturler twijfel ge
opperd omtrent de doelmatigheid van de ver
binding van een bliksemafleider aan de gas
en waterleidingen, naar aanleiding van een
artikel in een wetenschappeiyk tydschrift.
Op zyn verzoek is de heer Do Sturler zoo
beleefd geweest den heer Goossens eenige
nommers van dit tydschrift, „Journal für Gas-
beleuchtung und Wasserversorgung",terinzage
te zenden.
De artikelen over deze quaestie in genoemd
tydschrift waren drie in getallo. een opstel
van professor Kohlrausch te Hannover, een
uittreksel uit eene langere verhandeling in de
„Elektrotechnische Zeitschrift;" Kohlrausch
verklaart zich hierin onvoorwaardeiyk voor
de aansluiting2o. een van dr. Freyberg, dio
uit de omstandigheden, waaronder eene water
leiding door den bliksem beschadigd, werd de
noodzakeiykheid der aansluiting in het belang
der buizen zeiven aantoont en 3o. een van dr.
Schilling (directeur der gasfabriek te Munchen?),
die tracht aan te toonenlo. dat de aanslui
ting voor de veiligheid der te beschermen
gebouwen niet noodig is en 2o. dat er tegen
dezen aansluiting overwegende technische be
zwaren bestaan, die haar voor de buizen zelve
en voor de werklieden gevaarlijk maken.
Om niet te uitvoerig te worde bespreekt
de heer Goossens alleen het artikel van dr.
Schilling. Wat het eerste punt betreft-, bewyst,
zyns inziens, Schilling juist het tegendeel
van hetgeen hy wil aantoonen; hy vermeldt
toch eenige gevallen waarin de bliksem op
de gasleiding is overgeslagen en geen ander
nadeel heeft aangoricht dan eene beschadiging
der buizen op de plaats waar zy getroffen
werden. Hieruit biykt duslo. dat het over
springen op de gasleiding wel degelijk voor
komt en 2o. dat eene y'zeren gasleiding zonder
gevaar voor haarzelve of voor de straatbuis
de ontlading naar de aarde kan voeren.
Niet altyd echter is de zaak zoo eenvoudig
afgeloopen als Schilling wil doen voorkomen,
maar meer dan eens is er by dit overspringen
brand ontstaan, doordien zich op derf weg
der ontlading brandbare stoffen bevonden of
het gas op de plaats, die getroffen werd, vlam
vatte. Het is juist om dit gevaar te vermin
deren, dat men de verbinding aanbrengt, om
dat uit proeven van Siemens volgt dat er
minder gevaar voor dit overspringen bestaat
naarmate de grondgeleiding beter is. Hoeveel
geringer de grondweerstand der gas- en water
leidingen kan zyn dan die van eene aardplaat,
zelfs in een gestapelden put waar zy geheel
onder water ligt, biykt ten overvloede vol
doende uit de metingen van den heer Goossens
aan de Lakenhal.
De technische bezwaren van Schilling gron
den zich hoofdzakeiyk op de moeilykheid om
te voorkomen dat de verbindingen door de
werklieden der gasfabrieken en waterleiding-
maatschappüen geschonden worden. Hy heeft
hier vooral het oog op eene aansluiting van
alle bliksemafleiders op particuliere gebouwen,
zooals in sommige plaatsen is voorgeschreven.
Ofschoon eene ondervinding van verscheidene
jaren geen enkel ongeluk kan aanwyzen,zou
echter by eene algemeene toepassing de mo-
geiykheid hiervoor bestaan.
Deze bezwaren gelden echter niet waar er
sprake is van gemeente-gebouwen, welke onder
opzicht van den gemeente-architect staan
voor het opbreken der straat moet deze amb
tenaar steed3 verlof geven en hy is dus in
staat alle mogeiyke voorzorgsmaatregelen te
nemen.
In de meeste gevallen, welke in de prak-
tyk voorkomen, is het verder zeer moeiiyk
den afleider op voldoenden afstand te houden
van de gas- en waterleidingen of van metaal-
deelen, zooals goten, ankers, draden in plafonds
enz., die een mirt erf meer doorloopend ge
leidend verband tusschen den afleider en deze
leidingen vormen, en loopt men dus alle kans
dat de bliksem er op overspringt. Na de lezing
van het artikel van dr. Schilling is dr. Goossens
dan ook nog meer versterkt in zyne door
velen gedeelde overtuiging dat:
lo. de aansluiting der bliksemafleiders aan
gas- en waterleidingen, mits zy onder be-
hooriyke contröle staan, geen gevaar oplevert
voor de lèidingenzelfs Schiling, die zich er
tegen verklaart, weet goen voorbeeld op te
noemen, waarby deze wel beschadigd zyn, en
2o. dat die aansluiting is zoowel in het
belang dezer leidingen als in dat ter te be
schermen gebouwen, omdat men daardoor
waarschynlyk in veel gevallen het oversprin
gen der electrische ontlading op deze leidin
gen kan voorkomen.
In zyn rapport over het onderzoek van
den bliksemafleider op de Lakenhal, zegt dr.
Goossens dat deze bliksemafleider, zooals hy
dezen zomer volgens zyn advies is vernieuwd,
met uitzondering van een paar yzeren op-
vangstangen, bestaat uit band van rood koper
van uitstekende qualiteit, geleverd door de
firma Siemens Halske to Berlyn. Hy loopt
over het grootste gedeelte van de nok van
het hoofdgebouw, de twee achtervleugels en
den eenen voorvleugel. Dr. Goossens oor
deelde het niet noodzakelyk ook den linker-
voorvleugel van eene geleiding te voorzien,
omdat hy geene uitstekende punten hoeft zoo
als de andere; de zinken dakbekleeding van
dezen vleugel is echter aan de hoofdgeleidir.g
verbonden. De grondgeleiding bestaat: lo. uit
eene koperen plaat in den put, die nog van
den vorigen afleider aanwezig was en gelegen
is op de plaats, en 2o. uit de gas- en water
leiding. Aan de waterleiding is de afleider
verbonden, dicht by het punt, waar deze het
gebouw binnentreedt. De aanvoerbuis van
ijzer heeft hier meer dan voldoende dikte,
doch de verschillende stukken zyn onderling
niet in goed metalliek verband; om dit ge
brek te verhelpen, zyn om de verbindings
plaatsen metalen ringen gelegd en de nog
overbiyvende holten met lood aangogoten.
Deze afleider voldoet aan de vereischten,
die men gewooniyk aan een goeden afleider
stelt, namelijk: voldoende uitgebreidheid,zoodat
geene gedeelten van het gebouw te ver er van
verwydord zyn, groot geleidend vermogen,
goede verbinding met den grond en verbinding
f met groote metaaldeelen, op of in het gebouw
aanwezig. Dat de mogeiykheid van eene be
schadiging van het gebouw, ofschoon niet
waarschynlyk, hierdoor nu geheel is buiten
gesloten, zou dr. Goossens echter niet durven
beweren, want de wetenschap heeft in dezen
haar laatste woord nog niet gesproken, getuige
onder anderen de discussie, in de vergadering
der „British Association" in dit jaar gehouden.
In een der vorige Raadszittingen werd
in beginsel besloten dat tot eene evenredige
schoolgeldheffing op de Kweekschool voor
onderwyzers en onderwyzeressen zou worden
overgegaan.
Vermits in het betrekkeiyk rapport van
B. en Ws. was medegedeeld dat de toenmalige
minister van binnenlandsche zaken had te
kennen gegeven dat de opbrengst van het
eventueel te heffen schoolgeld niet zou in
aanmerking worden genomen by de berekening
van het Rykssubsidie ad 50 pCt. der kosten
en dat er, naar het oordeel van het college
van ons Dageiyksch Bestuur, van de heffing
van schoolgeld geen sprake zou kunnon wezen
wanneer de opbrengst wel in mindering zou
worden gebracht, werd in bedoelde Raads
zitting door een lid de vraag gedaan of do
tegenwoordige Rogoering in deze dezelfde
zienswyzo was toegedaan als do vorige.
Ten einde in deze zekerheid te bekomen,
hebben B. en "Ws. zich gewend tot den mi
nister van binnenlandsche zaken en uit het
door Z. Exc. gegeven antwoord is gebleken
dat zulks niet het geval is.
De beweegredenen der beslissing van zyn
ambtsvoorganger waardeerende, komt het
dén tegenwoordigen minister voor, dat do
billykheid medebrengt dat het Ryk uitsluitend
de helft drage van de werkelyke kosten. Be
trof het de uitkeering van een subsidie tot
een vast bedrag zooals aan sommige ge
meenten o. a. voor scholen van Middelbaar
Onderwijs is toegekend, dan zouden er wel
licht termen zyn eene andere opvatting te
volgen; thans waar het eene school geldt,
waaraan het Ryk het hoogste subsidie toe
kent, waartoe de wet op het Lager Onderwys
gelegenheid geeft, kan de minister geen vrij
heid vinden de ontvangsten buiten berekening
te laten. In het vervolg zouden dus de ont
vangsten wegens schoolgelden van de gedane
uitgaven moeten worden afgetrokken.
Ten gevolge van dit antwoord biyven B.
en "Ws. by hunne vroeger medegedeelde ziens-
wyze dat thans niet tot de heffing van school
geld moet worden overgegaan.
De helft van het te heffen bedrag zou toch
alsdan komen ten bate van het Ryk en het
voordeel voor de gemeentekas aan de heffing
verbonden, zou alsdan te gering worden om
te kunnen opwegen tegen de nadeelen aan
de heffing verbonden en do niet onbelangrijke
fin^ntjéoje opoffering welke daarmede voor de
belanghebbende ingozetenen gepaard gaat.
Tot toelichting hobben B. en Ws. een staat
opgemaakt van de ouders der leerlingen van
de Kweekschool met vermelding van de klasse
waarin zy in de Inkomstenbelasting zyn aan
geslagen. Tevens is eene raming gemaakt
van het aantal leerlingen, voor wie een school
geld van f 60, f 32 en f 16 zou kunnen
worden betaald. Nu is bij deze raming, welke
met het oog op verschillende omstandigheden
belangrijk lager moet wezen dan in werke-
lykheid zou worden ontvangen, geen hooger
bedrag kunnen worden verkregen dan van
ongeveer f 1600.
Het komt B. en Ws. voor dat er alzoo
alleszins termen bestaan om het op 11 Octo
ber jl. genomen besluit in te trekken althans
wat do heffing van schoolgold op de Kweek
school betreft. Wat aangaat de regeling der
toelagen, zal een afzonderlyk voorstel worden
ingediend.
- Ter vervulling van drie vacatures aan
do school der 2de klasse voor jongens en
meisjes (Leerschool bij de Kweekschool voor
onderwyzers en onderwyzeressen), bieden B.
en Ws. den gemeenteraad evenzoovele voor
drachten aan, opgemaakt in overleg met den
arrondissements schoolopziener, na ingewon
nen bericht van het hoofd der school, ter
benoeming van drie onderwyzeressen derde
klasse, voor allen op eene jaarwedde van
f 550, als
voor de eerste voordracht de dames J. M.
Dijkman, met de tijdelyke waarneming der
betrekking belast, E. Van Leeuwen en W.
Klinkert,beiden adspirant onderwyzeresalhier;
tweede voordracht de dames M. P. Ouds
hoorn, L. M. Kievit on A. Lem, allen adspirant-
onderwyzeres alhier;
derde voordracht de dames A. A. Prins,
onderwijzeres te Krommenie, H. M. Poolman
en G. Zindel, beiden adspirant onderwyzeres
alhier.
G-emeagd Nieuw
Te Altona kwam men dezer
dagen tot de ontdekking van eono byna onge-
looflyke misdaad. De twaalfjarige dochter van
een spoorwegworker, die geruimen tyd by
familie buiten was gelogeerd geweest, wilde
gaarne weder daar een poosje gaan vertoeven.
Haar vader verzette zich daar echter met
kracht tegen. In hare ontevredenheid nam zy
het besluit dezen uit den weg te ruimen. De
poging, hem met petroleum, welke zy in zyn
drank mengde, to vergiftigen, mislukte natuur-
lyk. Nu trachtte zij zyn voedsel te vergiftigen.
De man werd zwaar ziek en de dokter ont
dekte do misdaad. Do jeugdige boosdoonster
werd dadelijk gearresteerd.
Te Santa-Cruz, in Spanje, is
eene vreesolyke misdaad gepleegd. Vier per
sonen zyn vermoordde pastoor, zyn knecht
en twee meiden. De pastoor en eene der meiden
waren opgehangenmen vond hunne lyken
aan een balk van den zolder. Den twee anderen
slachtoffers was de keel afgesneden. Diefstal
was naar alle waarschynlykheid de dryfveer
der misdaadal de kasten waren opengebroken
en de inhoud er van lag op den grond verspreid.
Eene Chinoesche djonb, van Hon-
kong, werd by Ortes Taipung overvallen door
zeeroovers. Zy grepen den Chineeschen kapi
tein by den staart en sloegen hem met een
yzeren bout op het hoofd. Ten laatste sprong
do man over boord en werd in het water door
de roovers doodgeschoten. Dezen dreven toen
de bemanning en de twee passagiers van het
dek, namen ongeveer 80 ton van de lading
benevens de wapenen, de zich aan boord be
vindende kleeding en verder alles wat van
hunne gading was mede. Nadat de roovers het
schip verlaten hadden, gelukte het der beman
ning zich te bevryden. Een van hen werd
door een sabelhouw aan den schouder gewond,
terwyl een ander wonden bekwam aan aan
gezicht en beenen.
By een voorstelling in den schouw
burg te Edinburg, werden in het kostuum-
magazyn gevonden eene kist met ontplofbare
zelfstandigheden en eene brandende lont. Deze
werd tydig gebluscht en eene catastrophe daar
door voorkomen. De hertogin van Edinburg
was in de zaal.
Men herinnert zich den letter-
zetter van Versailles, Alamacher, die, kort
nadat hom eene erfenis van 25,000,000 fr.
was aangekondigd, spoorloos verdween. Het
schynt nu dat van de geheele zaak niets
waar is, dat Alamacher de erfenis verzon om
zich krediet te verschaffen, dat hy vry groote
sommen opnam en daarmede op den loop
ging. Het parket doet onderzoek.
De heer Giffen heeft dezer da
gen in de Londensche Vereeniging voor Sta
tistiek gesproken over de veranderingen in
de verhouding van pryzen en inkomens. Zyn
resultaat was dat de verdiensten sedert 1873
ovor het algemeen in Engeland niet minder
geworden zyn en dat men voor hetzelfde geld
tweemaal meer van de eerste levensbehoeften
koopen kan dan in 1873.
Des nachts om hal ftwee sprong
te Parys, by het politiebureel in do rue Perle,
eene dynamietbom, welke wel veel schade
veroorzaakte, maar geene personen wondde.
In het dorp Har sum, by Hilders-
heim gelegen, is eene afschuwelyke misdaad
gepleegd. Eene vrouw, met haren man op
betamelyke wyze en onder goede omstandig
heden levende, heeft hare drie kinderen, van
één tot vier jaren, door ophanging van het
leven beroofd. Men denkt dat de vrouw deze
daad pleegde in een oogenblik van verstands
verbijstering.
Alle werklieden aan den Eiffel-
toren te Parys hadden het werk gestaakt,
omdat Eiffel zyne belofte niet was nagekomen.
Hy had eene vermeerdering van 50 centi-
men per uur beloofd, wanneer de toren 200
meters zou zyn en thans heeft hy reeds 220
meter, zonder dat de werklieden de beloofde
loonsverhooging hadden ontvangen.
De arbeiders hebben verklaard het werk te
willen hervatten, als twee der hunnen, van
wie de een zich als hun gemachtigde had
laten benoemen en dadolyk daarna weer aan
den arbeid is gegaan, en de ander ook aan
leiding had gegeven tot grieven, ontslagen
werden. Dit werd door den opzichter toege
staan, onder nadere goedkeuring van Eiffel
zei ven. De beide werklieden zyn toen goedschiks
weggegaan.
Te Londen is in „Clarksyard"
het lyk gevonden eener vrouw, die met een
touw was geworgd. Onmiddellyk verspreidde
zich door de stcd het gerucht, dat weer een
slachtoffer was gevonden van den moordenaar
van Whitechapel, maar tot dusver is er geen
enkel bewys gevonden, dat tusschen dezen
moord en de in "Whitechapel gepleegde mis
daden eenig verband bestaat.
Blijkens verslag van professor
Wawrinsky, is te Nowkosping in Zweden
eene pokken epidemie waargenomen, veroor
zaakt door besmette lompon. Duidelyk was
de overdracht der ziekte van den eenen op
den anderen lijder na te gaan. De epidemie
had een goedaardig karakter en werd door
afzondering der besmette ïydors, ontsmetting
met sublimaatwater en zwavel en door op
richting van een vaccinatiopark bestreden,
waar de behoeftigen gratis werden gevacci
neerd en gerevaccineerd.
De Londensche „Standard" ver
neemt uit Athene dat in Epirus de roever-
benden hunne rooveryen voortzetten. In de
buurt van Janina zyn dezer dagen de lyken
gevondên van zes vermoorde christenen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Kamer van Afgevaardigden heeft met
338 stemmen tegen 136 het krediet van
200,000 fr. goedgekeurd, voor het inrichten
van eene feestzaal in hot paleis van het Elysée,
waar president Carnot tydens de tentoonstel
ling partyen zal geven. Daarna heeft de Kamer
zonder beraadslaging met 371 stemmen tegen
107 de voordracht van de regeering aange-
nomon, waarby haar eene som van 280,000 fr.
wordt toegestaan voor het in orde brengen
van het terrein der in 1871 verwoeste
Tuilerieën.
I tall%-
De Kamer van Afgevaardigden heeft Zater
dag beraadslaagd over het wetsontwerp op de
buitengewone kredieten voor oorlog en marine.
De eerste drie artikelen zyn met eene kleine
meerderheid aangenomen, zooals zy door de
Regeering zyn voorgesteld. Art. 4 werd met
eene kleine wyziging goedgekeurd.
Door verschillende dagbladen wordt de
aftreding van den minister van financiën
Magliani waarschynlyk geacht. In de Kamer
van Afgevaardigden heeft de Voorzitter aan
gekondigd dat de minitser ongesteld is, en
dus zyn financieel overzicht, tegen heden aan
gekondigd, niet kan geven.
In eene der vergaderingen, welke te Rome
gehouden zyn op den jaardag van den dood