Denieuwe Inkomsten-belasting. Feuilleton. EEN SCHOON LAND VOOR VREEMDELINGEN. Leiden, 1 December. In handen der commissie van financiën is gesteld hot door B. en "Ws. ontworpen Raads besluit, regelende de heffing eener plaatselijke belasting naar hot inkomen. De commissie lieoft thans haar rapport uitgebracht. Naar aanleiding van het voorstel behooren, zegt zij, in de eerste plaats vijf vragen te worden beantwoord. lo. Is het wenschel(jk in de Verordening niet te vermelden tot welk bedrag hoogstens de belasting wordt geheven? 2o. Is de voorgestelde klassenindeoling boven bestaande te verkiezen? tlo. Moeten zij, die een inkomen van minder dan öOO hebben, van de belasting worden vrijgesteld? 4o. Verdient het aanbeveling, voor do be rekening van hot belastbaar bedrag, niet meer van elk inkomen de onbelaste som dus naar het ontwerp 500 af te trekken, maar daarentegen de belasting der eerste 7 klassen met '/3, enz- te verminderen? 5o. Is vermindering van hoffing toe te kennen aan hen, die kinderen beneden zekeren leeftijd hebben? De commissie voroorlooft zich daaromtrent het volgende op te merken Ad Ium. Art. 232 der Gemeentewet schrijft voor dat het Raadsbesluit, waarbij oene plaatselijke belasting wordt ingevoerd of ge wijzigd, zal vermolden o. a. het bedrag der belasting. Reeds hierom acht de commissio het onge oorloofd de bepaling van art. 1 der geldende Verordening geheel te doen vervallen. Maar ook al ware het wettelijk geoorloofd, zü zou het ontraden. rmmers, de behoeften eener gemeente zjjn seer rekbaar en het gevaar voor langzame uitzetting der uitgaven, om die behoeften in steeds klimmende mate te bevredigen, is niet geheel denkbeeldig. Daarom is het wenscheljjk voor den sluit post der begrooting oen maximum to bepalen, dat, zonder wijziging der Verordening, en dus zonder zeer gezette overweging, niet kan worden overschreden. Het recht tot heffing van 5 pCt. boven dat maximum voor kwade posten moet worden behouden. De vergunning echter om hoogstens 5 pCt. voor Suppletoire Kohieren te rekenen Burg. en Weth. merken dit, volgens do commissie, zeer terecht op streeft haar doel voorbij. Hoeveel op Suppletoire Kohieren zal worden geheven, hangt af niet van het goedvinden van den Raad, maar van het gezamenlijke inkomen dor daarbj] aangoslagenen. Toch moet in het artikel van do Suppletoire Ko hieren worden melding gemaakt, opdat op het oorspronkelijke Kohier het volle maximum kunne worden geheven. De commissie van financiën geeft dus in overweging art. 1 der ontworpen Verordening aldus te lezen: „Er wordt van allen, die in de gemeente hun hoofdverblijf hebben, of er langer dan drie maanden verblijven, oene belasting naar het inkomen geheven tot een bedrag, telken jare bjj de vaststelling der Begrooting te be palen, dat echter de Suppletoire Kohieren 2) Later, als men betalen moet, door gedane beloften na te komen, vindt men zich dikwijls in de noodzakelijkheid om den triomf van een dag te kwijten door onbetaalbare wissels op do toekomst. Op die wjjze heeft de ontheffing van lasten der verhypothekeerde gronden plaats gehad, waarvan nog niet al do gevolgen te overzien zijn. Wij noemen 't hier slechts, omdat wat nu geschiedt, er een gevolg van is. De Waadt- landers hebben den smaak van belastingont heffing beet gekregen, en zjj, die bij aanstaande verkiezingen nieuwe ontlastingen voorspiege len, zullen overwinnen. Als 24,000 menschen een verzoek doen, dient men er toch notitie van te nemen, zoo beweert menhet is te ver wonderen dat niet het gansche kanton getee- kend hoeft, want er zal wel niemand zjjn die niet gaarne minder of in 't geheel geene be lasting betaalt. Maar betaald moet zjj worden en het spreekt vanzelf dat, als van veler schouders oen last wordt afgenomen, die gedragen moet worden op de schouders der weinigen, die buiten rekening gelaten de som van 150,000 mot mag overschrijden. Dit bedrag wordt vermeorderd met 5 ten honderd voor kwade posten". Ad IIam. Eene Inkomstenbelasting voldoet beter aan haar doel, naarmate het cijfer, dat tot grondslag der berekening van elke heffing strekt, het werkelijke inkomen van den be lastingschuldige meer nabij komt. Hierom is terecht in hot ontwerp de breedte dor klassen ingekrompen. Dit verdient te moer toejuiching, omdat bjj de opklimming allo willekeur is vermeden en een vast verhou- dingscijfer is aangenomen. Art. 5 van het ontwerp acht de commissie dan ook zeer aannemelijk. Alleen geeft zij in overweging achter klasse 40 ceno nieuwe alinea te voegen van dezen inhoud: „Volgende klassen worden geregeld naar hetzelfde verhoudingscjjfer 14". Ad III"m. Mot Burg. en Weth. is de com missie van oordeel, dat zij, die minder dan 500 inkomen genieten, in deze belasting niet behoeven te worden aangeslagen. De hiervoor aangevoerde gronden acht zij juist. Wel komen de uitgaven der gemeente voor een zeer belangrijk deel ook hun ten goede, maar het opbrengen van belasting, tot een bedrag, dat de moeito der heffing loont, valt hun in den regel te zwaar, dan dat het aan beveling zou verdienen hen in deze bolasting te doen dragen. Ad IVum. De vraag of bjj den aanslag eenige progressie of degressie moet worden aangenomen en, zoo ja, in welke mate en in welken vorm, is wel de belangrijkste, waartoe het ontwerp aanleiding geeft. Een belastingstelsel voldoet niet aan den eisch der rechtvaardigheid, indien het niet uitgaat van het beginsel, dat de draag kracht bp toeneming van het inkomen meer dan evenredig stijgt. Waar het echter geldt de herziening niet van het belastingstelsel, maar van ééne enkele gemeentebelasting, heeft men rekening te houden èn met het bestaan van andere, ook rijksbelastingen, waarin reeds factoren van progressie schuilen èn met het gevaar vooral voor Leiden met het oog op hare gren zen niet gering te schatten dat personen met oenigszins belangrijke inkomsten, b(j sterke verhooging van hun belastingcjjfer, zich bjj voorkeur buiten de gemeente zullen vestigen. Moeten beide er toe leiden, niet dan met voorzichtigheid in eene gemeentebelasting progressie of degressie in te voeren, deze, waar zij eenmaal zonder bezwaren bestaat af te schaffen of te beperken, verdient stellig geene aanbeveling. De commissie van financiën heeft daarom getracht na te gaan of bij de voorgestelde belasting de druk zou worden verplaatst en zoo ja in welke richting. Twee tabellen, bij het rapport gevoegd, geven van de uitkomsten van dat onderzoek een overzicht. Zjj geven aan hoe groot in 188S de aan slagen naar de daarin vermelde inkomsten zouden zjjn geweest: a volgens de bestaande verordening, 6 volgens het voorstel van B. en Ws.c volgens dit voorstel, indien het in dier voege werd gewijzigd, dat niet in de eerste 7, maar in de eerste 15 klassen gere gelde degressie plaats hadd volgens ditzelfde overblijven. Er zjjn hier slechts 263 slacht offers, niet do moeite om er zich warm over te maken, vooral als mon weet dat zjj 't wel betalen kunnen en dat men heer nog wel iets overlaat om van te leven. Wij hebben ons niet in te laten met de verdediging van het millioen; dat kan zich zelf wel verdedigen en op heele goede gronden. Maar waarom zou het zich verdedigen? Men doet er zooveel kwaad niet aan. Wanneer duizenden nauwelijks te eten hebben, mag men den millionnair wel wat van 't zijne nemen, waarmee hjj toch geen raad weet. Een aphorisme zegt: „Zoo r(jk kan iemand niet zijn of hij heeft nooit genoeg om van te leven." Eene drogreden voorzeker, maar op den grond er van is eene waarheid. In den regel maken de millionnairs, evenals een Staat, hun budget, waarop dikwijls te kort komt. Wanneer het kanton Wallis, dat maar een klein budget hoeft, zich bij Waadtland verge lijkt, begrjjpt. men daar niet hoe desniettomin Waadtland zoo dikwijls geld moet leenen. Wij zullen millionnairs niet beklagen, omdat zjj soms moeite hebben om de riemen van hun budget toe te gespen. Wanneer hunne levens wijze zoodanig is ingericht dat hunne groote inkomsten maar juist toereiken, dat zij ze allen noodig hebben om te voldoen aan de voorstel, echter aldus gewijzigd, dat niot aan de aangeslagenen der eersto 7 klasson eene vermindering werd toegestaan, maar van elk inkomen voor de berekening van den aadslag 500 werd afgetrokken. Ad Vum. Mot het voorstel van Burg. en Weths. om geene vermindering van belasting meer toe te staan aan hen, dio kinderen be nedon zekeren leeftijd hebben, kan de com missie zich voreenigen. Die vermindering was tot op zekere hoogte te verdedigen onder het nu geldende stolsel, waarbjj van elk inkomen werd afgetrokken do som, dio als onmisbaar voor levensonder houd werd beschouwd eene som, noodzakelijk stijgende bij vergrooting van het gezin. Vorlaat men dat stelsel, zoo moet men ook die vermindering laten varen. Wel is onbetwistbaar, dat het den huisvader bij toeneming van de bohoeften van zjjn ge- ztii zwaarder valt in de belasting bjj te dragen, maar stijging van het aantal kinderen is slechts ééne der velen omstandigheden, dio tot vermin dering van draagkracht leiden. Door hen, die vele jonge kinderen hebben, te ontlasten, natuurljjk ten koste van alle andoren, begaat men eene onbillijkheid tegenover diegenen, wier draagkracht door andere niet tot belasting vermindering leidende omstandigheden is gedaald. De commissie van financiën durft daarom het voorstel van Burg. en Weths. in dit op zicht ondersteunen, echter alleen in verband met het amendement op art. 7, dat voor de aangeslagenen in de lagere klassen eene zoo belangrijke daling van belasting zal ten ge volge hobben, dat deze ook zonder nadere vermindering de grenzen hunner draagkracht niet overschrijdt. Vergelijkt de comm. van financiën met het oog op de berekening in do tabellen, do stelsels B. C. en D. met het bestaaude IA), zoo komt zij tot de volgende resultaten: Naar het ontwerp van Burg. en Weths. (stelsel B) zou de druk verminderd worden voor inkomens, lager dan ƒ1000 of hooger dan ƒ3500, aanzienlijk vermeerderd daaren tegen slechts voor die tusschen 1000 en 3500. Door dit resultaat wordt, naar het der com missie voorkomt, het stelsel van het ontwerp volstrekt veroordeeld. Het stelsel C zou den druk verminderen voor inkomens beneden 2800, vermeerderen voor die daarboven. Het stelsel D eindelijk zou hooger belasten alle inkomens van meer dan 1800, lager alle van minder dan 1800. Naar het inzien der commissie zou van de vier hier uitgewerkte stelsels het derde (C) de voorkeur verdienen, omdat het voor een be langrijk aantal der lagere klassen eene aanzien Hjko verlichting zou medebrengen en een matig hoogeren druk eerst aan die klassen zou op leggen, welke daardoor niet te zeer zouden worden bezwaard. De commissie zou dat stelsel C. zjj het dan ook verre van volmaakt, vergeleken bjj do geldende verordening, eene verbetering achten. Z(j geeft dus in overweging art. 7 al. 2 der ontworpen verordening aldus te lezen Voor de eersto vjjftien klassen wordt de belasting intusschen verminderd voor do 1ste vele verplichtingen, welke zjj vrijwillig hob ben op zich genomen en waaraan zjj zich niet kunnen onttrekken, dan hebben zjj te wa ken tegen deficit, want zjj kunnen niot, gelijk Staten dat tegenwoordig doen, van het eene te kort voortgaan naar een ander steeds aan wassend tekort, omdat zjj niot goljjk do Staat, belastingbetalers hebben op wie zjj zich kunnen verhalen. Zjj moeten er dus op bedacht zjjn zich wat te bekrimpen en 't allereerst komt dan in aanmerking het afschaffen van paarden en rjjtuigen, de équipage. Daarmee hebben wjj de zaak genoemd, die het meest in 't oog valt en aanstoot geeft. „Gjj weet niet," zegt een demagoog, „wat er omgaat in het gemoed van don landman wan neer hjj 's avonds met de zeis op zjjn schouder, van vermoeienis uitgeput huiswaarts keert, zich naar den kant van den weg moet dringen om niet bespat te worden met het slijk, hem naar 't aangezicht geworpen door het voorbjj- snellende rjjtuig van den kapitalist." Artikel 17 zal dus dit prachtige resultaat hobben dat er geen equipages meer zullen zjjn; do van zjjn werk huiswaarts koerende zeisdrager zal dit menschonleerende schouw- spol niet meer voor oogen krijgen. De dema goog vergeet dat een mem met een zeis ook wel andors kan redeneereti, b. v.„De heer, die daar klasse met 15/16, voor do 2do met 14/16, voor da 3de met 13/16, voor de 4de met 12/16, voor de 5de met 11/16, voor de 6do met 10/16, voor de 7do met 9/16, voor de 8sto met 8/16, voor de 9de met 7/16, voor de 10de met 6/16, voor do lldo met 5/16,voor do 12de met 4/16, voor de 13de met 3/16, voor de 14de met 2/16, voor de 15de met 1/16. Het classicaal bestuur van Leiden heeft aan den heer H. Drost alhier, na afgelegd examon, de akte van godsdienstonderwijzer verleend. Men schrjjft uit Aalsmeer, ad. 30 No vember: Recht feestelijk is ter viering van het feest van Noerlands onafhankelijkheid het voorkomen dezer gemeente. Buitengewoon talrijk wappert het dundoek, dat van da feestvierende stemming der bewoners getuigt langs wegen en straten zjjn verschillende eerepoorten opgericht. In de richting van het dorp (de kom) heeft zich al vroeg de menigte bewogen, om den optocht te zien voorbij trekken. Te 9 uren landde de Prins met zjjn gevolg over den 'Westpias te Kudelstaart (Scheveningen) en werd op Vaderlandschen bodem door het voorloopig bowind wolkom geheeten. De galarijtuigen, gevolgd door eene eerewacht te paard, het rjjtuig van de feest commissie, een triomfwagen met de symbolen van Aalsmeers welvaart: landbouw, boom- en bloemkweekerjj en visscherjj vormden den stoet, den weg volgende naar het dorp ('s-G ra- venhage). Op de pui van het raadhuis werden toespraken tot de verzamelde volksmenigte gehouden en werd den Prins de eorewjjn aangeboden. De volksspelen, 's namiddags ge- liouden, bestaande uit mastklimmen, boeg- sprietloopen en draadjeknippen voor de meisjes, liepen goed van stapel. Na den waarljjk fan- tastisclien fakkeloptocht langs het dorp en den Uiterweg word de feestviering waardig gesloten. Men schrjjft uit "Woerden, dd. 30 No vember Heden ontving do heer W. Palingh alhier, secretaris en ontvanger der gemeente Barwoutswaarder en Rietveld, van vele inge zetenen dier gemeonten een geschenk, be staande in eene bureau met inscriptie en kan toorstoel, als bewjjs van hoogachting en waar deering zjjnor verdiensten. Hjj is 25 jaar verbonden aan de secretarie, waarvan ruim elf jaar als secretaris en heeft zich in zijn werkkring door zjjne dienstvaar digheid bij zeer velen bemind gemaakt. Het geschenk werd hem in eene vergade ring van belangstellenden aangeboden door den burgemeester met eene korte toespraak, waarin den jubilaris hulde werd gebracht als ambtenaar en hem de verzekering werd gege ven van de hoogachting der gemeenlenaren. Neerlands herstel werd gisteren ook to Groningen feestelijk herdacht. Mon hield er een optocht van oud-strjjders en een van de verschillende Studenten-vereenigingen. Prof. jhr. dr. mr. Yan der Wjjck hield in de Mar tinikerk eene feestrede. De kerk was overvol en er heerschte veel geestdrift. Gisteravond was er concert in de Beurs. De armen ontvingen eene buitengewone uitdeeling. rjjdt on die men voor zoo rjjk houdt, mocht er wel eens opletten dat zjjne paardjes oud en niet mooi zjjnware ik in zjjne plaats, dan kocht ik de veulens van mjjn buurman Klaas." Klaas heeft nameljjk twee veulens opge kweekt, daartoe aangespoord door de premie, vanwege den Bond uitgeloofd ter verbetering van het paardenrashjj hoopte zo gemakkelijk aan den man te brengen, maar de kooper komt niet zoo gauw als hjj wenscht: mis schien zal de rjjke heer alles tegeljjk vernieu wen, zjjn rjjtuig is niet al te best meer; hjj zal zjjn koetsier tevens nieuwe plunje geven, en zoo valt er wat te verdienen aan den rjjken man. Een braaf boertje zeide tot zjjn burgemeester „nou, radicaal ben ik, maar ik hoor toch niet tot de erge kwaaie." De erge kwaaie vindt men niet onder de mannen met zeisen, tenzjj ze kwaad gemaakt worden door personen, die de pen voeren of het woord, om hen op te ruien en zichzelven eene positie te bezorgen. Die lieden weten hoe zjj haat en njjd moeten kweeken, en zjj zullen dat doen om art. 17 er door te krijgen. Zal het land voordeel hebben van artikel 17? Hebben zjj, die er voor stemden, hierover wel nagedacht? (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 10