N\ 8831.
Donderdag 2f> November.
A0. 1888.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
De Scheurkalenders
Leiden, 28 November.
Feuilleton.
ZOMERVREUGDE.
LEIDSCE
PRIJS DEZER COURANT:
Vcor Leiden per 8 maanden1.10.
'ranco per postn 1.40.
fzonderljjke Nommera0.06.
PRIJS DER ADVERTENTTEN
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
caaaeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
zijn, voor zoover de voorraad strekt,
Ook morgen, Donderdag-, nog
kn ons Bureel, op dezelfde voor
gaarden, verkrijgbaar.
Oflloieele Kennlpgerlngen.
InkonstenbcMlng.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
herinnering dat op 86 Nov. a. 8. de zevende termijn
vervallen van den aanelag op het kohier, dienst 1888,
dat vóór of op dien dag minstens zeven achtste ge-
feelten van den geheelen aanslag moeten zijn voldaan.
Zij noodigen daarom belanghebbenden uit, om, ter
porkoming van de vervolgingskosten, tot do betaling
p-n het verschuldigde ten kantore van den gemeente-
utvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
28 Nov. 1888. E. KIST, Secretaris.
Het viertal goed klinkende namen van
jseph Hollman, Julius Röntgen, Joseph Cramer
ii Anna Witsen was in staat geweest slechts
an klein, maar rein publiek naar de Stads-
aal te lokken, waar gisteravond genoemde
ersonen hunne gaven op het altaar der kunst
fferden.
Reeds het optreden van de drie heeren als
ioloncellist, pianist en violist in Schumann's
Trio F-dur" maakte een heerlijken indruk,
relke vermeerderde naarmate ook het overige
an het degelijke programma tot uitvoering
wam, waarbij men tevens de talenten der
itredenden eik afzonderlijk mocht bewon-
eren.
Mej. Anna Witsen, die zoo schoon Brahms'
Wie bist du, meine Königin" en „Liebestreu,"
Ismede Schumann's „Ihre Stimme" en „Wid-
iung" zong, verving Schubert's „Gretchen
n\ Spinnrade" door „der Nussbaum" van den
elfden meester, en ondervond zooveel bjjval,
at zij, na herhaaldelijk te zyn teruggeroepen,
n (,Ich liebe dich" ten beste gaf. Nu, een
slfde gzvoel van erkentelijkheid vervulde ook
le toehoorders ten haren opzichten.
De heer Cramer, die, na het trio, ook in
(eracini's „Sonate" wederom zijne heerschappij
jver de viool had tentoongespreid, werkte
iter samen met den heer Röntgen in
|Schwedische Tanze" voor viool en piano, van
Juliu3 en Amanda Röntgen, zóódanig, dat aan
de stormachtige toejuichingen geen eind scheen
te komen, maar deze eerst eindigden toen het
laatste gedeelte van dit werk herhaald werd.
Het spel On van Cramer èn van Röntgen,
die vooraf nog zijne „Variation en Finale over
Hongaarsche Csardas" had voorgedragen, was
dan ook in waarheid zeer meeslepend, vol uit
drukking en gevoel.
De heer Hollman handhaafde natuurlijk zijn
reeds vroeger hier insgelijks verworven roem,
zoowel in Corelli's „Preludium" en Schumann's
„Aria uit de Piano-sonate", als in zijne drie
eigen composities: „Gavotte", „Warum?" en
„Mazurka", met welke laatste, warm voorge
dragen en wederzijds aldus beantwoord, hjj het
concert eindigde, dat allerkostelijkst kan ge
noemd worden.
Zaterdag zullen de alhier nieuwbenoemde
officieren beëedigd en geïnstalleerd worden.
Aan het ministerie van marine is heden
o. a. aanbesteed de levering, ten dienste van
het corps mariniers, van 125 stuks eenmans-
en 15 stuks tweemans-wolien dekens. Minste
inschrijfster daarvoor was de firma J. Zuurdeeg
Zn., te Leiden, voor f 585.25.
Do Nederl. mail met berichten uit Bata
via tot 26 Oct., kan hedenavond alhier worden
verwacht.
In de gisteravond door het „Indisch
Genootschap" gehouden vergadering sprak mr.
P. A. Van der Lith, hoogleeraar te Leiden,
over de verhouding der wetgevende macht in
het moederland tot het centraal bestuur in
Nederlandsch Indië. Na een wetenschappelijk
betoog, waarin hjj verschillende stellingen
verdedigde, sprak hj] de wenschelljkheid uit
van de instelling van een Kolonialen Raad
in Nederland, om den minister ter zjjde te staan
bjj voorbereiding der koloniale aangelegen
heden, zooals de India Council van Britsch-Indië.
C
Door dergelijke instelling zou de esprit de
suite zeker worden bevorderd, als er mannen
in opgenomen werden, die geruimen tijd in
Indië hebben doorgebracht. Het moest geen
wetgevend lichaam zjjneen den minister ter
zijde staande koloniale voorbereidingsraad zou
bepaald noodig zjjn als de vaststelling der
begrooting aan de Staten-Generaal werd ont
nomen. Vaststelling der begrooting behoort
niet essentieel tot de aangelegenheden van
het Parlement, dat daartoe niet uit zijn aard
geroepen is. Ze is alleen te verdedigen door
de noodzakelijkheid van controle, welke nog
bestaat. Men kan zich daarbij richten op het
Fransche stelsel en in Indië de begrooting
doen vaststellen, maar verschillende uitgaven
van de goedkeuring van den Kolonialen Raad
hier afhankelijk maken.
Daar do heer Van der Lith zijne denkbeel
den over den Kolonialen Raad en de vast
stelling der begrooting had moeten beperken,
werd op voorstel van de heeren Bosscher en
Van Soest, waarmede de voorzitter, de heer
Corneli8 De Groot, instemde, besloten den
inleider te verzoeken die punten aan te vullen
in het stenographisch verslag en dan later het
debat over de quaestie te doen voeren als het
gedrukt verslag in handen der leden zal zijn.
Aan het diner, gisteren in het „hotel
Paulez" te 's-Hage door baron Gericke van
Herwijnen, Zr. Ms. buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister aan het Hof van België,
gegeven, werden opgemerkt: de minister van
Buitenlandsche zaken, jhr. Hartsen, en verder
de chef van het Kabinet, jhr. Van der Staal
van Piershil, de voorzitter der Eerste Kamer,
baron Schimmelpenninck Van der Oye, de
secretaris-generaal mr. Zilcke, benevens de
gezantschapssecretaris bar. Schimmelpenninck
v. d. Oye en de gezantschaps-attachés jhr. De
Marees van Swinderen, baron Sweerts De
Landas "Wljborgh en de leden der commissie
voor de diplomatieke examens.
De heer Gleichman bood gistermiddag in
het „Hotel de l'Europe" aan de liberale leden
der Tweede Kamer een gastmaal aan.
Bü de op gisteren te Benthuizen plaats
gehad hebbende stemming van één kerkvoogd
en drie notabelen, zijn de aftredenden, de heer
L. Paul, kerkvoogd, en de heeren G. Van der
Bijl en L. Groen, notabelen, met algomeene
stemmen herkozen, terwijl de heer P. Van
Driel met meerderheid van stemmen tot
notabel is gekozen.
Door den R.-K. aartsbisschop en de bis
schoppen in Nederland is aan den Paus een
Lattjnsch adres gezonden, waarvan de „Tijd"
de volgende vertaling geeft:
„Utrecht, den 17den Nov. 1888.
Allerheiligste Vader!
„De aartsbisschop «n de bisschoppen van
Nederland, het tot hunne hoogste en onafwijs
bare plichten rekenend, de geheiligde rechten
van den Roomscben opperpriester, van het
hoofd der gansche Kerk, te erkennen en zoover
hunne kracht reikt, te verdedigen, verlangen
door dit adres van toewijding openlijk te be
tuigen, dat zy, ovor de algemeene handhaving
van de waardigheid en het gezag des Room-
schen Leerstoels, met beslistheid vasthouden
en uitspreken wat de Katholieke wereld be
lijdt dat, tot volledige uitoefening der apos
tolische rechtsbevoegdheid en van het leeraars
ambt, de Roomsche opperpriester eene macht
noodig heeft, die, aan niemand ondergeschikt,
waarlijk zelfstandig is; en dat mitsdien door
Gods bijzondere beschikking do opvolgers van
den H. Petrus de tijdelijke macht hebben
verkregen, welke bij den tegenwoordigen
toestand der maatschappij voor eene goede, eene
onbelemmerde leiding der Kerk en der zielen
alleszins noodzakelijk is en, ongerekend den
wettigen oorsprong en de uitnemende en ver
scheidene titels, onschendbaar moet zijn vol
gens het duidelijk gebleken raadsbesluit der
Goddelijke Voorzienigheid.
„Dit nu, Allerheiligste Vader, hebben wij
reeds vroeger klaar en openlijk en zóó onbe
wimpeld uitgesproken, dat het den H. Stoel
duidelijk zal z(jn, in welken toestand wjj
wenschen en eischendatde Paus worde hersteld.
„Intusschen, hoewel bjj Uwe Heiligheid
onze trouw, onze gehechtheid voorzeker boven
allen twijfel verheven zijn, niettemin, nu den
H. Stoel aanhoudend zware slagen treffen en.
nog bitterder leed te duchten is, kunnen wy
niet anders dan, met de overige bisschoppen
der Katholieke wereld, de betuiging van liefde
en verknochtheid herhalen en opnieuw wraken
al wat wederrechtelijk gepleegd is of nog ge
pleegd zal worden tegen den Apostolischen Stoel.
„Wij prote3teeren alzoo en komen op, door
dit ons schrijven, tegen de kwelling, die Uwe
Heiligheid sinds de omverwerping van de
tijdelijke macht des H. Stoels heeft te verdu
ren, eene kwelling, met don dag harder, met
den dag minder overeen te brengen met de
vrijheid der Apostolische Bediening. En plech
tig verklaren w(j dat de Paus van Rome,,
door geweld van wapenen beroofd, in dezen
toestand „meer in vreemde dan in eigen macht"
zjjn oppergezag geenszins veilig kan uitoefenen,
en alzoo de gansche Katholieke wereld, naar
best vermogen, moet samenwerken, opdat het
Hoofd der Kerk in dien toestand hersteld
worde, waarin het raadsbesluit der Goddelijke
Wijsheid de Roomsche opperpriesters reeds
vóór eeuwen geplaatst heeft, om vrijelijk en
ongehinderd de macht, door Christus verleend,
tot heil der volkeren aan te wenden.
„Dit betuigende, vragen wjj den H. Vader,
zich hiervan te willen verzekerd houden,
dat het Katholieke Nederland in het beoe
fenen van dien plicht een niet gering aan
deel voor zich zal eischen, dewyi bij onder
vinding is gebleken dat de geloovigen hier
te lande, zoo dikwerf het den H. Stoel geldt,
op bewonderenswaardige wijze met hunne her
ders samenstemmen, en met des te meer
Eene schets naar het leven.
Uit het Duitsch van
Augusfe Haaschner. (A. Montag.)
Mevrouw Berndt: „Ik wilde u niet laten
'ertrekken, liefste, zonder u een paar rozen
ot afscheid te brengen.doch hinder ik u
nisschien?"
Mevrouw Lenz (gedwongen lachend): „In
iet geheel niet. Ik heb niets meer te doen.
(Vilt ge niet gaan zitten? Niet op de sofal
laar ligt een spiegelmisschien is die
auteuil nog leeg; anders kunnen wij de
childerijen wel op den grond leggen."
Mevrouw Bemdt: „Geef u geene moeiteik
;a dadelijk weer weg. Dus een reisje naar
Zwitserland, gy gelukskindware ik ook maar
ons zoo gelukkig!"
Daar stormt Bertha de kamer binnen, zeg-
;ende„Mama, mama, wy kunnen den groo-
Bn koffer niet dichtkrygen, en de besteller
er al om hem te halen
Mevrouw Lenz (zachtjes)„Roep den portier;
pt hem er even op gaan zitten."
(Bertha vliegt weg.)
Mevrouw Berndt: „Kan ik u ook ergens
mee helpen?"
Mevrouw Lenz (die met moeite bedaard
tracht te blijven): „Dank u; er is niets meer
te doen!"
Alma (komt haastig de kamer binnen):
„Mama, mama, zoudt ge uwe japon niet uit
doen; zy moet nog in den grijzen koffer. GD
waart immers voornemens op reis uwe oude
japon aan te doen?"
Mevrouw Berndt„Ik stoor u toch heusch
neen, ik blyf niet langer.gelukkige reis,
liefstemooi weer, veel genoegen, en schrijf
eens spoedig!"
Mevrouw Lonz (die haar bijna, terwijl zy
zenuwachtig glimlachte, de deur uitgeschoven
had, valt in de kamer op een stoel neer)
„Goddank, ik kon rnjj byna niet meer goed-
houden. Is de koffer toe?"
Alma: „Ja, maar het slot is gebroken!"
Mevrouw Lenz„Laat Mina maar spoedig
een touw halen, waar de wasch aan opgehan
gen wordt. Hier is mijne japon; ik kan nauwe
lijks meer staan! "Waar blijft papa?"
Alma: „Daar komt by do trappen op."
Mynheer Lenz (verhit, en zeer opgewonden)
„Nu, kinderen, zyt ge klaar? Binnen een uur
vertrekt de trein."
Mevrouw Lenz„Om 's hemelswil 1 Zoo spoe
dig kan ik niet klaar zynzouden wy de reis
niet tot morgen uitstellen?"
Mynheer Lenz: „Onmogelijk! Zyt ge .verge
ten, dat wy met een extra-trein gaan Morgen
hebben onze kaartjes geene waarde meer.
Maar, zoo zjjt gy, vrouwen; nimmer op zijn
tijd klaar (naar de pakjes ziende) dat kan
natuurlijk niet, als men een geheel mode
magazijn medeneemt! Nu, dat zal een mooi
sommetje aan overwicht kosten!"
Mevrouw Lenz„Wy kunnen toch niet in
lompen op reis gaan; dan maar liever in 't
geheel niet!"
Mijnheer Lenz„Dat zou misschien het beste
zyn! Haal maar gauw eene vigilante."
Mevrouw Lenz (in de grootste opgewonden
heid): „Heeft de besteller de pakjes meege
nomen? Alma, hebt ge de stukken geteld?
Hebt ge niet vergeten papa's reismuts en
pantoffels in den nachtzak te pakken, en zyne
schoone handschoenen voor morgenochtend?
Bertha, hebt gy de mooie kamer gesloten en
den gasmeter genoteerd? Heusch? Kind zijt
ge dan nog niet klaar?"
Bertha: „Augusta naait nog een schoon
plooisel in mijne japon."
Mijnheer (aan hot venster)„Het dienst
meisje komt niet terug; wy zullen te laat
komen voor den trein."
Mina: „Ik kan geene vigilante krijgen zal
ik maar een landauer bestellen?"
Mynheer Lenz: „En dat komt dat domme
schepsel nog vragen! Voor myn part een
hondenwagenals we maar wegkomen.
(Zjj gaan de trappen af, terwijl z(j in het
rjjtuig stappen) Mijnheer Lenz: „Dus meer
kleine bagage hebt ge niet? Drie kleine kof
fers, twee handzakken, drie plaidriemen en
nog twee hoedendoozen. We lijken de ark
van Noach wel!"
Alma: „Papa, u bent vandaag onuitstaan
baar! Als dat zoo voortgaat, blyf ik liever
thuis."
Mijnheer Lenz: „Dat zou wel eens kunnen
gebeuren, brutaal nest; ik ben er juist voor
in de rechte stemming 1"
Alma: „Ach, was de heele reis maar ten
einde
Bertha: „Daar! Ik heb mijn Büdeker ver
geten. Mama, ik zal er gauw om gaan."
Mevrouw Lenz: „Ook dat nog, (tot het
dienstmeisje) pas goed opLaat geene vreem
den in huis, en gaat niet beiden tegelijk uit."
Mina en Augusta: „Och, we gaan in het ge
heel niet uit en vreemden komen er niet over
den drempeldaar kan mevrouw ep rekenen."
(Wordt vervolgd.)