Ne. 8325.
Donderdag r<Toyeiaibe
k\ 1880.
feze (Qourant wordt dagelijksmet uitzondering
van (£on- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Goddefroy's tweede reis naar
de Westkust van Afrika.
Feuilleton.
ALLES VERLOREN.
LEIDSCÏÏ
DA8BLA D.
PKXJS DEZER, COUEANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Ateonderijjko Nommera0.01.
VIII.
De handel van Liberia heeft zich ook niet
ontwikkeld zooals de eerste tyden der Repu
bliek mochten doen verwachten. Ook hier is
alles door de traagheid en onverschilligheid
der zwarten in verval geraakt. De buiten
landsche handel wordt schier alleen door
blanken gedreven. Behalve de Duitsche-fak
tory heeft Monrovia, evenals de andere haven
plaatsen, nog eene Nederlandsche, beboorende
aan de firma Hendrik Muller, te Rotterdam,
terwijl de booten eener Amerikaansche onder
neming de havens aandoen om aan boord
zelf rechtstreeks met do Liberiaansche win
keliers te handelen. Merkwaardig genoeg is
er te Monrovia zelfs geen tolkantoor. De goe
deren worden, na gelost te zjjn, onmiddellijk
in de magazijnen der belanghebbenden gebor
gen, en de rechten wordon eerst na eenige
dagen of weken op goed geloof aan do be
ambten der Republiek uitbetaald.
De betalingen gosehiedon grootondeels in
papieren geld, dat buiten de Ropubliek hoe
genaamd geene waarde heeft. Het wordt echter
altijd door de faktorijen aangenomen, namc-lijk
voor het bedrag, vereischt om do rechten te
voldoen.
Zilveren of gouden munt hoeft do Ropubliek
niet. Behalve het papier, is er slechts koperen
munt, bestaande in stukken van één en van
twee Amerikaansche eenten. De beeldenaar
is aan de eene zyde eene vrouwenbuste met
oen helm op het hoofd, die in het midden
met eene ster prjjkt. Daarom heen leest men
„Republic of Liberia". Do keerzijde vertoont
een palmboom met de uitdrukking der waarde
er boven en het jaartal er onder. De uitvoer
rechten, voor koffie, palmolie, ivoor en andere
belangrijke artikelen verschuldigd, moeten
voldaan worden in goud. Alle gouden munt
is daarvoor gangbaar.
De harens van Liberia worden bezocht door
de booten der Woermann-lijn en door die van
oen paar Engelsche Maatschappijen. Deze
voorzien tevens in den postdienst. Maar te
Monrovia is niet altijd te lossen of te laden.
In geval er geeno genoegzame goederen zijo
om de kosten van het oponthoud goed te
maken, varen z(j eenvoudig voorbij. Men kan
dus te Monrovia zeer weinig op de stoom-
booten rekenen.
Belangrijke inrichtingen in het belang van
den handel zjjn te Monrovia niet voorhanden.
Alleen de blinkend witte lichttoren, die is op
gericht op de uiterste spits van den bosch-
rykon bergrug, die Kaap Messurado bedekt en
steil in zee afloopt, verdient met een woord
vermeld te worden.
Onder de middelen van bestaan der bevol
king van Monrovia neemt de vischvangst op
do rivier eene belangrijke plaats in. Er is
veel visch en zjj wordt in overvloed gevangen.
De visschers gaan 's nachts uit in hunne
kano's, voorzien van eenige zeer helder bran
dende fakkels, welke zjj dicht boven het water
houden. De visch komt op het licht af en
wordt, als zij boven komt, zoodanig door een
zwaard of lang mes verwond, dat zy gemak-
keiyk met de andere hand kan gegrepen wor
don. Zy wordt daarop ontweid, gedroogd en
gezouten. Er zyn er onder deze visschen, dio
moer dan een hal ven meter lang zyn.
De militaire macht bestaat In Liberia geheel
uit vrywilligers, die zeiven in hunne wapenen
on kloeding moeten voorzien. De generaal,
dien Goddtfroy op een bezoek by den heer
Hedler ontmoette, is tovens de voornaamste
inlandsche handelaar van Monrovia. De klee
ding der militairen bestaat uit eene witte broek
on oen wit baadje met rooden kraag, de be
wapening uit een geweer en eene patroontasch.
Wie de uniformstukken mist, komt tot de
oefening in zyne gewone kleeding, en wie geen
geweer heeft, volbrengt de excercitiën met
een stok.
Volgens de Grondwet van Liberia wordt
aan de jeugd kosteloos onderwys verschaft, en
in de eerste tyden der Republiek, is er, onder
de leiding harer Amerikaansche beschermers,
en vooral der zendelingen veel voor het onder
wys gedaan, maar sedert zy op eigen beenen
staat, is het openbaar onderwys zeer verach-
terd en hot schoolverzuim is schrikbarond.
Met de weinige privaatscholen, waarvan er te
Monrovia eene door eene oude dame, tot do
Amerikaansche missie beboerende, gehouden
wordt, is het echter gunstiger gesteld. Het
vroeger zoo bloeiende seminarium voor zende
lingen en geesteiyken is sedert lang gesloten.
De eenigo inrichting voor lioogor onderwys is
thans nog het in 1862 gestichte Liberia Col
lege. Twee inderdaad verdienstelijke zwarto
professoren, dr. Johnson en dr. Blyden, de
laatste verslaggever van eonigo Amerikaan
sche bladen voor de kust van Afrika en
schryver van een in 1887 te Londen uitge
geven en met veel byval ontvangen werk
over het Christendom onder het Negerras,
hebben aan die instelling een goeden naam
verzekerd. Beiden hebben ook als president de
hoogste waardigheid in Liberia bekleed. Het
Liberia-College is gevestigd in een zeer groot
gebouw en is in het bezit eener uitgebreide
bibliotheek, die, volgens Goddefroy, yveriger
door de termieten dan door de menschen ge
bruikt wordt. Hg zag er vele boeken door
boord met gaten, waar men den vinger door
kon steken.
De drukpers vervult in Liberia nog geene
belangryke rol. Er ls te Monrovia eene Gou-
vernements-drukkery, waar de besluiten der
Wetgevende Vergadering gedrukt worden.
Büttikofer maakt eenige malen gewag van
een te Monrovia verschynend blad, „tho Ob
server" gotiteld. Goddefroy meldt dat de uit
gave daarvan weder is gestaakt. Hy heeft
een enkel nommer (van 24 Juli 1884) weten
machtig to worden en overgezonden. Het
merkwaardigste daarin is debeschryving van
een volksoploop te Cape Palmas, naar aan
leiding van een door den secretaris der schat
kist aan een agent van het huis Woermann
verleend verlof om daar op Zondag te lossen.
Dit werd door de menigte als Sabbathsschennis
beschouwd, en er had een feitelijk verzot
plaats, dat een vry ernstig karakter kreeg.
De Duitsche consul diende by de regeering
oene klacht in. De „Observer" keurt het
verzot en inzonderheid de deelneming daar
aan door eenige beambten, in dienst van den
staat, hoogiyk af, maar schynt toch te meenen
dat de van regeeringswege verleende vergun
ning berispeiyk was en in stryd met de wet.
Goddefroy schat het geheele aantal der
christelyke en zoogenaamd beschaafde negers
in Liberia, Immigranten uit Amerika of af
stammelingen van dezen, op 18000 zielen,
waarvan ongeveer 1300 te Monrovia wonen.
Zy zyn allen Protestanten, maar tot verschil
lende secten behoorendeEpiscopalen, Prosby
terianen, Methodisten, Baptisten, die ieder te
Monrovia een eigen kerkgebouw hebben. Do
pogingen ran Katholieke zendelingen om hier
een aanhang te vinden, zyn geheel mislukt.
De Sociëteit van Jezus had te Monrovia een
tyd lang een missiehuis, maar Goddefroy
vond dit sedert ongoveer een half jaar opge
broken. Over de zonderlinge, vaak overdre
ven, en soms aan waanzin grenzende uitingen
van het godsdienstig gevoel onder deze chris
ten-negers, treedt Goddefroy ln geeDe byzon
dorheden; maar men kan ze in overvloed in
het werk van Büttikofer beschreven vinden
(bL 47 50). De blanke bevolking is uiterst
gering. Zy bestaat schier uitsluitend uit de zen-
PRIJS DER ADYBRTENTTEN:
Van 16 regel» 1.05. Iodere regel meer ƒ0.174.
Qrootere letterB naar pla&temlmte. Voor het In-
caeeeeren bniten de etad wordt 0.10 berekend.
delingen en de beambten der Europeesche
factoryen. Te Monrovia vond Goddefroy er
niet meer dan negen.
De groote meerderheid der bevolking van
Monrovia bostaat uit negers van verschillende
stammen, die öf aan den ouden fetischdienst
zyn getrouw gebleven, öf, geiyk de Mandingo's,
den Islam belyden. De Mandingo's bewonen
eigeniyk de diepere binnenlanden, aan gene
zyde der zeer onzekere landgrenzen van Liberia,
maar breiden meor en meer hun invloed uit
over de negerstammen van het kustland en
slagen er in onderhen bekeerlingen to maken,
wat aan de Amerikaansche zendelingen steeds
mislukt is. „Zy overtreffen," zegt Goddefroy,
„de Liberiaansche negers verre in beschaving
en in sluwheid, en weten hen op alle moge-
ïyke wgzen uit te persen." Wy spraken over
dien stam reeds by Sierra Leoneook te Mon
rovia trachtte Goddefroy zonder vrucht zich
photographieën van hen te verschaffen. Hy
kocht er echter van oen Mandingo eene snuif-
of liever eene tabaksdoos; want de Mandingo's
gebruiken de zeer fijne, droge tabak, die andere
negers snuiven, bywyze van tabakspruim.
Van de andere stammen zag Goddefroy
weinig, behalve van de Kru-boy's, wier kolo
nie te Monrovia reeds met een woord vermeld
werd. Do vlytige negers van dezen stam ver
dienen te Monrovia l'/a shilling per dag, waar
van hun de helft in geld, de wederhelft in
koopwaren wordt uitbetaald. Ook hier ver
noemt mon by den arbeid hun alom bekend
gezang, en des nachts het rumoer hunner
wilde dansen en drinkgelagen.
Enkele malen worden door Goddefroy ook
nog de Vei- of Wei negers vermeld, waarvan
velen in kleine dorpen in de onmiddeliyke
nabgboid der hoofdstad wonen. De koning
van dezen stam levert steeds vele negers voor
den arbeid in den Kongo staat, die met de
Engelsche booten vervoerd worden, en doet
daarmede goede zaken. De negers verbinden
zich voor twee jaren dienst togen vryen kost-
en vyf dollars per maand. Do Vei-stammen
kennen do bewerking van goud en zilver en
maken daarvan haar-, hals- en armsieraden.
Ook vorbouwen zy eenig suikerriet en maken
gebruik van eene soort van pietmachines,
waardoor zy het sap uitpersen, dat daarna,
zonder verdere zuivering, door hen in den
handel gebracht wordt.
Van Bfittikofer vernemen wij dat van dehavcuo
van Liberia alleen Orand Baeea regelmatig door de
Engelecbe etoomechcpen wordt aangedaan. Deze plaate
ie do handels-metropolis van Liberia.
'-) Naar het Engelsch
DOOR
1-T. C.
Het rad der naaimachine draait wederom
snorrend voort en het gedruisch, daardoor
veroorzaakt, is het eenige geluid, dat in de
kamer is waar te nemen. Onvermoeid, ruste
loos gaat de naald op en neder, als ware geene
minuut te verliezen. Als zachte, doorschynonde,
rozeroode wolken omhult de genaaide stof de
jonge vrouw, en zy buigt or het kalme, bleeke
gelaat overheen als golden hare gedachten
alleen het wordende balkleed van mousseline
en fijne kant, dat zyne voltooiing, dank zy
haren ijver, met rassche schreden nadert.
Maar terwijl oog en band worktuiglijk en
toch met de meeste zorg het gewone werk
verrichten, gaan hare gedachten terug naar
tjjden, welke zóó verre achter haar schynen
te liggen, als lag er een mensehenleeftijd tus-
schon die tyden en den dag van hedr-. En
toch rekende zij zich nog maar ottelyko j.iren
geleden tot de benijdenswaardigste aller vrou
wen op dit ondermaansehe. Niets ter wereld
had haar toen, ware het ook slechts in de
verste vorto, kunnen doen gelooven of veron
derstellen dat zy eenmaal aan den man, dien
zy byna verafgoodde, aan den schoonen, talent
vollen, trotschen man, dien zy op de handen
droeg, met diepe verachting, met bitterheid
des gemoeds zoude denken, dat zy, omringd
door schatten, een gemakkeiyk leven eenmaal
plaats zou zien maken voor de kommervolle
dagen oener arme naaister.
Langzamerhand is hij onder de macht ge
komen van een kwaad, dat voor hem en de
zynen niets dan ellende heeft medegebracht.
Eerst lette zy er byna niet op, dgt hy gaarne
aan de speeltafel plaats nam. Al zyne kennis
sen deden het immers ook? Hoe belachelyk
zou hot geweest zyn, indion hy niet had willen
meespelen! Hij zou hot voorwerp der alge-
meenu spotternij geworden zyn!
Langzamerhand is hy de slaaf geworden
van de speelzucht en alles week voor die
zucht: stand in de maatschappy en rykdotn;
iiefde en vrede. De speelzucht heeft hem be
roofd van alles, heeft hem datgene ontnomen,
waarnaar 's menschen hand zich zoo gaarne
uitstrekt.
Uit de gerieflijke, ja, smaakvolle woning,
waarin zy da wittebroodsweken doorbrachten,
zyn zy ten slotte in dit armoedige verblyt"
terechtgekomen; do statige officier werd kan-
toorschry ver met een zeer klein salarismaar
met onbarmhartige getrouwheid is ook de
booze geest hem van woning tot woning, tot
hier, gevolgd.
Armoede is nog zoo erg niet, als twee men
schen ze gemeenschappelyk in vrede en met
liefde dragen. Maar zij kan hem niet meer
liefhebben. Allengs, hoewel uiterst langzaam,
zijn liefde en achting voor hem in haar uit
gedoofd et eindelyfc geheel uitgobluscht.
Niet dit zy goex-e pogingen in het werk
gssteld heeft om z£n en haar lot to verbote
ren dat zy verre. Heete tranen noch drin
gende mneekgebeétn, overreding noch bit
tere woorden zelfs heeft zy gespaard. Tever
geefs evenwel. Zy -wondt thans geene pogingen
meer aan; nu is cf tevreden, wanneer zy door
handenarbeid zich en haar kind voor den hon
ger kan vry waren.
Tevreden, tevreden, tevreden Het is
als klinkt dit woord in eindeiooze, pynigende
herhaling, honend en spottend tusschen hot
eentonige gedruisch der naaimachine. Kan een
mensch, wiens hart gevoelloos is gewordon,
gevoelloos, behalve voor haar kind, ook tevre
den zijn?
Gevoelloos, - gevoelloos, - gevoelloos, zegt
de naaimachine, terwijl de lange strook rose
stof onder de yverige naald doorschuift. Ge
voelloos, gevoelloos, - o, wat heeft zy reeds
dikwyis den wensch uitgesproken voor altyd
gevoelloos, dood te zyn en alzoo rust, vrede
te hebben 1 Neen, wat zou zy dien wensch
telkenmale hebben uitgesproken, indien zy
geen kind had!
Hy, "Willem, breekt zyn hoofd niet veel
met hot kindhy ziet het nauwelijks. Over
dag is hij werkzaam als kopiist op het bureau
van een advocaat en als hy des avonds laat
thuiskomt, slaapt Betsy reeds geruimen tyd
en dan verlangt hij er niet dan hoogst zelden
naar om het lieve kind, zyn kind, te zien.
De moeder vindt dit goed. Hy zal hen geen
van beiden missen als zy hem verlaten.
Onwillekeurig staakt de jonge vrouw den
arbeid en steekt de hj"nd in d6n zak' 'Ja' de
sleutel van haren schat is ."og in 1,aal'bezit"
Zy staat op en haalt uit de lah^
modo een klein, gesloten kistje te vo. rsc'^u";
dat onder andere voorwerpen zorgvuldig b
borgen was. Zy schudt hot behoedzaam «n
hoort een klank als van geld.
Een gierigaard kan niet met meer vol
doening luisteren naar zulk een klank als zii
het doet.
(Wordt vervolgd.)