N*. 8819.
Donderdag 15 November.
A0. 1888.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
j Burgemeester en Wethouders van Leiden
Leiden, 14 November.
Feuilleton.
Brandtmann's Dochter.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden......1.10.
Franco per poet.THT;1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Ofllcieele Kennlsgeyingen.
Gezien art. 8, lsto alinea, der Wet van 2 Juni
1875 (Staatsblad No. 05), tot regeling van het toe
zicht hij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar,
4? -hade of hinder kunnen veroorzaken
Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen
vergunning is verleend aan M. SPRUYT, te Leider
dorp, en rechtverkrijgenden, tot het oprichten van
eeno melk- en boternering met eene locomobile voor do
boterbereiding in het perceel aan de Korte Mare No 2.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Loiden, DE KANTER, Burgemeester.
14 Nov. 1888. E. KIST, Secretaris.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
P. J. A. A. U. Van Nispen tot Sevenaer,
.geb. te Arnhem, bevorderd cot doctor in de
rechtswetenschap, met academisch proefschrift,
get.: „De invloed der armenwet op de rechts
persoonlijkheid."
Gisteravond gaf de Vereeniging „Recht
en Orde" in het gebouw der St.-Jozefs-Gezellen-
Vereeniging, voor hare leden de eerste lezing
in dit winterseizoen.
Werden tot heden die lezingen slechts voor
lieeren gegeven, de avond van gisteren maakte
hierop eene uitzondering, wyl ook dames ware*
geïntroduceerd.
Als spreker voor dezen avond was uitge-
n'oodigd de heer Th. A. Koelman, van Amster
dam. HU schetste ons de geschiedenis van het
Tooneol. We zagen het Tooneel by de oude
Grieken in wording, bloei en eindelUk ook
zyn ondergang, toen de Macedonische over
weldigers zich van Griekenland meester-
maakten.
Van Griekenland werden we in gedachten
overgevoerd naar Italië, waar we ook onder
de Romeinen met het Tooneel kennis maakten.
Toen eindelUk de Romeinen zich van geheel
westelUk Europa meestermaakton en het
Christendom al meer en meer werd ingevoord,
zagen we uit het Tooneel geboren de Passie
spelen, welke door de geestelijkheid van dien
tüd werden opgovoerd om het volk eenige
mysteriën van hot Geloof duidelüker voor
oogen te stellen.
Vervolgens schetste de spreker het ontstaan
van R9derykerskamers en toekende hy daarby
aan hoe onze groote Vondel de meeste zyner
werken dichtte voor de Amsterdamsche Rede-
ró'kerskamer„In Liefde bloeyende", uit welke
Redery kerskamers ons tooneel is voc r:gekomen",
Aan het einde zyner rede zette de geachte
sprokor in duideiyko trekken uiteon hos vol
gens zyne overtuiging het tooneel in onze
dagen geheel is ontaard, hoe weinig het be
antwoordt aan het oorspronkeiyk doel.
De heer Damen, als president der vereeniging
dankte ten slotte den heer Koelman voor zyne
flinke en leerryke lezing en riep hem van
harte een„Tot weerziens 1" toe.
Tot leden van de commissie voor de
maskerade, welke in 1890 alhier zal gehouden
worden, zyn gekozen de heeren R. C. Six, W. L.
F. C. Van Rappard, G. Michiels van Kessenicb,
C. A. A. W. Van Lynden en H. W. Van Pallandt.
De heer A. W. Sythoff alhier hoeft een
fraaien gëillustreerden catalogus van feestge
schenken doen verschynen. Men vindt daarin
een aantal werken vormeld, welke de heer
Sythoff uitgaf en die zeker, als men eene keuze
doen wil, in de eerste plaats voor geschenken
in aanmerking verdienen te komen.
Aan het departement van marine werd
heden o. a. aanbesteed de levering van 2100
stuks wollen dekens. Minste inscbryver was
de heer J. Scheltema Jz. te Leiden, voor
f 6,688.50.
De uitslag van de verkiezing voor een
lid van den Haagsclien gemeenteraad (aftre
ding 1889) Is geweest dat zyn ingeleverd
1491 stemmen, blanco 42, geldig 1449. Ge
kozen is de heer J. W. Witsen Elias met
1313 stemmen; de heeren J. J. Van Kerkwyk
erlangde 59, mr. M. W. baron Du Tour Van
Bellinchave 34 stemmen.
Voor de verkiezing van een lid van den
gemeentoraad, aftredende in het jaar 1893
en ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het overlydon van den heer Huygen9,
z(jn ingeleverd 1494 biljetten. Van onwaarde
zyn er verklaard 69; aantal geldige stemmen
alzoo 1425, volstrekte meerderheid 713. Hier
van bekwamen: mr. M. W. baron Du Tour
Van Bellinchave 1031, die door de vereenigde
kiesve-reenigingen candidaat was gesteld; de
heer J. J. Van Kerkwyk, lid van de Tweede
Kamer, door geene enkele kiesvereeniging
candidaat geproclameerd, 289 stemmen en
de heer "Witsen Elias 42 stemmen, zoodat de
oud-wethouder baron Du Tour tot lid van
den Raad gekozen is.
In de hedenmiddag door de Tweede
Kamer gehouden zitting is de heer Brantsen
als lid beëedigd. Op morgen is bepaald het
sectie-onderzoek van het wetsontwerp op den
kinderarbeid. Vrydag komt de Indische be
grooting aan de orde.
Te 's-Hage zyn heden geslaagd als
onderwijzers de heeren: J. A. J. Van Gin-
hoven, van Alfen; B. J. Avenarius en G. De
Btnin, van Koudekerk aan den Rijn, en als
onderwyzeres mejuffrouw A. M. Koetter, van
Warmond.
Het kerkelijk conflict te Leiderdorp werd
heden in appèl voor hot gerechtshof te 's Gra-
venhage behandeld. De advocaat van ds. Vlug,
jhr. mr. "Witsius H. De Savornin Lobman,
ontwikkelde zyne grieven tegen het vonnis
der rechtbank, terwyt mr. F. Was, der tegen-
party, die grieven bestreed.
De commissie uit de Prov. Staten van
Zuid-Holland, belast met het onderzoek van
het voorstel tot toekenning van subsidie voor
eene Leerhoeve voor zuivelbereiding, heeft de
vraag, of er aan eene dergelyke inrichting in
Z.-Holland behoefte bestaat, eenparig bevesti
gend beantwoord. Zy acht het verleonen van
geldelyken steun uit de openbare kas vol
komen strookende met de goede behartiging
der provinciale belangen en de plaats, waar
de school wordt opgericht, uitmuntend ge
kozen, omgeven o. a. door drie bloeiende go-
meenten, in de onmiddeliyke nabyheid van
Bodegrave. Zy stelt mitsdien voor in overeen
stemming met het voorstol van Ged. Staten
te besluiten.
Met het voorstel om de noordeiyke sluis-
hoofden enz. van de Naakte sluis te Leiden
van de gemeente in onderhoud over te nemen,
kon de commissie ad hoe zich wel vereenigen,
maar zy betwyfolde of de in het voorstel ge
noemde cyfers niet te laag waren.
By de verkiezing voor een lid der Pro
vinciale Staten van Noord-Holland vsrkroeg
de heer H. C. A. Henny 2358 stemmen, de heer
L. Bonnike 1419, de heer "W. Hovy 993 en
de heer J. H. A. A. Kalff 474 stemmen, zoo
dat tusschen beide eerstgenoemden te Amster
dam moet worden herstemd.
Tot lid der Provinciale Staten van Over-
ysel is in het kiesdistrict Deventer gekozen
de heer mr. S. Van Delden Pz., (lib.) met
608 van de 803 stor.< men. De heer J. T. Kemps
verkreeg 212 en de heer J. Vermeer 128 st.
Het wetsontwerp tot rogeling der reis-
en verblyfkosten van de leden dor Eerste
Kamer en der reiskosten van de leden dor
Tweede Kamer luidt aldus:
Artikel 1. De leden van de Eerste Kamer
der Stat en-Generaal ontvangen als vergoeding
voor reis- en verblyfkosten, telkens wanneer
zy tot het houden van vergaderingen of tot
het bywonen van commission worden byeen-
geroepen
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regol8 1.06. Iedere regel meer ƒ0.171.
Grootere lottere naar plaateruimte. Voor het in-
caeeeeren buiten de atad wordt 0.10 berekend.
Voor kosten der door hen afgelegde reizen
a. de vracht en de terugvracht, verschul
digd voor eene plaats 1ste kl. in de openbare
vervoermiddelen, welke gebezigd moeten wor
den om langs de kortste route van de woon
plaats van den declarant tot de plaats, alwaar
de Staten-Generaal vergaderen, te reizen
b. hetgeen op do heen- en terugreis betaald
is voor het vervoer van reisbonoodigdheden en
voor het gebruik van byzondere vervoermid
delen tusschen de woning van den declarant
en het station of de aanlegplaats van het
openbaar vervoermiddel, bedoeld sub a.
Op de in te dienen doclaratiën wordt eene
door den declarant onderteekende verklaring
gesteld, ten blyke dat hy wegens reiskosten
niet meer in rekening heeft gebracht dan
daarvoor door hem is uitgegeven.
Deze verklaring strekt tot bewys, dat de
gedeclareerde sub b bedoelde kosten werkeiyk
betaald zyn.
Voor kosten van verblyf gedurende den tyd
waarin zy de vergaderingen hebben bygewoond,
tien gulden per dag, en zulks van den dag
af, tegen i\ eiken de vergadering is byeenge-
roepen, tot op dien, waarop zy tot nadere
byeenroeping uiteengaat, of tot op den dag
van de sluiting der zitting.
Deze verblyfkosten worden ook genoten
door leden, die, nadat de vergadering tot nadere
byeenroeping is gescheiden, in commissie
werkzaam blyven, totdat die commissie is
afgeloopen.
Zy worden niet genoten door de leden, met
terwoon gevestigd in de plaats, alwaar de
Staten-Generaal vergaderen.
Art. 2. De leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ontvangen als vergoeding
voor reiskosten, éénmaal gedurende elke door
hen bijgewoonde zitting, het bedrag, dat daar
voor by art. 1, litt. a en 6, dezer wet is
vastgesteld. De tweede zinsnede van dat arti
kel is op de door hen in te dienen declaratiën
van toepassing.
Art. 3. Deze wet treedt in werking op den
lsten Januari 1889. Met dien datum vervallen
de bepalingen der wet van 26 Mei 1849 (Staats
blad No. 17), met dien verstande, dat, wegens
de aan de tegenwoordige leden van de Tweede
Kamer der Staten Generaal voor het zittingjaar
1888/1889 nog toekomende reiskosten, de helft
der by art. 2 bedooldo vergoeding zal uitge
keerd worden.
- De 1ste luitenants J. A. NebbenB Sterling,
en A. W. Bos, alsmede de 2de luits. P. A.
M. Hackstroh en J. Meier zyn van het corps
16) Novelle.
Naar het Duitsch van Gravin M. Keyserling.
Hy had het geloofd, ja, hy was overtuigd
geweest dat hy zyne zonde had geboet. En
nu nog vandaag, toen Mining in de vreugde
van haar geluk tot hem was gekomen, had
hy gemeend dat hy een deel van dat geluk
zou genieten. Hy had zich eene toekomst voor
gespiegeld, welke aan het schoonste verleden
herinnerde. Vroolyke kinderstemmen zouden
door het huis weerklinken. Hy had een zoon
weergekregen en niets scheidde hem meer van
zyne dochter. Ook zy had geleerd te vergeten.
Het kon zoo worden, het moest zoo worden.
Hy wilde alles terug hebben. Eer, vroolykheid,
liefde. Alles! Hy wilde hetl
En het geld, dat hy den doode had ontno
men, gaf hy diens zoon terug. Dan was alle3
verzoenddat nam alle schuld van hem weg.
Brandtmann sprong op. Er klonk een door
dringende gil door het huis. Hy luistert. "Wat
was dat? Mining?
Hy nam het licht op en wilde de kamer
uitgaan, maar de deur ging al open en hot
meisje stond met loshangend haar, in nachtge
waad, voor hem.
Een oogenblik zagen vader en dochter elkan
der aan. De oude man hield het licht boven
zyn hoofd; op Mining's golaat waren doode-
ïyke schrik en ontsteltenis te lezen.
Zy had lang wakker gelegen en hetzelfde
gedacht als hy. Toen zy zyne voetstappen op
de trap hoorde, had zy echter het licht uitge
blazen. De maan scheen in hare kamer. De lucht
was bewolkt en de maan dreef op de nevelen,
als een lykKeurig gelaat op sombere watoren.
Mining schrikte over de vergeiyking en met
kloppend hart trachtte zy den slaap te vatten.
Zy sloot de oogen en draaide zich om. Zy dacht
aan morgen en aan de gelukkige uren, welke
zy dan met Hendrik zou doorbrengen. Maar
het was vreemdOpeens zwom bet lykachtig
gelaat tot aan haar venster, richtte zich op
en zag naar binnen. En zy wist wien het toe
behoorde en voelde hoe de doode oogen haar
dreigden. Ja, zy dreigden haar of was het eene
waarschuwing Het was of haar bloed stilstond.
Zij lag als verlamd. Eensklaps gaat het venster
open door de kracht derzwellende golven en hot
bleeke gelaat naderde hare legerstede.
Zij gilde, sprong van het bed op en vloog
naar de deur.
„Vader, do doode!"
„Wat is het?"
„Hy kwam by myi"
„Stil," zei hy ernstig; „je hebt gedroomd."
Hy zette het licht neer.
Zy deed nog een paar schreden en leunde
bevend tegen de tafel.
„Het was toch alsof by my dreigde," fluis
terde zy angstig: „God! God! Alles zal ont
dekt worden
Brandtmann zag zyne dochter aan met eene
uitdrukking van afkeer.
„Door wien?" vroeg hij ruw, „door jou?"
Maar zy was geen kind meerzy was niet
bang meer voor hem.
„Wie weetl" riep zy uit. „Ik zal zwygen
als ik het kan. Maar of ik het zal kunnen,
myn leven lang, tegenover hem, dien ik liefheb?
Moet ik altyd dat vreeselyk geheim in myn
hart dragen en het zóó verbergen, dat hy het
nooit vermoedt?"
„Wat wil je? Wat weet je?" vroeg de oude
man heesch. Hy bedacht zich, of hy de mis
daad niet zou kunnen loochenen.
Zy begreep hem verkeerd.
„Zeg hem alles zelf', smeekte zy, „dan zyn
wy zeker. Hy heeft my lief. Hy zal u nooit
verraden."
„Nooit," antwoordde Brandtmann en zyne
gelaatstrekken waren als versteend.
„Dan moet ik kiezen tusschen vader en ge
liefde," zei zy dof. „Want ik voorzie geen ge
luk, wanneer ik onwaar moet zyn. En wan
neer ik uwe schuld verheel, ben ik immers
uwe deelgenoote Maar hebt ge dan zelf geene
behoefte om uw geweten te verlichten? Wilt
gy het vreeselyk gohoim dan mot u in het
graf nemen?"
„Wat weet je?" vroeg hy op yskouden
toon. „Het kind mag niet oordeelen over zyn
vader, hem niet aanklagen voor God en men-
sc-hen. Je meent gezien te hobben, maar je
waart toen nog oen kind. Ik ik kan den
dood niet tegenhouden. Is het dan eene mis
daad iemand te laten stervon, die niet te red
den is En de doode wat kon de doode met
het geld doen? Neemt de eerste het niet, die
het vindt, misschien zou de tweede het ne
menEn wat bekommert hy er zich om,
waar hy ligt? Als de golven hom verslinden,
ligt hy diep op den bodem. Niemand stoort
hem. Hy heeft rust. En wie in de duinen
valt, wordt door het zand opgenomen, en....
En het geld De zoon krygt het terug,
tiendubbel, wat den vader heeft toebehoord.
Ik houd niets terug niets, omdat by het is."
Wordt vervolgd