N°. 8790. ^Vijclagi- 12 October. A0. 1888, (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 11 October. Feuilleton. Else en Ilse. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poat1.40. Afzonderlijke Nommera0.06. PRIJS DER AD VERTEN TIülN: Yan 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het in- caeeeeren buiten de atad wordt 0.10 berekend- De luitenant-kolonel baron Haersolte Van den Doorn is, tijdens de afwezigheid van den kolonel Alings, belast met het commando over het garnizoen alhier. Do offic. van gez. 2de kl. dr. H. J. M. Boonacker, van het 4de bat. 4de reg. inf. te Leiden, wordt op 15 Oct. gedetacheerd in het kamp te Milligen. Aan de universiteit alhier is geslaagd voor het candidaat-arts-examen de heerN. J. Cuperus, van Zutfen. De gep. kolonel J. H. L. De Jongh is te Utrecht, in den ouderdom van ruim 88 jaren, overleden. De gemeenteraad van Haarlem benoemde gisteren tot leeraar in de klassieke talen en geschiedenis aan het gymnasium, dr. M. Wolff, van Amsterdam. Ds. H. J. Bisperink, predikant te Moer- kapelle, heeft voor het beroep naar de Herv. gem. te Marken bedankt, en er een ontvangen naar die te Woubrugge. -> De 1ste luitenant der inf. van het O.-I. leger W. C. Schreiner, thans gedetacheerd hier te lande, wordt op 1 December over geplaatst van het 5de by het 4de reg. infanterie. Het kiescollege der Ned.-Herv. gem. te Amsterdam heeft de volgende drietallen opge maakt ter voorziening in de vacature van wijlen ds. N. H. De GraaffG. J. Yan Apel doorn te Tzum; D. F. E. Daubanton te Heem stede, en P. Doedes te Zutfenen voor de vacature Hoogd. Dienstds. J. Burkhardt te Remlingrath by DalhausenJ. J. Langen van Nordhorn in Bentheim, en ds. Zillesen te Embden. By de jongste veranderingen in het per soneel der Rijksveldwacht zijnlo. aangesteld, met 1 Nov. a. s., tot rijksveldwachter der 3de klasse D. Stigter, rijksveldwachter der 3de kl. (jachtopziener) te Aardenburg; 2o. verplaatst de rijksveldwachters der 3de klasse, met 15 dezer: W. H. Driessen, van Voorburg naar Amsterdam, in de plaats van L. Van der Molen, ontslagenM. Spee (jachtopzie ner), van Rijswijk naar Velzen; A. Van Spanje (jachtopziener) van Velzen naar Rijs wijk; D. Stigter, voornoemd, van Aarden burg naar GoudaJ. H. Van der Hammen, (brigadier-titulair), van Gouda naar Voorburg met 7 Nov. a. s.J. Van Erp (brigadier-titulair), van Oosterend (Hennaarderadeel) naar Veen- dam; S. Drukker (brigadier-titulair) van Veendam naar GroningenR. Zoete, van Groningen naar Oldehove; H. Eekhof, van Oldehove naar Oosterend. Het bestuur der bekende vereeniging „Israël en Oranje", te 's-Hage, deelt mede dat, na rijp overleg, termen govonden zjjn om den hoer B. Wolff als president dier vereeniging te bedanken, waardoor hy tevens ophoudt lid daarvan te zijn. Men meldt uit 's-Hage, dd. 10 Oct.: Sarah Bernhardt gaf hoden-(Woensdag)- avond in den schouwburg voor een vrij goed bezette zaal de Adrienno Lecouvreur." In deze schepping kon men de ervaren comédienne als treurspeelster beoordeelen. Welnu, de kun- stenaresse beantwoordde ook als tragédienne aan de hoogste verwachtingen. Met hare talenten woekerde de begaafde tooneelspeel- ster, vooral in de drie laatste bedrijven. De hoogere kunst vertolkte z(j vooral in de voor dracht van het fragment uit „Phèdre" en in het zeer realistisch teruggegeven waanzins- en sterven8tooneel. Bloemgeschenken werden haar na elk bedrijf, onder waardeerende toe juichingen, aangeboden. Wegens te weinig deelneming zal te Utrecht, morgen, Vrijdag, de voorstelling van „la Tosca", door mad. Sarah Bernhardt, niet doorgaan. Het gezelschap van het „Residenztheater" te Berlijn, onder directie van Lautenberg, is voornemens te Amsterdam in November een aantal voorstellingen te geven, o. a. van stuk ken van Ibsen. De gemeenteraad van Amsterdam keurde gisteren zonder debat of hoofdelijke stemming goed, het bereids algemeen gepubliceerde ontwerp-adres aan den Koning, betreffende wijziging in het gemeente belastingstelsel. De Raad verwierp met 23 tegen 12 stemmen de voordracht, om aan de Holl. Spoorweg maatschappij toe te staan rails te leggen op de De Ruyterkade, tot verbinding van de aanlegplaats van den Wost-Indischen Mail dienst met den spoorweg. De Raad benoemde tot geneeskundige voor behoeftige zieken in de Buiten-gasthuizen de doctoren Coenen en Aletrino; tot leeraar in het Hoogdultsch aan het gymnasium den heer Eduard De Jong; tot onderwijzers aan de lagere scholen den heer Nieuwenhuis te Grjjpskerk en mej. Wouters te Utrecht. De „Manshester Guardian" vestigt er de aandacht op dat het zeer wenschelyk zou zjjn, indien de toekomstige Koningin van No- derland zich een Engelschen prins in plaats van een Duitschen tot gemaal koos. Het blad betreurt het daarom dat de tegenwoordige vorstin geen Engelschen raadsman bezit, gelijk hare voorgangster, de eerste gemalin van koning Willem III. Hef ontbreekt er nu nog maar aan dat haar aanbevolen wordt zich te voorzien van dr. Mackenzie als zoodanig. De Tran8vaalsche regeering heeft weder 10 Nederl. telegrafisten aangevraagd. Naar men ons onderricht, hebben zich 16 telegraaf ambtenaren aangemeld. In 't begin der vol gende maand zullen de aangewezenen vertrek ken. (Zw. Crt.) Het stoomschip „Prins van Oranje", van Arasterdam naar Batavia, arriveerde 10 Oct. te Padang; de „Soenda", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 10 Oct. te Port-Saidde „Soerabaia", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 10 Oct. van Adende „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 10 October Kaap St.-Vincent. Iflenwa. Heeft de jaarlyksche plechtige inauguratie zelve der nieuwe leden van het Leidsch Studentencorps niet in het openbaar plaats, de daaraan onafscheidelijk verbonden ommegang door eenige straten en langs som mige grachten der gryze academiestad wordt steeds door een groot deel van Leidens bur gerij in oogenschouw genomen. Alzoo ook in den avond van gisteren, na dat vooraf do praeses collegii, de heer G. Vissering, tot de novitii eene rede had ge houden. Verbazend was het gedrang voor de Stads- zaal, het uitgangspunt van den fakkeltocht. Toen de stoet met tal van vaandels en de muziek der huzaron te ruim halftien optrok, omgeven door artillerie, was h(j reeds verge zeld van eene groote voorhoede en een niet minder aanzienlijk gevolg, welke beiden op den duur geenszins verminderden. Aan zeer vele woningen werd bengaalsch licht ontstoken, hetgeen wel veel glans verspreidde, maar hen, die op de been waren, niet kon behoeden voor het noodzakelijk doorwaden van modder en plassen, welke laatstèn over het algemeen groot en veel in getal waren. De eigenaardige, hoewel hier aan dat hotel meer geziene wijze, waarop aan „hotel du Lion d'or" het beDgaalsch licht in staat ge steld werd de duisternis voor licht te doen plaats maken, trok veler aandacht tot zich. Op een plankje nl., aan het touw van den staanden vlaggestok vastgehecht, stonden eenige bengaalsche kaarsen, zonder veel walm, te branden. Een fraai schouwspel leverden de door toort sen beschenen trotsche lijnen der Hoogland- sche kerk op, een schouwspel, niet veelvuldig te genieten. Na den fakkeltocht had in de Sociëteit een kroegjool plaats, ter bevestiging van den pas gesloten band tusschen de oude en de nieuwe leden. Van novitii is dus dit jaar eigonlijk geen sprake meer; zj] zjjn ingelijfd b(j het Leidsch Studentencorps, dat gisteravond bij vernieu wing ondervond dat het den bewoners van Leiden volstrekt niet onverschillig is of het dit al dan niet wèl gaat. B(j de bataljons infanterie alhier, wordt, op last van hooger hand, eene proef genomen met verduurzaamde levensmiddelen, welke gedurende eenige jaren in een onzer forten opgelegd zjjn geweest. Te Katwijk is gisteren aango- komen KW. 45, „Vrouw Leuntje", schipper W. v. d. Plas, aanbrengend 200 kantjes pekel en een 10,000 stuks steurharing; alsmede voor de 3de reis72, „Zorg en Hoop", schipper F. Guljt, die 200 kantjes pekel- en 39,000 stuks steurharing aanbrachtdeze schuit heeft slechts 14 dagen uit- en thuisreis. Naar luid van het spreekwoord is „de liefde blind." Men zou geneigd zijn dit in twijfel te trekken, wanneer men ter terecht zitting der Haagsche rechtbank van heden hoorde dat Amor in een donkeren zomeravond van dit jaar heel goed den weg wist in een donkeren tuin, waar hy nog nooit geweest was en in den donker het keukenraam wist te vinden, dat trouwens reeds werd openge schoven om hem de gelogenheid te openen door het raam naar binnen te wippen. Zy wipte dan ook naar binnen, de liefde, verscholen in het hart van een jeugdigen kurkensnyder, die in lichterlaaio stond voor eene dienstbode, wier heer, een kapitein, aan de Nassaulaan te 's-Hage woonde. De jonge kurkensnyder, die als hoogst fat soenlek bekend stond, mocht „met vergunning" des avonds eenigen tyd by zyne aanstaande iD haar heiligdom, de keuken, vertoeven. Dit ging eenigen tyd goed, toen de jonge man biykbaar lust kreeg in avonturen. Althans, op zekeren avond, 19 Juli, stelde hy zyn meisje voor eens de gewoonte van door de huisdeur naar binnen te komen te laten varen en haar in het late avonduur, per schip en door over- Uit het Duitsch. Vertelling van C. HIRINDA. In het bloeiend camelia-boschje, in het park van villa Bonella, aan het Como-meer, deden de nachtegalen hun liefiyk lied hooren. De golven sloegen tegen den met welig groen bedekten oever, de maan wierp haar spook achtig licht over de op eenigen afstand gele gen bergen en vormde zilveren bruggen van den eenen oever naar den anderen. De helder verlichte vensters der villa wer den donkersommige gasten waren per rytuig vertrokken, andere werden in kleine, met lampions verlichte vaartuigen zachtjes over de lichtbewogen golven naar huis gevoerd. Men had het verlovingsfeest van de jonge gravin Else, eene nicht des huizes, gevierd met al den glans, welken de positie en rykdom der familie Bonella eischten. Rondom en bin nen in het huis was het nu stil geworden. Het bruidspaar stond hand in hand op het marmeren terras, om welks witte pilaren en verguld rasterwerk slingerplanten en bloemen zich welig kronkelden. Mynheer Van Molte was een Duitscher. Zyne uitgestrekte goede ren lagen aan de Noordzee. Toen hy het leger verlaten had, had hy aan het erfdeel zyner vaderen al zyne krachten gewyd. Hy boog nu zyne Herculesgestalte en zyn schoon blond hoofd, om de lieftallige, jonge bruid in de oogen te zien, die, het fijn ge vormd kopje, aan zyne borst geleund, droo- merig de schepen nastaarde, welke als glim wormpjes op de zee verdwenen. „Eindelyk 1" en mynheer Van Molte ademde diep en vry. „Eindelyk, sedert ik u de myne mag noemen, zyn we nu voor 't eerst een oogenblik alleen! Kom, Else; laat ons naar het strand gaanl" Hy nam den zachten arm van Else in den zynen en leidde haar door den tuin naar eene steenen bank, welke dicht by het strand, in een boschje bloeiende laurierboomen, stond. „Else, myne lieveling, myn schat, myn alles, gevoelt ge u even gelukkig als ik?" In plaats van te antwoorden, vlyde zy hare volle wang in zyne hand, zoodat heur haar als een dichten sluier over schouders en borst viel. De sterke mannenhand beefde. „O, Else, spreek een woord, een enkel woord van liefde nu zyn eindelyk die vele bezoekers en be spieders weg; wy zyn voor do eerste maal alleennoem slechts éénmaal myn naam 1" Met innig verlangen zag hy naar het fijne kopje in zyne hand. Elsje hief haar hoofdje op, zag hem met hare bruine gazellen-oogen lachend aan en fluisterde„myn Erich." „O, myne lieveling, hoe dikwyls heb ik sedert jaren in een droom dit uur gezien, waarin ik u voor eeuwig de myne mag noemen 1 Ge weet het, nietwaar Else, dat ik u niet eerst sedert den korten tyd van myn verbiyf alhier, liefheb. Uw beeld leefde in myn hart, sedert ik u voor het eerst zag, ge waart toen nog een kind in den tuin van het klooster te Como, waarin ik boven van het paleis van „Marchess Paolos" zien kon! Altoos en altoos voelde ik my van myne woning in het Noordon naar dien kloostertuin getrokken. Myne blik ken schenen geheel uw liefiyk beeld als het ware in te zwelgen. Gy vervuldet zóózeer myne gedachten, als nog nooit eenig levend wezen vóór u. Het verlangen naar u, naar het uur, waarop ik u de myne zou kunnen noemen, doodde my byna. O Else, Else, ik zou het aantal keeren niet kunnen tellen, dat ik u, dronken van geluk, uit het Gothische venster ginder heb toegeknikt!" „Weet ge 't nog?" Else keek verwonderd naar Erich, „Ik kan het my niet herinneren," zeide zy aarzelend en byna angstig voor zyne vurige blikken. „O, gy schelmpje! Ik begryp dat uwe maagdelyke schuchterheid u tot nu toe ver bood my te bekennen, dat ge ook toen reeds in het stille, ingetogen klooster in liefde aan my dacht, maar nu ge hier aan myn hart rust, Else, bevestig nu, hetgeen my uwe lieve, schoone oogen toen zoo dikwyls verra den hebben, dat ge de myne zyt, dat iedere polsslag voor my slaat, want het lot heeft ons voor elkander bestemd, zóó vurig is de liefde, welke ik voor u gevoel, sinds ik u voor de eerste maal zagalleen de dood kan zulk eene liefde uitblusschen. Denk slechts terug, myne lieveling, aan gindschen amandel boom, welks rooskleurige bloesems zóó hoog tegen den muur van het paleis opklimmen, dat ge er niet by kondt komenik brak een takje af en wierp u dat, van het balkon, met brandende kussen toe! O, hoe gelukkigmaaktet gy my toen, want sedert dat oogenblik wist ik dat gy my even lief hadt als ik u. Dat geeft ge nu toch toe, nietwaar?" Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1