N°. 870G.
IWtaaiKlag; Octolbei*.
A0. 1858.
(Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zen-
en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit YIElt
Bladen.
Eerste Blad.
Kikeriki.
Pensioenverzekering van
Staatswege.
Feuilleton.
GBE.E D.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Alzondcrlylce Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£.
Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het in-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Aan de Abonné's daarop wordt hedenavond
bij het L. Dagblad bovenstaand weekblad toe
gezonden.
Nieuwe Abonné's kunnen, voor zoover de
voorraad strekt, Nos. 1 en 2 nog bekomen.
Den voorstanders van Staatszorg op écono
misch gebied zal waarschijnlijk geene aan
gename verrassing zijn ten deel gevallen, toen
zjj kennis maakten met het ontwerp, den
Duitschen Rijksdag aangeboden, waarin eeno
regeling wordt voorgesteld van werklieden
pensioenen met Staatshulp en onder Staats
leiding. Men is er aan gewoon geraakt, naar
Duitscliland te zien, als het land der socialo
hervormingen, en zeer zeker kwamen daar
regelingen tot stand, waarvan de navolging
ten onzent verbetering zou brengen in menig
opzicht. De aankondiging dus dat het Rijk
de ponsionneering van werklieden, van ge
ëmployeerden bij handel en nijverheid, met
minder dan 1200 gulden jaarlijksch inkomen,
en van varenslieden voortaan onder zijn be
heer zou nemen, heeft natuurlijk de verwach
ting hoog gespannen, ook van hen, die zich
voldoende rekenschap geven van de moei
lijkheden, aan de oplossing van dit vraagstuk
verbonden.
Dat de Staat in de eerste plaats geroepen
zou zijn om voor de ponsionneering van bo-
jaarde en invalide werklieden zorg te dragen,
trachten velen te bewijzen met de vermelding
van hotgeen voor burgerlijke en militaire
ambtenaren geschiedt. Maar de twee gevallen
staan niet gelijk. Wat de Staat voor dezen
op zich heeft genomen, deed hij in zijne hoe-
r danigheid van werkgever, die zelfstandig de
voorwaarden regelt, onder welke hy van de
aangeboden werkkrachten gebruik wil maken.
Niet slechts bepaalt hij het loonbedrag, maar
hü voegt er nog dit beding aan toeGij zult
één jaar arbeiden zonder salaris; het op die
wyze ingehouden loon is uwe bijdrage in
een fonds, dat dienen zal om u, in evenredig
heid met het door u genoten salaris, op
uw ouden dag onderhoud te verschaffen. Op
nagenoeg gelijken grond is den onderwijzers
voorgeschreven, jaarlijks ééne weok voor niet
te werken, immers, daarop komt de kor
ting van 2 procent van het traktement neer.
Tegenover do werklieden is de betrokking,
waarin de Staat bij verplichte pensioenver-
zekering optreedt, eene geheel andere.
Het opleggen dier verplichting is een in
grijpen in de loonregeling, dat ongetwijfeld
zjjn bedenkelijke zijde heeft. Den arbeiderwordt
de vrije beschikking ontnomen over dat ge
deelte zijner verdiende ponningen, dat hij als
wekelyksche premie moet stortenden werk
gever, die een gelijk bedrag moot afstaan als
zijn gezamenlijke onderhoorigon bijeenbrengen,
wordt eene bijzondere beiasting opgelegd, ter
wijl de Staat, die een derdo van do pen
sioenen voor z(jne rekening neemt, dat derdo
deel natuurlijk over alle ingezetenen omslaat
in evenredigheid tot hetgeen zij in de kosten
der algemeene huishouding moeten dragon.
In theorie is daar veel tegen te zeggen. Zorg
voor den ouden dag is een individueel belang
wie van de vruchten van zijn arbeid genot
wil hebben, ook in den tyd, dat hij niet meer
in staat zal zijn dien arbeid voort te zetten,
is verplicht van die vruchten een gedeelto af
te zonderen, en hoe vroeger hij daarmede
begint, des te geringer zal het offer zijn, dat
hij zich doorloopend moet getroosten.
Ten onzent heeft men tot dusver niet den
weg bewandeld, welken onze oostelijke buren
beschouwen als den beste om het groote doel
te bereiken. Hier wordt het beginsel voorop
geplaatst, dat de belanghebbenden zelf do hond
aan den ploeg slaan, en, toonen zij zich daartoe
bereid, dan blijven de hulp en medewerking van
meergegoeden niet achterwege. Do Nedorland-
schePensioenvereeniging voor werklieden heeft
reeds belangrijke sommen bijeengebracht, die
dienen moeten om de premies zoo laag moge
lijk te stellendaarnevens heeft zich de
Werkgeversbond geconstitueerd, die beoogt
eene regeling te treffen, waarbij allo werklieden,
in dienst van denzolfden patroon, met eene
geringe opoffering hunnerzijds, in het vooruit
zicht van pensioen worden gesteld. In hoeverre
het wélslagen te verwachten is van de pogin
gen, aangewend om beide stroomen in de
zelfde bedding te krijgen, en alzoo eene sa
menwerking in hot leven te doen treden,
waardoorallen gebaat worden, die door handen
arbeid in hun onderhoud hebben te voorzien,
kan nu nog niet worden bepaald; vooreerst
hebben beide instellingen nog eene te korte
geschiedenis, om thans reeds uitspraak te
doen over hare kansen van duurzaamheid
en verder is de aansluiting van de werklieden
nog lang niet krachtig genoeg, om de levens
vatbaarheid van de gemaakte regeling boven
allen twijfel verheven te achten. Voor werk
lieden, die zekeren leeftijd bereikt hebben, kan
do premie niet zoo laag wordon gesteld, dat
die gemakkelijk van hun werkloon is af te
zenderen; terwijl men by de jongeren, die met
een betrekkoljjk geringe byidragedegewenschte
zekerheid kunnen koopen, nog te veel onver
schilligheid of zorgloosheid ontmoet ten op
zichte van eene toekomst, die voor hen zoo ver
in het verschiet ligt.
Naar veler meening is de weg, welken men
hier bewandelt, te verkiezen boven het opleggen
van dwang van overheidswegeen alvorens dien
te verlaten, zou men wel vast overtuigd moeten
zijn, dat men eone hersenschim najaagt, dat
particuliere samenwerking nooit tot het doel
zai leiden. Die overtuiging is by ons niet aan
wezig wg meenen dat de aangevangen proef
neming niet mag worden gestaakt, maar
integendeel met verdubbelden y ver behoort te
worden voortgezet. Het zou een schoone triomf
zgn voor het beginsel van de vrye ontwik
keling der sociale toestanden in Nederland,
indien op die wyze de aandrang naar Staats
hulp overbodig kon gemaakt worden.
Laat ons er nog byvoegen, dat die aandrang
in één opzicht kwaad doet. Sinds tal van
jaren is de overtuiging levendiger geworden,
dat voor oen moer actief optreden van den
Staat, dat voor sociale wetgeving, de tyden
ryp zyn, ook in Nederland, - en alle politieke
partijen zyn hot er over eens, dat dit onder
werp niet langer mag worden ter zyde ge
schoven. Maar of Ryks-pensionneering binnen
dien kring behoort getrokken te worden, is
nog zeer do vraag. Niettemin zy'n er velen,
die meenen dat het er toe moet komen en
op dien zwakken grond hunne medewerking
onthouden aan hetgeen van particuliere zyde
wordt gedaan. Wy vreezen zeer, dat dezulken
een illusie scheppen, en er zoo doende het
hunno toe bydragen, dat we zoolang verwy-
dord blyven van de bereikbare werkelykheid.
"We spraken in den aanvang van dit artikel
van eone teleurstelling; en inderdaad, de op
noeming van de hoofdbepalingen dor Duitsche
wetsvoordracht zal wel een ontnuchterenden
indruk maken, na de zorgvuldige en moeite
volle voorbereiding van dit ontwerp en de
hooge verwachtingen, welke er aan zyn vast
geknoopt.
"We hebben reeds gezegd, dat de pensioenen
betaald worden uit bydragen van de werk
lieden, de werkgevers en den Staat, elk voor
een dorde deel. Het offer, dat de schatkist
jaarlyks tot dat einde zal moeten brengen,
wordt op 30 millioen gulden berekend; een
gelyk bedrag komt dus ten laste van de beide
overige by de zaak betrokken groepen.
De wekelyksche premiën zyn zeker niet te
hoog: voor een man 10'/2 pfennigs (6.3cent),
voor eene vrouw ®/3 daarvan, dus 7 pfennigs
(4.2 cent). De verplichte contributio begint
met het zestiende levensjaar; het jaar wordt
berekend op 47 weken, terwyl geene premie
wordt geëischt gedurende den tyd, dat iemand
door ziekte buiton verdienste is of aan mili
taire verplichtingen moet voldoen. "Wegens
andere oorzaken onbetaald gebleven premiën
moeten later worden aangezuiverd of hebben
vermindering van het pensioen ten gevolge.
De administratie geschiedt in kringen, welker
omvang door de regeeringon der onderscheiden
landen wordt vastgesteld; de betaling heeft
plaats door middel van zegels, die de werk
gever koopt en in een boekje vasthecht; hy
is bevoegd, het deel dos workmans van het
weekloon af te houden.
I Ziedaar de opsomming van de op te leg
gen plichten. Maar nu de te verkrygen rechten?
Ouderdomspensioenen worden eerst toege
kend met den aanvang van het zeventigste
levensjaar. Zy bedragen voor een man 72
per jaar, voor eene vrouw 48, het 1/i van
eerstgenoemde som.
Invaliditeitspensioenen worden toegekend
op eiken loeftyd, waarop men door ziekte of
verminking huiten staat geraakt verder aan
den arbeid deel te nomen of op andere wyzo
minstens zooveel te verdienen als het pen
sioen bedraagt. Hot maximum, tot hetwelk
zy kunnen wordon opgovoord, is f 150 por
jaar voor eene man, ƒ100 voor eene vrouw.
Om ouderdomspensioen te erlangen, moet
men ten minste 30 jaren hebben gecontri
bueerd; voor invaliditeitspensioenen is als
regel aangegeven, dat men 5 jaar moet heb
ben bygedragenin byzondere omstandigheden
kan van dien regel worden afgeweken.
Het is onnoodig veel woorden te bezigen
om het onvoldoende van deze regeling in het
licht te stellen. De leeftyd, waarop de werk
man zyn pensioen begint te genietea, wordt
slechts door eene kleine minderheid bereikt;
wel zullen er velen zyn, die reeds lang vóór
zy 70 jaren tellen, zonder bepaald ziek of
invalide te zyn, toch te zwak of ongeschikt
voor den arbeid zyn gewordenvoor dozen
wordt niets gedaan. De pensioenen zyn op
eon zóó uiteröt laag cyfer gestold, dat zy
o\
u)
Ten bewyze dat zy begrepen had, knikte
Christine, en Julie ging de trap op. Maar nóg
kon zy de ouders niet begroeten; zy moest
zich eerst herstellen en trad in hare kamer,
welke naast de woonkamer lag. Daar zat me
vrouw Rollwitz opgewonden tegenover haren
echtgenoot en zeide juist met bevende stem
„Gy zoudt dus meenen dat ik eene comediante
in huis zou nemen?"
„Bedenk," zeide de dokter, „het is eene arme,
ellendige vrouw, wie ik eene schuilplaats zou
willen aanbieden. Gy hadt haar moeten zien,
hoe ik haar vond, toen men my uit den schouw
burg by haar riep. Eenzaam en verlaten, in
warihopigen toestand, terwyl hare oogen van
koorts gloeiden. Gy zoudt óók medelyden ge
kregen hebben. Rn te moeten denken, dat
deze zelfde door God begenadigde kunstenares,
die ik eens als student te Leipzig in jeugd
en schoonheid zag
„Dwocptet gy met haar?" vroeg mevrouw
Rollwitz op bitteren toon.
„Wy allen, wien de toekomst van het too-
nee! aan het hart lag, dweepten met haar.
Zy toch was het, die het tooneel leidde in
het spoor, waarin het zyne eigenlyke bestem
ming, een tempel van het schoone en edele
te worden, kan tegemoet gaan. Friederike
Neuber was het, die een einde maakte aan
den slechten toestand, waarin het tooneel ver
keerde, door in gemeenschap met Gottsched
den hansworst te verbannen
„Het ware boter geweest, indien zy hem
daarop gelaton had," zeide mevrouw Roriwitz,
„want het tooneel verbeteren beteekent in
myne oogen lichtzinnigheid op den beschaafden
stand overbrengen. Het is my volkomen on-
begrypeiyk hoe zedeiyk denkende menschon
behagen kunnen scheppen in spel en gezang
van lieden, die zedelyk bedorven zyn."
„Gy gaat te ver! riep hy heftig, „en be
denkt niet, dat mevrouw Neuber uit den ge
goeden stand is! Zy is de dochter van een
advocaat."
„De3 te erger, dat zy zoo diep gezonken is
„En indien zy het ware in hare ellende
mogen wy geen steen op haar werpen. Bedenk
toch dat zelfs de Heiland met tollenaren en
zondaren aan ééne tafel zat."
Nu zweeg de vrouw, en Julie, die in Let
zyvertrek het gesprek met eon bang kloppend
hart gehoord had, maakte van de pauze ge
bruik om den ouders goeden nacht te wenschen.
Nog werkte de opgewondenheid in hen na.
Zoo werd het meisje niet verder ondervraagd
naar hare tehuiskomst, en men scheidde om
zich ter ruste te begeven.
Des namiddags van den volgenden dag zat
Julie by het spinet. Zy beyverde zich om de
sierlijke figuren van Couperin en Rameau in
de vingers te krygen, maar hare gedachten
waren daar, waar zy niet moesten zyn.
Het was haar daarom welkom, dat zy geïn-
terrompeerd werd, en verheugd sprong zy op,
daar hare boste vriendin, eene freule Von Hon
heim, binnentrad.
„Eindelyk dus, Agatha," riep zy; „ik heb
u den geheelen dag verwacht„"Waart gy dan
in 't geheel niet nieuwsgierig, iets van my
te hooren over den avond van gisteren?"
„Welzeker, maar ik kon niet eerder uitgaan
en heb het ook nu haastig, daar wy vandaag
gasten krygen. Maar hoor eens wat my zoo
even wedervaren is!"
„Toch geen ongeluk? Gy schynt opge
wonden."
„Dat niet, maar iets zonderlings passeerde
my. Luister! Ik ging, om den weg te verkor
ten, niet door de stad, maar langs den oever
der Weisseritz, waaraan uw tuin grenst. Dicht
by de poort ontmoette ik eensklaps een man,
die my vroeg, of dit de tuin van dokter Rollwitz
was en of ik de dochter kende. Toen ik een
bevestigend antwoord gaf en zeide dat ik uwe
vriendin was, nam hy een brief uit den zak
en bezwoer my, u dien te geven, daar hy eene
gewichtige boodschap bevatte."
„Waar is de brief? Geef hier!" riep Julie,
die een vermoeden kreeg. Met bevende handen
verbrak zy het zegel en las:
„Schoone Julia!
Als de held Arminio maar een klein ge
deelte van uw hart voroverd heeft, staat gjj
hem een wederzien toe. By de poort van
uwen tuin zal vandaag een bodo op antwoord
wachten. Indien er na drio dagen geen bericht
gekomen is, voelt zich doodelyk in het hart
getroffen G. C."
Zy las las nog eens en verborg, diep blo
zende, den brief in den zak.
„Wat is het?" vroeg Agatha. „Wat wilde
man van u?"
„Ik kan het u niet zeggen."
„Gy wilt niet, hebt geen vertrouwen in my
Julie sloeg hare armen om Agatlia en
smeekte„Bewijs my nu dat gy ware vriend
schap voor my hebt. Vraag niet verder; ik
kan het u niet zeggen, daar het my niet alleen
betreft; en vóór alles, indien gy my lief hebt,
spreek er met niemand over."
[Wordt vervolgd.)