N°. 87G3. I^JCaasaclag "S. October A0. 1888. (Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad Leiden, 29 September. Feuilleton, Jenny's aanbidder. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per po3t1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regela 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Op de alhier gehouden eerste gewone ver gadering in het dienstjaar 1888/89 van de leden van het departement Leiden der Maat schappij „Tot Nut van 't Algomocn", deelde de voorzitter, dr. P. Yan Geer na een woord van welkom gericht te hebben tot de nieuwe bestuursleden de heeren A. Van Eek en H. \V. F. Bakker, mede, dat hjj als voorzitter, en do heer dr. C. J. Van Ketwich als vice- voorzitter waren gekozen, terwijl het secre tariaat en het penningmeesterschap in de zelfde handen waren gebleven, respectieve lijk b\j de heeren S. Crommelin en J. H. Van der Burg. Laatstgenoemde bracht, als eon der leden van de commissie, belast geweest met het opnemen der boeken en effecten van de Spaar bank, rapport uit over hare bevindingen. Daaruit bleek niet alleen dat de boeken en waarden zich in de beste orde bevonden, maar ook dat de boekhouding met de meest moge lijke nauwkeurigheid en netheid plaats had. Zjj stemde geheel in met de woorden van belangstelling en waardeering, door den heer L. G. Le Poole, by de opneming tegenwoordig, het bestuur en den boekhouder toegesproken, en beval de Spaarbank in de voortdurende belangstelling van het departementsbestuur aan. Tot leden van de commissie, belast met het opnemen van de rekening en verantwoording van den penningmeester des departement* en der daaraan verbonden inrichtingen, werden benoemd de heeren I. Filippo H.Cz., W. A. Van Lith, G. Gerlings en J. J. Masyk Huyser Van Re enen. Na uitnoodiging door den voorzitter tot inzending van voorstellen voor de punten van beschrijving voor de Algemeene Vergadering der Maatschappij, werd tot lid van de com missie voor de Volbszangschool benoemd de heer A. J. Binnendijk. In verband met dit punt kwam ter sprake het voornomen van het gemeentebestuur om op de begrooting voor 1889 niet meer uit te trekken de tot wederopzegging toe verleende jaarljjksche sub- sidio van f 300 aan die instelling. Algemeen werd dit voornemen zeer betreurd, daar met die subsidie deze zoo nuttige instelling, waar van 187 kinderen gebruik maken, staat of valt. Aan het departementsbestuur word daarom opgedragen al het mogelijke te doen om de subsidie en daardoor de instelling te behouden. Vervolgens werd besloten tot intrekking van het bepaalde sub 8 van het besluit, ge nomen ingevolge circulaire van 22 Juni 1807 in zake de vereeniging van uitloting, zoodat daaruit thans zjjn vervallen de woorden„Vóór den lsten Juni van ieder jaar zal het aan de aandoolhoudor3 vrijstaan om nog tot de ver eeniging van uitloting toe te tredeneene schriftelijke kennisgeving aan den penning meester zal hiertoe voldoende zijn." De toe treding tot de vereeniging van uitloting bestaat dus niet meer. Door het Bestuur is zorg gedragen dat het in dit Maatschappelijk jaar niet zal ontbreken aan belangrijke vergaderingen van de leden met hunne dames. Den löden November a. s. zal als spreker daarbij optreden dr. J. Ten Brink; bij eene volgende vergadering dr. I. Zaayer Azn., terwijl men in onderhandeling is met andere sprekers van goeden naam voor de beide overige vergaderingen. In zijne gisteren gehouden vergadering heeft het hoofdbestuur van het Nederlandsche Tooneelverbond zich aldus geconstitueerd: prof. dr. A. G. Van Hamel, te Groningen, voorzitter; J. H. Krelage, te Haarlem, vice- voorzitter; D. H. Joosten, te Amsterdam, se cretaris; M. J. Waller, mede aldaar, penning meester; en verder de leden mr. J. E. Banck en Marcellus Emants, beiden te 's-Hage, en Joseph Jacobson, te Rotterdam. De Koning heeft, naar aanleiding van een door het bestuur van het Aardrijkskundig Genootschap g6daan verzoek, aan dat Ge nootschap vergund voortaan den titel te voeren van ,,Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap." In Engeland is eene commissie gevormd, welke op den 5den November a. s. den twee honderdsten verjaardag wil vieren van het landen van Willem III van Oranje te Brixham, die, als kampioen der volksvrijheid, de gods dienstige vrijheid herwon voor de Engelsche natie. De Engelsche commissie zegt in hare cir culairo ongeveer hetzelfde wat de heer Bee- laerts van Blokland opmerkte, toen hij het voorzitterschap der Tweede Kamer aanvaardde. De commissie wil een standbeeld voor prins Willem III oprichten op de plaats, waar hjj, „tot zegen van Engeland en van de vrijheid in Europa", den voet het eerst aan wal zotte. De belangwekkende circulaire is geteekend door eene reeks aanzienlijken, met den hertog van Portland aan het hoofdhet tweehonderd jarig herinneringsfeest staat onder het patro naat van lord Clinton, lord-lieu tenant (gouver neur) van Devonshire en van den gouverneur van Bombay, lord Reay (mr. Donald baron Mackay). Op verzoek der commissie heeft mr. W. H. De Beaufort, lid van do Tweede Kamer, zich bereid verklaard giften te ontvangen en over te zenden, welke Nederlanders zouden willen bijdragon voor do oprichting van oon stand beeld van hun grooten Stadhouder. Men kan de giften zenden, hetzij naar Den Haag, hetzij Huize den Treek, te Leusden. De „Frankfurter Zeit." zegt: Het Sana torium to Wiesbaden, dat 1 Jan. 1889 onder leiding van dr. Mezger zal komen, zal worden opgericht met een kapitaal van 2,200,000 mark. Du aandeelen zullen worden overgenomen door een consortium van Nederlandsche en Duit- »che bankiers. De firma Van Beresteyn Co. te Amsterdam heeft reeds oun gedeelte dezer aandeelen geplaatst, naar men zegt tegen 120 pet. De aandeelen zullen, evenals te Am sterdam, ook te Brussel en te Berlijn aan de beurs worden gebracht. „Deze haast", zegt het blad „om den naam van een beroemd geneesheer aanstonds te exploiteeren, ten einde aandeelen tegen hooge koersen uit te geven, in plaats van op feitelijke uitkomsten te wachten, is in elk geval eene reden te meer, dat het publiek vóór alles grondige inlichtingen inwinne over den werkelljken staat van zaken." Bij het inwinnen van inlichtingen is 't aan 't „Hbl." gebleken, dat de bedoelde Amster- damsche firma niet die der heeren Beresteyn en Co. is. maar de firma .Tas Van Beresteyn. '-De Snidsgezellen-Vereeniging „St.-Eloy", te Rotterdam, heeft bjj de Tweede Kamer een adres ingezonden, waarin zjj verzoekt om op richting van een pensioenfonds voor werklie den. De bestaande pensioenfondsen beteekonen, volgens haar, zoo goed als niets voor een werkman, want de premiën zjjn voor hem te hoog en de wekeljjksche uitkeeringen zóó weinig beteekenend, dat zjj als voorziening in de behoeften van den ouden dag niet in aanmerking kunnen komen. De adressante wenscht derhalve dat er worde opgericht een pensioenfonds voor werklieden, door of vanwege den Staat, of onder directe controle en onmid dellijk toezicht van den Staatin wolk fonds do werkman zich tegon oene kleine premie, door hem wekeljjks te voldoen, een voor hem toereikend pensioen kan verzekerd zien. Het toelatingsexamen is gehouden aan de Theologische school te Kampen. De uitslag was dat alle 20 adspiranten slaagden. Het zjjn de heeren: A. Van Andel, P. Bos, F. Bruinsma, S. Datema, P. Diemer, K. Doornbos, C. Groote, E. C. B. Van Herwerden, A. H. Van Minnen, A. C. D. Kok, F. Kramer, J. Poelman, G. Renting, T. Sab, A. S. Schaafsma, J. H. Spoel, N. Tromp, S. Veltman, J. Verreur en O. De Vries. Op verzoek van de Staatscommissie voor de voorbereiding der regeling van den militairen dienstplicht zjjn de commissarissen desKonings door den minister van binnenlandsche zaken uitgenoodigd hem voor die commissie te doen toekomen eene numerieke opgaaf van de be roepen of bedrijven, zoowel van hen, die in 1886 en 1887 hun militairen dienst hebben doen vervullen door een plaatsvervanger of een nummerverwisselaar, als van hunne ouders. Bjj beschikking van den minister van binnenlandsche zaken, zjjn in de commissie tot het examineeren van hen, die het diploma van geëxamineerd en beëedigd landmeter ver langen, voor het jaar 1888 benoemdtot lid en voorzitter, dr. Ch. M. Schols, hoogleeraar aan de Polytechnische School te Delften tot leden de heerenH. Van Goudoever, inspec teur der registratie en domeinen te 's-G raven - hage, en A. W. E. Kwisthout, ingenieur verificateur van het kadaster te Roermond. Bjj beschikking van den minister van binnenlandsche zaken, is, met ingang van 1 Oct. 1888, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend aana. J. Rebel, als 2de adsistent voor de gynaecologie aan de Rijks universiteit te Utrecht; b. J. L. Dobberke, als adsistent voor de oogheelkunde aan genoemde univer siteit; en zjjn benoemd, tot adsistent aan de Rjjks-universiteit te Utrecht, voor het tjjdvak van 1 Oct. 1888 tot en met 31 Dec. 1889: a. voor de anatomie, dr. J. 0. J. C. Smits; b. voor de gynaecologie, J. H. Duyvis; en voor het tjjdvak van 1 Oct. 1888 tot en met 31 December 1889, voor de oogheelkunde, W. F. Wagtho. Het stoomschip „Prinses Marie," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 28 Sept. van Port Said. Z. M. heeft den kapt.-terzee E. L. baron Van Heeckeren van Waliön met 6 Oct. a. s. eervol ontheven van het bevel over Zr. Ms. stoomschip „Van Galen", en dit bevel opge dragen aan den kapt.-ter zee G. J. Buyskes; en den kapt. ter-zee A. baron Collot d'Escury I met 1 Nov. a. s. eervol ontheven van het bevel over Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord en dit bevel opgedragen aan den kapt.-ter-zee P. Le Comte. 8) Naar het Fransch van T. CO JIBE. „U is zeker gisteren hier aangekomen?" vroeg zjj na een oogenblik stilte. „Gisterochend. Ik bljjf veertien dagen bjj mjjne tante logeoren. Het is al lang geleden sinds ik de laatste vacantie genomen heb.... Maar hot is toch prettig, zoo'n vacantie, en dan de buitenlucht en de. Hjj bleef steken. Al zjjne welsprekendheid was eensklaps verdwenen; zjjne fee verliet hem. Om den hoek van het huis verscheen Abdias en het tète a tête was voorbjj. Hjj uitte nog eenige onsamenhanger.de zmnen en nam toen afscheid, tot groote bljjdschap van I Jenny, dio zich haastig aan haar werk begaf j om den verloren tjjd weer in te halen. IV. 3 Zondags, als de dienst in de kleine dorps kerk geëindigd is, wachten de buren bjj den uitgang van het gebouw elkander, om samen "aar huis te gaan. Dat is zoo eenmaal de ge woonte. Alleen wanneer men het met zjjne buron niet kan vinden, of wanneer eenige voete tusschen oen paar families bestaat, doet men het niet. Daar juffrouw Arnaudin mot de „drio Chineesjes" echter op den besten voet stond en zjj zich buiten altjjd naar de gewoonten van het land schikte, was het zeer natuurljjk dat zjj 's Zondags ochtends, bjj het uitgaan van de kerk, tot haren neef - die boven op de gaanderij gezeten had zei: „Caroline en Jenny zjjn or ook. Willen we zo niet even wachten?" Het duurde niet lang, of Sully's oog had ze ontdekt achter in het kerkportaal. Met het kerkboek in de hand stonden zjj, de oogen naar beneden geslagen, geduldig en onbe weeglijk achter een groepje dames te wachten. Dezen hadden het g6heele portaal in beslag genomen om hare parasols te openen, de vouwen in de japonnen glad te strjjkon en in hare portemonnaies eene gift voor hot armen- zakje te zoeken. Eindelijk vond Caroline een nauwen doorgang en slaagde zjj er in naar buiten te komen. „Zoo, eindelijk zjjn wjj dan toch bjj elkaar 1" zei juffrouw Arnaudin. „Kent u mjjn neef Sully nog, juffrouw Abdias? Waar bljjft Jenny?" „Zjj is vlak achter mjj." Mica was thuis gebleven en zjj mocht wel van geluk spreken, want het arme kind zou zich op den terugweg tameljjk vervoeld heb ben. Juffrouw Arnaudin en Caroline gingen, in een druk gesprek gewikkeld, arm in arm vooruit. Kort achter hen volgden Sully on Jenny. Sully had van Jenny verlof gekregen om haar kerkboek te dragen, waaruit oen resedatakje stak, dat, hoezeer 's ochtends eerst geplukt, reeds eenigszins was verwelkt. Wat Jenny betreft, wel had ze zich over zjjne dienstvaardigheid verwonderd, maar ze had er toe' niets tegen. Ze was aan die beleefd heden niet gewoon, maar liet ze zich welge vallen. Zo vond het ook wel aangenaam om met mjjnheer Arnaudin eens te praten en te ontdekken, dat zjj in heel veel punten over eenstemden. Sully scheen een gezond oordeel te bezitten. Gedurig lei hjj zich bjj Jenny's moening neer. Zjj had altijd gedacht dat zjj nergens van wist; thans kroeg zjj telkens heldere oogen- blikken en gaf op alles een gevat antwoord. Daarbjj kwam dat hare grjjze, lichte rouw japon haar goed stond, en dat haar witte stroohoed met zwarte kant, welke door hare schaduw de glans van hare bruine oogen eenigszins verzachtte, bare rjjke, zwarte vlech ten in al hunne weelde lieten uitkomen. De moerdere of mindere opgeruimdheid van eene vrouw hangt altjjd eonigermate samen met hare kleeding: staat deze haar goed, dan is het alsof zjj zich prettiger, zekerder van zich- zelve gevoelt; zjj weet dan dat, al mag zjj niet schoon zijn, zjj toch een aardig voorko men heeft; en het is haar dan niet ongevallig, wanneer de blik van een vreemdeling dan even op haar gevestigd bljjft. Zoo was het ook met Jenny. Langzamerhand legde zjj haro schuwheid af.Jenny in haar oud, rose jakje en Jenny in hare mooie, nieuwe japon waren twoe geheel verschillende personen. Sully Arnaudin bleef niet in gebreke deze verandering op te merken. In zjjne onnoozel- heid rekende hjj er zichzelven al de eer van toe. In een „minimum van tjjd heb ik haar han delbaar gemaakt!" dacht hjj. „Het lqjkt wel een sprookje!" Zjjne eigen beschroomdheid was geheel verdwenenhjj kende zichzelven haast niet meer. In de tien minuten, gedurende welke hjj naast Jenny liep, was hjj nog geeno enkele maal onhandig geweest en in geen enkelen zin bljjven steken zelfs had hjj een paar malen eene geestighoid gezegd.Ein delijk bracht hjj het gesprek op zjjne kindsheid. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1