N°. 8780.
Maandas: X October.
A". 1888.
fiourant wordt dagelijks, met uitsondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
DE MOL.
LEIDSCÏÏ
F KUS DHZBB, C0ÜKAKT:
Toer hiitm pa t uudM.„7r.7;;;^ 1.10.
Vrue* por pott.LM.
A^ooadoritJk» Hommsn...r.T.T.r.IT Mi,
F BUS DEB ADVERTENTIE#:
Tm 1—6 regel* 1.06. Iedere regel neer/6.1T|p
Grootere lettere neer pleetsrois&te. Voer het is-
oeaeeeren buiten de et&d wordt 0.10 berekend.
Uit Overysel kwam het bericht, dat de land
bouwers zeer veel last hebben van de
mollen. Voor eiken mol, welke op zijn land
gevangen is, betaalt menige boer met graagte
een dubbeltje.
Langen tijd is er gestreden over de vraag:
Is de mol nuttig of schadelijk Tegenwoordig
leven de beschermers en bestrijders van deze
diersoort zoowat in eene positie, geiyk aan
een statu-quo. Bovenstaand bericht brengt
weder wat leven in de gelederen. Vandaar
ook dat we dachtenhet kan zjjn nut hebben,
wanneer deze teedere quaestie eens in eene
courant besproken wordt.
Over geen dier toch loopen de gevoelens
zoozeer uiteen als over den mol. Het gebit
van het beestje toont duidelijk dat het niet
met plantaardig voedsel tevreden kan zijn.
De mol moet dierlijk voedsel hebben en z(jne
behoefte aan spijs is zóó groot, dat hjj, op
gesloten zijnde, volgens het recht van den
sterkste, andere mollen aanvalt en oppeuzelt.
Direct doet de mol dus het plantenleven
geen nadeel, maar indirect des te meer.
Vooral in de tuinen, op vlas- en bieten
akkers is de mol een lastige gast. Onvermoeid
is hij bezig in zyne onderaardsche gangen
en loopgraven jacht te maken op regenwormen
en eenige larven van schadelijke insecten. Zjjn
hoofdvoedsel bestaat echter uit regenwormen
en juist daar, waar deze in menigte voorkomen,
laat de mol niet lang op zich wachten.
Hij werpt uwe plantbedden dooreen, berooft
door zjjn wroeten de planten van het vocht
der aardeontziet zich zelfs niet om in broei
bakken stroop- en vernielingstochten te houden
en bederft daardoor dikwijls de beste vooruit
zichten. Is het dan wonder dat de mensch
zich tegen de schade zoekt te beveiligen en
den strijd begint tegen den rusteloozen mijn
werker? Herhaaldelijk heeft menigeen de
schouders opgetrokken over de domheid der
boeren, die zonder ophouden jacht maken op
een dier, dat, ja een beetje schade veroor
zaakt, maar daarentegen veel meer nut sticht!
De theorethici stonden bjjna eenparig in de
rijen der vriendende land- en tuinbouwers
even aaneengesloten in de gelederen der be
strijders.
De mannen van het boek weten ons zooveel
van de goede daden van den mol te vertellen,
dat iemand zonder practische ervaring zich
terstond onder hunne vanen schaart. Toch is
er bjj die redeneeringen veel overdrijving.
Niemand zal ontkennen dat de mol nu en
dan schadelijken insecten het leven beneemt,
maar toch, zjjn hoofdvoedsel bestaat uit regen
wormen, en juist deze behooren misschien
tot de nuttigste diertjes, welke in den grond
leven.
Overblijfselen van planten, welke veelvul
dig in den grond voorkomen, kunnen niet
eerder tot den groei van andere planten
meewerken, vóórdat ze geheel ontbonden zjjn
en tot humus of teelaarde zjjn overgegaan.
"Vooral de regenwormen helpen aan dit hoogst
nuttige proces. Zjj nemen de plantendeeltjes
in zich op en geven de voor hen onverteer
bare bestanddeelen terug, welke de beste teel
aarde uitmaken, welke er gevonden kan wor
den. Daarbij zorgen de wormen, door de fijne
kanaaltjes, welke zjj door den grond trekken,
dat de lucht, de warmte en het water in den
bodem kunnen doordringen. Terwijl de woeste
bezigheid van den mol voor de planten ver
derfelijk is, is de voorzichtige en stille werk
zaamheid van de wormen haar ten zegen.
Maar is er van de wormen dan ook geen
kwaad te zeggen? We hebben daarnaar met
ijver gezocht, en ja één vlekje is er ge
vonden In een bloempot met anjelieren zou
den de wormen zich gevoed hebben met de
fijne worteltjes dezer planten, Misschien heb
ben anderen ook wel eens de wormen op de
wortels van koolplanten aangetroffen; maar
kon er dan zoo direct sprake zjjn van schade?
't Is niet aan te nemen en omtrent de
anjelieren zou de vraag niet misplaatst zijn:
of in dien bloempot overigens voedsel voor
de wormen aanwezig was, en of die vermeende
schade ook wel in den vollen grond te con-
stateeren valt? De eenvoudigste landbouwer
weet zeer goed de slakken en slakjes, den rit-
naald of koperworm, de aardvloo en de emelt
als zjjne vijanden aan te wijzen. Die diertjes
hebben zich door hun arbeid leeren kennen.
In Zuid-Holland worden nog altjjd vele
boerderijen verhuurd onder de conditie dat
de huurder de mollen zooveel mogelijk moet
wegvangen. Aangezien vele van die hoeven
weiderijen zjjn, wordt ook daar het nadeel
groot genoeg geacht om deze bepaling in het
huurcontract te rechtvaardigen. Toch is het
nadeel op het weiland, bij eenige voorzorgen,
lang zoo groot niet als in het bouwland.
Misschien slaat menig lezer een gat in de
lucht als hij dit leest. De theorie over den
mol is zoo mooi. Haast zou men daaruit tot
de conclusie komenZonder mollen loopt
het plantenleven gevaar! Daarover
kunnen we evenwel gerust zijn. Volgens
verschillende schrijvers komen er op Wal
cheren, Tessel en eenige andere van onze
eilanden geene mollen voor en nog nooit
hebben de bewoners zich daar erg over
beklaagt.
De mol doet wel nut, maar meer schade, en
daarom mag de mensch zich wel wapenen
tegen het lastige dier. Ook de verscheurende
dieren doen veel nut, maar kunnen toch ook
niet geduld w óf den in eene welbebouwde
streek.
H. T.
Gemengd Nieuw».
Stompwjjk is een wonderland.
Bjj L. De Wit aldaar heeft een leeuwerik in
de kooi dezen zomer 30 eieren gehadterwijl
by J. Van den Bosch de vruchtboomen voor
de tweede maal bloeien; dit is verleden jaar
ook in September gebeurd.
Te Katwijk a/Zee is gisteren aan
gekomen de schuit KW 71 „Twee Gebroeders,"
schipper J. v. Duy'n, reeder Snakenbroek, Brus
sel, met 330 K. pekelharing en 10,000 steur-
haring.
Gisteravond ontstond te Rot
terdam brand op een bovenhuis in de Alet-
tastraat, aan de Vlietkade, door het omvallen
van eene petroleumlamp. Op het geroep van
brand door de bewoonsters van het huis en
op het gezicht der vlammen, snelde A. Olie
mans naar boven, en had het geluk, geholpen
door J. Wetering en een agent van politie,
den brand spoedig meester te worden.
Een oude man zat geheel bewusteloos van
den schrik op een stoel in het brandende
perceel.
De inbrekers, die aan de politie
te Rotterdam in den laatsten tijd veel werk
gaven en het vooral gemunt hadden op de
kantoren in de Wijnstraat, zijn, door hot on
vermoeid en streng toezicht der politie van
de 1ste afdeeling, van daar verjaagd, maar
zetten thans hun werk voort in straten,
gelegen in de -4de afdeeling. Ook daar worden
zij door de pohtie streng achtervolgd. N,R. C.)
De correctionee1e rechtbank te
Mühlhausen heeft een boekbinder tot 40 mark
boete veroordeeld, wegens het uitgeven van
een spoorwegboekje, waarin de 14de Juli als
nationale feestdag staat aangemerkt. Een
ander, tuinman van beroep, is tot 6 maanden
gevangenisstraf veroordeeld, wegens het roepen
van: „leve Frankrijk!"
De tarwe-oogst in Frankrijk blijkt
beter te zullen uitvallen dan men had gedacht.
Eene der oudste vrouwelijke
dienstboden van koningin Victoria, die kort
na de geboorte van den prins van Wales als
kindermeid bij haar in dienst kwam en later
al de kinderen der koningin verzorgde, is op
78 jarigen leeftyd gestorven.
Nieuwe uitvinding op het gebied
van het Brandwezen. Het is bekend dat
by uitslaande branden altyd eenige minuten
en soms langer moeten verloopen, alvorens de
brandladders behoorlyk zyn gesteld en de
trompvoerder op de verdieping is aangekomen,
waar het vuur zyne tegenwoordigheid eischt.
De chief-master van de Chicago-fire-brigade,
mr. Guardian, sedert zyne jeugd aan de brand
weer daar ter plaatse verbonden, had reeds
jaren gezocht naar een toestel, dat by uit
slaande branden den trompvoerder onmiddellyk
daar kon brengen, waar men wilde, zonder
dat men brandladders behoefde te beklimmen.
Zyne pogingen zyn eindeiyk met goeden uitslag
bekroond, en men kan door zyne uitvinding
een grooten omkeer in het brandweerwezen
tegemoet zien.
Hy construeerde van caoutchouc een zoo
genaamde steam-trowsers (stoompantalon), die
geheel past aan het lichaam van den tromp
voerder.
Deze caoutchoucmassa smelt eorst op 1200°
Cels. en is dus door gewonen stoomdruk niet
op te lossen. Achter aan het holle gedeelte
(jacket) van den temple-guard (het achter
gedeelte van de pantalon) is eene tweeduimsch
stoomkraan bevestigd, die wederom door eene
sterke slang met den stoomketel van de
stoombrandspuit verbonden is.
Is er nu brand, b. v. op de 4de verdieping,
dan wordt de man in de richting geplaatst,
welke hy op moetde kraan wordt geopend
en in een oogwenk is de man door een der
ramen gespoten (pressed). Daar aangekomen
draait hy zelf de kraan dicht. Men heeft in
den aanvang, door de mindere geoefendheid
van het personeel, den man eenige malen
tegen de penanten oftegen de muren gespoten,
maar door de veerkrachtige massa van de
caoutchouc ontving de trompvoerder geen letsel.
Mocht de hitte van den brand onhoudbaar
zyn, zoo geeft de man slechts een teeken,
en men brengt in de buis in een oogwenk
een dubbel luchtledig teweeg, waardoor de
man direct weer op den grond gezogen (pis-
toned) wordt.
Van alle groote plaatsen der Vereenigde
Staten waren deskundigen tegenwoordig by
de proef en allen roemden om stryd het nut
der uitvinding.
Mr. Cleveland, president van do Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, vereerde den heer
Guardian met de „Industrial Merits-Medal".
De London-fire brigade heeft een dozyn
toestellen besteld, terwyl de Berliner Feuer-
wehr den heer Guardian heeft uitgenoodigd,
om zelf de toestellen te Berlyn in werking
te komen brongen.
Op eene meeting te Dublin hield
de heer Dillon zyne eerste redevoering, nadat
hy de gevangenis had verlaten. De drie maan
den opsluiting, van nadenken in eenzaamheid,
zeide hy, hadden hem nog even verstokt ge
laten. Wanneer het eene zonde was don Ier-
schen pachter te willen beschermen en het
Iersche volk van misdryven af te houden, dan
was hy nog evenzeer een zondaar, als toen
hy naar de gevangenis ging. Dillon was zeer
tevreden over de behandeling, welke hy daar
had ondervonden, maar bleef het vonnis
onbillyk achten. Hy ried zyn landgenooten
geduld te hebben en te vertrouwen op Enge
land, waar de sympathie voor Home Rule
steeds toenam.
De heer Chamberlain heeft te
Nottingham zyne verhouding tot den heer
Gladstone nogmaals uitvoerig toegelicht.
De leider der liberale Unionisten verklaarde
dat hunne staatkunde steeds dezelfde was ge
weest als die van den heer Gladstone, totdat
deze op een ongelukkig oogenblik de staat
kunde van den heer Parnell en zyne geld
schieters aannam, Nu echter verkondigen de
Gladstonianen eene leer, welke gelyk staat
met regeeringloosheid, en daartoe wilde de
heer Ghamberlain met zijne vrienden niet
medewerken.
De laatste twee dagen is de Nyl
te Wady-Halfa snel gevallen, waardoor groote
ontsteltenis is teweeggebracht.
Den dans ontsprongen. Te
Luneville, in Noord-Amerika, zouden dezer
dagen twee paardendieven, die een pachter
en diens zoon hadden vermoord, worden op
gehangen. Het schavot was aan den oever
van een zytak van de rivier Missouri gebouwd
en alles was voor de tenuitvoerbrenging van
het vonnis gereed.
De eerste veroordeelde, die op het schavot
verscheen, was een Engolschman. Hy stak
zyn hoofd door den strop, de beul verrichtte
zyn treurig werk en 't lichaam slingerde vyf
voet boven den grond. De strop deugde ech
ter niet, brak en de gehangene viel in het
water. Het koude bad deed den vent onmid
dellyk bykomen en alvorens de toeschouwers
nog van den schrik waren bekomen, zwom
de veroordeelde met krachtige slagen weg,
bereikte de overzyde en maakte daar op spot
tende wyze eene buiging voor zyne vijanden.
Natuurlyk heerschte groote opgewondenheid;
de rechters scholden op den beul en de beul
vervloekte den touwslager, die het slechte
werk had geleverd. Onder algemoen tumult
snelde de geredde naar een naburig bosch
en verdween. Toen de tweede veroordeelde
op het schavot kwam, boog hy zich voorover
en fluisterde den beul in het oor„Man, noem
voor my in 's hemels naam een sterken strik,
wantik kan niet zwemmen!"
Geheimzinnige zaak. Men her-
innert zich het schrikkeiyk geval van don
achtjarigen Cólestin Siozade te Parys, die den
18den Juli zyn zesjarig broertje Louis met
een scheermes den buik opende en vervolgens
zichzelven den hals afsneed. Louis, zooals men
weet, is in het lovon behouden. Sedert heeft
echter het Parket naamlooze brieven ontvan
gen, volgens welke de moeder zelve, die thans
by zekeren hoefsmid Co venei woont, de dub
bele daad bedroef om zich van hare kinderen
te ontslaan en het verhaal betreffende Cólestin
verzonnen had. Blykens een daarop ingesteld
onderzoek is het scheermes, waarmede de daad
bedreven werd, door vrouw Siozade of haren
minnaar, men weet nog niet waar, gekocht
of geleend. Het ïykje van Célostin is opgegra
ven om nader geschouwd te worden, hetgeen
echter niets heeft opgeleverd.
De kleine Louis, nog steeds in het hospitaal
en tot wien zjjne moeder nooit is toegelaten,
doet tegenstrydige verklaringen. Hy is nog
zeer zwak en heeft het roodvonk.
Gevolgen van een wiegelied.
De weduwe van een onder behoeftige om
standigheden overleden koopman te Parys,
Hébert genaamd, die met handenarbeid kom-
merlyk haar brood verdiende, zat onlangs
haar kind in slaap te zingen, toen zich een
heer aanmeldde, die verklaarde directeur van
de Opera te zyn, haar gezang door het open
venster gehoord te hebben en haar op zyne
kosten voor de Opera te willen doen onder
richt geven met 3000 fr. toelage's jaars voor
haar onderhoud. Een contract werd gesloten
en de leeraars der dame prijzen hare stem
als ongemeen fraai.
In de Sted. Werkinr. zijn opgenomen:
D ATtJM.
DAGEN.
Volw.
pers.
Kinde
ren.
Totaal.
23 September
Zondag
35
6
41
21
Maandag.
65
10
75
25
Dinsdag
69
13
82
2G
Woensdag
71
10
81
27
Donderdag
71
10
81
28
Vrijdag
71
13
81
29 n
Zaterdag.
68
13
8*