De inkomstenbelasting.
f
1 1)
1
Feuilleton.
OP HET WAD.
De belangstelling, welke mijne berekeningen
en beschouwingen, omtrent het kohier der
inkomstenbelasting verleden jaar in en buiten
den Raad mochten vinden, geeft my aanleiding
om ook de uitkomsten, welke het laatste
kohier opleverde, op gelijke wijze bekend te
maken.
Zoo volgt hier een vergelijkende staat, be
trekking hebbende op hot kohier over het
loopend jaar en het vorige. Ik zou te veel
plaatsruimte vergen, indien ik thans de ver
gelijking nog verder wilde uitstrekken; do
vorige vergelijkende staat komt voor in het
Leidsch Dagblad van 24 Oct. 1887 en kan dus
door hen, die hierin belangstellen, opgeslagen
en mot dezen vergeleken worden. Beiden zijn
op geljjke wijze ingericht.
Vergelijkende staat van het aantal aangcslagcnen en de som hunner Inko
mens ln de Jaren 1887 en 1888.
1
8
9
10
Klasse.
Middencijfer.
KOHIER 18S7.
Aantal. Som inkomens.
KOHIER 1888.
Aantal. jSom Inkomens
VERSCHIK
ln ln
aantal. ;som Inkomens.
Som dezer verschillen
ln in
aantal, som Inkomens.
425
1189
j
505.377
1178
500.651
11
4.726
11
4.726
2
475
653
308.798
629
r»
297.891
24
10.907
35
15.633
O
%J
550
628
n
342.694
629
n
343.842
1
1.148
34
14.485
4
650
488
1 D
312.591
493
315.148
5
2.557
29
11.928
5
775
433
1
332.885
442
n
340.000
9
7.115
20
4.813
6
925
339
312.090
344
n
317.590
5.500
15
687
7
1125
409
454.990
432
n
480.505
23
25,515
8
26.202
8
1375
299
n
410.180
316
n
433.540
17
23.360
25
49.562'
9
1625
189
n
304.950
196
n
316.220
7
11.270
32
60.832
10
1875
200
K
373.665
208
n
388.470
8
14.805
40
75.637
11
2250
173
n
385.275
159
n
353.490
14
31.785
26
43.852
12
2750
148
n
404.370
155
n
424.270
7
19.900
33
63.752
13
3250
101
324.635
102
71
328.185
1
3.560
34
67.302
14
3750
85
316.108
80
l;
298.500
5
17.608
29
49.694
15
4500
95
n
423.120
86
71
382.300
9
40.820
-f- 20
8.874
16
5500
56
n
303.850
57
7)
310.595
1
6.745
21
15.619
17
6500
46
n
291.500
46
71
297.400
0
5.900
21
21.519
18
7500
32
n
238 480
37
71
275.574
5
37.094
26
58.613
19
8500
22
n
186.000
23
71
194.500
1
8.500
27
67.113
20
9500
14
133.124
13
11
123.500
1
9.624
26
57.489
21
11.000
21
n
232.000
21
71
232.500
0
500
26
57.989
22
13.000
12
n
156.000
13
11
169.000
1
13.000
27
70.989
23
15.000
3
n
75.000
8
77
121.000
5
46.000
32
116.989
24
17.000
2
n
34.000
2
34.000
30
82.989
25
19.000
7
n
134.000
5
17
96.000
2
38.000
28
44.989
26
22.500
meer dan)
6
n
137.000
8
71
182.000
2
45.000
30
89.989
25.000 j
8
n
282.500
9
71
310.000
27.500
31
117.489
Som
5658
ƒ7.715.182
5689
ƒ7.832.671
31
-+- 117.489
De teekens in do vier laatste kolommen,
vóór de getallen geplaatst, zijn aldus genomen,
dat een vooruitgang, een teruggang van
1887 naar 1888 aanwijst. Do sommen der
verschillen in de beide laatste kolommen zyn
van de laagste klasse af genomen en leveren
aldus don besten maatstaf op.
Zij loeren dat eenige teruggang in de vijf
laagste klassen heefc plaats gehad, die echter
ruimschoots wordt opgewogen djor don voor
uitgang der volgende klassen. Tot de 16do
klasse (mot een inkomen van 5000) is die
vooruitgang gering; in de hoogere klassen
neemt hij aanmerkelijk toe en eindigt met een
voordeelig cijfer van ƒ117.489. Zoo is de
uitkomst niet onbevredigend en schijnt de
depressie der laatste jaren tot staan te zijn
gekomenmoge nu de vooruitgang slechts
aanhouden, want nog zijn wij op het kohier
van 1883 aanzienlijk ten achter.
Om ook dit duidelijk aan te toonon, laat
ik hier nog een staatje volgen, dat als voort
zetting eener vroegere meedeeling van dien
aard (zie Lcidsch Dagblad van 12 Sept. 1887)
is te beschouwen, en evenzoo aan de godrukto
kohieren is ontleend.
Kohier.
Aantal
aanqeslaqenen*.
Som hunner
inkomens.
Percentage der
eelastikg.
Totaal bedrag
van het kohier.
1S83
5653
ƒ8.101.195
2.60
ƒ147.269,86
1884
5589
7.922.059
2.40
134.412,68
1885
5683
7.963.538
2.60
144.301,22
1886
5638
7.776.490
2.60
139.852,21
1887
5658
„7.715.182
2.98
157.341,01
1888
5689
„7.832.671
2.60
140.554,65
Ik bopaal rn(j thans tot hot meedeelon dezor cijfers en onthoud m(j van beschouwingen
wellicht vind ik aanleiding daarop later terug te komen.
Leiden*, 7 September 1888. Van Geer.
Verhaal van het strand der Noordzee.
2) Naar hot Duitsch van
Th. JUSTUS.
„Ja", antwoordde de oude, „dat is alles
zeer goed, maar, maar men moet den dag
niet voor den avond prijzen, heer opperdyk-
graaf! Ik van mijn kant slaap niet eerder
rustig, voordat de vangdam daar achter klaar
is!" En hij wees met de hand naar het Noor
den, waar op het grjjze wad, noch slechts
even merkbaar, de gestalten van menschen
zich hoen en weer bewogen.
„Gij meent de doorbraak door het zoute
„Black?" antwoordde de opperdijkgraaf, ter
wijl hij zijnen verrekijker in de door den oude
aangewezen richting bracht. „Ja, dat is natuur
lijk de moeielykste van al onze ondernemin
gen! Hoe lang denkt gy dat het werk nog
duren zal?"
Gröno haalde de schouders op.' „Indien het
zomer ware, zou ik zeggen dat ik in drie
weken hoopto klaar te komen. Maar nu, by
de korte dagen het is onmogelijk, heer
opperdijkgraaf. En dan - wij hebben tot dus-
ver uitgezocht weer gehad, maar elk uur kan
hot omslaan. Stel u voor, met ruim veertien
dagen hebben wij midden October wat dan
niet klaar is, dat wordt ook niet meer klaar,
en dan staat Allerheiligen voor de deur."
„Ja, Allerheiligen I" herhaalde de opperdijk
graaf, „die dag heeft onzen kusten reeds dik
wijls genoog booze parten gespeeldHij stelde
zjjn verrekijker nog nauwkeuriger en zag
onafgebroken over het wad.
„De vloed komt!" merkte Gröne op. „Onze
lieden zullen nauwelijks nog een half uur aan
het werk kunnen blijven!"
„Hoe gaat het dan, komen zij telkens hier
aan land, of gaan zy oostwaarts naar Holt-
gast?" vroeg de dijkgraaf.
„Geen van beide, heer opperdijkgraaf. Daar,
naar het Noord-noordoosten, halfweg naar
Holtgast, hebben zij op eene kleine terp (eene
kunstmatige hoogte, waarop de gebouwen op
gericht worden) eene houten tent op palen,
midden in het wad. Zoo gaat er bijna geen
tyd verloren. Natuurlijk hebben zy hunne boot
by de tent voor anker liggen, opdat zy elk
oogenblik kunnen vertrekken, als het water
al te wild wordt."
Do opperdykgraaf knikte. „Nu, Gröne, ik
zie, wat mogeiyk is, wordt hier gedaan. Ik
hoop dat de regeering bereid moge worden
BUITENLAND.
Frankryk.
De honderd-en-tweejarige Cbevreul heeft
eergisteren een bezoek gebracht aan de ten
toonstelling van reddingswerktuigen te Parys
Hy werd met vorstelyko eer ontvangen en
waar hy zich vertoonde weken de toeschou
wers eerbiedig ter zyde, terwyi zy het hoofd
ontblootten.
Hoewel Chreveul slechts beloofd had een
kykje te komen nemen, bleef hy drie uren
Aan den arm van dr. Huguet wandelde hy
alle zalen door en besteeg hy de groote trap.
welke in hoogte gelykstaat met drie gewone
verdiepingen.
Na een tijdje bood een der inzenders een
rolstoel aan, maar Chreveul wees het aanbod
van de hand, terwyl hy lachende zeide„Dank
je wel; ik kan nog best loopen."
Eindelijk gaf hy echter toe en nam hy
plaats in den rolstoel. Men toonde hem toen
den hangendon tuin, waarop hy vol opgewon
denheid uitriep: „maar ik ben in Babylonië!"
De heer Chevreul beschouwt alles nog met
het bloote oog.
Toon hy wegging, zeide hy tot don direc
teur, die hem had rondgeleid: „Ge hebt met
veel talent het talent van anderen in het dag
licht gesteld."
De Fransche regeering betuigde op6iilyk
hare ingenomenheid met den spoed, waar
mede de marine zich strydvaardig wist te
maken. Het bleek dat in vyf uren de vloot
zee kon kiezen, terwyl onder het keizerrijk
in 1866 eerst achttien dagen na het bevel van
hooger hand do vloot gereed was.
Gevallen van cholera moeten zyn voor-
gokomen in een der forten van Parys.
De zieken worden verpleegd in het hospi
taal te Versailles en de bezetting is over
andere garnizoens verdeeld.
De anarchist Lucas, die op het kerkhof
te Parys revolverschoten heeft gelost, is ver
oordeeld tot vyf jaar gevangenisstraf.
Het (aan de „Débats" ontleende) be
richt betreffende de afschaffing der zooge
naamde „schoolbataljons" te Parys blijkt, uit
een brief van het Raadslid Lavy aan dit blad,
voorbarig te zyn geweest. De schryver ver
trouwt echter dat het, wat do kinderbatal
jons aangaat, er toe komen zal, en hy ver
wacht aan don anderen kant veel van eene
doeltreffende militaire organisatie der volwas
sen jeugd aan de scholen voor uitgebreid
onderwijs, zoodat er kloeke soldaten worden
gevormd buiten het demoraüseerend kazerne
stelsel. De „Dóbats" noemen dit eene illusie,
eene allergevaarlykste hersenschim.
Naar men uit Vitré meldt, is de pastoor
van Amanlis, de abt Beauvais, die de ma
noeuvres in den omtrek aldaar verleden Dins
dag-ochtend bywoonde, door een kogel in den
rug getroffen. Hy stond met 300 andere men
schen op eene brug te kyken. Men deed het
vuur onmiddellyk staken en er is een onder
zoek ingesteld, maar het zal bezwaarlyk te
ontdekken zyn van waar de kogel gekomen
is. Dat die niet voor den geestelijke bestemd
was, wordt algemeen aangenomen. Men doet
opmerken dat op hetzelfde oogenblik toen
de heer Beauvais gekwetst werd, generaal
Paris de brug overreed. De toestand van den
gevonden, den braven lieden, die al hunne
kracht aan de voltooiing van het belangryke
werk wyden, eene byzondere belooning to doen
geworden."
„Dat ware mooi, heer opperdykgraaf 1" ant
woordde de oude Gröne, „want zy hebben
hot allen wel noodig. Meer dan een van hen,
die zich hier afbeulen met het moeiolyke
werk, had vroeger zyne nette, kleine boerdery,
molk twee of drie koeien en verbouwde zyne
rogge en zyn haver. Maar de welstand is
verdwenen, huis en erf moesten verlaten wor
den, de zware dyklasten hebben alles opgo
vreten."
„Wy brengen het weer terug, Gröne!" zeide
de opperdykgraaf troostend. „Wat wij der zee
ontnemen, wordt honderdvoudig betaald."
Terwyl dit gesprek tusschen de beide amb
tenaren plaats had, hadden buiten op het wad
de arbeiders zich voor den wassenden vloed
teruggetrokken en de houten loods, waarvan
Gröne gesproken had, opgezocht. Deze ver
hief zich op eene vier a vijf voet hooge stel
lage on had vanbinnen geheel het voorko
men van eene scheepskajuit. Langs de lange,
wanden stondon tegenover elkaar de slaap
steden of kooien. In het midden van het ver
trek bevond zich eene lange, smallo tafel en
een kleine yzeren kookbaard. Door middel van
gewonde moet bedenkelyk zyn. Hy is 35
jaar oud.
Dultaehlend.
Te Essen is overleden de weduwe van
den vóór een jaar gestorven kanonnen-koning
Krupp.
Mevrouw Krupp leofdo van haren man ge
scheiden te Leipzig en werd voor eenige
maanden van daar naar Essen vervoerd. Om
de zieke zooveel mogelyk voor vermoeienis
te vrywaron, werd zij per extra-trein van
Leipzig naar Essen overgebracht en een
eir.d rails werd opzettelijk gelegd tot voorde
woning, waar zy nu don laatsten adem heeft
uitgeblazen.
Zooals men weet, dankt de familie Krupp
hare rykcfommen aan het geheim tot het
gieten van staal, door den ouden Krupp, vader
van den kanonnen-koning, op zyn sterfbed
aan zyn zoon medegedeeld.
Omtrent de groothertogin van Baden
wordt gemeld dat dr. Maier, te Mainau, hare
oogen heeft onderzocht en eene aanvankelyke
beterschap heeft waargenomen, voor zoover
de dreigende oogziekte betrof, terwyl overigens
ook haar algemeene toestand veel verbeterd
was. Z(j moet echter hare oogen nog ten streng
ste ontzien en steeds zooveel mogelyk rust
houden.
De voorzitter van de Rijks-commissie
voor de samenstelling van oen algemeen Duitsch
Burgerlyk Wetboek, dr. Pape, is plotseling
ernstig ziek geworden. De commissie zou
Woensdag weder hare eerste byeenkomst na
het zomer-recès houden en was reeds byeen,
alleen nog maar wachtende op haren voor
zitter, toen het bericht van zyne onverwachte
verhindering kwam. De heer Pape i3 byna
72 jaren, en met het oog op dien hoogen
leeftyd durft men op het herstel van dezen
Duitschen rechtsgeleerde nauwelijks hopen.
Oo»tonr.-Hong.-Monarchio.
De aanleiding tot het duel tusschen graaf
Zichy en graaf Korac3ony, waarby de eerste
werd gedood, was gering.
Graaf Koracsony is gevlucht.
Uit Praag meldt men dat de keizer den
stadhouder van het district Pisek heeft opge
dragen den inwoners van Pisek en der bevol
king van geheel genoemd district namens
hem dank te betuigen voor de treffende blyken
van gehechtheid, alsook voor de bereidwillig
heid, tydens de leger-manoeuvres betoond, en 1
voor de vriendschappelyke gezindheid jegens i
het leger.
Voor dat alles is de keizer zeer erkentelyk. I
Verschillende bladen meldden dat ook
de keizer van Oostenrijk plan had een bezoek
aan Rome te brengen. Het orgaan van ICal-
nocky bericht dat in goed ingelichte kringer.
van deze reis niets bekend is.
Rusland.
Do groote manoeuvres, die binnenkort in
de vlakte van Podolic- moeten plaats hebben
en door den keizer en grootvorst Nikolaas
zullen worden bygewoond, zyn van buitenge
wone beteekonis.
Aan deze manoeuvres zullen deelnemen SI
bataljons infanterie, 78 eskadrons cavalerie
en 184 stukken geschut. Nooit is zulk eene
groote machtsontwikkeling in ééne provincie
des ryks gezien.
eene ladder kwam men op den zolder, welke hel
proviand borg en tevens als bergplaats voor
eone menigte werktuigen diende. Terwyl nu
het natte, met eene styve korst slyk bedekte
werkpak met heldere, droge kleeren verwis
seld werd, moest één van het gezelschap vuur
aanleggen om de des morgens reeds gekookte
soep warm te maken. Vervolgens aten aller,
langzaam en voorzichtig, want voor niets neemt
de arbeider in deze kuststreken meer tyd dan
voor het oten en drinken. Er wordt niet ge
sproken gedurende den maaltyd; wie, tegen
het algemeen gebruik in, gedurende het eten
een gesprek had willen beginnen, ware zeker
geweest, do eene of andere knorrige terecht-
wyzing te ontvangen. Ook na het eten was
het den meester om niets minder dan om
een onderhoud te doen. Hot moeilyke dagwerl
deed zyne nawerking gevoelen, deze en genij
deed nog wel eenige trekken uit zy'n geliet-
koosd kalken pypjo, maar de meerderheid
ging naar kooi, en kort nadat Karei Water-I
meier, die heden dienst had, de aan den zol
'der hangende lamp uitgeblazen had, verkon
digden regelmatige, diepo ademhalingen, datj
alle bewoners van hot gebrekkige kleine hun
in diepen slaap lagen.
(Wordt vervolgd.)