H\ 8748.
Vrijdag 24 Augustus.
A0. 1888.
feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
ran <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 23 Augustus.
Feuilleton.
MICA,
-- __i.
LMDSCÏÏ mm DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Y«or L«id«n p«r I ounduƒ1.16.
Frmnoo p«r pcci.l.M.
AfkonderltJle Nuunm.0.06.
Met 1 September begint een nieuw
kwartaal van het Leidsch Dagblad.
Zij, die zich nu reeds op deze Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Ofllciool© Kenniisifevingen.
Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
brengen ter kennis van belanghebbenden dat het
tweede admissie-examen en de her
examens voor de Hoogere Burgerschool voor
meisjes zullen aanvangen op Zaterdag 1 September
a. 8., des morgens te negen uren, terwijl zij, die aan
het admissie-examen wenschen deel te nemen, wor
den uitgenoodigd zich bij de directrice aan te mel
den vóór den 26sten Augustus a. s. in het schoolge
bouw aan de Garenmarkt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, BOOL, Wcth., lo. Burg.
22 Aug. 1888. E. KIST, Secretaris.
De gunstige indruk, vroeger reeds hier
ter stede teweeggebracht door den zang van
eenige leden der Hollandsche opera, bleek bp
de inwoners van Leiden geenszins verloren
gegaan te zijn; immers, de zaal van „Zomer-
zorg", waar gisteravond weder een concert
door de oude bekenden, meer in het bijzonder
door den heer Johan Schmier, gegeven werd,
was overvol, zoodat de koffiekamer tot suite
dier zaal word bevorderd en men het aanwezig
zjjn van tafeltjes met recht een plaatsroovend
feit kon noemen.
En de velen, die opgekomen waren, genoten.
Gedachtig aan het „honneur aux dames", zij
in de eerste plaats een woord van lof gebracht
aan mevr. L. Culp Kiehl, wie bjj No. 3 van
het programma de welverdiende eer te beurt
viel terug te worden geroepen en die in No. 9
volle gelegenheid had haar sympathiek en
zuiver sopraan-geluid te doen bewonderen.
Vooral het „Wiegenlied" van Taubert mocht
luiden byval verwerven't klonk schoon en
liefiykjammer, dat het toen onophoudeiyk
ontsluiten van kogelfleschjes een minder har
monisch „poem-poem"- effect teweegbracht.
Mevr. M. Albers Jahn was gisteravond
minder gelukkig; hare stem was nu en dan
zeer z>vak, terwpl zy No. 12 van het pro
gramma schuldig bleefhet best voldeed zy in
het duo uit „Die Zauberflóte," van Mozart, met
den heer Henri Albers.
Wat dezen laatste betreft, hy toonde zich
de toejuichingen by zyn optreden ten volle
waardig; zyn krachtig en zuiver geluid deden
hem nieuwe lauweren verwerven. De toejui
chingen na „Ik ken een lied", noopten hem
nogmaals eenige coupletten daarvan ten ge-
hoore te brengen. Ook de „Stances uit Lakmé,
van Delibes (niet van Bizet, zooals op het
programma stond vermeld) droeg hy met
gloed voor.
De heer S. Poons, die de ry der voordrach
ten opende, toonde in het zevende nummer
meer talenten te bezitten dan hy in het eerste
ten toon had gespreid, terwyl de heer Louis
De Reeder, solo violist aan het Paleis voor
Volksvlyt (de heer W. Coenen was verhinderd
herwaarts te komen), bewees een meester op
de viool te zyn en de heer B. Culp er voor
zorgde dat van hem datzelfde kon gezegd
worden met betrekking tot de fluit, aan welk
instrument hy over het algemeen zeer zuivere
tonen ontlokte.
Hoewel slechts eene bescheiden rol ver-
vullonde, zag de heer Felix Derickx zyne
geestige chansonnette „J'n'l'avais pas révó
comm'ija" met grooten byval bekroondzyne
tenor-stem klonk dan ook schoon, vol en
krachtig.
Dat de muzikale voordrachten des heeren
Johan Schmier, welke, door eene gerekte
pauze, wat lang op zich deden wachten en
daarom voorafgegaan werden door langdu
rige, zeer onmuzikale aansporingen om een
aanvang te nemen, opnieuw zeer in den
smaak vielen en de lachspieren nogal eens
aandeden, behoeft nauwelyks meer te worden
gezegd.
Niet alleen het eigenaardige en vreemde,
dat die onderscheiden voordrachten kenmerkt,
maar vooral het schoone, zuivere bas-geluld
van den gunstig bekenden zanger maakten
dit zevental tot een waardig slot van het flinke
geheel.
Mejuffrouw J. J. De Haas alhier, heeft
eveneens te Utrecht met goed gevolg het
examen afgelegd voor do akte Fransch, lager
onderwas.
Er bestaat gelegenheid tot verzending dor
correspondentie naar Noord-Amerika, door
middel van het stoomschip „P. Caland", van
Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore
alhier moeten de brieven enz. uiterlyk Vrydag-
avond om 10 uren bezorgd zyn.
De wyze van verzending behoort op het
adres vermeld te worden.
Naar aanleiding van het in ons blad van
21 dezer opgenomen particuliere telegram uit
Batavia omtrent bewegingen in Kediri en
Soerabaia, is door den minister van Koloniën
aan den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch
Indië om nadere berichten ter zake getele-
grapheerd, waarop het gisteren door ons mede
gedeelde antwoord van den Landvoogd werd
ontvangen, dat thans ook in de Staatscourant
voorkomt.
Er blykt uit dat de eerst in twyfel getrok
ken nieuwe paniek dan toch werkelyk een
feit is geweest. Dat er geen grond voor be
stond en de residenten den toestand niet ge-
vaarlyk noemen, verheugt ons en zeker
ieder rechtgeaard Nederlander ten zeerste....
doch we zullen voor nadere verrassingen
misschien nog een paar dagen moeten wach
ten want uit zyne vorige telegrammen is
gebleken dat onze berichtgever te Batavia
het telkens bij het rechte eind had en hy de
regeering telkens twee of drie dagen in zyne
mededeelingen vóór was.
Het „Nieuwsbl. v. Ned." weet dan ook zelfs
reeds mede te deelen: „dat de minister van
koloniën, de heer Keuchenius, zyn ambtgenoot
van waterstaat, handel en nyverheid verzocht
heeft, aan de directie der Rijkstelegraaf last
te geven, hem van de telegrammen uit Bata
via, waaraan wij onze particuliere mededee
lingen danken, onmiddellyk afschrift te
zenden."
Van de talryke inzenders uit Nederland
op de Yaticaansche tentoonstelling hebben
betrekkelyk slechts weinig gedongen naar de
uitgeloofde pryzen. Velen der kunstenaars en
industrieelen hebben zich van mededinging
onthouden. Aan enkelen, die wenschten deel
te nemon aan den wedstryd, konden geene
belooningen worden toegekend, aangezien de
ingezonden voorwerpen óf niet hier te lande
waren vervaardigd, óf niet behoorden tot
zoodanige producten als voor mededinging in
aanmerking konden komen.
Door de jury werden o. a. toegekendeen
eere diploma aan het Nederlandsche feest
comité, voor het album „Neerlandia Catho-
lica"; een diploma van bronzen medaille aan
mej. El. Van der Eerden, te Leiden, voor een
geborduurde humorale; een diploma voor
aanmoediging aan den heer A. Papót, te
Warmond, voor eene bezending versierde
kaarsen.
De 13de jaarlyksche algemeene vergade
ring der Vereeniging voor Lykverbranding zal
op 22 Sept. a. s. te Schiedam gehouden worden.
Onder de punten van beschryving komt voor
een voorstel van Leiden om buitengewone
leden aan te nemen tegen 25 cents.
't Blykt dat het ledental in het afgeloopen
jaar woder iets is geklonmen. 't Bedraagt
thans 685, tegen 662 in 't vorige jaar.
De nieuwberoepen predikant bjj de Ned
•■fr
PT1 T.TH DER ADVERTHNTTEN:
-r» - - - -
Tm» 1—6 rejol» 1.05. I*dor« r«g«l m««r/0.17|.
qrooto» Iet4«is but plakt*rnlmt«. Toot hA la-
«MiNrai bulten de aUd wordt 0.10 bar^aod.
Herv.-gemeente te 's Hage, Ds. Oortliuys,
thans te Katwyk aan Zee, zal in November
a. s. naar Den Haag gaan tot aanvaarding
van zyn herdersambt te dier stede.
Vryheer Wilhelm Von Busch, van Wie-
densahl, en baron F. Von Moltke, van Berlyn,
zyn met gevolg in het „Hotel den Ouden
Doelen" te 's-Hage aangekomen.
Ds. J. Bolkestein, pred. te Ter-Aar, heeft
bedankt voor Cubaard en is, naar we reeds
meldden, beroepen te Woubrugge.
Beroepen is bij de Chr.-Ger. kerk te
Noordwyk aan Zee de heer F. Rispens, cand.
Het derdo bataljon van het regiment
grenadiers en jagers en eenige stukken
V9ld-artillerie, zyn hedenochtend vroeg per
Holl. Spoor van Den Haag naar Schiedam ge
bracht, ten einde zich van daar naar het
manoeuvreerterrein in de omstreken van
Hellevoetsluis te begeven.
Te Utrecht hield de Vereeniging voor
kadaster en landmeetkunde hare 5de alge
meene vergadering, onder de leiding van den
heer De Koningh, van Amersfoort, die aan
het einde der vergadering aftrad en vervangen
werd door den heer J. T. Hessels, van Leiden.
Uit het verslag van den secretaris, den heer
Stücki, bleek de goede toestand der Vereeni
ging. Zy telt thans 189 leden; het tydschrift
heeft 56 abonné's. De Koninklyke goedkeuring
is gevraagd en verkregen op de statuten der
Vereeniging. De redactie kreeg een woord van
dank voor haren uitmuntenden arbeid. Do heer
Boer, van Utrecht, wenschte als redacteur
af te treden, maar hem werd dringend ver
zocht aan te blyven; hy zou dit in overweging
nemen. Als plaats der volgende bijeenkomst
is Amsterdam aangewezen.
Verschillende stellingen werden ten slotte
behandeld en aangenomen.
Aan de „Zw. Crt." wordt uit Den Haag
geschreven dat, zonder dat 's Konings toe
stand bepaald zorgwekkend is, men in de
residentie toch niet gerust is. Voor het oogen-
blik zyn er geene dreigende verschynselen,
maar, hetzy eeno belangryke verheffing der
kwaal, hetzy eene inzinking van krachten
(collapsus), zou in casu een noodlottigen afloop
kunnen veroorzaken.
De Voogdywet, welke jammer genoeg
(vooral door Kappeyne's toedoen) niet tydens
de zitting tot afdoening kwam, zou als
de toestand verergerde aanleiding geven
tot onverwyide byeenroeping der Kamers.
Vooralsnog is hierover niets bepaald, maar-
ongetwyfeld zal het ministerie nauwkeurig
toezien, gevoelende de verantwoordeiykheid,
ÜNTaar het Fransch van
9) T. COMBE.
„Hartelyk dank voor je vertrouwen I
Maar we moeten voortmaken 1 Als de eigenaar
terugkomt, is het met de pret gedaan.Zit
je goed? Houdt je vast, hoor!"
Een stevige duw om af te zetten, een
oogenblik zachtjes glyden, en daar vlogen ze
heen, pyisnel over de harde sneeuw. De tril
lende lucht floot hun om de ooren, zweepte
Robert in het gezicht en speelde met de
plooien van Mica's doek en met de linten van
hare capuchon. Achterharen neef ineengehurkt
met haren wang byna zyn schouder aanra
kende, keek Mica naar de schaduw, welke de
in dolle vaart voorthollende slede volgde. Zy
vlogen en vlogen maar altyd voort; de fijne
ysnaaldjes, welke een oogenblik glinsterden
en opeens weer verdwenen waren, schenen
hen te volgen, en het was of de hooge denne-
boomen rondom hen al maar ronddraaiden
en zich naar den grond bogen om hen met
hun lange armen te pakken. Als zij zóó eens
met Robert naar het einde van de wereld
kon glyden, tot aan jflie uiterste grens, waar
alles ophoudt.en.Mica gaf een onder
drukten schreeuw; zy duizelde en kon byna
geen adem meer halen. Opeens hield de slede
stil, midden in de smalle laagte; Robert had
haar op het juiste oogenblik tot staan weten
te brengen door zyne beide hielen stevig in
de sneeuw te drukken.
„Nu, Mica, wat zeg je van dat tochtje?
Kan ik nog eene slee besturen?"
„Laten wij het nog eenmaal doen 1" riep Mica.
Zy, wilden reeds tegen de helling opklau
teren, waarby zy opnieuw den adem zou ver
liezen, toen een luid geroep hen deed omzien.
Aan den rand van den weg zat Ami Frénel.
Met de twee handen, bywyze van scheeps
roeper, voor den mond, schreeuwde hy:
„Veel pleizier!"
„Is die slede van u?" vroeg Robert, toen
hy hem herkend had.
„Ja, en hy staat geheel ter beschikking
van juffrouw Mica. Zouden wy het samen niet
eens eene maal probeeren?" zei Ami met de
meeste overreding tot Mica.
„Dank u; ik heb er genoeg van," haastte
zy zich te antwoorden.
En zonder Robert aan te zien en terwyl
een blos opeens hare wangen kleurde, voegde
zij er by
„Het is te lastig om weer naar boven te
klimmen."
„O, als dat het eenige bezwaar is, zal ik
u mot de slede evengoed naar boven als naar
beneden brengen," zei Ami met zekeren klem.
„Neen, ik heb er genoeg van," herhaalde zy.
De jonge buurman was bang dat zyn aan-
houdon Mica boos zou maken. Hy meende
in hare stem eenig ongeduld te bespeuren
en bracht daarom snel het gesprek op een
ander onderwerp.
„Ik kom van boven", zei hy, „van de
Paulins. De weg er heen is slecht; daarom
heb ik de slede hier beneden gelaten.De
dochter gaat morgen trouwen."
„Ja, dat had ik gehoord", zei Mica verstrooid.
„Het zal er wel armoe troef zynde brui
gom heeft geen cent en bovendien nog
schulden."
„Je hebt hun zeker eten voor morgen ge
bracht?" zei Mica.
„Ja, maar slechts een kleinen voorraad.
Anna Paulin is nog half en half eene nicht
van ons."
„Dan hadt ge u tegen haar huwelyk be-
hooren te verzetten", zei Robert. „Ik begryp
die zorgeloosheid, die sleur, die zelfzuchtig
heid niet, welke zulke dingen maar stil laat
geschieden!"
Ami zette groote oogen op.
„Als men denkt aan al de ellende, welke
daaruit zal voortvloeien en waarvan het
einde niet te voorzien is.ging Robert voort.
„Ja", zei Ami, „als men van te voren aan
alles denken moest, zou er niemand ooit
trouwen. Iedereen kan ongelukkig worden.
Dat belet echter niet dat ik een voorstander
van treuwen ben. U niet?"
„Neen", antwoordde Robert lachend. Hy
vond dat hy zich dwaas aanstelde.
„Ook al goed", zei Ami, die daarop echter
terstond volgen liet: „Ik bedoel dat het my
volkomen onverschillig is, begrypt u
Mica liep ongeduldig eenige schreden op
het voetpad terug.
„Is onze wandeling al gedaan?" vroeg
Robert.
„Ja, laten wy nu weerom gaanik ben koud
geworden."
Daar de weg breeder werd, konden zy
naast elkaar loopen. Ami Frénel ging met
zyne slede een anderen kant uit. Robert en
Mica spraken echter weinig; zy waren beiden
verdiept in hunne gedachten, welke weinig
opwekkends schenen te hebben.
(Wordt vervolgd.)