R°. 8741.
Donderdag 10 Anjriistii^.
A°. 1888.
t§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van &on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 15 Augustus.
Feuilleton.
ïvl I O A.
LEIDSCÏÏ
PRIJB DBIiHK, COUHAITT:
Y»or Lelden per 8 meenden.f 149.
Franco per poet1.40.
AAonderlflfco Nommeie.a 0.06.
PBXJS DEK ▲DVBBTHNTTBN:
C V
Ten 1—6 regale 1.06. Iedere regel ieeer/0.17^
Grootere lettere neer pleeteroünte. Toor hei le-
oeeoeeren buiten de >ted wordt 0.10
Blijkens eene in dit blad voorkomende
ad vortentio, heeft de Practische Ambachtsschool
alhier weder de inschrijving voor nieuwe leer
lingen geopend.
Op die school bestaat de gelegenheid om
jongelieden op te leiden tot bekwame timmer
lieden, smeden, meubelmakers en huisschilders.
Hot onderwijs omvat: het bouwkundig tee
kenen, do kennis der materialen, het timme
ren en draaien, het smeden en draaien, het
meubolmlaken, houtsnijden en draaien, het
verven, het schilderen van hout en marmer
soorten, het penseelschrjjven en het hand
teek enen.
Yoor aanstaande steenhouwers bestaat er
gelegenheid het teekenonderwys te volgen,
in hoofdzaak het ornament- en letterteekenen.
Teekenbehoeften, gereedschappen en werk
kielen worden den leerlingen kosteloos ver
strekt. De cursus duurt 3 jaren. Het school
geld bedraagt ƒ10, 5 of 2.50, met dien
verstande, dat zoons van handwerkslieden de
Ambachtsschool en tevens de Avondschool
van het genootschap „M. S. G." bezoeken, te
zamen voor ƒ5.
Yoor twee of meer zoons uit hetzelfde
gezin wordt voor ieder slechts van hot
schoolgeld betaald.
De inschrijving is geopend tot 28 Augus
tus, in het gebouw der school, Sionsteeg 15,
eiken werkdag van acht tot twaalf uren
's voormiddags, en van halftwee tot vijf uren
's namiddags.
De eerw. heer Joannes Bots, van wiens
aanstaand zilveren jubilé we in ons vorig
nommer melding maakten, was sedert 1856
pastoor te Vlissingen en werd in 1863 door
den bisschop van Haarlem tot pastoor aan
de parochie van O. L. Vr. Hemelvaart alhier
benoemd.
Het aantal plaatsen in dit kerkgebouw is
sedert niet tot 800 gestegen, maar met 800
vermeerderd.
De officier van gezondheid 1ste klasse
C. Ripping is naar Venloo overgeplaatst, om
aldaar als chef van het militair hospitaal op
te treden.
De Ned. mail, met berichten uit Indië
tot 13 Juli, kan hedenavond alhier verwacht
worden.
Naar aanleiding van een schrijven van
Gedeputeerde Staten, waarbij de gemeenteraad
alhier wordt uitgenoodigd in te trekken het
tweede lid van artikel 1 van de verordening,
regelende den werkkring der commissie van
Naar het Fransch van
2) T. COMBE.
De evangelist, die in het lokaal preekte en
wiens voordrachten de Yerdans bijna geregeld
elke week kwamen aanhooren, was eveneens
van meening dat het in de wereld niet naar
behooren ging; maar hij was overtuigd dat
daarin verbetering kon worden gebracht en
daaraan werkte hij met alle kracht mede,
overtuigd als h(j was van de deugdelijkheid
der middelen, welke hy daarvoor wilde toe
passen. Het was een goedaardig soort van
man, met een regelmatig gezicht, blond uiter
lijk en met een matig vkig verstand. Hij wist
zjjne denkbeelden geregeld uiteen te zetten,
maar zou geen pijl van zyn vernuft op den
vijand richten, uit vrees voor eene kleine
schermutseling. Hy heette David Borel en
was in dienst van eene evangelische veree-
niging. In zijne weinige vrije uren wijdde
hij zich aan zijne theologische studiën, ten
einde zich te bekwamen voor het examen,
dat hem het radikaal zou geven voor pre
dikant.
financiën, luidende: „hetlid van het Dagelijksch
Bestuur, speciaal met de voorbereiding der
finantiëele zaken belast, is voorzitter van de
commissie van financiën"; zooals d3t met 18
tegen 6 stemmen in de gemeenteraadszitting
van 28 Juni j.l. werd vastgesteld, had de
Raad, gelijk men weet, besloten de stukken
betrekkelijk die verordening te stollen in han
den van de commissie voor de huishoudelijke
verordeningen (de heeren mrs. Cock, Was en
Fockema Andreae) ter fine van bericht en raad.
Die commissie nu heeft haar uitgebreid
rapport uitgebracht, waarin ze tracht aan te
toonen dat bovengenoemde bepaling niet in
strijd is met de gemeentewet, zooals Gede
puteerde Staten en de minister van binnen-
landsche zaken van oordeel zijn, en door
welke meening zjj er toe gebracht zijn den
Raad in overweging te geven, die bepaling
in te trekken.
De commissie geeft den gemeenteraad in
overweging, Burg. en Weths. uit te noodigen
alle stukken, welke op deze zaak betrekking
hebben, waaronder de beraadslagingen van
don Raad en ook de adviezen der commissie,
toe te zenden aar. Gedep. Staten en aan den
minister van binnenlandsche zaken, met eer
biedig verzoek aan Zijne Excellentie om naar
aanleiding van het rapport de zaak in nadere
overweging te willen nemen.
Mocht, niettegenstaande die poging om de
wettigheid van de op 28 Juni 11. door den
Raad vastgestelde verordening te verdedigen,
de minister blijven volharden bij zijne oor
spronkelijke opvatting, en de verordening van
den Koning ter vernietiging voordragen, dan
zou de commissie, als het den Koning behaagde
overeenkomstig 's ministers voordracht te be
slissen, die beslissing eerbiedigen, doch alsdan
aan den Raad dringend in overweging goven
aan te nemen de volgende motie
„De Raad,
„Overwegende dat de bepaling van het
reglement van orde voor de vergaderingen
van B. en Ws., waarbj) de verdeeling van de
werkzaamheden onder de leden van het Dage
lijksch Bestuur niet aan dat collego, doch
alleen aan den Burgemeester is opgedragen,
in strjjd is met den geest der gemeentewet
en met het belang der gemeente, noodigt
B. en Ws. uit, die bepaling in het reglement
van orde te wijzigen, en het aldus gewijzigde
reglement van orde aan den Raad ter goed
keuring voor te dragen."
Ten slotte geeft de commissie den Raad in
overweging, zoo spoedig mogelijk in de ver
ordening van 28 Juni 11. deze wijziging te
trengen, dat zij niet, zooals by die verorde
ning is bepaald, in werking zal treden op
den 4den September 1888, doch op 1 Jan. 1889.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis dat op 15 Octo
ber a. s. en volgende dagen te Leiden, te
Utrecht, te Groningen en te Amsterdam ge
legenheid zal worden gegeven tot het afleggen
van de practische examens van arts en tand
meester, vermeld in de artt. 2 en 8 der wet
van 25 December 1878 (Staatsblad No. 222).
Z(j, die tot de examens wenschen te wor
den toegelaten, mooten zich daartoe vóór 7
October a. s. schriftelijk aanmelden by den
voorzitter der examencommissie, en welte
Leiden, by den hoogleeraar dr. T. Zaaüer;te
Utrecht, by den hoogleeraar dr. L. C. Van
Goudoever; te Groningen, by den hoogleeraar
dr. H. W. Middendorp, en te Amsterdam, by
don hoogleeraar dr. P. K. Pel.
De opbrengst van het vervoer over den
spoorweg Leiden Woerden in de vorige maand
was als volgt: reizigers (15,900) ƒ8531.05,
bagage (32 ton) 186.41, bestel-, yl- en vracht
goederen (1550 ton) 1835.42, levende dieren
en rytuigen 233.43diverse ontvangsten
66.— totale opbrengst ƒ10,852.31. Totale
opbrengst van af 1 Mei 1888 32,093.49.
De heer J. P. C. Ten Geusendam, eerste
ambtenaar ter secretarie der gemeente Kat-
wyk, is benoemd tot ambtenaar ter secretarie
der gemeenten Jaarsveld, Lopik en Willige-
Langerak.
In de gisteren gehouden Raadszitting
te 's-Gravenhage deelde de burgemeester
mede dat de bepaling, volgens welke sedert
seniga speelseizoenen do debuten der artisten
van de Fransche opera door eene jury moes
ten beoordeeld worden, door B. en Ws. is
ingetrokken.
Den heer G. Key, aannemer van de werken
voor de waterverversching der residentie, wer
den de boeten tot een bedrag van 24,935,
welke hem opgelegd waren wegens te-late-
oplevering van het werk, kwytgescholden na
een warm schrifteiyk betoog van den hoofd
ingenieur, den heer Van der Vegt, dat de
vertraging door omstandigheden, geheel onaf-
hankeiyk van den wil des aannemers, was
ontstaan.
Eene kredietaanvrage van 1000 voor het
onderzoek van eet- en drinkwaren, eene aan
vrage, verband houdende met een verzoek in
dien zin door de Vereeniging voor Handel en
Nyverheid gedaan, werd toegestaan.
De leden van de „Holland Society", die
eerst hedenochtend Delft bezocht hebben en
de merkwaardigheden daar bezichtigden, deden
den tocht naar de residentie per stoomtram
der H. T.-M. Halftwaalf kwam eene extra-tram,
waarvan de machine met vlaggen was ver
sierd, aan het einde van het Huygenspark by
den Ryswijkschen weg, waar een tiental rytui
gen gereed stond. Eene officiëelo ontvangst
werd bet gezelschap niet bereid en hoogstens
een twintigtal nieuwsgierigen was op het
plein byeen. De heeren mr. H. D. Levyssohn
Norman, Teding Van Berkhout en Van Lim
burg Stirum vergezelden de Amerikanen van
Hollandschen bloede, terwyi zich later do heer
F. graaf Van Hogendorp by het gezelschap
voegde.
Het eerst werd een wandelrit door het
oudere gedeelte van de stad gemaakt en het
standbeeld van Spinoza bezichtigd. Toen werd
een bezoek gebracht aan de Gevangenpoort
en vervolgens werden te voet het Binnen-,
Buitenhof en Plein in oogenschouw genomen,
zoomede de monumenten en ministeriën.
Een „lunch" werd hun ten huize van den
heer Levyssohn Norman aangeboden, terwyl
de namiddag werd besteed aan een rit naar
het „Huis ten Bosch" en een bezoek aan
Scheveningen. Te halfzes had een diner plaats
in het „hotel de Bellevue," na afloop waarvan
het gezelschap de sociëteitstent in het Bosch
bezoekt, alwaar de gewone muziekuitvoering
plaats heeft.
De ministers van binnenlandsche zaken,
justitie en waterstaat begaven zich heden
ochtend van 's-Hage naar Haarlem. Zy keer
den hedenmiddag terug.
Mr. C. Pynacker Hordyk, gouverneur-
generaal van Nederl.-Indië, geeft aanstaanden
Maandag een gastmaal in het „Hotel den
Ouden Doelen", te 's-Hage.
Door den generaal-majoor, inspecteur
van den geneeskundigen dienst der land
macht, is bepaald dat, indien personen, die
in de overzeesche bezittingen wegens berri-
berri, dyssenterie of andere sleepende ziekten
voor den dienst ongeschikt zyn verklaard,
hun verlangen te kennen geven zich opnieuw
voor den dienst in de koloniën te verbinden,
door de officieren van gezondheid ten aanzien
van zulke ïyders geene beslissende uitspraak
omtrent hunne geschiktheid zal mogen wor
den gedaan, vóórdat zy een jaar hier te
lande of in een gematigd klimaat hebben
doorgebracht, te rekenen van hunne aankomst
in Europa.
Het plan om eene nieuwe commissie
van deskundigen samen te stellen, ten einde
verdere maatregelen tot bestryding der berri-
Buiten zyne algemeene werkzaamheden in de
verschillende boerderyen, welke in het gebergte
verspreid lagen, scheen hy zich in 't byzonder
tot taak te hebben gesteld de bewoners van
het huis Verdan tot meer godsdienstig leven
op te wekken. Daaronder rekende hy in de
eerste plaats Abdias Muller, dien hy, niet
zonder reden, al te hooghartig vond, of, zooals
hy zei, te zeer overtuigd van zyne eigen voor-
treffelykheidvoorts Caroline, die niet anders
deed dan de stoffeiyke belangen van de boer-
dery en het huishouden behartigen; Robert
Verdan, geheel verdwaald op het onvrucht
bare gebied der rede, en eindelyk Mica, vooral
Mica, die kostbare ziel, maar die, zooals hy
het uitdrukte, al te ljjdeiyk, te onverschillig,
te diep ingeslapen was. Maanden lang reeds
vermaande hy telkens met meerderen yver,
en telkens zocht hy eerrig blyk, waarin hy
kon ontdekken dat zyne woorden vruchten
droegen.
Het was zyne vaste overtuiging welke
echter veel te weinig rekening hield met de
ontelbare individueele eigenschappen dat
elke godsdienstige geestesverandering, elke
bekeering, evenals ieder verschynsel op natuur
kundig gebied, moest plaats hebben naar eene
bestaande formule. Eerst een vaag, dan een
duidelyker begrensd gevoel van onrustdaarna
angst en wanhoop; vervolgens het berouw,
de heiligende droefheid, het gevoel van be
vrediging, en eindelyk het geloof. Dat waren
de verschillende phasen, welke elke ziel
achtereenvolgens doorloopen moest.
Mica wist nog niet waaraan zy zich had te
houdenaan de vermaningen van den jongon
prediker of aan de revolutionaire gesprekken van
haren neef Robert. O, als Robert had gezegd
wat David Borel nu zei, met hoeveel yver
zou zy naar hem geluisterd, hoe gaarne zou
zy zich tot overweging hebben laten brengen 1
Thans neigde haar hart naar den eenen, haar
geloof naar den anderen.Zy was boos op
David, omdat hy altyd geiyk had, omdat hy
altyd het goede dachtomdat hy zoo duide-
lyk liet zien dat hy op den goeden weg was
en Robert er oneindig ver van was verwij
derd. Zy was boos op Robort, omdat hy zich
onmogelyk maakte, omdat hy ongelyk had;
maar in stilte bewonderde zy zyne paradoxale
stellingen, waaraan toch immer een edelmoe
dig gevoel ten grondslag lag; en de logica
van zyne tegenstanders scheen haar laf en
zouteloos.
Mica borduurde maar altyd door, zondor dat
de buitenwereld iets bespeurde van den twy-
fel, welke haar bezig hield. Gewoonlyk stil,
zat zy meestal over haar werk gebogon; zy
sprak weinig met David en neg minder met
Robert, maar zy luisterde oplettend naar wat
deze twee zeiden, en hun redetwisten bracht
haar arm hoofdje geheel in de war.
Maar had zy dan geen oog voor die beide
brave jongens, Ami en Jean-Jacques Frénel,
die al het mogeiyke deden om hare aandacht
te trekken? Altyd ontmoette zy ze als zy
uit de kerk kwamals zy wandelde kwam
zy hen zeker tegenwanneer er op de akkers
van Abdias iets te doen was, boden zy ter
stond hunne paarden aan, en als zy naar het
dorp gingen waren zy bly, wanneer zy voor
Caroline en Mica eene boodschap konden doen.
Samen opgevoed en onafscheideiyk van elkan
der, vervolgden deze beide neven in stilte
hetzelfde doel, beiden overtuigd dat de een
niets van de plannen van den ander wist.
Caroline zag zeer goed wat zy wilden en
begunstigdo hunne piogingen zooveel zy kon.
Zy hoopte dat Mica hare keus op een van
beiden zou vestigen en niet op den evangelist.
Abdias daarentegen wenschte niets Iiover dan
eenmaal te kunnen zeggen: „Myn zwager,
dominee David Borel." „Maar," zuchte Caroline,
„al hebben zy haar ook alle drie lief, zy
kykt alleen naar den vierde, wien zy volko
men onverschillig is."
Wordt vervolgd