W. 8735.
I )oii(lei,da<> Auo-iislus.
A0. 1838.
{jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 8 Augustus.
Feuilleton.
Een Duitsche „Enoch Arden."
LEIDSCH
DAGBLAD.
FRUB DHTTFTR COTJUAlTOs
Vvor L«iden p«r 8 maanden,1.18.
Franco par poaim 1.48.
Afzonderlek© Komman.0.05.
VjpjJB DU ADVUTHNTTBN:
Tan 1—6 regala 1.05. Iadara ragal maar 0.17|.
Örobtara letters naar plaatarnimte. Toor hat in-
caaóeoren buiten de stad wordt 0.10 bae«k©nd.
De werkelijke zomeravonden zijn dezen
zomer inderdaad zóó zeldzaam, dat we dit
jaar op dit punt niet verwend worden.
Geen wonder dus dat, als zich een eenigs-
zins gunstige, zoele avond voordoet, do ge
legenheid niet ongebruikt wordt gelaten om
er van te profiteeren.
Zulk een naar de nukken van het seizoen
zeldzame avond was, als bij uitzondering, die
van gisteren.
Al werd het later opnieuw vrij koel, toch
was het een lust andermaal eenige uren in
den tuin van „Zomerzorg" door te brengen,
de dames gewapend met een verwarmenden
mantel of doek, de heeren met hunne overjas,
weinig vertrouwen als zij stelden in hetgeen
de natuur, die het praedicaat van moeder heeft
verbeurd en langzamerhand wel wat op eene
stiefmoeder gaat gelijken, hun weer bren
gen kon.
Grooter evenwel bleek het vertrouwen, ge
vestigd op het stafmuziekcorps des heeren
Mann, dat dien avond het tweede buitenge
woon harmonie-concert aanbood, met een pro
gramma, waarvan de kennismaking alleen
reeds tot een gang naar „Zomerzorg" noodde.
Het werd ten gehoore gebracht op eene
wijze, waarvoor niet anders dan lof kan wor
den geschonken en welke de aanwezigen met
waardeering en dankbaarheid vervulde voor
hot veelzijdige kunstgenot.
Immers, te genieten viel er in overvloed,
zoowel met de reeds bekende toonwerken,
als met die, welke voor de eerste maal wer
den ten gehoore gebracht, waarvan in het
bijzonder vermelding verdient Mann's nieuwe
groote fantaisie over motieven uit de opera
„Freischütz", van Von Weber, eene schepping,
waaraan onze stadgenoot in zjjn waarlijk
grootschen en verdienstelijken arbeid alle recht
deed wedervaren, niettegenstaande het nu uit
gevoerde zich in menig opzicht zelf als iets
oorspronkelijks zou kunnen doen noemen.
Het publiek was dan ook één en al be
langstelling en niet eer tevreden voordat een
gedeelte, waarvan het instrumentale met het
vocale eigenaardig samengaat, werd herhaald.
Ten gehoore gebracht als gisteravond, zal
dit werk zeer zeker nog menigmaal met ge
noegen worden aangehoord.
By de bespreking van verschillende ter
Haagsche kunstnyverheidstentoonstelling in
gezonden voorworpen, zegt de redactie van
het officieel orgaan van het uitvoerend comité
der genoemde nationale expositie, van den
heer H. D. "Wassink, leeraar in het huis- en
sieraadschilderen aan de Practische Ambachts
school te Leiden, te hebben gezien eene een
voudige, maar passende, goed geslaagde boog
vulling, bestemd om boven eene kantoordeur
te pryken. De compositie er van verdient lof.
Door den heer A. H. Catin, leeraar in het
smeden aan dezelfde inrichting te Leiden,
wordt geëxposeerd eene brandkast, welke wordt
geroemd als een solied stuk, dat biykbaar
tegen een stootje en een vuurtje kan.
Om de kunstwaarde, welke de redactie er
aan ontdekte, vestigt zy in haar orgaan ook
de aandacht op een graf kruis, door denzelfden
heer ingezonden. In al zyn eenvoud is het
voorwerp fraai van conceptie, degelyk van
uitvoering en als geheel artistiek bewerkt.
Door den heer Joh. Westdyk, te Haar
lemmermeer, zyn aan het Nederlandsch
Museum te Amsterdam geschonken drie kruik
jes van Duitsch aardewerkterwyi de heer
Aug. Kleine, te Amsterdam, voor '8 Ryks
Museum van Oudheden te Leiden, ten ge
schenke heeft aangeboden
Twee graflampjes, het eene te Pompei, het
andere in de catacomben van Rome gevon
den; drie kleine urnen van Selimuut (Sicilië)
een aarden gewichtje; een gedeelte van een
halssieraad; een stuk lava van Krakatawa.
Aan de schenkers is de dank der Regoering
betuigd.
De officier van gezondheid 2de kl. K.
E. Ziegeler, van het 1ste reg. infanterie, thans
gedetacheerd by het militair hospitaal te Am
sterdam, wordt, met ingang van 16 Augustus,
gedetacheerd by het militair hospitaal te
Leiden.
Door de Vereeniging „De Kerkelyke Kas"
alhier zal den 20sten Augustus a. s. worden
aanbesteed het bouwen van eene kerk op de
Oude Vest en de verbouwing van het bestaande
woonhuis aldaar, No. 133, lot kosterswoning.
De heer G. Van Geer, burgemeester van
Leiderdorp, heeft aan Z. M. uit die betrekking
eervol ontslag gevraagd.
Sinds 1 Aug. 1867 vervulde de heer Van Geer
zyne betrekking met groote toewyding, doch
zyn 85-jarige leeftyd, moeilyke beweging en
rheumatische pynen, waardoor hij in de laatste
jaren veel aan zyn oudsten wethouder moest
overlaten, deden hem besluiten de gelegenheid
te openen, de leiding der gemeentebelangen
aan jeugdiger krachten toe te vertrouwen.
De koning van Pruisen heeft prins Albert
van Pruisen benoemd tot eere ridder der Johan-
niter-orde en den Nederlandschen eersten luite
nant en ordonnans-officier des konings baron
Van Heekeren Molecatèn verleend de konink-
ïyke kroon-orde derde klasse.
Dr. A. Kuyper herdenkt morgen, 9
Augustus, den dag, waarop hy 25 jaren
geleden tot de Evangeliebediening weid
toegelaten.
Het stoomschip „Prinses Amalia," van
Amsterdam naar Batavia, vertrok van South
ampton 7 Aug.
Naar men meldt, zou de gouv.-generaal
O. Van Rees voornemens zyn, na zyne aftre
ding niet terstond de terugreis naar Nederland
aan te nemen, maar voorloopig nog in Ned.-
Indié, waar zich de meeste van zyne betrek
kingen bevinden, te blijven.
De ministers van marine en van oorlog,
vergezeld van hunne adjudanten, zyn heden
de verdedigingswerken te IJmuiden gaan in-
specteeren.
Baron Jules d'Anethan, secretaris van
legatie van België te 's-Hage, is bevorderd
tot gezantschapssecretaris 1ste klasse en in
die hoedanigheid benoemd te Bucharest.
Men seint ons uit Munchen dat do Inter
nationale jury voor de beoordeoling der op de
aldaar geopende jubileum-tentoonstelling van
schilderyen en ingezonden kunstwerken, met
eenparigheid van stemmen, in de Nederlandsche
afdeeling do gouden medaille 1ste klasse
heeft toegekend aan den schilder I. Maris,
en de gouden medaille 2de klasse aan de
schilders L. Apol, D. C. A. Arts, Mej. Bramine
Hubrecht, I. C. K. Klinkenberg en W. Maris.
De minister van financiën heeft bekend
gemaakt dat het bedrag der percentsgewijze
belooning van het ontvangkantoor der directe
belastingen en accijnzen te Noordwyk c. a., op
f 1575 's jaars kan worden gesteld.
Krachtens art. 23 van het koninkiyk besluit
van 20 Mei 1869 No. 30 en art. 3 van dat
van 3 November 1887 No. 29, wordt dit kantoor
dus gerangschikt in de achtste klasse.
Het detachement van het 7de regiment
infanterie, te Amsterdam in garnizoen, heeft
te Amersfoort in den corpswedstryd voor in-
fanterieregimenten, uitgeschreven ter gelegen
heid van de algemeene vergadering van den
„Schutterykaderbond," den eersten prijs be
haald. Het werd by zyne terugkomst in Am
sterdam feesteiyk, met de muziek voorop, inge
haald. De overwinnaars droegen bloemruikers
op hunne geweren.
De tweede prys, groote zilveren bonds-
medaille, werd gewonnen door het detache
ment van het 4de reg. inf. en de derde prys
dpor dat van het 6de reg. inf.
Door den korporaal Hek, van het regiment
grenadiers en jagers, is by den personeelen
schietwedstryd te Amersfoort de 1ste prys
behaald.
Oeaenfd NlenwA
De by de Kweekschool voor
Zeevaart alhier voorgekomen febris typhoïdea
heeft zich niet verder verbreid en zich alzoo
slechts tot enkele gevallen bepaald.
Met een extra-trein 1ste en 2de
klasse van de Rynspoorwegmaatschappy uit
Arnhem, zyn heden 400 bezoekers te 's-Hage
aangekomen.
Van 29 Juli tot en met 4 Aug.
zyn aangekomen te 's-Hage 1045 vreemde
lingen en te Scheveningen 659 vreemdelingen
en 47 bedienden.
Do binnenvader van het wees-,
oude mannen- en vrouwenhuis der Chr. Geref.
gemeente op de Bloemgracht te Amsterdam
van wiens verdwijning tegeiyk met een 19-
jarig weesmeisje melding is gemaakt is,
door berouw gedreven, teruggekeerd en heeft
zich ter beschikking van regenten van het
weeshuis gesteld. Om geene verdere opspraak
te verwekken, had hij het meisje te Rotter
dam achtergelaten, doch het is sedert ook
teruggekeerd.
Hoewel het ontslag van den binnenvader
by regenten vaststaat, blyft de betrokkene
op zyne kamer in het gesticht vertoeven, tot
dat in deze door de justitie zal zyn beslist.
De beide huizen in de Theodoor-
straat te Nieuwer-Amstel, door den brand
van Maandag-avond vernield (zie ons vorig
nommer), stonden onder ééne lyst. De trap
naar de bovenwoningen was in het midden
en de éénige uitgang dus voor alle deze
woningen, ten getale van vier. Daar de
brand aankwam in een der benedenhuizen en
de trap al spoedig in vlam stond, moesten
de bovenbewoners, die niet dadeiyk het gevaar
bemerkten, uit de vensters springen. De
familie Verwoert, een gezin met zes kinderen,
is door de ramp het ergst getroffen, want
de moeder, die met twee kinderen het ven
ster wilde uitspringen, een in de armen hou
dende en het andere om haren hals vastge
ketend, kon den sprong alleen doen met het
kind in den arm, daar het oudste, dat haar
om den hals vasthield, by den sprong naar
binnen terugviel. Dit meisje, zeven jaren oud,
kwam in de vlammen om. Het ïykje is nog
niet gevonden. Juffrouw Verwoert en het
jongste kind liggen ernstig gekwetst in het
gasthuis te Amsterdam. Van de andere per;
Schets uit het Duitsch-Amerikaansch leven,
1) NAAR
ERXST OTTO HOPP.
In den spoortrein zat een oud man, wiens
vroeg gerimpeld gelaat de sporen droeg van
zielesmart en licbamelyk ïyden, met een
treurig lachje het Amerikaansch „swoet home"
te neuriën. Het leven scheen hem gebroken
te hebben, on toen hy opstond, bespeurde
men dat zyne linkerzyde verlamd en dat hy
geheel kreupel was.
Zoo is het leven! Den één heft het op en
den ander verdrukt het; den één dryft de
vloed gelukkig langs alle klippen voorby,
terwyi de bloemen rondom hem bloeien, de
zachte voorjaarslucht langs zyn voorhoofd
strykt en het lied van geluk en zaligheid zich
met ruischende akkoorden doet weerklinken,
den anderen verwoest een vyandig noodlot
alle hoop, het reikt hem hoogstens droog
brood, zonder truffelworst of kaviaar, en door
boort hem met het zwaard der smarten.
De man was ziek en moe, ach, zoo ver
moeid 1 Sedert jaren had hy vrouw noch kind
gezien. Leefden zy nog of kwam hy slechts
thuis om by hunne graven te weenen?
Frederik Körber was van arme ouders en
in Saksen geboren. Zyn vader was vroeg ge
storven zyne nog flinke, jonge moeder had
zich spoedig na den dood van haren man
weder in het huweiyk begeven. Zy had er
niets tegen, toen do vyftienjarige Frederik
met buurman Klemper, een wonderiyken ouden
vryheids-dweeper, het land uitging. „In zyne
jonge jaren moet men naar Amerika gaan;
dan kan men daar zyn fortuin maken!" Zoo
had de buurman gesproken, en deze had het
van den scheepsagent vernomendus moest
het waar zyn. De jonge Körber had hoege
naamd niets te verliezenzijne vooruitzichten
in het Duitsche vaderland waren niet schit
terend, en de eenige, aan wie zyn hart hing,
zyne moeder, had zich door haar huweiyk
van hem vervreemd. Zoo trok hy met een
luchtig gemoed de zee over.
Klemper, die geeue kinderen bezat, maar
wol een p?.ar honderd daalders, beloofde in
den eersten tyd voor hom te zullen zorgen.
Hy hield zich ook vrywel aan zyne belofte;
tet zgn achttiende jaar bleef Frederik by hem
te Philadelphia; toen ging hy, daar hy een
flink werkman was en handigheid bezat, in
eene spoorwegwerkplaats over. Hier bleef hij
eene reeks van jaren, nam later de leiding van
eene werktuigkundige zaak over en trouwde.
Hy kon er fatsoeniyk van leven; twee kin
deren werden hem geschonken, een jongen
en een meisje, en toen brak de bondsoorlog
uit, welke verscheidene huishoudingen ten
onderst boven keerde en Frederik ook tot
zich trol?. De trommel had zulk een eigen-
aardigen klankmen moest geen echte Duit-
scher zyn om er niet tot in het diepst van
zgn hart door getroffen en opgewekt te wor
den. Door de lessen en beschouwingen van
den wyzen ouden Klemper, die zich geroepen
gevoelde als hervormer op te treden velen
zyn geroepen, maar weinigen uitverkoren -
was ook Frederik onder den invloed gekomen
hy had een bitteren haat tegen de slavenhou
ders en den handel in gekleurd menschen-
vee, waarvan zich in de stad der broeder
liefde eene niet geringe menigte ophield. „O,
wat wekt dat getrommel iemand op!" Körber
behoefde volstrekt niet aan hare lokstem ge
hoor te geven, maar niettegenstaande dat
liet hy zich, zooals daar de gewoonte was,
voer een jaar aanwerven; het was voor hem
een heilige plicht om voor zqne overtuiging
met het zwaard op te komen. In het begin
dacht men niet aan de stroomen bloeds, welke
vergoten moesten worden om de volksziel
van eene leelyke ziekte, van een last, welke
al jaren lang op haar gedrukt had, tebevry-
den. Het artillerie-regiment, waarby Körber
ingedeeld was, die om zy'ne bekwaamheid
weldra tot sergeant bevorderd werd, ging
eerst naar Pittsburg, van daar naar Cincinnati.
Toen Grant het fort Donalson bestormd had
en naar de rivier Tennessee trok, kwam het
regiment in botsing met het leger van dezen
yzeron generaal.
By Shilaw of Pittsburgh had de eerste
vuurdoop plaats; op den eersten dag kwam
Körber er met een schram af, maar den twee
den dag werd zyne battery plotseling door
den vijand omsingeld. Körber kreeg van den
nabystaande drie kogels en zeeg bebloed
neer. Dat de Zuidelyken den halfdooden Kör
ber opnamen en in den ziekenwagen stopten,
wa3 louter toeval; do duisternis begon al te
vallen, en daar zij verslagen werden, hadden
zy geen tyd zich te bedenken en hadden hem
misschien voor een der hunnen aangezien.
Hy werd dus naar het ziokenverbiy'f overge
bracht en voorloopig geholpen; wel schudde
de dokter het hoofd en kwam het hem niet
raadzaam voor hem te doen vervoeren, daar
hy geloofde dat de gewonde elk oogenblik
kon sterven.
(Wordt vervolgd.)