N°. 8717.
A°. 1888.
Qeze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
)it nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad
Leiden, 18 Juli.
Feuilleton.
E V.A.
Uit het Duitsch van Georg Berger
DAGBLAD.
PELTS DEZER COURANT:
Toot L«d« p8 rnuada.....1.10.
huH por port...77..T.7.". LH.
A*OBiori#ko Nommtn..T7.77.r.77 OAS.
PRUS DER ADTERTENTtEN:
Via 1—8 nc*l* 1.08. Iodoro rogol bok 0.1TV
Orootoro lotton noor plootarnlmto. Toor hot i>-
OHtoonn buiten do otod wordt 0.10 berekend.
Het by de gisteren door de Provinciale
taten van Zuid-Holland gehouden zitting in-
ekomen voorstel van den heer Janssen om
het subsidie aan de kweekschool voor bewaar-
choolonderwyzeressen te Leiden met 1000,
te verminderen en terug te brengen op '2000
ord verworpen met 52 tegen 17 stemmen.
Op art. 12, subsidie aan de Veroeniging de
Practische Ambachtsschool te Leiden, stelde
de heer Kikkert voor een amendement, om
het subsidie van 1000 te brengen op 2000.
Wel is verleden jaar soortgelijk voorstel ver
worpen, maar hy meende nu dat er redenen
zyn om nogmaals eene poging te wagon, met
het oog op hetgeen in de afdeelingen is ge
sproken, terwyl ook Ged. Staten op zeer
zwakke wyzo zich hebben onthouden van het
doen van een voorstel daartoe. Meer dan ergens
is te Leiden, de stad van ny verheid en fabrie
ken, eene ambachtsschool noodig.
Do heer Goekoop, lid van Gedep. Staten,
constateerde dat reeds tweemalen een voor
stel tot verhooging van het subsidie is ver
worpen en meonde dat Gedep. Staten dien
tengevolge geene voordracht tot verhooging
kunnen doen, hoeveel leed het hun ook doet
om nuttige inrichtingon niet krachtiger te
kunnen steunen.
Ook by vergeiyking met dergelijke inrich
tingen in andere steden schynt het subsidie
voor Leiden niet te goring.
De heer De Laat de Kanter wees op do
behoefte, welke te Leiden aan een verhoogd
subsidie bestaat, omdat daar van particulioro
zyde niet zooveel aan de ambachtsschool ge
geven wordt, terwyl de behoeften er zeker
niet minder zyn dan in Den Haag en Rot
terdam. Vooral het bezoeken van de school
door leerlingen van buiten Leiden, doet haar
aanspraak maken op een ruim subsidie van
do provincie. Werd er geen verhoogd subsidie
gegeven, dan zal het onderwys aan de prac
tische ambachtsschool moeten worden inge
krompen.
De heer Goekoop deed opmerken dat de
betrekkelyk ongunstige finantiëelo toestand
van de Ambachtsschool een gevolg is van een
verkeerd goldelyk beheer en dat van de pro
vincie nu niet kan gevorderd worden de verbe
tering van de financiën.
Het amendement van den heer Kikkert,
om het subsidie aan de Leidsche Ambachts
school te verhoogen tot 2000, werd verwor
pen met 47 tegen 19 stemmen.
Door eene commissie, bestaande uit de
heeren dr. W. Francken Az. te Rotterdam,
prof. M. A. Gooszen te Leidon en ds. W. F.
K. Klinkenberg te Leeuwarden, is namens de
Vereeniging van predikanten en gemeente
leden der Evangelische richting de volgende
prysvraag uitgeschreven„Er wordt ge
vraagd een Leerboek over de Christelyke
Geloofs- en Zedenleer voor de Evangelische
beginselen, dat o. a. in korte omtrekken de
bybelschriften als oorkonden van Gods hoogste
openbaring beschryft en, als bestemd voor
ontwikkelde catechisanten en gemeenteleden,
te rade gaat met de behoeften van onzen tyd.
Goed Nederlandsch, juistheid van uitdrukking
en aangename vorm zyn vereischten. De eere-
prys voor het bekroonde antwoord bedraagt
150 en de helft van de zuivere opbrengst
der uitgave, terwyl de andere helft voor do
Vereeniging blyft, welke voor de uitgave
zorgt en het kopierecht houdt."
Antwoorden worden ingewacht vóór of op
1 Dec. 1889 by een der commissieleden.
Op het Loo is het by den Koning en
de Koningin dienstdoende gevolg vervangen
door generaal-majoor graaf Dumonceau, par
ticulier secretaris van Z. M.den kapitein
baron Sirtema Van Grovestins, adjudantridder
Huyssen Van ICattendyke, kamerheer; rit
meester Van Tuyll Van Serooskerken, ordon-
nance officier, en baron Van Zuylen Van Nye-
velt, commies by hot Kabinet des Konings.
By den Raad van State, afdeeling voor
do geschillen van bestuur, was, in de heden
gehouden openbare vergadering, ingekomen
een Koninklyk besluit in zako hot beroep van
Joseph Gustaaf Van Emden, te Breda, togen
eene uitspraak van Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant, tot handhaving van de aan-
wyzing tot den dienst van zyn zoon Johan
Gustaaf Van Emden, loteling van de lichting
van dit jaar. Met handhaving van hot be
streden besluit van Ged. Staten, is hot beroep
ongegrond verklaard.
Behandeld werd:
lo. het beroep van Th. M. Claes teNyrne-
gen, van een besluit van burgemeester en
wethouders dier gemeente, waarbij hem ver
gunning is geweigerd tot oprichting eener
steenhouwery aan de Graafsche straat. Rap
porteur: do Staatsraad Van Vladeracken.
Voor den appellant trad op mr. I. C. I. Riveaux,
advocaat en procureur te Nymegen ter nadere
toelichting van het beroep. De heer Quack
hield zyne bezwaren tegen de vergunning vol
en de appellant gaf, ook op tot hem gerichte
vragen, eenige inlichtingen; en
2o. het beroep van J. J. Heimans te Zwolle,
tegen een besluit van burgemeester en wet
houders dier gemeente, houdende intrekking
eener vergunning tot het hebben van eene
bewaarplaats van lompen, beenderen enz. in
de Nieuwstraat aldaar. Rapporteur: de Staats
raad Van Vladeracken.
De beslissing des Konings in deze zaken
volgt later.
Bedankt is voor het boroep naar de
Herv. gemeente te Elspeet (cl. Harderwyk)
door ds. J. Bolkesteyn, predikant te Ter-Aar.
Gisteren werd te Rotterdam aanbesteed
het maken van een strekdam in de Maas
aan de Parkzyde. Er waren 9 inschryvers.
De laagste was de heer Volker, te Sliedrecht,
voor ƒ99,500.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is bepaald dat de com
missie, aan welke wordt opgedragen het exa-
mineeren van hen, die eene akte van bekwaam
heid voor middelbaar onderwys in landbouw
kunde of de akte voor lager onderwys in dat
vak, bedoeld by koninklyk besluit van 3 Au
gustus 1879 (Staatsblad no. 148) wenschen
te verkrygen, voor het jaar 1888 zitting zal
houden te Wageningen, en zyn benoemdtot
lid en voorzitter dier commissie dr. W. B.
J. Van Eyk, inspecteur van het middelbaar
onderwys; tot leden, de heerenL. Broekema,
directeur der rykslandbouwschool te Wagenin
gen, G. Reinders, dr. J. Ritzema Bos en S.
Lako. leeraren aan die school.
By koninklyk besluit van 16 dezer is
jhr. mr. P. J. Van Swinderen, kantonrechter
te Groningen, met ingang van 1 Augustus
1888, benoemd tot Commissaris dos Konings
in de provincio Drente.
Do minister van financiën maakt bekend
dat het saldo van 's Ryks schatkist op 14 dezer
bedroeg: bij de Ned. Bank 22,387,571.95'/o
on by de betaalmeesters 1,540,838.40
te zamen'23,928,410.35'/.,
De gewone audiëntiën van de ministers
van financiën, oorlog en waterstaat, handel
en nijverheid zullen as. Donderdag 19 Juli
niet plaats hobbon.
Het stoomschip „Oranje-Nassau", van
Suriname naar Amsterdam, vertrok 17 Juli
van Havre; de „Semarang", van Batavia
naar Rotterdam, is 16 Juli Tariffa gepasseord;
de „Batavia" is 17 Juli van Rotterdam te
Batavia aangekomende „Prins van Oranje",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 18 Juli
van Port-Said.
Z. M. heeft goedgekeurd dat de burge
meester Van Buurmalsen, jhr. mr. D. J. A.
A. Van Lawick van Pabst van Nyevelt, is
benoemd tot secretaris dier gemeente; ter
zake van meer dan 65-jarigen leeftyd, met
ingang van 1 Juli jl., ten laste van den Staat
toegekend de navolgende pensioenen, als: lo.
aan den eervol ontslagen ontvanger der loods
gelden te Brouwershaven, G. J. Sevonhuysen,
ten bedrage van ƒ863 's jaars, en 2o. aan
den eervol ontslagen commissaris der loodsen,
tevens ontvanger der loodsgelden te Delfzyl,
H. E. Eolsing, ten bedrage van 672 's jaars.
Uit de Tweede Kamer.
Bij de opening der algemeene beraadslaging
over het wetsontwerp tot verlenging van het
octrooi van de Nederlandsche Bank, besprak
de heer Van Bylandt meer bepaaldelyk ons
muntstelsel en had eene regeling daarvan aan
de regeling van het bankoctrooi willen ver
binden. De kosten daarvan zouden uit het
winstaandeel van de Bank kunnen gevonden
worden. Terugkeer tot don zilveren munt-
standaard achtte spreker onraadzaam. Voor
ons land moet het goud behouden worden en
voor Indië het zilver.
De lieer A. Van Dedem had gaarne gezien
dat in dit ontwerp meer voor den landbouw
ware gedaan, b. v. door geld te geven aan den
landbouw en grond als onderpand te nemen.
Ook wonschte hy de Bank als hypotheekbank
te doen werken.
Beide hoeren zouden echter vóór de wet
stemmen.
De heer Clercx achtto verlenging van het
bankoctrooi niet in het belang van het volk,
op grond van de groote nadoelen, voortvloeiende
uit het z. g. gevierde monopolie. Hy wil vollen
vrijhandel en zal voorstellen, het maatschap-
pelyk kapitaal der Bank van 20 op 16 millioen
terug te brengen en om do Bank, in het be
lang van landbouw, nyVerheid en kleinhandel,
het bedrag harer leeningen lager te doen stellen.
De heer Farncombe Sanders verdedigde eene
Bank mot goprivilegeerde stelling, wil, gelyk
de i ogeering, haar houden buiten het terrein
van don landbouw, maar wenscht mindere
voordooien voor aandeelhouders.
Do heor Farncombe Sanders betoogde nog
dat kapitaalsvergrooting onéreus is voor den
Staat en geen waarborg oplevert, Ook acht
hy moer waarborg tegen te groote uitbreiding
van den handel, in buitenlandsche wissels
noodig. Hij is tegen een langdurig octrooi.
Slot.)
DOOR
J. c.
Toch kon zy niet nalaten, voordat zy dien
uitgang bereikt had, een paar stappen zy-
waarts te doen en stil te blyven staan om
nog eens om te zien naar het prachtige huis.
Juist op dat oogenbük ging eene glazen deur,
welke toegang gaf tot de voranda, open en
trad er eene sierlyke, in zomergewaad gehulde
damesgestalte naar buiten.
Die dame betrad met vluggen tred de
veranda en wilde juist de trappen van deze
afkomen, toen zy plotseling met een luiden
uitroep van verbazing bleef stilstaan. Zij had
het meisje beneden, in den tuin by de rozen,
zien staan en deze ontdekking bracht eene
verachtelyke uitdrukking op haar gelaat
teweeg; daarop nam zy het van het hoofd
tot de voeten op en zeide langzaam en op spot-
tenden toon:
„Dus zie je or nu zóó uit 1"
Nu verscheen ook eene tweede gestalte op
de veranda. Het was die van Hans; hy had
een doek over den arm hangen en zeide, ter
wyl hy naar de jonge dame toetrad
„Hier is uw doek, juffrouw Emmi!"
Reeds dadelyk had de aangesprokene zich
omgekeerd en vroeg nu, terwyl zij Hans in
de oogen zag:
„Kyk toch eens goed kent ge die daar nog?"
Hans' gelaat werd met een donkerrood
overtogen, doch slechts voor een oogenblik
Eva had het evenwel reeds gezien en voelde
eene aandoening van naamlooze, fel pynigende
smart in hare borst. In hetzelfde oogenblik
had zy zich reeds omgewend en liep zy naar
het hek.
De tuindeur viel kletterend in het slot
Hans volgde haar niet.
De kwellende gedachte dat Eva in de bit
terheid haars gemoeds den eenen of anderen
verkeerden maatregel zou nemen, liet Hans
geene rust meer in het gezelschap. Welke
pogingen hy dan ook aanwendde om zynen
gedachten eene andere wending te geven, het
mocht hem niet gelukken. De uitbundige
vroolykheid van den opgowekten kring, waarin
hy zich bevond, deed hem veeleer smartely'k
aan on hy zocht naar een voorwendsel om
zich zoo spoedig mogelyk uit het gezelschap
te verwyderen. Eerst kon hy zulk een voor
wendsel maar niet vinden. Eindelyk een
uur stellig nadat hy op Eva was opmerkzaam
gemaakt zag hy kans weg te komen.
Hij werd nu gaandeweg rustiger. Wat was
er eigeniyk gebeurd? vroeg hy zichzelven af
hij had eene geweldige kleur gekregen, dat
had gy gevoeld toen Emmi hem aansprak,
maar dat kwam immers door de verrassing
Eva opeens op die voor haar zoo vreemde
plaats aan te treffen? En toch 1 had zy toch
by slot van rekening geen gelyk gehad? Had
hy zich harer niet geschaamd een omme
zien wel is waar maar toch zich geschaamd
voor haar? O, het was zeer verkeerd van hem
geweest! Maar zyn bloed had het hem gedaan
niet zyn hart! Neen, zyn hart niet! En hy zou
het haar toonen, al dien voornamen dames,
die hy zooeven verlaten had; heden nog zou
zy zyne verloofde zyn; ja hy had er niet
tevergeefs den geheelen ochtend ernstig over
nagedacht of hy er goed aan deed, of hot goed
voor haar, het lieve meisje, zou zyn, zich
voor altyd aan haar en met haar te verbinden.
Met zulke gedachten in het hoofd, kwam
hy thuis. Hy klopte aan de deur van de kamer
zyner kostjuffrouw en vroeg haar daarop of
Eva ook thuis was. „Neen," luidde het ant
woord; „vóór een half uurtje was zy hier,
maar zo bleef, slechts., even op hare kamer en
ging onmiddellyk weer uit. Gezien heb ik haar
in 't geheel niet. Ik dacht dat ze met u uit was 1
Hans knikte zwygend en ging naar zyne
kamer. Hier bracht hij den geheelon nacht
wakende door en hy luisterde voortdurendtel
kens meende hy hare bekende, veerkrachtige
schreden te hooren. Maar zy kwam niet.
Ook des morgens niet. Hans begaf zich op
de straat en dwaalde den geheelen voormid
dag door de stad, hy wist zelf niet waar
hy heen zou loopen. Daarop ging hy weer
naar de juffrouw, die nu inmiddels ook onge
rust was geworden. Beiden gingen naar Eva's
kamer; de deur daarvan was niet op sloten
de sleutel stak er in. Het inwendige zag er
juist zoo uit als vroeger.
„Zy heeft niets anders medegenomen dan
hetgeen zy aan het lichaam had!" zeide het
goede oude mensch. „Neen, toch hier ont
breekt de roode band; die lag anders steeds
onder den spiegel."
Hans kwam voor den eersten keer sedert
den dag, waarop Eva ze voor het eerst betrad,
in de kamer. Hoe woemoedig werd hy thans
aangedaan! Daar hing nog een oude hoed
van haar aan den wand en op het kozyn
lagen schaar en andere naaibenoodigdheden
als ware zy slechts even opgestaan.