fto. 8702.
]&ïa,a,ijL<l»2: Juli.
A°. 1888.
<geze Ccurant wordt dagelijks, met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Leiden, 30 Juni.
Feuilleton.
SLECHTS EENE KOMMA.
LEIDSCE
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 meendenf 1.10.
Franco per poe*1.40.
Afeondorltjte Kemmera0.05.
PRUS DER ADVBRTENTEHN:
Ten 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer ƒ9.171.
Grootere lettere neer pleetamlmte. Voor het m-
ceaeeeren buiten de st&d wordt 0.10 berekend.
Da uitslag van het eindexamen aan het
gymnasium alhier ia als volgt: het getuig
schrift voor de faculteit der rechtsgeleerdheid,
der godgeleerdheid, der letteren en wijsbe
geerte is toegekend aan de leerlingen van
het gymnasium N. Groen, J. Jannette Walen,
H. P. Van der Horst, D. Lodder, A. W. Voors,
Caesar Plate, J. J. Modderman, C. J. De Jong,
benevens aan de extranei W. C. Baert en
Th. Thomashet getuigschrift voor de faculteit
geneeskunde, der wis- en natuurkunde
aan de leerlingen van het gymnasium A. Kist,
P. C. T. Van der Hoeven, A. P. Boorsma,
J. B. AV. P. Roelants, E. S. J. M. A. Fraser,
benevens aan den extraneus D. P. A. Verrjjp.
In het afgeloopen kwartaal is het deta
chement der Kweekschool voor Zeevaart alhier
wederom met een 40-tal jongens vermeerderd.
Onder het opschrift: „Twee geschied
kundige documenten," brengt het „Hbl." het
volgende in herinnering:
Weldra zal het 300 jaren geleden zijn dat
de Spaansche „Onoverwinlijke Vloot" door de
^Engelsche oorlogsschepen, bijgestaan door een
Hollandsch smaldeel, verslagen en uiteenge
jaagd werd. De herinnering aan dit wapen
feit, in Augustus 1588 voorgevallen, wordt
ten onzent levendig gehouden door een zeer
langen wimpel, afkomstig van een veroverd
.Spaansch galjoen, vroeger in de Pieterskerk
te Leiden en thans in het museum aldaar
bewaard, alsmede door een oud schilderijtje
van Aert Van Antum, voorstellende het ge-
«vecht tusschon de Engelsche, Hollandsche en
■Spaanscbe schepen, aanwezig in het Ryks-
Museum alhior. De vraag doet zich op of er
wellicht nog eenige dergelijke documenten van
aanschouweljjken aard hier of daar voorhanden
zijn, welke op de groote gebeurtenis betrekking
hebben. Zoo ja, dat do edelmoedige bezitter
er dan mede verrjjke de geschiedkundige af
deeling van ons Ryks-Museum, waar reeds
zooveel bijeengebracht werd voor de geschie
denis onzer marine!
De diensturen van het Rjjkstelegraaf-
kantoor te Roelofarendsveon zijn geregeld
als volgt:
van 20 Juni tot 10 September, op werk
dagen, van 8 tot 12 uren voor- en van l'/j
tot 3'/2 en 5'/-, tot 7'/2 uren namiddags; op
Zon- en feestdagen, van 8 tot 9'/a uur voor-
en van 4 tot 5'/2 namiddags;
van 11 September tot 19 Juni, op we k-
<?a?en van 8'/2 uur voor- tot 1 uur namid
dags en van 2 tot S'/j en van 5 tot 7 uur
namiddags; op Zon- en feestdagen van 8 tot
O1/., uur voormiddags.
Deze regeling treedt heden in werking.
De rekening der gemeente Sassenheim,
over het jaar 1887, den 27sten Juni jl. den
Raad dier gemeente aangeboden, sluit met
een batig saldo van 648.70'/i-
Het was den 23sten Januari 11. juist
25 jaren geleden, dat de heer P. De Ridder
secretaris der gemeente Woubrugge werd.
Naar aanleiding daarvan heeft de heer De
Ridder, die tevens sedert 1869 burgemeester
is, den 27sten dezer, na afloop der raadsver
gadering, al de raadsleden en den ontvanger
te z\jnent genoodigd, waar men gezellig byeen-
bleef, en tot aandenken allen zijn portret in
photographic van 1863 en 1888 ter hand
gesteld.
Heden zjjn de leden der Tweede Kamer
bijeengeroepen tegen Dinsdag 10 Juli a. s.,
des namiddags te 2 uren.
Aan het ministerie van justitie werd
heden aanbesteed het maken van een rechts-
gebouw te Haarlem. Minste inschrijver was
de heer C. Eysvoogel te Aarlandorveen, voor
67,440.
De bouw van het centraal station voor
electnscbe verlichting aan den Hofsingel te
's-Hage, is heden gegund aan den aannemtr
S. H. Fernim, te Scheveningen, voor 69,500.
Ten overstaan van mr. AA7. C. Jansma
Van der Ploeg, notaris te Rotterdam, is den
27sten dezer de akte verleden, houdende op
richting van de Maatschappij Zeebad Loos
duinen.
De jaarljjksche belooning, verbonden aan
de vacante betrekking van deurwaarder dei-
directe belastingen voor het district Haarlem
mitengemeenten), wordt, na aftrok der kos
ten wegens reizen, drukwerk enz., geraamd
op ƒ980.
Zr. Ms. consul generaal in Brazilië, de
heer F. Palm, uit Rio de Janeiro, is te
's-Hage aangekomen en heeft zijn intrek ge
nomen in het „Hotel Pauloz", alwaar mede is
aangekomen de gravin Stenbock Fermor, ge
boren prinses Dolgoroucki, met familie en
groot gevolg.
By koninklijk besluit van 28 dezer is de
luitenant-generaal van het Duitsche leger Von
Mischke, adjudant van den keizer van Duitsch-
land en inspecteur der krijgsscholen daar te
lande, benoemd tot ridder-grootkruis in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 29 dezer zyn, voor
het tijdvak van 1 Juli 1888 tot en met 31
December 1889, benoemd tot assistenten in
het ziekenhuis aan de Rijks-universiteit to
Groningen, de heeren H. Offerhaus JHzn, G.
Scholtema Tzn., candidaat-artsen aan genoemde
universiteit, en J. H. Verbeek, arts aldaar.
By beschikking van den minister van
waterstaat, handel en ny verheid van 29 dezer
zyn, met ingang van 1 Juli 1888, by zyn depar
tement bevorderd tot eersten-klerk, de tweede
klerkon J. C. B. Boucher en J. M. Buskoop.
Dinsdag 3 Juli zal de stoomtram (Holl.
spoor) van Den Haag op Scheveningen door
rijden tot aan de halte aan het strand by de
Gedenknaald te Scheveningen.
Do President der Zuid-Afrikaansche Re
publiek, de heer Kruger, is benoemd tot ridder
grootkruis van het Legioen van Eer.
De Staatscourant bevat den uitslag van
de in het voorjaar van 1888 gehouden examens
ter verkrügmg van akten van bekwaamheid
als onderwyzer en onderwyzeres. Daaruit blykt
dat in de verschillende provinciën zyn opge
komen 810 mannelyke candidaten, van wie
7 zich terugtrokken, 383 werden afgewezen
en 420 toegelaten. Van vrouwelyke candidaten
waren opgekomen 504, 6 trokken zich terug,
198 werden afgewezen en 300 toegelaten. Het
totaal der toegelatenen is dus 720 van de
1314, die zich aanmeldden. In het voorjaar van
1887 slaagden 758 van de 1371.
Ter vergelyking volge hier een staatje van
den uitslag der voorjaarsexamens in de laatste
jaren
Jaren. Geëx.amineerd. Geslaagd.
1883 1161 720
1884 1298 746
1885 1432 806
1886 1423 735
1887 1371 758
Gistermiddag is te 's-Gravenhage in
ruim 80-jarigen ouderdom overleden mr. M.
Eyssell, oud procureur by den Hoogen Raad
en oud-lid van den gemeenteraad aldaar.
Het stoomschip „Gelderland" is hoden
van Rotterdam te Batavia aangekomen; de
„Noord Holland" is heden van Batavia naar
Rotterdam vertrokken.
De gisteravond aangekomen Nederland-
sche mail brengt geene nadere berichten, dan
de reeds voor een paar dagen per Fransche
mail ontvangone.
By koninklyk besluit van 28 dezer is
lo. aan dr. C. H. D. Buys Ballot, met
ingang van 18 September|1888, eervol ontslag
verleend als hoogleeraar in de faculteit dei-
wis- en atuurkunde aan de Ryks-universiteit
te Utrecht, met dankbetuiging voor de door
hem gedurende vele jaren den lande bewezen
diensten
2o. tot hoogleeraar in de faculteit der wis-
en natuurkunde aan de Ryks-universiteit te
Utrecht, om onderwys te geven in de proef-
ondervjndelyke natuurkunde, de physische
aardrykskunde, en de meteorologie, benoemd
dr. V. A. Julius, leeraar aan de gemeentelyke
hoogere burgerschool te Delft.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken zyn in de benoemde
commissie, belast met het afnemen der examens
in de Fransche taal voor zoover betreft de
in de maand Augustus en des noodig ook in
het laatst van Juli door haar af te nemen
examens, alsnog benoemdtot leden, de plaats
vervangende ledenA. Sunier, leeraar aan de
hoogere burgerschool met driejarigen cursus
te RotterdamA. H. W. De Bock, leeraar aan
de hoogere burgerschool met vyfjarigen cursus,
te 's-Gravenhage, en tot plaatsvervangende
leden: A. Gauthey, leeraar aan de hoogere
burgerschool te Zaandam, en A. D. Leeman,
hoofd eener school voor lager onderwys te
Rotterdam.
In verband met eene andere verdeeling
van werkzaamheden ter Provinciale Griffie
van Zuid Holland is de adjunct commies der
lste kl. G. C. Mingelen, aldaar werkzaam, op
wachtgeld gesteld.
De minister van financiën heeft beslist
dat gebouwen met de erven van inrichtingen
van onderwys voor doofstommen of blinden
en andere hulpbehoevenden, van grondbelas
ting behooren vrygesteld te worden, indien zij
overigens voldoen aan de wettelyke bepalingen.
By de te Alfen aan den Ryn gehouden
aanbesteding van het bouwen eener kerk
met kosterswoning was van de 13 inschrij
vers de minste de heer F. Stapper, aldaar,
voor f 20,264.
Z. M. heeft, met ingang van 1 Juli 1888,
bevorderd by het departement van waterstaat,
handel en nyverheid: tot commies J. Van de
Poll, thans adjunct-commies; tot adjunct
commies P. L. Otten en E. R. Borchors, thans
eerste klerkbepaald dat de kapitein der
infanterie van het leger in Nederlandsch-Indië
A. J. Visser, ter zake zyner verrichtingen
tydens de in de laatste helft van 1887 in
Troemon en de Tobalanden voorgevallen on
geregeldheden, by afzonderlyke dagorders, zoo
in Indië als in Nederland, eervol zal worden
vermeld.
I—Naar het Duitsch van
EUGEN SCHMITT.
Hulpeloos lag in een hoek der huisdeur
het jonge meisje, dat inderdaad bewusteloos
scheen te zyn. Mevrouw Martini wilde by het
opbeuren helpen, maar de sterke zoon wees
bare hulp af, nam het meisje op, dat nog
een half kind scheen te zyn, en droeg het
in zyne eigene kamer, waar hy de bewuste-
looze op de sofa nederlegde.
I Eduard moest zich weldra verwyderen, om
aan de moeder de zorg voor de bewustelooze
over te laten. Hy zag echter toch, zy het
ook maar een oogenblik, een gezicht voor
zich, dat even schoon als medelydenwekkend
scheen. Het was een fijn thans zeer bleek
gezicht, 't welk bruine haren in dichte vlech
ten omgaven, en dat een eigenaardigen trek
van smart en droefheid, zelfs in de bewuste
loosheid, vertoonde. De oogen waren gesloten,
maar de lange zyden wimpers doden vermoe
den dat de oogen, welke tot het schoone go-
z cht behoorden, niet minder schoon zonden zyn.
Eduard Martini ging in de zykamer er. d icht
over het avontuur na, dat hem zulk eene
eigenaardige afwisseling in zyn lustig en
vreedzaam leven bracht. Na eenigon tyd keerde
de moeder terug en zeide dat de ongelukkige
iets boter was. Zy had haar medegedeeld
dat zy eene Duitsche was en Marie heette.
Zy was eene arme wees, door hare verplegers
verstooten en had reeds eenige dagen om een
toevluchtsoord rondgedoold, niet wetend van
waar zy voedsel en onderdak zou krygen. Zy
was op het punt geweest zich in de rivier
te werpen, toen zy van vermoeidheid op den
drempel van dit huis bewusteloos neerge
vallen was.
De ongelukkige had vervolgens de haar
aangeboden versterkingen tot zich genomen
en was daarna in een diepen slaap gevallen.
Moeder en zoon aten daarom zwjjgend en be
gaven zich naar den anderen kant van het
huis om by den haard een weinig te praten,
maar elk gedruisch vermijdend, dat de onge
lukkige had kunnen storen.
Anders praatten zjj by het flikkerende
haardvuur van het Duitsche vaderland; van- j
daag echter vormde de vondelinge het onder- i
worp van hun gesprek en de oude dame I
zoowel als de jonkman waren liet daar
over geheel eens geworden, der vluchte'inge, j
die zij op hun drempel gevonden hadden, j
een onderdak niet alleen voor eenige dagem
maar, als het zyn moest, voor altyd te geven.
Deze beide menschen voelden zich gelukkig
do redders en troosters van een wanhopig,
hulpeloos wezen te kunnen zyn.
Het was intusschen laat geworden en
mevrouw Martini ging, vóór het naar bed
gaan, nog eens naar den anderen kant van
het huis, om te vragen of de ongelukkige
nog iets noodig had. Terstond daarna hoorde
Eduard zyne moeder luid roepen, en toen hy
ontsteld in de kamer trad, vond hy het jonge
meisje daar niet meer. Het geopende venster,
dat in den tuin uitkwam, bewees dat zy
dezen weg gekozen had om zich uit het huis
te verwyderen.
Het oigenaardige gevoel, dat de mensch
krygt, die zijne weldaden met ondank beloond
ziet, greep o»k moeder en zoon aan. AVat had
de ongelukkige kunnen bewegen uit een huis
te ontvluchton, waarin zy twee zulke wel
dadige harten gevonden had?
Moeder en zoon braken zich tevergeefs
daarmee het hoofd.
Toen Eduard den volgenden morgen ont
waakte en zich aankleedde, dacht hy onwille
keurig aan het avontuur van den vorigen
dag. Hij zag het bleeke gezicht mot de schoone
lynen en den smartelijken en weemoedigen
trek voor zyne oogen. Hy meende nog op
zyne armen deze jonge vrouw te dragen, die
met hare schoonheid en de armoedige klee
ding op een slecht ingezetten diamant gele
ken had.
En toen hy dan het huis verliet om zich
naar zyn bureel te begeven, zag hy onwille
keurig naar den hoek, waarin hy den vorigen
avond Marie gevonden had. Daar vielen zyne
oogen op een glinsterend voorwerp, dat zeker
gedurende den nacht hier buiten gelegen had.
Het was een sleutel, welken Eduard opnam,
want hy herkende terstond den sleutel van
zyn bureel in de drukkerij, dat hy steeds
streng sluiten moest. AVaarschynlyk was hem
deze ontvallen, toen hy den vorigen avond
de ongelukkige opgebeurd en in huis gedra
gen had.
Hy was verheugd over de vondst en stak
den sleutel haastig in den zak om zich weder
naar zyn werk te begeven.
Natuurlijk spraken moeder en zoon des
avonds nog van het voorval; natuuriyk liep
in den loop der week nog meermalen het
gesprek daarover, maar toen verdween de her
innering en het aandenken aan het incident.
Wordt vervolgd.)