N". 8699.
Donderdag 28 Jiiïii.
A0. 1888.
feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 21 Juni.
Feuilleton.
DE OORHANGERS.
LEIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per postu 1.40.
Afeonderljjke Nommers0.05.
PRUS I^jER ADYBRTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ.0.171.
Grootere lettere naar plaatarnimte. Voor het in
casseer en bniten de stad wordt 0.10 berekend.
Ofllcieele Kennisjyevin^en.
FARC VACCISOGEME.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeené kennis dat op Donderdag 28 Juni
a. 8., des namiddags van 2 tot 3 uren, zitting zal
worden gehouden in het Elisabethshof aan de Oude
Vest, tot het verrichten van inenting, tegen be
taling van ƒ1 per persoon.
Burgemeester en Wethouders voornoomd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
27 Juni 1888. E. KIST, Secretaris.
Aan den gemeenteraad wordt door B. en
Ws. aangeboden eene in alphabethische orde
gestelde voordracht voor de benoeming van
een commissaris der Bank van Leening ter ver
vulling van de vacature wegens de periodieke
aftreding van mr. C. Cock, alsmr. C. Cock,
mr. H. Van der Hoeven en L. G. Le Poole.
Tevens leggen zij over een staat, vermel
dende de namen van eenige aangeslagenen
in de Plaatselijke Directe Belasting over 1887,
die gedurende den loop van dat jaar de ge
meente hebben verlaten of overleden zyn, met
voorstel om aan die personen afschrijving of
restitutie te verleenen
Wat betreft de ingediende bezwaarschriften
tegen enkele andere aanslagen, meenen zij
in overweging te moeten geven om de reclames
van Th. Van Wjjk, de wed. H. M. C. De
Jong, gob. De Koodo, C. E. Heynsius, af te
wijzen; de aanslagen te verminderen van J.
A. Raam met ƒ3.35 en uit te trekken op
0.56, van de wed. Th. O. L. Heynen, geb.
Fransen, met 5.46 en uit te trekken op
14.34, van J. Von Kauffmann Van Buchwald
met ƒ7.45 en uit te trekken op ƒ11.92 en
den aanslag van Th. Rotteveel van het kohier
te schrappen.
Bostuurderen der Stedelijke Werkinrich
ting dragen den Raad de volgende dubbeltallen
voor, ter vervanging van de leden van hun
bestuur buiten den Gemeenteraad, die den
lsten Juli a. s. moeten aftreden, zijnde de
heeren C. J. Leembruggen, dr. D. De Loos en
dr. J. G. Van der Sluys, die weder opnieuw
benoembaar zijn. De dubbeltallen zijn: lo. de
heeren C. J. Leembruggen en C. J. M. Swaan
2o. dr. D. De Loos en dr. A. W. Kroon; 3o.
dr. J. G. Van der Sluys en dr. H. Treub.
Sedert geruimen tjjd houdt de Leidscho
hoogleeraar Doyer zich onledig met een onder
zoek der oogen van al de schoolkinderen in
de gemeente Leiden, die een getal van 6000
uitmaken. Onder anderen geschiedt dit mot
het doel om na te gaan, of werkelijk de myopie
bi) voorkeur in den beteren stand te huis be
hoort, zooals thans nog vrij algemeen wordt
aangenomen. Naar het zich laat aanzien, zul
len deze omvangrijke onderzoekingen nog in
don loop van dit jaar ten einde gebracht en
gepubliceerd worden.
Gedurende de zomermaanden zal de
muziek van het 4de regiment inf., onder direc
tie van den kapelmeester den heer J. G. H.
Mann, telkens des Woensdags van halfdrie tot
vier uren des namiddags uitvoeringen geven
in de buitensociëtoit „Amicitia."
De ontvangst door den Koning van het
buitongewoon Duitsche gezantschap op bet
Loo, is verschoven tot morgen, Donderdag.
De minister van buitenlandsche zaken, jbr.
Hartsen, geeft intusschen heden ter eere van
den afgezant een diner in het „Hotel den
Ouden Doelen" te 's-Hage, en heeft den gene
raal en zijn adjudant, vóór de audiëntie by-
Z. M. den Koning, welke in tegenwoordigheid
van ZExc. plaats heeft, te dejeuneeren uit-
genoodigd op zijn landgoed onder Hilversum.
Het afdeeling8verslag over het voorstel
tot herziening van het reglement van orde
van de Tweede Kamer, de memorie van ant
woord en het verslag van de mondelinge
gedachtenwisseling tusschen de commissie van
rapporteurs en de voorstellers, zullen nog deze
week worden rondgedeeld. Een en ander is
in een eerbiedwaardigen bundel stukken saam-
gevoegd.
Bjj den Raad van State, afdeeling voor
de geschillen van bestuur, is heden o. a. in
gekomen het Koninklijk besluit, houdende
beslissing in zake het beroep van Ruurd
Klazes Okma te Jutryp, gemeente Wymbrit-
seradeel, van een besluit van Ged. Staten van
Friesland, waarbij hy is vervallen verklaard
van het lidmaatschap van den raad dier ge
meente. Met handhaving van het besluit
van Ged. Staten, is het daartegen ingesteld
beroep ongegrond verklaard.
Door B. en Ws. van Den Haag is aan
den gemeenteraad een voorstel gedaan om
aan de agenten van politie 4de kb, die thans
per uur worden beloond, vaste jaarwedden
toe te kennen van 520 a 550. By plichts
betrachting kan uit hen eene keuze worden
gedaan voor agent 3de kl. Naast deze bezol
digde agenten 4de kb zullen eenigen in den
zelfden rang worden aangesteld, die ten koste
van byzondere personen met buitengewone
diensten worden belast en in geval van nood
ten behoeve der gemeente kunnen worden
gorequireerd en alsdan per uur betaald.
Tevens hebben zy den Raad medegedeeld
dat met ingang van 1 Juli a. s. tydelyk by
de uitvoering der werken voor de waterver-
versching in dienst is gesteld de civiel inge
nieur B. F. Lijphart, op eene maandelyksche
belooning van 125, en zulks ter vervanging
van den civiel-ingenieur A. H. W. Van der Vegt.
De groothertog Karol Alexander van
Saksen-Weimar, de schoonbroeder van koning
Willem III, herdacht eergisteren in alle stilte
onder de tegenwoordige omstandigheden in
Duitschland begrypeiyk zyn 70sten geboor
tedag.
De vorst van Waldeck is byna geheel
hersteld. Het kniegewricht is reeds geheel vry
van pyn.
In de te Haarlemmermeer gehouden
zitting van den gemeenteraad kwam ter tafel
hot kon. besluit van 7 Juni, waarby het ge
meentebestuur niet-ontvankeiyk is verklaard
in zyn beroep van het besluit van Ged. Staten,
dd. 28 December 1887, waarbij is bevolon de
aanvulling van „het onderwijzend personeel
op de scholen, met nog 15 onderwyzers. De
niet-ontvankeiykheid is uitgesproken omdat
het besluit van Gedeputeerde Staten niet is
genomen krachtens de wet op het lager on-
derwys en volgens art. 14 dier wet onkel
van besluiten, krachtens die wet ge
nomen, hooger beroep is toegelaten. Naar
aanleiding daarvan was de begrooting voor
1888 teruggezonden om te wyzigen en aan
te vullen overeenkomstig hot genoemde be
sluit van Gedeputeerde Staten. De gemeente
raad besloot echter aan de Staten te melden
dat hij nog van oordeel is niet verplicht te
zyn vóór 1 Jan. 1890 tot voltalligmaking van
hot getal onderwijzers op de scholen over te
gaan, en heeft dus gewoigord de daarvoor
noodige golden op de begrooting te brengen,
maar de begrooting opnieuw ter goedkeuring
ingezonden.
"Vervolgens werd besloten dat voor het on-
derwys in de nuttige handwerken aan school
No. 5 zal worden benoemd eene vakonder wy-
zeres, op eene jaarwedde van 200, zullende
het onderwys worden gegeven tot 1 October
in eene avondschool, en van 1 October tot 1
April in de dagschool, te beginnen, zoo moge-
lyk, 1 Augustus a. s.
De collecte voor den gewapenden dienst,
te Oudshoorn langs de huizen gehouden, heeft
opgebracht 35.50.
Het voornemen moet bestaan de Kamers
in vereenigde zitting byeen te roepen, om het
allereerst de voogdy wet te behandelen. Fad.)
De Regeering heeft ingediend een wets
ontwerp tot verhooging van de afschryving
by uitvoer van bier met een extract gehalte
boven de 15 kilogram met 7 cents per kilo
gram en van azyn van 30 gram watervry
azynzuur van 62.5 cent per liter tot 80 cents.
Voorts is een ontwerp ingediend om het
invoerrecht van azyn by hooger sterkte dan
100 gram evenredig hooger te treffen naar
de sterkte. In verband daarmede wordt voor
gekristalliseerd azynzuur een recht van ƒ30,
voor natrium acetaat 13.20 en calcium
acetaat ƒ20.40 voorgesteld.
Bfj koninkly'k besluit is aan H. F. Reynen,
te Blitterswyk, ontheffing van den werkeiyken
dienst by de militie voor het nog onvervuld
gedeelte van zyn diensttyd verleend, op grond
dat zyne aanwyzing tot den dienst, niettegen
staande zyne aanspraak op vrystelling als
eenige wettige zoon, het gevolg is geweest
van omstandigheden, welke hy niet heeft kun
nen voorkomen. Het gevorderde bewysstuk
was namelyk niet in handen van den militie
commissaris en van don militieraad gekomen,
doordien het ter gemeentesecretarie onder
andere papieren geraakt en niet gevoegd was
by de stukken, door den burgemeester opge
zonden.
Gisternacht is te Helder in 79 jarigen
ouderdom overleden de heer mr. K. J. C.
Stakman Bosso, sedert Juli 1853 burgemeester
dier gemeente. De overledene nam deel aan
de krygsbedryven van 1830 '32 en was ge
rechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis.
Gedurende vele jaren was hy lid van de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland, waarvoor
hy zich, eenige jaren geleden, wegens gevor
derden leeftyd niet weder herkiesbaar stelde,
en 34 jaren lang lid van den gemeenteraad.
Het vele goede, dat tydens het bestuur van
den heer Stakman Bosse te Heldor tot stand
kwam, zal zyne nagedachtenis voorzeker nog
lang in dankbare herinnering doen voortleven.
De heer L. Van Thuyl, doctor in de
wysbegeerte, is met de hoogste onderscheiding
aan de Pontificia Universita Gregoriana te
Rome bevorderd tot doctor in de H. godge
leerdheid.
Ter benoeming van een hoofd directeur
voor het instituut voor doofstommen te Gro
ningen, zyn voorgedragen mr. Th. Haakma
Tresling, jhr. A. W. L. Tjarda Van Starken-
borgh en jhr. mr. O. Q. Van Swinderen.
Dr. I. J. M. De Groot, uit Schiedam, thans
belast met eene wotenschappolyke zending in
China, is door de regeering der Fransche repu
bliek benoemd tot ridder van het Legioen
van Eer. (S. C.)
De plaatsing met 21 dezer van den offi
cier van gezondheid der 2de klasse by de
Uit de praktijk van een advocaat.
4) Naar het Duitsch van
EUGEN SCHMITT.
Hy was dertig jaar lang in dienst der poli
tie geweest en had zich laten pensionneeron,
omdat de dienst hem te zwaar geworden was.
Hy deed echter nog gaarne diensten als pri-
vaat-detectiof en kon als zoodanig op succès
wyzen. Hy had my destyds zyn adres achter
gelaten, en dit haalde ik nu voor den dag
om hem te verzoeken by my te komen.
Hy verscheen den volgenden morgen, en ik
vertelde hem de zaak. Ik zeide hem ook dat
ik voornemens was de photographie der
oorhangers aan alle juweliers en aan alle
handelaren in antiquiteiten en weelde-arti-
kelen te doen toekomen, maar Jordan ver
klaarde dat dit slechts weinig gevolg zou
hebben. Hy zou gaan zoeken, en ik moest
hom slechts mededeelen hoe de naam van den
woekeraar was, die aan graaf Klinkstrüm de
oorhangers gegeven had.
Toen Jordan den naam Fuchs hoorde, ver
klaarde hy terstond: „Ik ken den man. Hy
droeg zyn naam niet ten onrechte. Hy was
een der sluwste bedriegers. Maar ik ken zyne
kliek en behoef my waarschyniyk niet tever
geefs in de zaak te mengen."
Hij deed eenige exemplaren der photographie
in den zak en beloofde my reeds binnen eenige
dagen, zoo mogelyk, verdere mededeelingen
te doen.
II.
Jordan hield inderdaad woord. Na twee
dagen zocht hy my weder op en legde sprake
loos een klein étui op de tafel, waarin ik by
opening eene broche vond. Deze was precies
bewerkt als de oorhangers en ook ieder ander
had moeten erkennen dat zy ongetwyfeld tot
de sieraden behoorde, welke aan de gravin
Klinkström ontstolen waren.
„Vanwaar hebt gij dat?" vroeg ik verbaasd.
„Ik heb het by een der vrienden van Fuchs
gevonden, en deze heeft het van Fuchs
zeiven. "Waarschyniyk zyn al de sieraden in
zyn bezit geweest. Maar Fuchs is er van door
gegaan en moet zich te Londen ophouden. Ik
heb wel is waar nog een spoor, maar dat is
zóó onzeker, dat ik voorloopig daarover niet
spreken wil. Ik acht het zeer gewichtig naar
M. te gaan, ja, nog meer, een onderzoek op
het slot zelf in te stellen. Daar is in elk
geval meer te vernemen dan hier. Ik matig
my niet aan een ontdekkingsgenie te zyn,
maar wy menschen hebben toch een geheel
anderen blik by zulke ingewikkelde zaken als
de heeren rechters in de provincie, die slechts
zelden zulke moeilyke zaken in handen heb
ben. Ik verzoek u dus een voorschot, dat het
my mogelyk maakt onbekend naar het land
goed van graaf Klinkström te reizen."
„Onbekend?" vroeg ik.
„Ja. Het ware toch zeer dwaas van my als
ik my daar als politiebeambte wilde voordoen.
Ik moet öf in de stad M. bf in hare omgeving,
zoo mogelyk op het landgoed van den graaf,
uitvorschen, in welke betrekking de gevluchte
Fuchs met die buurt gestaan heeft, of daar
een of andere kennis is, dien hy reeds sedert
langen tyd heeft, dan wel of men niet
van zyne aanwezigheid in M. iets ver
nemen kan."
„Gy gelooft dus", vroeg ik, „dat Fuchs met
de dieven in relatie stond?"
„Neen!" antwoordde Jordan; „dat geloof ik
niet. Fuchs heeft nooit gestolen voorwerpen
gekocht. Zoo dom was hy niet. Hy maakte
veel betere zaken met den woekerhandel dan
met zaken, welke hem toch te eeniger tyd
in het tuchthuis moesten brengen. Indien
do voorwerpen gestolen waren, dan wist Fuchs
er zeker niets van."
„Gy legt", antwoordde ik weder, „zóó den
nadruk op „indien", dat men byna aannemen
moet dat gy in 't geheel niet aan een diefstal
gelooft."
„Ik zal my", antwoordde Jordan, „wel
wachten zulk eene bewering uit te spreken.
"Wonderlyk is het slechts dat de diefstal
zóó gepleegd is, dat geen spoor achterbleef.
Zooals gy my zelf mededeoldet, was noch het
slot van het juweelenkastje, noch dat van het
kistje, waarin de sieraden geborgen waren,
beschadigd. Maar, waarde heor advocaat, ik
spreek niet gaarne over dingen, waarvan ik
zelf nog zeer onzeker ben. Zooals gezegd, ik
heb een spoor, dat ik volgen wil, en als gy
my vertrouwen wilt schenken, doe hot dan.
Gy kunt u op my verlaten."
Jordan vertrok, en ik was zeer nieuwsgierig
naar hetgeen hy bereiken zou. Ik deed den
jongen graaf Klinkström mededeeling van
Jordans vondst en toonde hem de broche. Hy
verklaarde dat deze tot de familiesieraden be
hoorde en verzocht my dringend met deze
vondst naar M. te gaan, om haar den rechter
van instructie voor te leggen en hem mede te
doelen dat het spoor der dieven naar de resi
dentie voerde. (Wordt vervolgd.)