bron in de Haarlemmermeer, waarvan het
water sterk ijzerhoudend werd bevonden. Een
nader onderzoek bracht aan het licht dat die
bron reeds sedert vele jaren vloeit en, ook
in zeer warme en droge zomers, dagelijks
eenige duizend liter ijzerhoudend water levert,
dat ook by strenge koude of zeer hooge zomer
warmte steeds een constanten warmtegraad
behoudt.
Binnenkort zal genoemd blad in staat ge
steld worden de analyse van het water mede
te deelen, waaruit wellicht zal biyken dat het
in samenstelling voor vele dergeiyke wateren
van het buitenland niet behoeft onder te doen.
Gisteravond omstreeks negen
uren trok de haringjager de „Wodan" Sche-
veningen voorby, welke schuit in den vroegen
ochtend van hedon te Vlaardingen aankwam
met 346 ton maatjes- en 56 ton volle haring.
Heden werd uit Vlaardingen de eerste Vlaar-
dingsche haring aan den Koning gezonden.
Vrydag-nacht zyn dieven de kerk
te Sibbe, gemeente Oud-Valkenburg, binnen
gedrongen. Al de aanwezige offerblokken wer
den opengebroken en golodigd.
De pastoor, die vlak naast de kerk woont,
loste, toen hy gedruisch in de kerk hoorde,
vier schoten uit eene revolver, waarop de
dieven het hazenpad kozen.
De marechaussee uit Valkenburg arresteerde
denzelfden dag ter plaatse zelve zekeren C.,
huisschilder uit Voerendaal, op wien zware
vermoedens schijnen te rusten. Misschien is
deze persoon ook niet vreemd aan de kerk
diefstallen, in denzelfden nacht te Voerendaal
en Wynandsrade gepleegd.
Do gearresteerde is de zoon van eene achtens
waardige familie.
Zondag-avond brandde de boer-
dery in het Rutselbosch te Oosterhout, bewoond
door W. Oomers en toebehoorende aan den
heer Desmet, van Brussel, tot den grond toe
af. De vrouw, die den brand ontdekte, redde
nog met moeite hare vyf kinderen. De geheele
inboedel, welke slechts laag verzekerd was,
is verbrand.
Eene vrouw te Gennep, die een
kind van een half jaar alleen in huis had
achtergelaten, vond by terugkomst van den
veldarbeid haar kind dood in de wieg.
Uit Wageningen meldt men van
25 JuniHedenmiddag ontstond alhier eon
hevige brand in de boerdery, bewoond door
de wed. v. D. Het geheele perceel met een
groot deel van den inboedel werd eene prooi
der vlammen. Het huis was tegen brandschade
verzekerd. Oorzaak onbekend. (N. B. C.)
De toestand van den heer Huy-
decoper te Arnhem was gisteren, den negenden
dag na de verwonding, gunstig. Het levens
gevaar mag geweken worden geacht. (A. C.)
Zondag-avond omstreeks elf uren
is tusschen Hilversum en Laren door do Gooische
stoomtram een onbekende man van middel
haren leeftyd overreden, met het gevolg dat
hu aanstonds dood was. Het ïyk werd naar
Hilversum overgebracht.
Te Middelburg is een milicien
der infanterie by het zwemmen verdronken.
In de week van 17 tot en met
23 Juni 11. zyn te Zutfen door mazelen aan
getast 9 personen, en daaraan, gedurende dat
tydvak, overleden 5 personen.
Te Sleeuwjjk sloeg gisternamid
dag, ongeveer drie uren, de bliksem in het
dak van het pas gebouwde veerhuis, raakte
den rechterarm van den veerman, welke
ongeveer een kwartier gevoelloos was, sloeg
op den zolder eenig houtwerk stuk, nam de
kalk op verscheidene plaatsen van den muur
en schynt door den schoorsteen wedef een
uitweg gevonden te hebben.
Een paar personen, die in hot veerhuis
aanwezig waren, werden niet getroffen; de
een echter was gedurende 10 minuten doof
aan het linkeroor en de andere, eene vrouw,
viel van schrik op den grond.
Naar wjj in de ,Mepp. C t." lezen,
is Woensdag het goheele huisgezin van den
heer W. Smit to Meppel na het gebruik van
zoogenaamde Mei-knollen, welke in een ge-
emailleerde metalen pan waren toebereid,
ongesteld geworden, zoodat geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen. Het is ge
bleken dat van de pan het glazuur had los
gelaten en liiordoor, na het gebruik dei-
groente, braking en diarrhee is ontstaan.
'tKan ter waarschuwing dienon.
In de diergaarde te Pest li werd
verleden week eon jeugdige knaap door een
der aldaar gestalde ponny's letterlyk vaneen
gescheurd en doodgebeten. Een onderzoek heeft
aan het licht gebracht dat het paard ongeveer
zes weken geledon waarschyniyk door een
dollen hond gebeten werd en dus aan dol
heid leed.
Dienzelfden dag stierf aldaar een kind van
drie jaar, dat acht weken geleden door eene
kat in de hand was gebeten, doch zóó weinig,
dat de ouders geene notitie van het kleine
wondje hadden genomen. Ook hier bleek men
met hondsdolheid te doen gehad te hebben.
Eene depeche uit Nieuw -York
deelt mede dat generaal William Franklin,
afstammeling van den zoo beroemden Benjamin
Franklin, benoemd is tot algemeen commis
saris voor de tentoonstelling in 1889 te Parys,
voor de afdeeling dor Yereenigde Staten.
Een telegraphischberichtuitBin-
gen aan de „Kólnische Zeitung" luidt:
Van Zaterdag-avond zes tot 's nachts twee
uren heeft in deze omstreken een lievig on-
weder gewoed, gepaard met eene wolkbreuk.
De spoorweg Bingerbrück-Oberwesel werd op
verscheidene plaatsen, naby Trechlinghausen
zelfs een heel eind, beschadigd. De spoorlyn
Bingerbrück-Kreuznach werd by Laubenheim
vernield. Er zyn manschappen met reddings
wagens daarheen gezonden. De beken in het
Bingerwald, by Kreuznach, by Oberwesel en
bij Bacharach overstroomden de spoorlynen
met geduchte watermassa's. Ook in de om
streken van Munster am Stein heeft het water
groote schade aan velden en huizen en onder
het vee aangericht. Het water stond op som
mige plaatsen een meter hoog; schuren en
stallen werden weggerukt; in de dorpen, die
het dichtst by de bergen liggen, zyn vele
huizen en molens vernield. De menschen moes
ten met schuiten van de daken gehaald wor
den. Er zyn eenige personen om het leven
gekomen. De vernieling in de wynbergen is
nog niet te overzien. De treinen uit Keulen
zyn voorby Bacharach, en de trein Frankfort-
Metz-Parys by Bingerbrück tegengehouden. De
reizigers hebben gedeeltelyk te Bingen hunnen
intrek genomen. Het spoorwegverkeer zal
waarschyniyk nog een dag gestremd blyven.
Volgens een later telegram uit Bingen, was
de Rynspoorweg, linker-oever, tusschen Ober
wesel en Bacharach, Zondag middag weder
vrygekomen, maar moesten de reizigers by
Trechlinghausen nog overstappen. Sinds dien
avond kon ook het Rynspoor weder worden
bereden, maar daarlangs stonden de manschap
pen nog tot aan de borst in het water te werken.
Te Londen schynen in de wyk
Holloway een aantal straatjongens er hun
genoegen in te vinden, over de kleederen van
voorbykomende fraai gekleede dames eene
oplossing van vitriool te werpen. De kleederen
zyn dan natuurlyk onherroepelyk bedorven
en het gevaar bestaat bovendien, dat het ver-
derfeiyke vocht, het gelaat in plaats van de
kleederen treffende, onherstelbare vermin
kingen veroorzaakt. De „Globe" dringt er op
aan dat de politie ten spoedigste hieraan een
einde make.
In de Vrydag gehouden zitting
van den Paryschen gemeenteraad is het ver
bod tegen het losloopen der honden ter sprake
gebracht. By die gelegenheid heeft de prefect
verklaard dat er te Parys voor 70,000 hon
den belasting werd betaald en voor byna
even zooveel niet. In den loop dezes jaars
waren er, zeide hy, reeds twaalf personen
aan hondsdolheid overleden.
Zekere schilder Baud, een man van 71
jaren, had zyn patryshond, welk dier hy ver
afgoodde, los laten loopen. De hond was
krachtens do nieuwe verordening opgepakt
en afgemaakt. De wanhopige eigenaar be
tuigde niet langer te willen leven en Vrydag-
ochtend heeft men zyn lyk gevonden. Hy
had zich in zyn kelder opgehangen.
Te Beriyn is d« vorige weet
voor de eerste maal ongetwyfeld aan een
candidaat in de philosophie de doctorstitel
gegeven, maar de door hem verdedigde disser
tatie afgewezen, op grond dat dezeop
te slecht papier was gedrukt.
Hériot, de eigenaar van de Louvre-
magazynen te Parys, is nog altyd in levens
gevaar. De kogelwonde is nog verre van ge
nezen en de hersenkoortsen duren voort.
In eene vergadering van de
eigenaren der yzergieteryen te Bordeaux is
besloten al de fabrieken te sluiten. Deze maat
regel moest genomen worden, doordien den
werklieden van hot établissement Gueuse Co.
door de andere werklieden de arbeid ver
boden was.
De stoomboot „Vorra", van de
Duitsche Lloyd, met 600 passagiers aan boord,
is Zondag by hoog water ten westen der
Dunguen-battery gestrand. Drie sleepbooten
van Dover zyn hulp gaan bieden. Men hoopte
by volgend hoog water het schip los te kry'gen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
By gelegenheid van den nationalen feestdag
op 14 Juli a. s. zullen te Parys drie standbeelden
worden onthulddat van Étienne Marcel, den
eersten verdediger der burgerlyke vryheden,
van Gambetta, den grooten patriot en van
Robillot, den heldhaftigen soldaat.
Generaal Boulanger is Zaterdag weder
in de Kamer verschenen in gezelschap van
Laguerre. De generaal had eene kalme, bedaarde
houding aangenomen en noch binnen noch
buiten zyn incidenten voorgekomen.
De generaal gaat van zyne parlementaire
beslommeringen uitrusten in het departement
lien et-Vilaine, by den afgevaardigde Hérissé.
Men meldt uit Parys dat overleden is
graaf Arthur de la Rochefoucauld, schoon
broeder van prins Borghese en van den graaf
van Greffulile.
Dultaohland.
Volgens de „Memorial Diplomatique" zal er
binnenkort eene samenkomst plaats hebben
der Oostenryksche, Duitsche en Italiaansche
vorsten, met het oogmerk om het bestaande
drievoudig verbond te versterken.
De ex-keizerin Victoria heeft haren zoon
een regeeringsprogramma overgereikt, dat
door Frederik II was geschreven en alleen
voor de oogen van zyn opvolger bestemd was.
Von Bismarck heeft aan het Engelsche
kabinet doen weten dat hy geen reden van
ongerustheid heeft en dat, buiten onvoorziene
omstandigheden, de vrede niet gestoord zal
worden.
Italië.
De verkiezingen te Genua en te Venetië zyn
geheel ten voordeele der liberalen uitgevallen.
Het antwoord van Frankrijk omtrent
het nieuwe handelsverdrag is aangekomen.
De onderhandelingen zullen zeer waarschyniyk
tot een goed resulaat leiden.
De keizer en de keizerin van Brazilië
zullen half Juli naar hun land terugkeeren.
Ketter Wilhelm II ln den Rijksdag.
De groote dag was gisteren aangebroken,
waarop de nieuwe Duitsche keizer zyne intrede
in den Ryksdag zou doen tot het uitspreken
zyner troonrede.
By het binnentreden der Witte Zaal bevond
de keizer zich tusschen den koning van Saksen
en den prins-regent van Beieren.
De heer Von Wedell bracht het eerste „Hoch I"
uit op den keizer en de bondsvorsten.
De keizer droeg een zwaren purperen man
tel met grooten gouden borstketting. Hy zag
by het begin der plechtigheid zeer bleek en
had zichtbaar eene sterke aandoening te over
winnen. Later kreeg zyne stem echter een
zoo helderen, vasten klank als op het exercitie
veld. Zyne houding tegenover Von Bismarck
gedurende de plechtige handeling was harte-
lyk te noemen. Hy schudde hem herhaaldeiyk
de hand en knikte hem dankbaar toe.
Naast den keizerstroon was op een zetel
van purper satyn de jonge keizerin gezeten,
gekleed in een rouwgewaad van zwarten
wollen stof, met een gouden keten om den
hals, haar schoon blond haar in weelderige
lokken golvende. Vóór haar stond de zesjarige
kroonprins, een flinke, blonde knaap, in zwarto
jongenskleeding. Alle bondsvorsten droegen
purperen mantels met eene zilveren ster ge
borduurd, ter hoogte van het hart, zynde dit
de galakleeding der ridders van de Zwarte
Adelaarsorde.
Onder de afgevaardigden van den Ryksdag
ontbraken alleen alle sociaal-democraten en
Elzassers. Von Bismarck, in zyne witte kuras
siers-uniform, zag er vry lydend uit; ook de
maarschalk Von Moltke scheen eenigszins
vermoeid door de gebeurtenissen der laatste
maanden.
De troonrede luidt in haar geheel aldus:
„Myne heeren! Met diepen rouw in het
hart heet ik u hier welkom. Ik weet dat gy
met my treurt. De herinnering aan het zware
lydon myns vaders en het treffend feit, dat
ik drie maanden na het overlyden van keizer
Wilhelm I tot den troon word geroepen,
oefenen denzelfden invloed op de harten van
alle Duitschers, en daarbij heeft onze smart
warme deelneming gevonden in alle andere
landen der aardo.
Onder het gewicht dezer smart gebukt,
smeek ik God, dat Hij my kracht geve om
do zware taak, waartoe Zijn wil my heeft
geroepen, te vervulfen.
Gehoorgevend aan deze roepstem, heb ik
het voorbeeld voor oogen, dat keizer Wilhelm
na hevige oorlogen door zyne vredelievende
regeering, zyn opvolgers heeft gegeven en
dat ook door myn geliefden vader, voorzoover
ziekte en dood hem niet beletten zyne plannen
uit te voeren, is nagevolgd.
U, myne heeren, heb ik hier byeengeroepen
om in uwe tegenwoordigheid aan het Duitsche
volk te verkondigen dat ik besloten heb als
keizer en koning dezelfde wegen te bewan
delen, waarop myn grootvader het vertrouwen
zyner bondgenooten, de liefde van het Duit
sche volk en de welwillende waardeering der
andere volken heeft verworven. Of dit my
zal gelukken, berust in 's Hoeren hand, maar
ik beloof u dat het mijn ernstig streven zal zyn.
De gewichtigste taak van den Duitschen
keizer betreft de militaire en politieke be
veiliging van het ryk ten opzichte van het
buitenland en ook in het binnenland, benevens
in de bewaking der tenuitvoerlegging van
de rykswetten.
De hoogste dezer wetten is do Grondwet.
Deze te handhaven en te beschermen, zoowel
in alle rechten, welke zy den beiden wet-
gevonden lichamen des volks en iederen Duit-
sclier verleent, als ook in die, welke zy den
keizer en iedet der Bondstaten en hun vorsten
waarborgt, dit is een der eerste rechten
en plichten des keizers.
Aan de wetgeving des ryks heb ik, volgens
de Grondwet, meer als koning van Pruisen
dan als Duitsch keizer mede te werken, maar
in beide hoedanigheden zal het myn streven
zyn het werk der wetgeving in denzelfden
geest voort te zetten als myn grootvader dit
heeft begonnen. In het byzonder sluit ik my
aan by de boodschap, welke door hem den
17den November 1881 is uitgevaardigd. In
den geest dezer boodschap zal ik steeds voort
gaan en trachten de Wetgeving tot regeling
van den arbeid verder te verbeteren, zoodat
ook de arbeidende bevolking de bescherming
ontvange, welke overeenkomstig de grond
stellingen der christelyke zedeleer den zwak
ken en verdrukten in den stryd om het bestaan
kari worden verleend.
In hoop dat het my zal gelukken op dezen
weg door eene minnelyke schikking ongezonde
tegenstellingen in de maatschappy te doen
verdwynen en ik vertrouw dat ik tot bevor
dering van onze welvaart op den eenstemmigen
steun van alle trouwe aanhangers des Ryks
en van de Bondstaten kan rekenen.
Evenzoo houd ik het voor noodig dat.onze
politieke en sociale ontwikkeling binnen de
perken der wet worden gehouden en dat alle
pogingen, welker doel is de orde van den Staat
te ondermynen, krachtig worden bestreden.
In de buitenlandsche staatkunde ben ik
besloten met ieder den vrede te handhaven,
voor zoover dit van my afhangt. Myne liefde
tot het Duitsche leger en myne betrekking
tot het leger zullen my nooit in verleiding
brengen, het land van de weldaden des vrede3
te berooven, indien de oorlog niet onvermy-
deiyk wordt door een aanval op ons of op een
onzer bondgenooten.
Ons leger zal ons den vrede verzekeren en
geeft ons een waarborg, dat wy, indien de
vrede mocht worden verbroken, dien met eere
terug zullen winnen. Dit zal het leger met
Gods hulp kunnen doen, dank zy der kracht,
welke het door het eenstemmig besluit van
den Ryksdag heeft verkregen. Deze kracht
tot den aanval te gebruiken, daaraan denk ik
niet. Duitschland heeft noch nieuwen krygs-
roem, noch veroveringen noodig, nadat het
zich zyne eenheid met het zwaard heeft ver
worven.
Ons verbond met Oostenryk-Hongarye is
bekend. Ik houd daaraan vast in Duitsche
trouw, niet alleen omdat het is gesloten, maar
omdat ik in dit defensief verbond den grond
slag zie van het Europeesch evenwicht en
eene nalatenschap der Duitsche geschiedenis,
geheel strookende met de openbare meening
van het Duitsche volk en volkomen overeen
stemmend met het Europeesch volkenrecht,
gelyk dit tot 1866 algemeen als geldig werd
erkend.
Dezelfde herinneringen verbinden ons met
Italië. Beide landen willen den vrede hand
haven en in rust hunne verworven eenheid
bevestigen.
Onze met Oostenryk-Hongarye en Italië
bestaande overeenkomsten vergunnen my tot
myn genoegen myne persoonlyke vriendschap
met den keizer van Rusland en de sinds
honderd jaren bestaande vriendschappelyke
betrekkingen met het naburige Russische
ryk, welke overeenstemmen met myne per
soonlyke meaning, zoowel als met de belan
gen van Duitschland, te onderhouden.
By de nauw gezette handhaving des vredes
zal ik even bereidwillig werkzaam zyn voor