Maandag 25 JTinii.
A0. 1888.
$828 jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Leiden, 23 Juni.
Feuilleton.
DE STROOPER.
N°. 8638.
PRIJS3 DBZER COTJRASrT:
foer Leiden per 3 f 1.10.
rwsoo per poet..l.M.
&P;onderl$ke NomntMi.646.
PRUS DER ADVERTENTIE*:
Tui 1—6 re^ela 1.06. Ieder* rege 1 meer O.ITfc.
Grootere lettere cur pUetcroint*. Voor hei ia-
ee* toeren buiten de eted wordt 0.10 berekend.
Heden zyn aan do universiteit alhier be
vorderd de heer J. P. Nannings, geb. te
I Amsterdam, tot doctor in de geneeskunde, met
icademisch proefschrift, get.: „Over de aan
wending van het kreosoot by longtuberculose",
9n do heer J. P. Houwing, doctor in de klas
sieke letteren, geb. te Blokzyl, tot doctor in
de rechtswetenschap, met academisch proef
schrift, get.„Dwaling by overeenkomsten
«aar Nederlandsch recht."
Tot onderwy'zer aan eene byzondore
school alhier is tegen 1 Juli benoemd de
heer S. I. Waaijers te Rotterdam.
In de deze week gehouden vergadering
van den Raad der gemeente Voorhout, heeft
het nieuw benoemde lid, de lieer G. T. Van
der Hulst, in handen van den voorzitter afge
legd de eederi, voorgeschreven by art. 83 der
Grondwet en art. 39 der Gemeentewet, waar
na hy is geïnstalleerd en door den voorzitter
met zyne benoeming geluk gewenscht.
De collecte, gehouden tot aanmoediging
en ondersteuning van den gewapenden dienst
in de Nederlanden, heeft opgebracht te Zoeter-
meer ƒ19.10, te Zegwaard ƒ15.15, te Oogst
feest ongeveer 65 en te Voorhout ƒ10.25.
De Staatscourant bevat de statuten der
vereeniging de Kerkelijke kas te Nieuw-Vennep,
gomeonto Haarlemmermeer.
By koninkiyk besluit van 21 dezer is:
lo. aan dr. F. C. Donders, met ingang van
i8 Sept. 1888, eervol ontslag verleend als
hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde
aan de Ryks-univorsiteit te Utrecht, met dank
betuiging voor do door hem gedurende vele
jaren den lande bewezen diensten
„2o. met wyziging van Zr. Hs. besluit van
15 Sept. 1877 dr. Th. W. Engelmann, hoog
leeraar in de faculteit dor geneeskunde aan
de Rijks-universiteit te Utrecht, belast mot
het onderwys in de physiologie;
3o. met wyziging van Zr. Ms. besluit van
30 Juni 1881, dr. C. A. Pekelharing, hoog
leeraar in de faculteit der geneeskunde aan
de Rijks-universiteit te Utrecht, belast met
het onderwys in de algemeens physiologie en
de vergelijkende biologie, de weefselleer en het
experimenteels gedeelte dor pharmacodynamic,
bepaaldeiyk de medische toxicologie;
4o. tot hoogleeraar in de faculteit der ge
neeskunde aan de Ryks-universiteit te Utrecht,
om onderwijs te geven in de ziektekunde en
de ziektekundige ontleedkunde, benoemddr. C.
Verhaal uit de Beiersche bergen.
S)
Naar hot Duitsch van
FKIEDK. nOLCII.
„Ah, wat gy zegt!" spotte de strooper.
„Gy meent dat my zylk oen bed goed zou
doen? Maar ik denk dat ik wel eens een
weinig ruw gewekt zou kunnen worden!
Domme kerelGy moet niet denken dat ik
my op zulk eene wyze laat vangen."
„Maar waar denkt gy aan?" riep de boer.
„Ik heb het goed gemeend.
„Laat het goed zyn, boer," viel Franzl hem
verachtoiyk in de rede, „ik geloof u toch niet
God behoede u, boerin 1 Ik dank u zeer voor
het eten en voor den onderstand. Wees niet
boos op my, dat ik u uit den besten slaap
gewekt en u zooveel works veroorzaakt heb.
Misschien is het de laatste keer geweest, dat
ik by u was
„Dat kondt gij wel eens geraden hebben,"
murmelde de boer, en hy luisterde aandachtig
naar de kamer, waarin de jager zich terugge
trokken had. Maar niots bewoog zich en toornig
H. Jï. Spronck, lector in de geneeskunde aan
gemelde Rijks-universiteit;
5o. aan dr. C. H. H. Spronck voormeld,
met ingang van den dag, waarop hy zyne
lessen als hoogleeraar zal hebben aangevangen,
eervol ontslag verleend als lector aan de Ryks-
universiteit te Utrecht.
By koninkiyk besluit van denzelfden datum
is verder:
lo. aan dr. W. Koster, op zijn verzoek, met
ingang van 18 Sept. 1888, eervol ontslag ver
leend als hoogleeraar in de faculteit der ge
neeskunde aan de Ryks-universiteit te Utrecht,
met dankbetuiging voor de door hem den
lande bewezen diensten;
2o. tot hoogleeraar in de faculteit der ge
neeskunde aan de Ryks-universiteit te Utrecht,
om onderwys te goven in de ontleedkunde,
benoemd dr. Emil Rosenberg, gewoon hoog
leeraar aan de universiteit te Dorpat.
Scheveningen telt een rechtschapen, kloek
en schrander burger minder. Bene langdurige
krankheid, welke zyne laatste levensjaren
tot een lijden maakte, sloopte eindelyk de
laatste krachten van den heer Pieter Varke-
visser, reeder en koopman aldaar. Aan zijn
r.aam in het algemeen, maar voor Scheve
ningen in het byzonder, zijn op velerlei gebied
kosteiyke herinneringen verbonden.
Hy was een der voortvarendste en be
kwaamste reeders en kooplieden van zyn tyd
en de visschersplaats dankt een groot deel
van hare opkomst en bloei aan hem. Toen
niemand er aan dacht met het buitenland
handelsbetrekkingen aan te knoopen, had hy
den eersten stoot in die richting gegeven
en baande door zyn geestkracht en onder
nemingsgeest den weg voor den grooten
handel in versche visch met Engeland.
Do te Amsterdam gevestigde Duitschers
hebben het voornemen opgevat ter herinne
ring aan keizor Frederik een „Kaiser-Friedrich-
Stiftung" op te richten. Het doel dezer instel
ling zal zyn aldaar wonende Duitschers, die
buiten hunne schuld in ongunstige omstan
digheden verkeeren, te ondersteunen, in de
eerste plaats door hen te gemoet te komen
bij het betalen hunner huur. Het plan is
ontworpen door het „Deutsche Hulfverein,"
dat daarvoor reeds van gegoede Duitschers,
die te Amsterdam zyn gevestigd, aanzienlyke
bydragen heeft ontvangen.
Met de voorgenomen herstelling van het
standbeeld van Piet Hein, in het voormalig
Delftshaven, heeft men een begin gemaakt.
Reeds is een geheele omtimmering aangebracht,
terwyl men tevens bezig is het plantsoen
waarin dit standbeeld prykt, door het aan
brengen van bloemen in zomergewaad te
steken.
In het Juni nummor van „De Economist"
komt ook een opstel voor van prof. A. Beaujon
naar aanleiding van de oprichting van den
Nederlandschen Werkgeversbond. Als hy zyn
doel bereikt, zal hy een belangryken invloed
ten goede op de sociale toostandon in Neder
land uitoefenen. Dat doel ishet bevorderen
der pensioenvorzekering van werklieden, door
werkgevers, vrywillig en zonder staatsdwang.
Als het voorbeeld van het Duitsche reglemen-
teerende staats socialisme al op eenig punt
tot navolging moge opwekken, in deze materie
zeer zeker niet, gelyk de schryver nader be
toogt. Meer Nederlandsch acht hij het in elk
geval, dat de werkgevers zeiven de zaak ter
hand nemen en de belangryke offers, die zy
eischt, aanvaarden zonder staatsdwang of
staats-reglementeering. In de enkele weken,
die sedert de oprichting van den Werkgevers-
bond zijn verloopen, bleek roeds van uitge
breide medewerking. „Zal intusschen", zegt
de schryver, „de ouderdomsverzekering wer-
kelyk langs dezen weg en met de krachtige
hulp die de Bond aanbiedt onder het opkomende
geslacht der handarbeiders algemeen worden,
zullen hetgeen in hoofdzaak wordt beoogd
generation werklieden ontstaan, wien de oude
dag met geone materiëele zorgen meer dreigt,
dan is zeer algemeene medewerking noodig.
Wij mogen verwachten dat ze niet zal uit-
bly ven. Het zou waarlyk de eerste maal niet
zyn dat de vrywillige samenwerking van
particulieren, zich uitend in een bloeiend en
krachtig Vereenigingsleven, in Nederland dat
gene tot stand bracht, wat elders, onder moeite
en zuchten, door gedwongen offers ver
kregen wordt."
Op de voordracht voor leeraar in de
wiskunde aan het progymnasium te Gouda
staan de heerenF. Sieverdink, doctorandus
in de wis- en natuurkunde en leeraar aan
de ambachtsschool te Amsterdam, en L.
Van Elfrinkhof, doctor in de wis- en natuur
kunde te Nykerk.
De aalmoezenier van de kapel van wijlen
de Koningin-moeder der Nederlanden, be-
hoorondo tot de Keizorlyke Russische legatie,
te 's-Hage, de aartspriester N. Bogoslowsky,
commandour van de orde van St.-Anna, heeft
van den keizer van Rusland een nieuw eeroblyk
ontvangen, nl. het kruis van St.-Wladimir 4de
klasse.
Naar men uit Heerenveen aan de „Stan
daard" meldt, is de hoor O. Bosgra, lid van
de Tweede Kamer voor het district Bergum,
lydende aan eene ziekte der ingewanden,
welke weinig hoop op volkomen herstel geeft.
Do drie hoogleeraren van de Ryks-univer
siteit te Utrecht, die volgens de wet tot af
treding werden verplicht, hebben allen van
hunne leerlingen afscheid genomen. In de
vorige week hield prof. Donders zyn laatste
college, Dinsdag prof. Buys Ballot en Donder
dag prof. Doedes. By dit laatstgenoemde
hoogleeraarsafscheid was de zaal goed bezet,
want behalve zyne tegenwoordige waren ook
verscheidene oud-leerlingen uit alle streken
des lands tegenwoordig om den gevierden
man op dozen dag hunne eer en hulde te bewy-
zen. Men merkte onder de aanwezigen ook
op prof. Nicolaas Beets, gewezen ambtgenoot
van prof. Doedes, die hem voor eenige jaren
was voorgegaan in het emeritaat.
De minister van w., h. en n. heeft, in
overleg met zyne ambtgenooten, bepaald dat,
te rekenen van Zondag 15 Juli a. s., des
Zondags geene bestelling of afgifte zal plaats
vinden van brieven of stukken, welke portvrij
verzonden zyn, (dienstbrieven of dienstpak-
ketten), tenzy de behandeling daarvan byzon-
deren spoed vereischt en ter aanduiding
daarvan het woord „spoed" op het adres
vermeld is.
Van dezen maatregel zyn, uit den aard
dor zaak, uit te sluiten de brieven en andere
stukken voor Z. M. den Koning en Ht. Ds.
Huis, en zullen daarin tevens niet moeten
worden bogrepen die, bestemd voor het
Kabinet des Konings en de brieven en stuk
ken uit het buitenland verzonden aan het
departement van buitenlandscho zaken.
Het beroemde Boriynsche Domkoor zal
wederom ons land bezoeken.
Het stoomschip „Edam", van Nieuw-York
naar Amsterdam, passeerde 22 Juni Dover.
Z. M. heeft aar. mr. E. W. Guljè, op
zijn verzoek, met ingang van 1 Juli 1888, eervol
ontslag verleend als rechter in de arrondisse-
ments-rechtbank te Maastricht; benoemd
tot president der arrondissements-reclitbank
te 's-Gravenhage, mr. A. A. Wevo, thans
vice-president der arrondissements-rechtbank
te Rotterdam; tot substituut-officier van jus
titie by de arrondissements-rechtbank te Tie),
mr. C. M. Schram de Jong, thans substituut
officier van justitie by de arrondissements
rechtbank te Winschotentot ambtenaar van
het openbaar ministerie by de kantongerechten
in het arrondissement Roermond, ter stand
plaats Roermond, mr. E. R. H.Regout, advocaat
en procureur te Maastricht.
balde hy by de gedachte, dat de jager mis
schien geen moed had, de vuist.
„Zoo, en nu nog een wftioröje tot u", ging
de strooper voort. „Weet gy waarom ik by
u om eene schuilplaats gekomen ben? Omdat
de lieden, als het verraden wordt, dat zy my
eten gegeven hebben, streng gestraft worden 1
Daarom zoek ik nu hen, die my altyd genegen
waren, nooit op. Maar hen, die hot slecht met
my meenen en zich geen oogenblik bedenken
zouden my aan den rechter uit te leveren,
zoek ik nu op! Gy behoort ook tot myne
goede vrienden, Angerbauer, en zyt bovendien
een slechte kerel, en als gy om mynentwege
gestraft wordt, dan krygt gy uw verdiende
loon
„Zoo", tandeknarste de boer, en wierp een
venynigen blik op den jongen man, „meent
gy! Nu, ik dank u zeer dat gy het zoo goed
met my meent! Misschien komt echter zeer
spoedig de tyd, dat ik u uwen goeden wil
vergelden kan."
„Dat zullen wy niet hopen," lachte Franzl,
„dan zou het my slecht kunnen gaan! Maar
het is nu tyd dat ik ga! Kom, Tiras en
gy boer, gaat weer vooruit!"
Hy wendde zich af en bukte zich om zyne
buks weer op te nemen. Op dit oogenblik
brak Tiras in een woedend geblaf uit en
snelde naar de keukendeur, maar voordat hy
deze nog bereikte, kraakte een schot, kruit
damp vervulde de ruimte en huilend zeeg het
dier neer. Met een verwoeden kreet bracht
de strooper de buks aan de wang en richtte
haar op de deur, maar voordat hy schieten
kon, viel hy kermend neer, want Angerbauer
had fluks eene byl gegrepen en met het
stompe einde den strooper zulk een hevigen
slag op het hoofd toegebracht, dat liy terstond
bewusteloos neerzeeg.
„Hemel", schreeuwde de boerin, die acht6r
den haard gevlucht was, „gy hebt hem ge
dood!"
„Dat zou niet jammer zyn!" riep de boer
met een ruwen lach; „maar ik geloof niet
dat hy dood is! —Zoo, de tweehonderd gulden
hebben wy", wendde hy zich tot den jager,
dio nu, de rookende buks nog in de handen
houdend, in de lieuken trad. „Maar nu willen
wy hem binden, voordat hy weder bykomt,
en als het dag wordt en hy een weinig van
den schrik bekomen is, brengen wy hem naar
Miesbach, naar het landgerecht.
De jager zag den bewustelooze aan met
blikken, welke van haat en wilde vreugde
getuigden. „Schurk", siste by, „nu hebben
wy u eindelyk eens gekregen!"
Terwijl de boerin den bewustelooze het bloed.
van het gezicht wischte en de hoofdwonde
met een doek gebrekkig verbond, zochten de
beide mannen strikken en bonden den ge
vangene, nadat zy hem opgebeurd en op eene
bank gezet hadden, handen en voeten. De ge
wonde had intusschen het bewustzyn herkregen
en met een kermend geluid de oogen geopend.
„Hoho, hy opent don mond weer", spotte
Angerbauer. „Heb ik het niet gezegd dat
onkruid niet zoo spoedig vergaat?—Hé", riep
hy luid en gaf by deze toespraak den gevan
gene een stoot met den voet, „kunt gy u nog
herinneren wat gy destyds te Enterrottach
tot my gezegd hebt? Nu heb ik u toch ge
vangen!"
De oogen van den gevangene rustten met
een verachtelyke uitdrukking op den sprekende.
„My geschiedt recht", antwoordde hy met
zwakke stem; „waarom heb ik zulk een
aartsleugenaar ook maar een woord geloofd!
Lever my nu uit en laat u hot bloedgeld uit
betalen! Het zal u op de ziel branden, zoo.-
lang gy leeft."
Hy zweeg en wendde het gezicht af.
(Slot volgt.)