N°. 8690. Maandas; IS Juni. A°. 1888. (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Mpn- en feestdagen, uitgegeven. WILHELM II, KEIZER VAN DUITSCHLAND GEBOREN 27 JANUARI 1859. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor LeideD per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.06. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0.171 Grootere lettere naar plaaternlmte. Voor het in caeeeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. paedagoog kon den vorstelyken ouders geen grooter genoegen doen. Alzoo kwam prins Wilhelm in het najaar van 1874 in de hoogste afdeeling der tweede klasse; in 1877 deed hy eind examen. Kort te voren had de geheimraad Wiese, inspecteur van het gymnasiaal onderwys in Pruisen, de inrichting te Kassei op zyne inspectiereis be zocht. In zqn rapport vinden wy het volgende vermeld: „Prins Wilhelm komt iederen morgen te paard van Wilhelmshöhe, waar hy des zomers woont, naar Kassei; hy is altyd precies te zeven uren in zyne klasse present. Volgens den wensch des Keizers is het aantal leerlingen in die afdeeling tot twintig bepaald. In kleeding en manieren is er geen verschil tusschen den prins en de overige leerlingen te bespeuren, en hy kenmerkt zich over het algemeen door eenvoud en bescheidenheid." De vorderingen, welke hy maakte, waren uiterst bevredigend; oude talen en algemeene geschiedenis waren zyne lievelingsvakken. Uit eigen beweging vertaalde hy onderscheidene oden van Horatius en leerde ze van buiten. Toen de prins het gymnasium verliet, legde de Kroonprins voor het aan zqn zoon gegeven onderricht zyne dankbaarheid aan den dag door de stichting van eene studiebeurs, welke den naam draagt van „Prins Wilhelm- Stipendium", en waaruit jaar- ïyks duizend mark wordt betaald aan een begaafd, doch onbemid deld jongeling, die het gym nasium bezoekt en in het genot van de beurs blyft tot zyne academische studiën zyn afge- loopen. Van '77 tot '79 bezocht de prins de universiteit te Bonn, en stelde zich, zoowel door privaatlessen als het bywonen van openbare colleges, op de hoogte van die vakken, welke voor zyne toekomstige bestem ming van het meeste gewicht werden geacht, vooral van de rechts en staatswetenschappen het plan dier studiën werd, in overleg met den Kroonprins en den Minister van Eeredienst Falck, geregeld door den geheim raad Göppert. Ook maakte de prins kennis met de minder ern stige zyde van het studenten leven. Als lid van het studen tencorps „Borussia" verscheen hy vaak, met de witte muts getooid, in de „Kneipe" van zyne club. In lateren tyd onderhield hy de betrekking met deze vroolyke vereeniging, door ge regeld haar jaarfeest by te wonen. Verleden jaar vierde de club haar zestigjarig bestaan, en by deze gelegenheid beantwoordde hy, in burgerkleeding en met de „Borussia"-muts op, den toost op den Keizer; met eene toespeling op de kleuren der club, wit en zwart, ook die der Hohenzollerns, eindigde hy zyne speech met deze woorden„Moge de plichtsbetrachting, welke onze Vaderen onder deze kleuren aan den dag gelegd hebben, op het jongere geslacht, op de tegenwoordige corpsbroeders overgaan. Moge ieder hunner het ambt, dat hy zal bekleeden, hierdoor tot sieraad zynl" In het najaar van 1882 werd de prins onder leiding van den Opperpresident van Brandenburg ingewyd in den staatsdienst. I G-eboren 27 Januari 1859. Slechts korten tyd mocht Keizer Frederik I den troon zyns vaders bezettenlang genoeg |om het verlies, dat de Duitsche natie d, recht levendig te doen gevoelen. Het is inderdaad een zeldzaam voorbeeld van plicht- >1, van toewyding aan het I raderland, dat de Keizer gaf; onder de droevigste omstandig- heden bleef hy zyne krachten inspannen, bleef hy de belangen behartigen, hem door geboorte en roeping opgelegd. De weinige weken, gedurende welke hy do I teugels der Regeering in handen had, leveren de stof voor eene der aandoenlykste bladzyden in Duitschlands geschiedenis. Het ligt ons allen nog versch in het geheugen hoe hy, toen de mare van zyns vaders dood hem in zyne afzondering te San-Remo bereikte, geen oogenblik aarzel- geen gevaar ontzag, doch onmiddellyk dadrbeen ging, waar zijn plicht hem riep; en welk een machtigen indruk zyne eer ste regeeringsdaden, de beroem- do proclamatie aan het Pruisi sche volk en het niet minder merkwaardige memorandum, tot den Rykskanselier gericht, niet slechts maakten op zyne eigen onderdanen, maar hoe zy door ge heel Europa met warmte werden tuegejuicht. Niet geringe waar deering vond ook des Keizers houding in de bekende familie omstandigheid, het plan, betref fende het huwelijk zynerdochter Victoria, by welke gelegenheid duidelyk uitkwam dat hy het belang des Ryks boven elke andore overweging stelde. En nog in de laatste week van zyn leven bewees Keizer Frederik den moed zyner overtuiging te bezitten, toen hy in verzet kwam tegen een Staatsbeleid, waar door de vryheid der verkiezingen tot eene fictie wordt gemaakt. Dat alles is thans voorbyde hand is verstyfd, welke zoo menige schoone gedachte op het papier bracht, ook toen de stem haren dienst weigerde, en weldra zal opnieuw de Berlynsche Dom kerk hare deuren openen om het stoffelyk overschot eens Duitschen Keizers aan de eer biedige beschouwing des volks ten toon te stellen. Aller blikken wenden zich thans naar den troonopvolger, den negen-en- twintig-jarigen Keizer Wilhelm II, en op aller lippen komt de vraag: Wat heeft Duitschland, wat heeft de wereld van dezen Vorst te wachten? Het oudste der vyf kinderen, (twee zonen en drie dochters) van Keizer Frederik en Keizerin Victoria werd geboren een jaar en twee dagen na het huwelyk der ouders; van zyne eerste levensjaren bracht hy een groot gedeelte door te Stettin, in Pommeren, waar de toenmalige Kroonprins, als Stadhouder en commandant van het tweede legercorps, zyn zetel had gevestigd, ver van het gewoel der staatspartijen, van het tooneel van den stryd tusschen den Rykskanselier en den zyne plannen van legerversterking weerstrevenden Landdag. Het is bekend dat de Kroonprinses Victoria zelve de meeste zorg droeg voor de opvoeding van hare kinderen, hierin getrouw bygestaan door haren echtgenooten dat men by Prins Wilhelm reeds op jeugdigen leeftyd eene bijzondere scherpzinnigheid van oordeel opmerkte, heeft hy ontegenzeggelijk voor een niet gering deel aan zyne moeder te danken. Lang mocht de Kroonprins niet vertoeven in den schoot van het gezin, waar hy zich zoo by uitstek thuis gevoelde; de stryd met Denemarken over de Sleeswyk-Holsteinsche Toch is het er verre af dat Prins Wilhelm eene éénzijdige militaire opvoeding heeft gehad. Bjj zyne ouders stond het vast dat hy onderwys ontvangen zou in vereeniging met de zonen van gewone burgers, dat hy met hen zou plaats nemen op de gewone school banken, om te wedy veren in het streven naar kennis en bekwaamheid. Door middel van zaak riep hem in 1864 te velde. Herinneringen uit jeugdigen leeftyd zyn doorgaans scherp en levendig, en oefenen een krachtigen invloed uit op de geestesontwikkeling, en het kan niet anders, of de zegepralen, waarin zyn vader een zoo hoogst belangryk aandeel had, moeten wel op de verbeelding van den jongen prins gewerkt hebben, en in hem dien militai ren geest hebben gewekt, welke eene der hoofd eigenschappen is van de vorsten uit het Huis Hohenzollern. Men denke slechts welke herinne ringen er verbonden zyn aan de jaren '64, '66 en '70, aan de namen Duppelerschansen, Künig- gr&tz en SédanNiet het bloote toeval heeft in Wilhelm den soldaat vroegtydig doen ontwaken. huisonderwys in verschillende vakken werd hy voorbereid tot den gymnasialen cursus, en toen in 1874 ook zyn broeder, prins Hein- rich, den gevorderden leeftyd had bereikt, werden beide knapen geplaatst op het gym nasium te Kassei. Toen de directeur dezer inrichting, dr. Yogt, van den Kroonprins het verzoek ontving, zyne beide zonen te plaatsen, antwoordde hy als volgt: „Den wensch der ouders beschouw ik als een bevel. Doch ik eisch van beide vorstelyke leerlingen volledige onderwerping aan dezelfde plichten en aan dezelfde tucht, welke aan de overige leerlingen worden voorgeschreven en opgelegd; ik kan geenerlei onderscheid maken." De waardige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 11