N°. 8685.
Dinsdag 113 Juni.
A0. 1888.
fgeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 11 Juni.
Feuilleton.
EERESCHULDEN.
i r
PRIJS DEZHR COURANT:
Voor Leidon per 8 maanden1.10.
franco per poat1,40.
i&onderltlke Kemmora.0.08.
PEIJS DEE ADYBRTHNTIIIN:
Tan 1—6 regel»/1.06. Ieder» regel meer 0.17!.
Qroótere lettere near plaatsruimte. Toot bet ia*'
oaeseeren bulten de atad wordt 0.10 berékeftd.
jene breede schare van vrienden en belang
eenden had zich hedenmorgen tegen twaalf
-611 op de begraafplaats aan de Groenesteeg
rcenigd ter opwachting van hot stoffelijk
erschot van wijlen den heer P. Van der Velden
dbrink, goponsionneerd kapitein ter zee en
in de orde van de Eikekroon, dezer
in den leeftijd van 70 jaren alhier
erleden.
Aan de groeve bevonden zich bovendien
et hunnen commandant de verpleegden uit
et Invalidenhuis, terwijl velen zich bij den
eet der naaste betrokkingen hadden aange-
oten.
Toen de kist in den grafkelder was neer
stoten, trad de heer De Kanter, oud-zeeofficier,
aar voren om een kort woord van waar-
eering te spreken over zijn vroegeren com-
andant, dien hij, in het tijdperk van drie jaren
at hij met hem doorbracht, had loeren kennen
an de meest gunstige zijde, als een officier,
ien het woord plicht geen ijdele klank was, die
ich onderscheidde door eene buitengemeens
auwgezetlieid in het vervullen der militaire
lichten zoowel te land als ter zee, alsmede
oor zijn humaan karakter en die daarom recht
vaardige straffen oplegde, maar dikwijls ook
genoodzaakt was te doen boeten, zóódanig, dat
de straf soms meer den straffer dan den ge
strafte leed deed. De overledene had zich in
zijne militaire loopbaan tevens eene edeler
roeping gesteld, door insgelijks de persoonlijke
belangen in hot particuliere leven van velen te
behartigen door welgemeende terechtwijzin
gen en daardoor menigeen van den verkeerden
weer op den goeden weg terug te brengen.
Allen, die Erdbrink gekend of onder hem ge
diend hebbon, waar ook gevestigd, zullen, bjj
bet vernemen van zyn dood, moeton getuigen
dat zij veel aan hem te danken hebben en
erkennen dat de eenvoudige, doch warme
hulde, hem hier aan zijne laatste rustplaats
gebracht, alleszins verdiend is. Hij ruste
in vrede
Dr. H. G. Plagen, ofschoon niet veel mogende
I spreken, wenschte toch met een enkel woord
I ook van zijne hooge achting voor den overledene
'te doen blijken. Na eraan te hebben her
innerd met welk een diep gevoel de woorden
des vorigen sprekers waren gesproken en aan
gehoord, wees do predikant er op hoe dank
baar de zwaar beproefde kinderen mogen zijn
zulk een vader, als zij verloren, te hebben
bezeten. Toen zijne taak in het militaire levon
was afgewerkt, bleef hij als burger niet stil
zitten, maar werkte h(j zoolang het dag was.
De commissiën van het Invalidenhuis, de
Kweekschool voor Zeevaart, de Vereeniging tot
zedelijke verbetering der gevangenen, de Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen en zoovele
andere instellingen meer, in welker besturen
hij zitting had, kunnen dit getuigen.
In elke betrekking was hij op zijne plaats
en stichtte hij nut met de uitstekende eigen
schappen van geest en hart, welke hem ken
merkten. Zijne vele vrienden mogen het dan
ook een voorrecht achten hem op hun levens
weg te hebben ontmoet. Maar zij zullen ook
met diep leedwezen terugdenken aan de familie
betrekkingen, wier woning van vreugde, thans
in een huis van droefheid en rouwe is verkeerd
geworden. Zulke menschen als Van der Velden
Erdbrink er een was, sterven echter nooit 1
Daarna betuigde diens zoon, die den yroe-
geron werkkring zijns vaders heeft betreden
en nu luitenant ter zee is, ook namens zijne
familie, aller dank en waardeering voor de
hartelijke belangstelling, heden en dezer dagen
ondervonden.
Van bevoegde zijde wordt ons medege
deeld dat de openbare les der leerlingen van
de muziekschool des heeren Willem Van Iperen
alhier, zal plaats hebben in „Zomerzorg", op
30 Juni a. s., aanvangende te zes uren. Ook
de orkestklasse dier school zal dien avond
iets voordragen.
De tuin en de zaal van het café „Zomer-
lust" alhier, waren door de onderofficiers -
vereeniging „Door vriendschap vereenigd" ge
kozen tot het houden eener buitengewone
vergadering of liever van een zomerfeest op
jl. Zaterdag-avond. Die keuze kon uitstekend
genoemd worden, daar èn tuin èn zaal van
„Zomerlust" eene zeer goede gelegenheid aan
bieden om feestelijk bijeen te zijn.
Behalve een groot aantal gelntroduceerden,
wien het hanteeren der wapenen wellicht
minder vlug en sierlijk zou afgaan, bevonden
zich onder de feestvierenden ook leden der
voreenigingen „Pugno pro Patria" en „Het
metalen Kruis", terwijl ook eenige invaliden
gehoor gegeven hadden aan de officiëele uit-
noodiging, tot hen gericht. Dat ook hot schoone
geslacht vertegenwoordigd was, behoeftnauwe
lyks vermeld te worden.
Nadat velen zich in de zaal hadden neder
gezet, anderen zich eene zitplaats in den tuin
hadden gekozen en terwijl enkelen, de plassen
vermijdende, dien tuin doorwandelden, ving de
kleine kapel van het vierde regiment infan
terie met de muziekuitvoering aan, welke over
het algemeen zeer voldeed en blijkbaar zóózeer
de aandacht der hoorderessen en hoorders
tot zich trok, dat er eene voortdurende stilte
heerschto.
Die stilte maakte eindelijk evenwel voor
eene meer feestelijke stemming plaats toen
de tuin, waaruit, behalve door de gewone
gasverlichting, de duisternis gebannen werd
door eene illuminatie van vetglaasjos en
waarin eene groote W, eveneens van zulke
glaasjes voorzien, ha»r licht verspreidde, voor
een groot deel bestraald werd door veelkleu
rig bengaalsch licht. Ja, men geraakte in
geestdrift toen het vaandel der vereeniging
in den glans van dat licht werd geplaatst
en van uit de geïllumineerde muziektent de
tonen van het Nederlandsche volkslied weer
klonken.
Nauwelijks waren de laatste tonen van het
slotstuk van het muziekprogramma wegge
storven, of er werden pogingen in het werk
gesteld om de zaal in balzaal te veranderen.
Toen deze werkzaamheden ten einde waren,
nam de voorzitter der vereeniging het woord,
wees er op welk een hechten band er be
staat tusschen burgerij en militairen, herin
nerde aan de teleurstelling, welke het niet-
doorgaan van een vorig beraamd feest had
teweeggebracht en toonde het nut aan van
het bestaan der vereeniging, hopende dat nog
menigeen tot haar mocht toetreden.
Daverende toejuichingen weerklonken na
het uitspreken dezer woorden en weldra ving
het bal aan, waaraan door velen werd deel
genomen en dat tot omstreeks halfvyf in den
morgen duurde.
De onderofficiers-vereeniging „Door vriend
schap vereenigd" kan met voldoening op het
door haar aangeboden feest terugzien, trots
het minder gunstige weder.
Hedenochtend te 5 u. 55 m. vertrokken
velen onzer Katholieke stadgenooten per extra
spoortrein van hier ter bedevaart naar Ant
werpen en Scherpenheuvel, om Woensdag a.s.
te 5 u. 15 m. 's avonds terug te keeren.
Bjj de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes, in partijen van 100, 50, 10
en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen
35, ƒ18.50, 3.70 en ƒ1.85; de laagste
35, ƒ18, 3.70 en ƒ1.85.
Bjj beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is bepaald dat de com
missiën, welke worden belast met het afnemen
van examens in de vreemde talen, waarvan
do programma's by kon. besluit van 14 Oct.
1884 zyn vastgesteld, voor 1888 zitting zullen
houden voor de Fransche en Engelsche talen
te Utrecht en voor de Hoogduitsche taal te
's-Gravenhage, en zyn benoemd tot lid en
voorzitter van de commissie voor de Fransche
taal, dr. J. G. Van Eyken, inspecteur der
gymnasia, te 's-Gravenhage; tot lid en voor
zitter van de commissie voor de Hoogduitsche
taal, dr. B. Symons, hoogleeraar aan de Ryks-
universiteit te Groningentot lid en voorzitter
der commissie voor de Engelsche taal, dr.
W. G. Brill, oud-hoogleeraar aan de Rijks
universiteit te Utrecht. De examens zullen
worden afgenomen in de maand Augustus,
des noodig ook in hot laatst van Juli. In de
commissie voor de Fransche taal heeft o. a.
zitting de heer P. Werkman, leeraar aan de
H. B.-School te Leiden.
De heer Niessink, hulpprediker te Kaag,
heeft de benoeming te Eierland, op Tessel, aan
genomen.
By den uitgever Julius Springer te Beriyn
is thans de zomerdienst verschenen van het
„Roichskursbuch", waarvan de heer Sythoff
te Leiden de exploitatie voor ons land heeft
op zich genomen. Het mag verwondering wek
ken dat dit boek hier zoo woinig bekend is,
want het heeft verscheidene eigenschappen,
welke het boven andere spoorweggidsen, ook
boven Hendschel's Telegraph, onderscheidt.
Het „Reichskursbuch" wordt bewerkt in de
bureels van het Reichspostamt te Beriyn,
zoodat het een officieel karakter heeft.
Behalve eene groote kaart van Duitschland
en aangrenzende landen, bevat het aan de
keerzyde overzichtskaarten van Tyrol en Salz-
kammergut, Zwitserland, Nederland en België,
benevens schetskaarten van de ligging dei-
spoorwegstations in de steden Beriyn, Breslau,
Brussel, Buda-Pesth, Dresden, Frankfort a/d
Main, Hambu rg, Leipzig, M ün ch enPary s, Praag,
Rotterdam en Weenen, met opgaaf hoe ver
de stations van elkander verwyderd zyn.
Voorts is elke afdeeling gedrukt op eene ver
schillende kleur van papier, afzonderiyk inge
naaid en van een kaartje voorzien, zoodat men
b. v. in zyn geheel uit het boek kan nemen
I. Oosteiyk Duitschland, II. Middel- en Noord-
wosteiyk Duitschland, III. Zuid-Duitschland,
IV. Oostenryk-Hongarye, V. liet overige Europa
met Aziatisch-Turkye, Egypte en de verbin
dingen per stoomschip met alle overige landen
van de wereld. De zesde afdeeling bevat ein-
deiyk eene menigte antwoorden op vragen,
welke zich elk oogenblik voordoen.
Door graaf Van der Straten-Ponthoz, laat-
stelyk gezant van Zyne Majesteit den Koning
der Belgen, te Beriyn, en voordien te 's Gra-
venhage, is aan het ryk, ter plaatsing in het
koninkiyk kabinet van scliilderyen te 's-Gra
Historische vertelling naar het Duitsch
1) VAN
B. v. WOLFSH0FER.
„Vergiffenis, vader", zeide Mary, terwyi zij
op de knieën viel. „Maar ik bemin Edward!
Wjj hebben elkander eeuwige trouw gezworen
en ik zou zeker sterven als gy niet uwe toe
stemming tot ons huwelyk gaaft".
De baronet beurde het schoone kind op en
drukte het zacht aan zyne borst. Gelyktydig
wenkte hy een jongen officier, die tot nu toe
besluiteloos en verlegen ter zyde gestaan had,
met eene vriendelyke beweging te naderen.
Met eene haast, geëvenredigd aan den wensch
van zijn hart, voldeed deze aan de uitnoodi-
ging van den slotheer.
„Dank, sir William, duizendmaal dank!"
riep hy, de hand van dezen vattend. „Ik wist
immers dat gy Marv te zeer bemint om het
als een onrecht te beschouwen dat zy een
armen officier.
„Niet zoo haastig, jongo vriend", viel de
baronet in. „Maak u geene illusies, welke de
werkelykheid niet verwezeniyken kan. Zoo
ik niet heftig uitvaar, omdat ik getuige ge
worden ben dat tusschen Mary en u een
innig verbond des harten bestaat, moogt gy
daarom nog niet op myne toestemming reke
nen. Overigens ben ik oorzaak geweest dat
zulke betrekkingen mogelyk zyn geworden. Ik
had toezien, ik had Mary de gelegenheid tot eene
samenkomst met u beletten moetenIn plaats
daarvan haalde ik u in myn huis en verheugde
my in het behagen, dat gy in myn kind
schiept 1 Moest u dat niet het bewys zyn, dat
ik niets op uw persoon heb aan te merken?"
„Maar wat kan u evenwel bewegen my
Mary's hand te weigeren?"
„Omdat ik arm ben evenals gyzelf! Omdat
de eenige dochter van den baronet Wakerset
haren toekomstigen echtgenoot geen honderd
pond ten huwelyk kan brengen! Omdat deze
veeleerder eens verplicht zal zyn voor den
ouderdom van zyn schoonvader te zorgen."
Een somber zwygon volgde op deze woorden.
Als 't. ware van een last bevryd, welke
zwaar op zyne borst had gedrukt, zonk de
baronet in een zetel en noodigde den jongen
officier door eene handbeweging uit, tegenover
hem plaats te nemen.
Werktuigelyk gehoorzaamde deze en sir
William begon: „De hemel is myn getuige
dat ik onschuldig ben aan de ruïne, welke
over myn huis gekomen is. Myn streven was
nooit rykdommen te vergaren, maar ik heb
ook niets zinneloos verkwist. Wat myne voor
vaderen eens in den loop van eeuwen door
eigen vlyt of door de gunst der hoerschers ver
worven hadden, trachtte ik vóór alles te be
houden. Mary Wakerset was tot nog toe ryk
genoeg om zich den echtgenoot naar de stem
van heur hart te kiezen. Daarom had ik er
niets tegen dat myn kind juist u, Edward,
met hare fjunst onderscheidde. Want, laat my
openhartig zynhet was myn wensch u eens
als den echtgenoot van Mary te zien".
En deze hoop zou zy dan voor altyd
vervlogen zyn?"
„Ja, Edward! Evengoed als myn vermogen!
Sedert weken volgt de eene jobstyding de
andere om my deze zekerheid op te dringen.
Gy weet dat de have der Wakersets grooten-
doels bestaat in overzeesche bezittingen, welke
onder koningin Elisabeth gekocht werden. Zy
zyn in handen der Franschen gevallen, die
zich onder de tegenwoordige regeering stuk
voor stuk in de zuidolyke provinciën der
nieuwe wereld toeëigenen. De schepen, welke
de overblyfselen uit dat vermogen naar Oud-
Engeland zouden brengen, werden eene prooi
der golven. Zóó hebben allo machten der
wereld zich tegen my verbonden om my tot
een bedelaar te maken".
„Maar daarin bestond toch niet uw geheele
vermogen gy vergeeft my, sir", viel de
jonge officier in. „Gy vergeet uwe aanzien-
lyke bezittingen in Oud Engeland zelf, hier
Wakerset-house en de landeryen, welke daar
omheen liggen."
De baronet wendde verlegen het gelaat af.
„Gy hebt gelyk", murmelde hy. „Maar ook
die zyn verloren. Sta my toe u te vertellen
hoe dat gekomen is. Ik vertrouwde een
machtig man, die eens myn vriend was. In
lastige omstandigheden wendde hy zich tot
my om voor hem borg te staan. Hulpvaardig
als ik was, voldeed ik aan zyn wensch. Maar
hy hield zyn woord niet; nu komen zyne
schuldeischers by my; ik sta op het punt
met smaad en schande uit Wakerset-house
gejaagd te worden, om getuige te zyn hoe
de bezitting myner oude familie onder den
hamer komt."
„En de naam van den man, die u zoo in
den steek heeft gelaten? Daar gy my zulk
oen verregaand vertrouwen schenkt, strekt
gy dat misschien nog tot dit punt uit."
„Gy zult hem weten, Edward! Het is....
Bolingbroke!"
„Bolingbrokeriep de jonge officier ver
baasd. „O, dan begryp ik alles!"
Wordt vervolgd.)