De Wcilerlnndsche Hunslnljverhelds- (entoonsiclllng (e 's-Gravcnhage. Toen eenige jaren geleden verschoideno voor standers van de schoone kunsten te 's-Gra- venliage bijeenkwamen om te trachten eene tentoonstelling tot stand te brengen, welke den staat van onze tegenwoordige kunstnijver heid zou aanwijzen, hadden zjj zeker niet kunnen vermoeden dat hun arbeid zóó veel omvattend zou wezen en hun weg met zooveel doornen zou zijn bezaaid. Zjj hadden gorokend op de sympathie van de Regeering, op don steun van alle kunstbeoefenaren, op de medewer king van alle Nederlanders. In vele opzichten zagen zjj zich teleurgesteld on het is zeker te betreuren dat do Regeering eene weinig aanmoedigende Jiouding aannam. Toch werd de moed niet opgegeven en aan de goestkracht van een twaalftal mannen heeft man het to danken, dat heden de „nationalo tentoonstelling van oude on nieuwe kunst nijverheid" goopend werd, welke bestemd is om de vorderingen van onze kunstnijverheid in het licht te stellen, om den kunstsmaak te ontwikkelen en, zoo mogelijk, de kiomon te leggen voor een kunstnijverheidsmuseum in de residentie. Zjj wisten oen waarborgfonds te vormen, dat door niet minder dan 1200 mannen en vrouwen van goeden wil word saamgebracht zij wisten in allo hoeken van het land kunst voorwerpen uit vroegere eeuwen to ontdekken on Noderlandsche nijverheidsinrichtingen te bewegen hare voortbrengselen naar Den Haag te zenden. Door zijne medewerking niet 't minst mag men reeds nu vorklaren, dat uit het oogpunt der kunst dezo tentoonstelling hoe betrekkelijk klein ook in vergelijking met de reuzen-expo sities van de laatste jaren, zeer belangrijk zal zjjn. En ofschoon ook by de opening de afdeeling Oude Kunst nog niet gereed is, bljjkt reeds nu welke zorg de heer Van der Keilen aan deze afdeeling heeft besteed. Midden in den Hertenkamp verrezen, met het front naar den Boschkant, maakt het ge bouw der tentoonstelling een levendigen indruk. Het i3 opgetrokken in renaissance-stijl en wel dngteekenondo uit het bloeitijdperk der Itali- aansche kunst. Aan de verhoudingen is bij zondere zorg besteed en allo détails zjjn volgons teokoning uitgevoerd. Het grondvlak van het gebouw is rechthoekig (36 meter breed b(j 80 meter lang), terwijl aan de achterzijde een uitbouw is gemaakt, waardoor de grootste lengte 05 meter wordt. Do monumentale gevol bestaat uit 3 doelen een vooruitspringende, 20 meter hooge middel- fajide, door een breede portiek toegang ge vend tot eene ruime vestibule, zoomede uit" 15 meter hooge zijvleugels, die loggia's vor mer.. De bekroningsgroep boven op de raiddel- fagade stelt voor de Glorie, die kunst en kunstnijverheid kroont. Deze groep evenals de vier rijzige beelden aan de hoofdpilasters, Nijverheid en Kunst allegorisch uitdruk kende, zjjn allen door de kunstvaardige hand van den beeldhouwer, den heer Bart Van Havo te Amsterdam, gemodelleerd. Een breede deur vowit den hoofdingang tot do zalen. In het fronton is het Noderlandsche wapen geschilderd en daarboven de buste van de Nederlandscho Maagd, omgoven door de wapens der provinciën in fraaie kleuren. Do bekendo kunstschilder de heer Jan Stor- tonbeker te 's Oravenhage, werd met deze decoratieve beschildering belast, ovenals met die in de vier loggia's, feiten uit onze kunst geschiedenis weergevende: de werkplaatsen van Rembrandt, van Vredeman De Vries, van Van Vianen en Herman Piqtersz., een Delftsch aardewerk-fabrikant. Deze vier schilderijen, waarvan de figuren levensgroot zijn, vormen oen entrée den kunsttempel waardig. Inwendig is het gebouw afgedeeld in drie ruime zalen, gebouwd naar eene pilasteordo in renaissancostijl. Do middenzaal hoeft een ton gewelf tot bedekking en in haar midden is een cour gevormd, eene achthoekige zaal mot oen zoor kunstig nagebootst kruisgewelf, dio- nende voor schilderijzaal. Tar zjjde van dozen cour zjjn toegangen tot de zjjzalen, welke in denzelfden stijl als de hoofd- z lal zijn gebouwd. Do hoofdzaal is aan weers zijden en de zijzalen zijn aan één kant verdoold ill van elkaar afgescheiden vakken, bestemd voor verschillende groepen of afzonderlijke inzendingen. Do afdooling oude kunst is daarbij n°S in t .vee helften gesplitst, oen voor afzonderlijke inzendingen, terwijl in de andoro een reoks van vertrekken is ingericht, welke ieder op zichzelf het beeld weergeven van deomgoving, waarin onze voorouders in verschillende tijd perken van het verledene leefden. De groote receptiezaal eindelijk i3 aan het achtergedeelte van het gebouw. Zjj bevat drie in oudon stijl gemeubelde zijvertrekken. Het terrein der tentoonstelling was tot dus ver eene grasvlakte, waarin de herten spron gen en dat den schutters tot exercitieveld diende. De Koekamp is thans voor het grootste gedeelte omgetooverd in een park, door den heer Galesloot, te Amsterdam, op flinke schaal aangelegd, waarin de gazons, rozen en andere bloomen in perken bijeengebracht, wachten op den zomerregen on de zomerwarmte om hun kleurenrijkdom te ontplooien. De achtergrond van het terrein is aange- wezon als vereenigingspunt voor het publiek, dat daar van den tocht kan uitrusten. In een breeden kring zijn daar op het groen der weide en in het lommer dei breodgetakte boo- mon een tiental inrichtingen geplaatst, bestemd om lafenis te bieden aan bezoekers. In het midden is de muziektempel, waarin door ver schillende corpsen tijdens den duur ochtend en avonduitvoeringen zullen worden gegeven. Waar nog heden tot in den vroegen ochtend alles in de weer was om zooveel mogelijk gereed te komen, waar men nog kort te voren niets zag dan een chaos van pakkisten, wagens en het gereedschap van het werkvolk, door elkaar over den grond verspreid, daar vond men dat alles tegen 12 uren als bjj tooverslag opgeruimd, het terrein vóór het hoofd gebouw tot een feestplek geordend, waarop lustig de scha duw speelde van wimpels, welke boven aan de masten van het gebouw zich in de lucht kronkeldon. De voorzaal geleek een lusthof, getooid als zü was met een schat van bloemen en ge wassen. Do opening was geheel en al een fêtecham- pêtrc. Rondom het vijvertje waarin de water- stralon van de springende fontein klateren, groepeerden zich tegen het hoofdgebouw de leiders en loden van het uitvoerend comité, die vis d vis maakten mot, en door do water kom gescheiden werden van de genoodigden, die dus daarachter hadden post gevat en wel in dichte schare zoowel van dames als heeren, aan de ééne zijde geflankeerd door de Konink lijke Militaire Kapel, aan den anderen kent door de Koninklijke Zangvereeniging „Cecilia", welke beiden met muziek en gozang de in wijding opluisterden. Ter bijwoning van de plechtigheid waren o. a. uitgonoodigd de groot-officieren van het Huis des Konings; de ministers, hoofden dei- departementen, de ministers van Staat; de gezanten der vreemde mogendhodende secre tarissen-generaal der departementen; de com missaris des Konings in deze provincie; de leden van Gedeputeerde Staten; burgemeester en wethouders en de leden van den gemeen teraad van 's-Gravenhage; de voorzitters en do griffiers van de beide Kamers der Staten- Generaalverder tal van burgerlijke, rechter lijke en militaire autoriteiten uit de residentie, alsmede directeuren van de Noderlandsche Maat schappij ter bevordering van Nijverheid, van Teyler's Museum en van de spoorwegmaat schappijen. De meeston gavon aan de uitnoodiging gevolg. De commissarisson-ceromoniemeesters zorg den voor de ontvangst der gasten on de aan wijzing hunner plaatsen. Door de Koninklijke Militaire Kapel, onder directie van den heer W. Van der Linden, werden uitgevoerd oen feestmarsch ter ge legenheid van de tentoonstelliing, gecompo neerd door dezen kapelmoester, en de Jubel- ouverture van Von Weberdoor de liedertafel het koor uit „Hollands Glorie", van Richard Hol; het „Vlaggelied", van Verhulst, en het „Wilhelmus van Nassauen" met begeleiding van koper instrumenten. Na het eerste koorgezang hield do voor zitter dr. L. Mulder eene toespraak. Tot opening der tentoonstelling hield de heer J. F. W. Conrad, voorzitter van de Noder landsche Maatschappij tot bevordering van Nijverheid, de volgende rede: Dames cn Ilcercn „Nu de laatste tonen van het lied, dat onze geliefde Noderlandsche vlag verheerlijkt, in do bladeren dezer schoone omgeving zijn weg gestorven, is aan m{j, als voorzittor van de Nodorlandsche Maatschappij tor bevordering van Nijverheid, de veroorer.de taak opgedra gen, om het woord uit te sproken, dat voor u allen de poorten zal doen openen van den opgorichton kunsttempel, waarvoor wij go- schaard staan. Ik heb deze taak mot te meer ingenomen heid aanvaard, omdat het houden eener ten toonstelling van voorwerpen, waar de fraaie kunstgewrochten van vervlogen tijdperken opgesteld zjjn naast die van onzen tjjd, ge heel overeenstemt met het doel onzer Maat schappij: „Vermeerdering van volkswelvaart door de bovordering der Nijverheid in al hare onderdeelen" en omdat deze nationale tentoon stelling tot stand gebracht is door de krachtige samenwerking van het Noderlandsche volk. Toon de Noderlandsche Maatschappij ter bovordering van Nijverheid in 1777 als oeco- nomische tak der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappon gesticht werd tot viering van haar 25-jarig bestaan, is een gedenkpen ning geslagen. Op de ééne zyde van dien penning vindt men een boom, waarvan een in den grond gestoken stekje is afgeleid, dat door zeven beschermgeesten wordt besproeid en waarop gegrift staan de woorden„Een hart, een doel". De beschermgeesten van het stekje, dat tot een 112-jarigen boom met zware takken en rjjk gebladerte is opgegroeid, zijn tot elf, het aantal der Nederlandscho Provinciën, vermeer derd, en voel van hetgeen de wetenschap on de energie harer vroegere en tegenwoordige bewoners hebben tot stand gebracht, is thans in het liefelijk 's-Gravonhago verzameld door hon, die zich de spreuk van den gedenkpen ning „Een hart, een doel" tot richtsnoer heb ben gekozen. Die spreuk is kort, oven kort als de woor den „Ik verklaar de tentoonstelling voor ge opend", welke ik ga uitspreken, doch ik zou eene lange rede moeten houden om zelfs oene beknopte schots te gevon van hetgeen ver richt is, om aller harten te winnen en het gemeenschappelijk doel te bereiken. Dat is intusschen geschied door de vast heid van wil en do werkkracht van allen, die zich het tot stand komen der tentoonstelling tot taak hebben gesteld; van u, mijnheer de voorzitter en leden van hot uitvoerend comité, van u, heoren bouwkundigen, die het fraaie gobouw en zijne omgeving ontwierpen en op richtten, van u, die den geldelijkon steun aan do zaal verleenden, en niet het minst van u, hoeren inzenders, die niet geaarzeld hebben, sommige zelfs met groote opofferingen, uwe kunstgewrochten ter bezichtiging te stellen. U allen, mijne heeren, zeg ik namens de Nederlandscho Maatschappij ter bevordering van Nijverheid dank, hartelijk dank voor hetgeen door u is gedaan en tot stand gebracht, en zulks te meer, omdat daardoor in groote mate bevorderd worden: zoowel de belangen van don Nederlandschen Industrieel en van don werkman, die hem trouw ter zijde staat, als de roem van ons dierbaar Vaderland. Ik wonsch u allen geluk met den volbrach ten arbeid, doch het zjj rnjj vergund den ge- lukwensch nog in 't bijzonder te richten tot u, mijnheer de voorzitter, en tot u, leden van het uitvoerend comité, die, niettegenstaande de ondervonden moeielykheden en bezwaren van velerlei aard, onversaagd, vrij van neven bedoelingen, don rechten weg gevolgd hebben, die u hier op dezo plek gebracht heeft. Dat uwe nationale tentoonstelling in alle opzichten aan de verwachtingen moge beant woorden, is mijn laatste en welgemeende wensch en thans verzoek ik u, mijnheer do voorzitter, om de poorten van uwen kunst tempel te doen openen en om allen in de gelegenheid te stellen, de daarin verzamelde kunstgewrochten te bezichtigen. Ik verklaar do nationale tentoonstelling van oude en nieuwe kunstnijverheid geopend.'' BUITENLAND. DultaohlantL Keizer Frederik is zonder ongevallen op het slot Frederikskroon te Potsdam aangekomon. Het aantal Fransche reizigers is aan de stations by de Duitsclie grenzen reeds aan merkeiyk verminderd. Eenige Franschen, die niet van passen voorzien waren, zyn niet over de grenzen toegelaten. Ton behoeve van de slachtoffers der overstrooming in de streken langs Elbe en OJer is in het geheel bijna 7,000,000 mark bijeengebracht. De keizer heeft do wet betreffende de verlenging van den zittingsduur der Kamers op 5 jaren, geteokond. Geruimen tyd was de keizer tegen dezo wet gestemd, omdat liy daarin eene verkorting meende te zien van de rech ten der kiezers. Den minister van ju gelukte het den keizer van het tegen(jW| overtuigen. De keizer heeft onmiddellijk het teekenen der wet geschrevon aan minister Von Puttkamer, onder wiens tni -■ terie hot uitschryven der vorkiezingen ies,. teert. In dezen brief deelt de keizer m' wat hem deed besluiten de wet te teeke en spreekt hy de hoop uit dat de volgende ai meene verkiezingen onbelemmerd vrjj wezen en daardoor den waren toestand j' publieke opinie zullen weergeven. Te Munchon heeft gisteren do pleet opening der schilderyen-tentoonstelling p],, gehad. Nederland is er op waardige wy2e t igonwoordigd. De prins-regent is door heor De Haas de Noderlandsche afdeeling r geleid, waarby hem do heeren Bisschop, Sad Verveer, Klinkenberg en Apol werden gesteld. De correspondent van de „Standard" Boriyn, weet als zeker mede te dselen dat van het huwelyk van prinses Vitcoria den prins van Battenberg voorgoed is afgej Groot-Brltannlë. In het Lagerhuis had gisteren eens ernstige discussie plaats by de behandel der begrooting van buitenlandsche zaken, heer Fergusson besprak in afkeurenden de politiek der regeering in Afrika. De k Labouchóre vroeg uitlegging der Europee-, politiek en of er geene wyziging moetpl-- hebben in Engelands houding ton opzichte} mogendheden, in triple-alliantie verbonden, zeide dat Engeland in geen geval zich wie ook tegen Frankryk mag verbinden. Z by een Fransch-Duitschon oorlog zal Engelaj sympathie aan de zyde van Frankryk tl Spreker wenschte met het oog op Engels- wereldbelangen geene onvoorzichtige vei" ringen uit te lokken, maar hoopte met Fr?- ryk op denzelfden voet te blyven, daar' trachtend tot eiken prijs een oorlog tussct twee groote mogendhedon te vermyden. Gladstone heeft verklaard dat hy g* bezwaren heeft tegen oene tunnel onder Kanaal en dat de vrees, daarvoor gekoesit Engeland niet tot oer strekt. Derby is er; eens niet tegen eene tunnel, maar hy vns dat het land te veel bevooroordeeld is,» daaraan voorloopig te kunnen denken. Oo*tonr.-Hong.-Monarchlc. Do delegaties uit den Oostenrykschei den Hongaarschen Landdag zyn tegen DJ. to Pesth byeengeroepen. By het Hongaarsche Lagerhuis is wetsontwerp ingekomen betreffende de ret larisatie van den Beneden-Donau en de ,11 ren Poort" (op do grenzen van Hongai; Rumonië en Servië). De gezamenlijke kost worden op 9 millioen guldon geraamd de werkzaamheden moeten vóór 1896 aff loopen zyn. Onder de landbouwbevolking van Galis moeten ernstige onlusten zijn uitgobrols To Dobriczi moesten de soldaton gebruik nut van de wapenen tot herstolling der orde vele boeren en gendarmes werden gedood. Het Oostenryksche Heerenhuis heeft do begrooting den post van 50,000 gulden ro geheime uitgaven hersteld, wolken het H van Afgevaardigden geschrapt had, en laatste heeft daarmede genoegen genomen. Voor het Oostenryksch-Hongaarschele? is eene automatische mitrailleuse van Mar aangenomen, welke 600 kogels per mino afschiet. Baron Leitenberger, een van Oostenri; voornaamste industriëolen, heeft een milhc gulden beschikbaar gesteld voor het oprictó van een monument ter herinnering aan t 40 jarig regeeringsjubilé van keizer FransJot Rusland. Aan de „Standard" wordt uit St.-Pete. burg geseind dat den Russischen minist van oorlog voor don volgenden driejaarlykscb dienst slechts een millioen roebel nie« toegestaan dan hem over den loopenden diF is toogekend, hoewel do minister veel m heeft aangevraagd. Hetzelfde blad bericht uit Shanghai Rusland de kuiperyen in de hoofdstad Coroa horhaald heeft. Het tracht don koni over te halen zich onafhankelijk van Cni te verklaren. De koning schynt daartoe £i neigd. Hy heeft reeds zekere bezwaren kg bracht by den Chinooschen president in zijl hoofdstad. De czaar liet zyne komst aan het De®1 sche hof officiéél mededeelen. Het plan is maanden Juli en Augustus te Kopenhag® door te brengen. De cz3ar zal echter nil ovor Duitsch grondgebied reizen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 6