N*. 8677. Zaterdag 2 Juni. A0. 1888. feze fiourant wordt dagelijks, met uitzonde ring van (gon~ en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 1 Juni. Feuilleton* [TWEE JONGE BOEREN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZES COUSAXT: Toer Lei'ea per 8 meende*.1.10. jreeoe per poei..1.80. iftonderlOke Nommere.t.OS. PRUB DUS ADTBSTENTOX: Tea 1—8 recele 1.05. Iedere regel meer/O.lTfc. Orootere lettert neer pleeternimte. Voor het ia de* toeren buiten de eted wordt 0.10 berekend. Aan do universiteit alhier is met goed ivolg afgelegd het propaedeutisch examen in godgeleerdheid door den heer N. J. C. Scher- erhornhet voorbereidend kerkelijk examen [oor den heer J. H. Westrikhet theor. genees- undig examen door de heeren M. Kievit en Visser; het doctoraal-examen in de ge- leeskunde door den heer M. C. A. Bjjleveld examen voor den Indischen dienst door [en heer H. C. Van Meerten. - Naar ieder met het meeste genoegen zal fëraemen, hebben do hevige asthmatische aan- loeningen, waaraan prof. M. De Vries alhier :eleden heeft, sinds eenige dagen opgehouden in heeft de geleerde zjjn studeervertrek reeds eder bezocht. Wü vorheugen ons zeer dat de bewerker ■an hot „Nederlandsch Woordenboek" binnon- ;ort zjjn onschatbaren arbeid woer zal kunnen lervatten. - Wij herinnoren er aan dat worden op- [eroepon al de binnen deze gemeente geves- igde verlofgangers der militie te land, van e lichtingen 1883, 1884, 1885,1886 en 1887, ie vóór den lsten April 11. in het genot van mbepaald verlof zjjn gesteld, met uitzondering Jléén van hen, die in deze maand Juni in werkeiyken dienst moeten komen, om te erschjjnen in het Invalidenhuis (ingang door Koppenhiriksteeg aan de zijde van de ooglandsche Kerkgracht), ten einde door den Hitje-commissaris te worden geïnspecteerd, in wel: de verlofgangers, behoorende tot de ichtingen van 1883, 1884 en 1885, op Woens- g den 6den Juni a. s., des voormiddags te im uren, en die, behoorende tot de lichtm an van 1886 en 1887, op denzelfden dag, les namiddags te één uur, in uniform gekleed in voorzien van de kleeding. en uitrusting- tukken, hun bjj het vertrek met verlof mede- ;egeven, alsmede van hunne zakboekjes en |van hunne verlofpassen. - Door den minister van koloniën zijn de ieeren dr. H. Kern, mr. P. A. Van der Lith in dr. - G. A. Wilken, hoogleeraren aan de •jjks-universiteit te Leiden; J. R. P. F. Gong- Igrjjp, G. K. Niemann en mr. L. W. C. Van [den Berg, hoogleeraren aan de instelling voor onderwijs in de taal-, land- en volkenkundo van Nederlandsch-Indië, te Delft; J. A. Van den Broek, J. S. A. Van Dissel en H. C. Humme, lectoren aan genoemde instelling; mr. G. J. Grashuis, dr. W. G. C. Bjjvanck, dr. C. Snouck Hurgronje, L. K. Harmsen, D. F. Van der Pant en L. W. Th. Schmidt, leri toren aan de gemeente-inrichting voor de opleiding van Oost-Indische ambtenaren te Leiden; H. D. Canne, oud-gouverneur van Sumatra's Westkust; F. L. Wattendorff, oud resident op Java, en J. C. G. S. Van Kraaye- noord, oud-resident op Java, benoemd tot leden der commissie, belast met het afnemen in Nederland in dit jaar van het groot-ambte naarsexamen voor den Indischen dienst. By de Leidsche Spaarbank werd in de maand Mei ingelegd ƒ45,819.24, terugbetaald ƒ46,700.155, terwylzyn afgegeven 100 nieuwe- en geheel afgelost 98 boekjes. Op 31 Mei bedroeg het gezamenlyk tegoed der 8361 inleggers ƒ1,620,846.535. Op „Zomerzorg" alhier is onder voor zitterschap van mr. F. A. G. graaf Van Lim burg Stirum Noordwyk, de eerste algemeene vergadering gehouden van aandeelhouders in de Noordwyksche Duin-exploitatio-maat- schappu", gevestigd te Noordwyk. Nadat door den secretaris-administrateur, den heer E. De Groot, verslag was uitge bracht omtrent de verrichtingen der maat schappü van den dag der oprichting, Aug. 1887, tot 31 Dec. d. a. v., werden de balans en winst- en verlies-rekening goedgekeurd, en werd besloten het kleine winstcyfer in 278.66 op het volgend boekjaar over te schryven. De heeren graaf Van Limburg Stirum Noord wyk, mr. Th. W. Van der Schalk en mr. H. graaf Van Limburg Stirum werden her benoemd als leden der commissie van advies, evenals de heer Z. Deenik, als lid van den Raad van Bestuur. Zooals uit het uitgebracht verslag bleek, zpn by het bestuur der Maatschappü plannen in overweging tot het bouwen van villa's aan de Strandreep. Door den Raad van Woubrugge is in zyne vergadering van gisteren besloten in hooger beroep te komen, volgens slotbepaling van art. 26 der Wet op het lager onderwys, by Z. M. den Koning, van het besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland, houdende ont houding der goedkeuring van het raadsbesluit van 5 Maart jl., waarby de jaarwodde van een te benoemen onderwyzer, hoofd dor openbare lagere school in het dorp aldaar, was bepaald op 875, zynde het tegenwoordige trakte ment per jaar 900. Wenschelyk is het dat in deze eene spoedige beslissing moge genomen worden, in het belang van het openbaar onderwys, dat zich nu niet verder uitstrekken kan dan de vakken a-k, en dus ook in het algemeen belang der gemeente. Door stemgerechtigde ingelanden van den Driemanspolder onder Zoetermeer en Stomp- wyk werden de beide aftredende leden van het bestuur, de heeren L. Koetsier en M. Van der Helm, herkozen. Hoewel het bestek, waarnaar door het bestuur van den Palensteinschen polder, onder Zegwaard, aanbesteed is het verbeteren van den Schinkelweg onder die gemeente, bepaalt dat het werk 6 weken na de gunning, welke plaats heeft gehad op den 14den Maart jl., geëindigd moest wezen, heeft de aannemer tot heden geen begin kunnen maken als zpnde geene grove grint te bekomen. Moet een en ander nog langer duren, zoo zou wegens den a. s. hooi- en korenoogst het zeer gewenscht wezen aan den aannemer uitstel te verleenen tot den herfst. Gisteravond is het zestal opgemaakt ter vervulling van de predikants-plaats, ontstaan door het emeritaat van ds. Moll te 's-Hage. Daarop zyn geplaatstde heeren L. A. F. H. Faure te Rheden, dr. F. H. J. Grundlehner te Delft, J. J. De Kat Angelino te Deil, J. C. Montyn G.Czn. te Schiedam, C. B. Oorthuys te Katwyk aan Zee en J. H. L. Roozemeyer te Arnhem. Voor het examen lager onderwys is te 's-Hage toegelaten de heer J. C. Hoogendyk, uit Waddingsveen. Uit Den Haag wordt aan het „Rott. Nbl." gemeld dat daar tor stede pogingen worden aangewend om het 25-jarig bestaan van het gedoDkteeken op het Plein 1813 fees- telyk te herdenken by het 75-jarig onafhan- kelykheidsfeest in November a. s. De Maatschappü voor Bouwkunst heeft hare 57ste algomeene vergadering te Amster dam gehouden. Volgens het verslag verkeerden de afdee lingen der Maatschappü, gevestigd te Amster dam, Haarlem, Leiden, 's-Gravenhage, Rot terdam, Utrecht, Arnhem, Leeuwarden en Groningen, in een gunstiger toestand dan in het vorige jaar. De begrooting voor 1889 werd vastgesteld op een totaal van 16,255. De balans over het afgeloopen jaar sloot met eene bate van 367,03; saldo-waarde der Maatschappü ƒ16,180,79. De heer C. Muysken nam met een treffend woord afscheid van de Voreeniging en het bestuur, waarvan hy gedurende 9 jaren het voorzitterschap had bekleed. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren J. R. De Kruyf en Th. G. Schill. De voorzitter deelde mede dat dr. P. J. H. Cuypers de benoeming tot voorzitter heeft aangenomen, waarmede hy de Maatschappü geluk wenschte. De heer Jacob F. Klinkhamer hield eene verhandeling over „Amsterdam in nood", ter aanwüzing van hetgeen gedaan zou moeten worden om in tijd van oorlog de stelling van Amstordam voldoende te kunnen proviandeeren. Ook andere onderwerpen kwamon ter sprake. De voorzitter deelde verder mede dat de gouden medaille voor uitgevoerde ontwerpen is toegekend aan den heer Jurrien Kok te 's-Gravenhagede zilveren medaille voor den Dom te Milaan aan den heer H. P. Berlage, van Amsterdam, en eene bronzen medaille aan den heer W. A. Jong, van Zutfen, voor het opmeten van bestaande gebouwen. Na behandeling nog van andere zaken werd de vergadering gesloten en bezochten de leden, in afdeelingen, het koninklyk paleis op den Dam, het centraal personen-station, het nieuwe concertgebouw en de meelfabriek „De Weichsel." Vooraf ging de mededeeling van den voor zitter dat Leiden is aangewezen als plaats der aanstaande September-vergadering. Nog stelde de heer J. De Haan voor, dat het Bestuur het initiatief neme tot eene hulde aan den bouwmeester Jakob Van Campen. Do meeste leden bezochten nu het koninklyk paleis en dat reeds is eene hulde aan zyne nagedachtenis. Laat ons thans ook de handen ineen slaan om hem eene blyvende herin nering te stichten. De Voorzitter waardeerde het denkbeeld, maar wees er op dat er reeds een monument van Van Campen bestaat, nl. het Paleis op den Dam, zyn eigen werk. De heer De Haan hield echter aan zyn denkbeeld vast; hy wenschte meer bepaald een standbeeld voor den grooten bouwmeester. Dr. Cuypers meende dat het de grootste hulde aan Van Campen zou zyn, indien zün stadhuis wederom stadhuis werd. Kan deze Maatschappü daaraan iets doen, dan reeds i zou zü een groot werk verrichten. Hierna werd de vergadering onder de ge bruikelijke plichtplegingen gesloten. Het stoomschip „Gelderland," van Rot terdam naar Java, vertrok 31 Mei van Mar seille; de „Koningin Emma," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 31 Mei van Port-Said; de „P. Caland," van Rotterdam naar Nieuw- j York, passeerde 1 Juni Lizard. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal op 2 dezer niet i plaats hebben. SCHETS VAN A. J. RANK. Zwygend keerde het brave drietal naar de hoeve terug. De natuur wa3 kalm en schc de vogelen zongen hun avondlied, de zon over- goot de landen met vloeibaar goud en alles in en om hen ademde vrede en rust. Hunne trekken werden blymoedig en Hans zei, terwijl hjj den ouden Hermen de hand drukte: „Vader, ik zal niet vergeten, maar steeds streven naar de betrachting van het lied, dat dominee van middag opgaf: Treedt vrooiyk voort op 's Heeren wegen, En neemt uw plicht getrouw in acht." „Daar zeg ik Amen toe", zei Hermen, en rustig en hoopvol keerden zy op „Bouwln-it" terug, waar zy alle aanwezigon in opgewekte stemming vonden. Men vond het natuurlijk dat de jongelui met den ouden man een praatje hadden gehad. Gerrit Van Neven wou gaarne vóór zün dood zyn afgod in oer en grootheid zien en van stonde aan, dat hy de boerdery aan hem had overgegeven, begon by daartoe pogingen in bet werk te stellen. Hy slaagde echter niet gomakkeiyk. Hy was by de invloedryke inge zetenen niet zeer gezien. Als raadslid maakte hy het 't gemeentebestuur, als heemraad het poldercollege en als ouderling den kerkeraad lastig. Altyd wa3 hy in oppositie en als hy een zyner eigene voorstellen verworpen zag, woedend van kwaadheid. En of de ervaring hem nu al telkens deed zien, dat geld wel voel, maar toch niet alles vermag, hy werd er geen spier wüzer door, ja, het scheen dat zijn ouden dag de zucht tot tegenspraak eer deed toe- dan afnemen. Ware dus Frank een minder verwaand sujet geweest, dan zou men wellieht gaarne den jonge tegen den oude ge ruild hebben; maar daar deze nog minder verstand had en in alles toonde dat hij de gebreken zyns vaders, tienmaal vermenigvul digd, had overgenomen, had niemand ooren voor de aanzoeken, welke Gerrit hier en daar deed in het belang van zün knappen jongen. Wie niet bepaald durfde weigeren, scheepte hem af met beloften, welke men niet gezind was na te komen. Zoo zy'n de menschen soms. Eene zyner eerste pogingen had ten doel Frank tot heemraad te benoemen in zyne plaats. Daartoe bezocht hy al de stemgerech tigden, en, toen hy van de meerderheid ver zekerd was, zoo hy meende, bracht hy de zaak ter sprake in do vergadering van het Bestuur. De voorzitter deed hem echter op merken dat, aangezien Frank het vereischte aantal bunders land in den polder niet bezat, er van zyne voordracht ter benoeming aan don Koning geen sprake kon wezen, ook al had hy al de stemmen op zich vereenigd. Dit was nu zulk eene groote zwarigheid niet. Frank was ryk getrouwd. Behalve de landeryen zyner vrouw, waarvan vruchten en inkomsten tot den huweiyksschat behoorden, had deze ook eene groote som aan contanten aangebracht en daarvoor zou by de eerste ge legenheid het noodige land worden aangekocht. Dat geld had veel te lang renteloos gelegen en zou nu met dubbel voordeel worden uitgezet- Het lot was hem gunstig. Een sterfgeval bracht een aantal bunders onder den hamer en meer dan het dubbele aantal, dat noodig was, werd door Frank aangekocht. Wel had Gerrit een gedeelte van zün eigen land aan hem kunnen overdoen, maar kyk, zie je, hy wou liever baas biyven over zijn eigen goed en kleedde zich niet graag uit vóór hy naar bed ging. Mot de eerebaantjes was het wat anders. Hü bleef toch eigeniyk heemraad, al had Frank den naamdat zou men wel onder vinden als het zoover was en als hy eenmaal sterven ging, was hy zeker dat geen ander zün opvolger kon wezen. Vertrouwende op de toezeggingen, woorden en beloften, verzocht en verkreeg hy eervol ontslag; maar wie schetst ons zyne verbazing en woede, toen niet Frank, maar Krelis, een der zonen van Hermen Van Wel, die in den Noordpolder landbezitter was, de meerderheid der stemmen op zich vereenigd zag. Hy was schier uitzinnig van kwaadaardigheidhy sloot zich op in zyne slaapkamer en niemand mocht dien dag den drempel daarvan overschryden. Maar ook Hermen had leedgevoel by die verkiezing. Hy begreep dat de vyandschap van Gerrit in woedenden haat zou overgaan. Hy voelde dat die noodlottige verkiezing voor Aaltje en Hans de onaangenaamste gevolgen zou hebben en om dit te voorkomen was er slechts één middel het was dat Krelis voor de eervolle onderscheiding bedanken zou. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1